home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Loveling, Rosalie

Maakt deel uit van:

Rosalie Loveling

                                                                                                                      Rosalie (links) en Virginie Loveling in 1851 (Foto Letterenhuis)

Nevele, 20 maart 1834 – Nevele, 4 mei 1875

Het gezin Loveling telt drie zussen, die allemaal wel iets met literatuur te maken hebben: Virginie Loveling, haar jongste zus, werd evenals Rosalie een bekende schrijfster en Pauline, haar oudste zus, wordt de moeder van auteur Cyriel Buysse.

Opgroeiend in een welgesteld gezin, verwerven de zussen Loveling via privé-onderwijs een brede ontwikkeling en een uitgebreide talenkennis. Virginie en Rosalie lezen Nederlandse, Duitse en vooral Franse auteurs. Vertalingen brengen hen tot eigen creatief werk.

Zowel Rosalie als Virginie debuteren in tijdschriften met gedichten, novellen en vertalingen.

Een bundeling van een groot deel van hun poëzie vormt de inhoud van hun eerste gezamenlijke boek: Gedichten, uitgebracht in 1870. De eerste poging tot proza ondernemen de zussen opnieuw gezamenlijk. Hun bundel Novellen komt er in 1874. Kort na het overlijden van Rosalie Loveling verschijnt nog de gezamenlijke publicatie Nieuwe Novellen (1875), met werk van beide zussen. Er zal later nog één gezamenlijke publicatie volgen waarin Virginie Loveling het nagelaten werk van haar zus incorporeert: Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen (1882).

BIOGRAFIE

20 maart 1834: Geboorte van Rosalie Loveling te Nevele.

  • Haar jongere zus Virginie wordt geboren op 17 mei 1836. De oudste zus Pauline (1832-1909) zal de moeder worden van schrijver Cyriel Buysse.
  • Alle drie de ‘juffrouwen Loveling’ worden geboren in het tweede huwelijk van Marie Comparé (1791-1879) met Herman Anton Loveling, een Duitser afkomstig uit Papenburg, Nedersaksen (1806-1846).
  • Marie Comparé beheert landerijen en pachthoeven in Nevele en kan haar drie dochters in welstand opvoeden. Virginie woont bij haar in tot haar vierenveertigste (met uitzondering van enkele tienerjaren) en kan daarna waarschijnlijk rekenen op een erfenis; op haar ‘kaart van eenzelvigheid’ uit 1919 duidt ze als beroep niet schrijfster, maar ‘rentenierster’ aan.

De zussen hebben nooit school gelopen. Moeder onderwees hen geschiedenis en kennis van de natuur en vader leerde hen Hoogduits. De ouders bezaten ook een rijke bibliotheek: Franse filosofen, met een voorkeur voor Voltaire, Rousseau maar ook Cats, langs moederskant, Duitse en Scandinavische meesterwerken langs vaderskant.

Nog piepjong waren ze, maar toch creëerden ze alle drie hun eigen krantje met plaatselijk nieuws. Dat van Pauline heette De Nevelaar en dat van Rosalie De Vaderlander. Virginie, nog geen acht jaar, wilde niet onderdoen. Op aanraden van een grote broer noemde ze haar dagblad De Kameraad.

1846:  Na de zelfmoord van hun vader Herman Anton Loveling (21.07.1846) – wat in die tijd sociaal als verwerpelijk werd beschouwd –  verhuist het gezin naar Gent, war ze inwonen bij hun halfbroer Cesar Fredericq, derde zoon uit het eerste huwelijk van hun moeder Marie Comparé.

  • Het huis van Cesar Fredericq aan de  Sleepstraat 12 te Gent was een verzamelplaats van jonge progressieve intellectuelen rond de sociaal en politiek vooruitstrevende Franse hoogleraar François Huet. Onder hen: Gustave Callier, Emile de Laveleye, Constant Leirens en Jean Stecher. Franssprekend, liberaal en Vlaamsgezind. In deze Cercle Huet werd besloten tot de oprichting van De Broedermin (1848-1859), een voor Vlaanderen uitzonderlijk hoogstaand blad waarin volksverheffing, de rol van het onderwijs, solidariteit en zedelijke bewustwording centraal stonden. Rosalie zou de naam hebben bedacht.
  • De meisjes, hoewel erg vroegrijp, waren uiteraard te jong om aan gesprekken deel te nemen, maar de cultureel-intellectuele sfeer in het huis heeft hen diepgaand beïnvloed. Rosalie en Virginie bleven enkele jaren in Gent en ontmoetten er ook een aantal vooraanstaande figuren uit de Vlaamse Beweging

1849: Het gezin keert naar Nevele terug.  Hoewel Nevele toentertijd een wat afgelegen dorp was – met de diligence was het drie uur rijden naar Gent –  behouden ze hun contacten met de stad. Vaak zijn ze in Gent, o.m. op de zittingen van het Wetenschappelijk Internationaal Congres in 1863.

1853: De literaire entree van zowel Rosalie als Virginie Loveling vinden we terug in de tijdschriftjes De Eendracht en De Broedermin: “Nieuwjaarsavond” van Virginie in De Eendracht van 9 januari 1853; niet opgenomen in de latere verzamelbundel Gedichten (1970) en  “Vreest gy niet?” van Rosalie en “Helpt uw broeders” van Virginie in De Broedermin van 17 februari 1853, evenmin opgenomen in Gedichten.

1855: Begint de medewerking van de gezusters aan Rens’ Nederduitsch Letterkundig jaarboekje. Tussen 1855 en 1875 zal Rosalie er een twintigtal gedichten in publiceren.

1861: Weer verschijnen er gedichten in De Eendracht: in het nummer van 3 november “Moeders Krankheid“, onderaan gedagtekend 1861, van Rosalie, later opgenomen in Gedichten. Ook van Virginie verschijnen er gedichten. In het nummer van 7 april “Grootmoeders portret” van Virginie en van 20 oktober: “Ik weet niet”, onderaan gedagtekend 1861, van Virginie, later opgenomen  in Gedichten.

  • Andere periodieken waarin gedichten van de gezusters in die jaren verschijnen zijn: De Vlaemsche School, het Nederduitsch en het Nederlandsch Tijdschrift, het Letterkundig Zondagsblad, de Volksalmanak van het Willemsfonds, De Toekomst, de Vlaamsche Kunstbode en Nederlandsch Museum. Het gaat hier telkens om gedichten die later in een van de uitgaven van de Gedichten zullen opgenomen worden.

1864: Vertaalt uit het Platduitsch het verhaal “Trinia” van Klaus Groth.

1870: Haar gedichten tot dan toe worden samen met die van haar zus Virginie uitgegeven in Groningen bij uitgever J.B. Wolters onder de titel ‘Gedichten’.

  • Het is een boekje van 135 pagina’s, in heel klein formaat, met een kort ‘Nawoord’ van Leopold, gedagtekend maart 1870, dat, in de tweede uitgave, 1877, eveneens bij Wolters, niet meer voorkomt.
  • Deze gezamenlijk uitgegeven Gedichten (1870) ging in het Nederlandse literaire landschap – zowel Noord als Zuid – niet ongemerkt voorbij. De realistische gedichten waren ongecompliceerd en erg beschrijvend van aard, af en toe met een sociale ondertoon.
  • De bundel kent twee herdrukken en wordt zelfs naar het Italiaans vertaald.

Via het maken van vertalingen van Nederduitse verhalen van Klaus Groth komen ze tot het schrijven van eigen novellen die ze ook samen uitbrachten: Novellen (1874), Nieuwe Novellen (1876).

1874: Haar eerste verhaal Meester Huyghe  verschijnt in het Nederlandsch Museum; (NM 1 (1874 1),p. 345-361. We vinden het verhaal terug in de bundel ‘Novellen’ (1974)

  • Met Meester Huyghe brengt ze het courante ‘soldaat van Napoleon’ thema in een realistische versie. Zij schetst hierin het beeld van een oud-soldaat uit het eerste Keizerrijk, die na zijn terugkeer als privé-onderwijzer een aantal jaren aan de kost poogt te komen – zijn oorspronkelijk ambacht heeft hij zoals zovele lotgenoten verleerd – , maar door de oprichting van officiële en betere scholen zich gedwongen ziet zijn werkzaamheid af te bouwen en daardoor verarmt en vereenzaamt. Rosalie Loveling brengt dit verhaal met een opmerkelijk oog voor details.
  • Het verhaal wordt in vele schoolboeken en bloemlezingen opgenomen.
    • 1923: Zowel ‘Mr Huyghe’ van Rosalie als ‘Emiliaantje’ van Virginie worden opgenomen in ‘Vijf Vlaamsche Novellen’ in de reeks Keurboeken voor Middelbaar en Normaalonderwijs nr 3. Uitgever: De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen. Bezorgd door C De Baere en J. Verboven.
    • Latere uitgaven: 1923 (2de druk); 1928 (4de druk); 1930 (5de uitgave); 1937, (8ste druk), 1939 (10de druk); 1942 (12de druk)
    • 1971: Het verhaal ‘Meester Huyghe’ wordt opgenomen in de verhalenbundel ‘54 Vlaamse Verhalen’, deel 2, samengesteld door Marnix Gijsen en Karel Jonckheere.pp 7-26

4 mei 1875: Rosalie Loveling overlijdt te Nevele en wordt conform haar wens in Gent begraven. Het ‘Geuzenkerkhof’ van de Brugse Poort was noch voor haar moeder, noch voor zus Pauline en Louis Buysse een optie, het later Campo Santo genoemde kerkhof van Sint-Amandsberg wel. Haar graf vindt men in park C, graf 31b, rij 1, 12de graf.

EPILOOG

1876: De novelle Po en Paoletto in de bundel ‘Nieuwe novellen’, geschreven kort voor haar dood, kan men beschouwen als Rosalies meesterwerk. Idylle en tragiek gaan hand in hand.

SMAAKMAKER

Moeders krankheid

Uit: ‘Gedichten’ (1870)

“Wat zal er van de kindren geworden?…”
Zij zat in het klein vertrek
En zag ze buiten spelen;
Zij hoorde niet hun geprek.

“Zoo moeder eens moest sterven,”
Zei ’t oudste van de drij,
“De groote klok zou luiden,
De kindren zeggen ‘t mij.”

Zijn broêrken sprak: “dan zouden
“Wij nooit naar school meer gaan
“En al de boomkens verplanten,
“Die in het hoveken staan”.

En ’t kleinste riep, wijl ’t denkbeeld
Zijn hertje kloppen deed:
“’k Zou mijn pop een rokjen maken
“Uit moeders beste kleed!”

 

DE BEGRAFENIS

Het was en warme herfstdag : de droge bladeren kraakten onder de voeten in de dreef, en de zon scheen geel en flauw in de toppen van de bomen. De doodsklok luidde, de doodsklok voor een arme mens. “Het zal zeker iemand uit het armenhuis zijn,” zei men.

Het was meester Huyghe.

Als iemand van de armen begraven wordt, duurt het niet lang: de klok houdt gauw op, het gezang evenzo, en men komt, met de verschoten vanen en het koperen kruis, het lijk enkel tot aan het kerkhek tegen.

Meester Huyghe werd gedragen door de Napoleonisten. Er waren er nauwelijks nog genoeg om hun trommel, hun vaandel en hun voormalige wapenbroeder te dragen. De enen waren groot, de anderen klein : die gekromde oude mannen hadden moeite om de lange kist van meester Huyghe van de grond te heffen : de kerkbaljuw moest hun hierbij ter hulp komen.

Gewoonlijk ziet men geen zulke bejaarde lieden iemand naar het graf dragen : dat scheen ook boven hun macht. Zij hadden een rouwfloers aan hun vaandel en over hun trommel, en elk een rouwfloers aan de arm, of liever een stukje ros geworden zwarte tule, dat ervoor diende.

Zij gingen zwijgend heen na de begrafenis.

Zij staan nog hier en daar, die soldaten van het grote leger, welke het kanon gemist heeft, gelijk de vergeten korenaren op een stoppelveld. Zij zijn teruggekeerd, elk naar zijn geboortedorp, waar zij nu rondom de kerktoren komen slapen : en allen, allen gaan heen zonder een klacht, of zonder een verwijt aan hem te doen, die hen voor zijn ijdele roem uit huis en erf verdreven heeft.

Wat zou hij zeggen, de grote veldheer, indien hij nu het grote leger zag ?
En meester Huyghe rust daar thans ook : hij is thuis bij Evariste en bij Beatrice.

Uit: Meester Huyghe, in: 54 Vlaamse verhalen, 1971.

BIBLIOGRAFIE

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience  – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1853 Vreest gij niet ? (gedicht) In: De Broedermin VI, p.48, 17.02.1853
1855 De publicaties van de vroege gedichten 1855-1874 in het “Nederduitsche Letterkundig Jaarboekje, zijn opgelijst na dit chronologisch overzicht .
1861 Het oudste kind. (gedicht) In: De Vlaemsche School 7de jrg.
1864 Het Noodlot. (gedicht) In: Volksalmanak van het Willemfonds.   12de jrg.
1864 Trinia. (prozavertaling)

Nederduitse verhalen van Klaus Groth

In: Letterkundig Zondagsblad, VII, 11, (7.8.1864) tot 24 (6.11.1864) met uitzondering van 14 en 17
1866 Het licht op oog. In: Nederlands Tijdschrift VI, 1866) dl. 1 pp 41-42.
1870 Gedichten. (bundel poëzie)

Auteurs: Rosalie & Virginie Loveling.
1877: 2de vermeerderde druk bij Wolters, Groningen.
1889: 3de druk bij Algemeene boekhandel, van Ad. Hoste uitgever te Gent.
1912: vertaling in het Italiaans. Vertaler: Gradenigo, Leopoldo Bizio; titel: Versi di Virginia e Rosalia Loveling. Uitgever: Venezia : Istituto Veneto di Arti Grafiche. -91p.

Groningen : J.B. Wolters. – 133 p.

Afmetingen: 12.70 x 8.50 (ingenaaid)

1871 De eigendom. In: De Toekomst 15 (1871) p.29.
1871 Iets over het onderwijs der vrouw. (levenssschets)

1883: opgenomen in Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen.

In: De Toekomst 15 (1871) p.411-415.
1873 De landverhuizers. In: De Toekomst 17 (1873) p.73.
1874 Meester Huyghe. (novelle) In: Nederlandsch Museum; (NM 1 (1874 1),p. 72-85.
1874 Onbehendige troostwoorden.

1883: opgenomen in Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen

In: De Toekomst 18  (1874) p.216-222.
1874 Mijn verre neef. (novelle)

1883: opgenomen in Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen.

In: Nederlandsch Museum; (NM 1 (1874 II),p. 339-348.
1874 Novellen.

Rosalie:  Jan-oom en Belle-Trezeken, De baan der kunst, Serafine, Broeder en zuster, Meester Huyghe.
Virginie: Drie kleine schetsen, Sidon, In de Hope van Vrede, De verdwaalden, Emiliaantje.
1887: 2de editie ibidem Gent : drukk. en boekhandel. Ad. Hoste. – 296 p : 4 lith. naarFrans Van Kuyck
1910: 3de editie ibidem in de reeks Geillustreerde Vlaamsche bibliotheek, nr 1 (VI-108 p : pl ; 24 x 19 – Rosalie Loveling) & Geillustreerde Vlaamsche bibliotheek, nr 2 (bladz. 109-204 : pl., portr ; 24 x 19  – Virginie Loveling)

Gent: Algemeene boekhandel, van Ad. Hoste uitgever (Veldstraat, 49)

Druk: Drukkerij C. Annoot – Braeckman.

Latere herdrukken van afzonderlijke verhalen uit de bundel ‘Novellen’

1923: Zowel ‘Mr Huyghe’ van Rosalie als ‘Emiliaantje’ van Virginie worden opgenomen in ‘Vijf Vlaamsche Novellen’ in de reeks Keurboeken voor Middelbaar en Normaalonderwijs nr 3. Uitgever: De Nederlandsche Boekhandel, Antwerpen. Bezorgd door C De Baere en J. Verboven. Latere uitgaven: 1923 (2de druk); 1928 (4de druk); 1930 (5de uitgave); 1937, (8ste druk), 1939 (10de druk); 1942 (12de druk)
1954: Het verhaal ‘Meester Huyghe’  wordt opgenomen in de verhalenbundelVlaamse cassette, deel I”
1971: Het verhaal ‘Meester Huyghe’  wordt opgenomen in de verhalenbundel ‘54 Vlaamse Verhalen’, deel 2, samengesteld door Marnix Gijsen en Karel Jonckheere.pp 7-26.
2009: Het verhaal ‘Meester Huyghe’  wordt opgenomen in de verhalenbundelMeesterschap in tweevoud : novellen en schetsen van Rosalie en Virginie Loveling’ Amsterdam : Amsterdam University Press. -160p.

1875 Mijnheer Daman en zijne erfgenamen. (novelle)

1876: opgenomen in Nieuwe Novellen.

In: Nederlandsch Museum; (NM 2 (1875 II),p. 286-322.

POSTUUM

1876 De Scheiding. (gedicht) In: Nederlandsch Museum; (NM 3 (1876 II),p. 93.
1876 Nieuwe novellen.

Rosalie: Mijnheer Daman en zijn erfgenamen, Juffrouw Leocadie Stevens, Po en Paoletto.
Virginie: Octavie en Estelle, De kwellende gedachte, De vijftig franken.
1887: 2de druk bij Ad. Hoste, Illustraties: Frans Van Kuyck.
1890: 2de editie bij Van Kampen & Zn, Amsterdam. Illustraties: Frans Van Kuyck.
1978: Het verhaal Po en Paoletto wordt opgenomen in “Vlaamse dorpsverhalen uit vroeger tijd”,  pp 35-54  Samenstelling dr. Tjaard W.R.de Haan. Utrecht: Het spectrum. Reeks: Prisma boeken. – Utrecht; vol. 1850

Gent: Algemeene boekhandel, van Ad. Hoste uitgever (Veldstraat, 49). – XII-320 p.

Afmetingen: 17.50 x 13 (ingenaaid)
Druk: Drukkerij C. Annoot – Braeckman

1877 Gedichten : Tweede vermeerderde druk.

In deze druk staan 44 gedichten van Rosalie -tegenover 26 in de eerste druk – en 59 van Virginie – tegenover de 36 uit 1870, en in de derde (en laatste) druk uit 1889 zullen het er dan uiteindelijk 75 worden.

Groningen : J.B. Wolters.. -260p.

Afmetingen:17.50 x 13 (ingenaaid)
Stoomdrukkerij J.B. Wolters

 

1883 Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen.

Virginie: Polydoor en Theodoor. (pp 1-92)
Rosalie: De hond (pp 93-108); Uwe tweede vrouw (pp 109-129); Het eenig kind (pp 130-143); De gierigheid (pp 144-167); Kinderverdriet (pp 168-189); Onbehendige troostwoorden (pp 190-200); Iets over het onderwijs der vrouw (pp 201-209); Beloften en bedreigingen (pp 210-217); Mijn verre neef (pp 218-232).

Gent: Algemeene boekhandel, van Ad. Hoste uitgever (Veldstraat, 49). – 233 p.

Afmetingen: 18.50 x 14.50 (ingenaaid)

1889 Gedichten : Derde vermeerderde druk.

Met 4 platen van F. Van Kuyck.

Gent: Algemeene boekhandel, van Ad. Hoste uitgever. – 264 p.

Afmetingen:18.50 x 12 (ingenaaid)
   

1900 Po en Paoletto. (novelle) Gent: Drukkerij Plantyn (Naamlooze Vennootschap) Korte Koestraat 3a. – 40 p.

Afmetingen: 20.70 x 13.60 (geniet)
Reeks: Flandria’s novellenbibliotheek nr 3, December 1900

1950 Onze Rensen.

Onuitgegeven tekst bezorgd door G. Schmook,  Lid van de Kon. Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. Tekeningen van Rosalie Loveling. [Poezien door Frans Rens.]

Antwerpen: Uitgeverij Standaard. -35p.

Reeks: Koninklijke Vlaamsche Academie voor Taal- en Letterkunde: reeks 10. – -; vol. 3
Overdruk uit : Koninklijke Vlaamse Academie voor taal- en letterkunde. Verslagen en mededelingen ; 1949, blz. 87-137

1960 Mijn verre neef. (novelle)

Uit: “Polydoor en Theodoor en andere novellen en schetsen”

In: “Terugblik met vergezicht”. Amsterdam: Wereldbibliotheek. -114p.
1963 De eerste opvoeding. (novelle) In : A. Van Elslander, De biografie van Virginie Loveling; pp 54-53.

Uitgever: Centrale Bibliotheek van de Rijksuniversiteit, (nr 4 van Mededelingen Rijksuniversiteit Bibliotheek), 1963. pp 54.

1971 Meester Huyghe. (verhaal uit ‘Novellen’, 1874)

=>ook in: “Vlaamse cassette, deel I”, 1954
=>ook in: “Omnibus Vlaamse Parels 19e eeuw, 1972, DAP Reinaert Uitgaven pp. 145-158

In de verhalenbundel ‘54 Vlaamse Verhalen’, deel 2, samengesteld door Marnix Gijsen en Karel Jonckheere.pp  123-131
1973 Niets is onbeduidend.(bloemlezing)

Bloemlezing verzameld en ingeleid door A. Van Elslander.
Bevat 19 stukken van Rosalie en 25 van Virginie. Eerste druk november 1973; tweede druk januari 1975; derde druk april 1978.

Hasselt: Uitgeverij Heideland NV. -77p.

Afmetingen: 18 x 10.80 (pocket)
Reeks: Poëtisch erfdeel der Nederlanden; vol. 82

1978 Het geschenk. (verhaal) 1978 Vlaamse dorpsverhalen In: “Vlaamse dorpsverhalen uit vroeger tijd”. pp 55-56.

Afmetingen: 18  x 10.70 (pocket)
Utrecht: Het spectrum. Reeks: Prisma boeken. – Utrecht; vol. 1850
Bloemlezing gekozen en toegelicht door dr. Tjaard W.R. de Haan

1978 Po en Paolet. (novelle) 1978 Vlaamse dorpsverhalen In: “Vlaamse dorpsverhalen uit vroeger tijd”.  –pp 35-54.

Afmetingen: 18  x 10.70 (pocket)
Utrecht: Het spectrum. Reeks: Prisma boeken. – Utrecht; vol. 1850
Bloemlezing gekozen en toegelicht door dr. Tjaard W.R. de Haan

1986 Het meesterschap. (essay) In: Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap 2 (1986)– [tijdschrift] Mededelingen van het Cyriel Buysse Genootschap. opgenomen als bijlage: A. van Elslander, ‘Rosalie Loveling: enkele aanvullende gegevens’ pp 21-29
2009 Meesterschap in tweevoud : novellen en schetsen van Rosalie en Virginie Loveling.

Bezorgd en ingeleid door Piet Couttenier en Anne Marie Musschoot.
Afbeelding omslag: detail uit foto van de drie gezusters Loveling links Virginie, rechts Rosalie. AMVC-Letterenhuis Antwerpen en Cyriel Buysse Genootschap Gent.
Ontwerp omslag: Geert de Koning, Kampen.
Vormgeving binnenwerk: Paul Boyer, Amsterdam.

Amsterdam : Amsterdam University Press. -160p.

Afmetingen: 24.20 x 17 (garenloos gebrocheerd)
Reeks:
De amazone-reeks. – Amsterdam; vol. 2009: 1
Bevat:
Rosalie Loveling: Meester Huyghe (pp 26-35); Po en Paoletto (pp 36 – 51); Iets over het onderwijs der vrouw (pp 52-54); Het meesterschap p 55-62)
Virginie Loveling  63: De kwellende gedachte (pp 65-84); Meesterschap (pp 85-124); Vrijheid – Blijheid (pp 125 – 148); Plaatje Mulderman (pp 149 -156)

2021 Les soeurs Loveling / De zussen Loveling. (tweetalige bloemlezing)

Acht hedendaagse dichteressen nemen de gedichten van de zussen onder de loep en schreven elk een reactie op een gedicht dat hun in het bijzonder heeft geraakt. Met Catherine Barsics, Victoire de Changy, Hind Eljadid, Astrid Haerens, Ruth Lasters, Cathy Min Jung, Bwanga Pilipili en Maud Vanhauwaert. Met een inleiding van filosoof en auteur Tinneke Beeckman

Brussel: Midis de la Poésie Editions / Gent: Poëziecentrum vzw. -170p.

Afmetingen: 20.10 x 14.10 (paperback)
Tweetalige uitgave. Keuze en vertaling naar het Frans: Danielle Losman, Katelijne De Vuyst en Pierre Geron

Gepubliceerd in tijdschriften

In ‘De Broedermin’

  •  1853: Vreest gy niet ?  In: De Broedermin VI, p 48, 17.02.1853

 In het “Nederduitsch Letterkundig Jaarboekje”

  • 1855: 121-123: De kleine Luitspeler. Rosalie Loveling. Nevele, 1854.
  • 1856: 146-148: Het lied des Blinden. Rosalie Loveling. Nevele, 1854.
  • 1857: 86-89: De Verhuizing. Rosalie Loveling. Nevele, Mei 1856.
  • 1858: 66-68: Gods Geheim. Virginie Loveling. Nevele, 1857.
  • 1859: 30-32: De Liedjeszangers. Rosalie Loveling. Nevele, 1858.
  • 1860: 40-42: Te Gemoet gaen. Rosalie Loveling. Nevele, den 4 July 1859.
  • 1861: 35-37: Het Avonduer. Rosalie Loveling. Nevele, den 18 Maert 1860.
  • 1862: 42-45: De gouden Bruiloft. Rosalie Loveling. Nevele, 1861.
  • 1863: pp. 41-43: De Verzoening. Rosalie Loveling. Nevele, October 1862
  • 1864: pp. 43-45: Vader en Moeder. Rosalie Loveling. Nevele,October 1863.
  • 1865: pp. 76-78: De Doodstraf. Rosalie Loveling. Nevele, Januari 1864. 1865
  • 1866: pp. 91-93: De Vreemdeling. Rosalie Loveling. Nevele, December 1865.
  • 1868: pp. 51-52: De tweede Vrouw. Rosalie Loveling. Nevele, 1865.
  • 1869: pp. 35-38: De groote Keizer. Rosalie Loveling. Nevele, 1866.
  • 1870: pp. 43-44: Het Maantje. Rosalie Loveling. Nevele, 1869.
  • 1871: pp. 32-34: Een Kind des Vaderlands. Rosalie Loveling. Nevele, October, 1870.
  • 1872: pp. 25-26: Bij het Doodsbed. Rosalie Loveling. Nevele,1870.
  • 1873: pp. 27-29: Des Keizers Droom. Rosalie Loveling. Nevele, 6 october 1872.
  • 1874: pp. 19-20: Onze Volksheld. Rosalie Loveling. Nevele, 1873.