Maakt deel uit van:vertellers over de zee
GASTON DURIBREUX
Oostende, 28 mei 1903 – Oostende, 27 mei 1986
Gaston Duribreux werd ‘de romancier van de zee’ genoemd, maar ook ‘de laatste katholieke romanschrijver’.
BIOGRAFIE
28 mei 1903: Gaston Duribreux werd geboren te Oostende.
- Zijn ouders waren afkomstig uit Noord-Frankrijk. Hij ging naar de middelbare school in Oostende (Onze-Lieve-Vrouwecollege) waar hij de moderne humaniora volgde en waar hij gestimuleerd werd door oorlogsaalmoezenier E.H. August Benoot.
- Na de moderne humaniora, verbleef hij gedurende drie jaar aan de Franse Riviëra om het beroep van hotelier te leren.
1928: Opende het gekende ‘Hotel du Parc’ (nu Parkhotel) in Mariakerke, waar hij tijdens de weekeindes bekende Vlaamse schrijvers ontving.
15 mei 1929: Huwde met Louise-Marie Dierikx-Visschers en kreeg drie zonen, René, Yanty en Paul. (Zijn zoon Paul Duribreux schreef overigens ook een viertal romans: Schimmen uit het verdronken land (1981) – Een dam in de tijd (1982) – Het Virus van de Letherivier (1987) – Het Oog van Mikhaël Eikhart (1991))
Schrijven deed hij –als een seizoenarbeider- vooral in de rustige winterperiode. Het hele jaar door noteerde hij in kleine notaboekjes en op papiertjes krabbels en aanzetten. In het stille seizoen werkte hij die uit tot romans.
1934: Debuut onder de pseudoniem Jan van Wieren met de roman “Karoen in ’t aanschijn van de zee”.
1939-1951: Aanvankelijk schreef hij vissersromans zoals “Bruun” (1939), “De laatste vissers” (1940) en “Het gouden zeil” (1951). Voor deze werken kreeg hij de ‘Lode Baeckelmansprijs van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal-en Letterkunde’.
In “Van arm Vlaanderen tot De voorstad groeit” p. 475-476 wordt opgemerkt dat het werk van Duribreux enkele overeenkomsten heeft met dat van André Demedts.
- Zoals Demedts plaatst ook Duribreux zich –althans in het begin van zijn schrijverscarrière -in de traditie van de streekroman. Hierbij dient opgemerkt dat Duribreux’ boeken zich in ruime mate kenmerken door psychologisch onderzoek en een dieper doordachte problematiek.
- Daartoe behoren “Bruun” (1939), “Derina of Het Teere Spel der Liefde”(1942) en “De Roeschaard” (1943). Hier geen gespleten personages of weifelende figuren zoals bij Maurice Roelants of Demedts. Duribreux zet zich resoluut af tegen de katholieke ideeënromans waarin de romanhelden worstelen met schuld, boete, goed en kwaad. Zijn personages zijn mensen uit één stuk die van geen compromis willen weten, vastberaden zijn en van wilskracht getuigen.
1950: ‘De grote Hemme’ verschijnt en wordt bekroond wordt met de ‘Prijs der Scriptores Catholici’.
1952: Met “De zure druiven” levert Duribreux een oorlogsroman af.
1955-1956: In ‘De parabel van de gehate farizeeër (1955) en ‘De parabel van de geliefde tollenaar’ (1956), stelt hij de figuur van de ‘farizeeër’ boven die van de weifelaar. Immers, de ‘farizeeër’ weet het leven aan te pakken zoals het zich aan hem voordoet, en getuift hierbij van heldhaftigheid.
Pas later zal hij met Kantwerk en Zwanen (1958) en Het wrede spel (1960) mensen in conflict met hun geweten laten komen en aldus aandacht geven aan zonde en schuld.
- Over het werk van Duribreux zegt J. Vercammen in G.J. van Bork, Schrijvers en dichters (dbnl biografieënproject I) (2003-….):
Deze auteur is een getormenteerde persoonlijkheid, bezeten door een kuisheidsfanatisme, wellicht een trauma uit zijn jeugd.
In Het wrede spel (1960) staat overspel centraal, evenals in Derina (1942) en Kantwerk en zwanen (1958). Alles draait om de begrippen zonde en boete of straf, zoals ook in De zure druiven (1952) dat tijdens WO II speelt en hoofdzakelijk het verzet behandelt van de zonen van hen die WO I beleefden. In De bron op den berg (1945) is die bron een surrogaat van de zee. Het is een gewetensroman, evenals Tussen duivel en diepzee (1953), roman van de wrok. Het menselijk geweten en verantwoordelijkheidsbesef, de eenzaamheid en de drang naar heldhaftigheid zijn terugkerende motieven in het werk van deze introverte en toch strijdbare auteur, bij wie de zee steeds symbool staat voor eeuwigheid en zuiverheid. In De parabel van de gehate farizeeër (1955) en De parabel van de geliefde tollenaar (1956) zet hij zich af tegen wat hij ‘het verschijnsel van de zondenmystiek in de moderne katholieke problemenroman’ noemt. Typerend is de titel van zijn roman: Ballade van de hopeloze zuiverheid (1971).
Vanaf de jaren zestig neemt zijn schrijversroem geleidelijk af. Toch is hij niet helemaal vergeten. Zo verscheen Spiegel en bokswant postuum in 2009 (geschreven in 1952, maar pas door de familie ontdekt in 1986) en brachten schrijver Koen ¨Peeters en schilder Koen Broucke hem nog in 2019 hulde in hun boek Een kamer in Oostende.
27 mei 1986: Overlijden van Gaston Duribreux te Oostende.
Epiloog
November 2006: Tentoonstelling: Leven en werk van auteur ‘Gaston Duribreux’ In klank en beeld 1903 – 1986 in het hotel Miramar te Oostende.
- De tentoonstelling was georganiseerd door de familie Duribreux, het Davidsfonds Oostende en de Heemkundige Kring Obekin. Het hotel Miramar werd in 1964 door Gaston Duribreux gebouwd.
Voorjaar 2021: de erven Gaston Duribreux schenken het archief van hun vader aan het Letterenhuis te Antwerpen. In april 2023 volgde nog een pakket briefwisseling, knipsels en foto’s.
MEER OVER DURIBREUX
- WP-lexicon; L. Sourie. Mens en kunstenaar (dl 1, 1956);
- B.F. van Vlierden, ‘Het heroisme in het werk van Gaston Duribreux’, in Streven 10 (1957) 9;
- J. de Ceulaer, in: Te gast bij Vlaamse auteurs (1962);
- P. Hardy. Gaston Duribreux (Uitgeverij Desclée de Brouwer 1963);
- Smeets, ‘Gaston Duribreux’, in VWS-Cahier 3 (1968) 16, p. 8-9;
- P. Hardy, ‘Gaston Duribreux. Zee en oorlog’, in: VWS-Cahier (1970) 4A [=27], p. 1-5.
BEKRONINGEN
- 1942: Prijs van de provincie Antwerpen (beste debuut) voor ‘Bruun‘
- 1946: Lode Baekelmans-prijs (KANTL) periode 1943-1945 voor de roman De laatste vissers: storm op de kunst (1940)
- 1951: Prijs van de Vereniging van katholieke schrijvers Scriptores Catholici voor De Grote Hemme.
- 1951: Vijfjaarlijkse romanprijs van West-Vlaanderen voor De zure druiven.
- 1952: Emiel Vliebergh-prijs van het Davidsfonds voor Tussen duivel en diepzee
Bron: Frans Heymans, Het goud van de Vlaamse letteren. 170 jaar prijzen voor de Nederlandse literatuur in België (1830-2000). Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 2001.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Prof. M. Dupuis, De vernieuwing van de romankunst 1913-1941. In: Prof. Dr. M. Rutten; Prof. Dr. J. Weisgerber (red.): Van “Arm Vlaanderen” tot “De voorstad groeit” 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988 pp. 475-476.
- J. de Ceulaer, in: Te gast bij Vlaamse auteurs (1962).
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
POSTUUM UITGEGEVEN
Beknopt overzicht per genre
Romans
- Karoen in ’t aanschijn van de zee. (1934)
- Bruun (1939,1941² en 1942³)
- De laatste visschers. (1940)
- Derina of het teere spel der liefde. (1941)
- De Roeschaard. Een visschersroman. (1943)
- De bron op de berg. (1945)
- De grote Hemme (1950, 1952²)
- Het gouden zeil (1950)
- De zure druiven (1952, 1954²)
- Tusschen duivel en diepzee (1953, 1980²)
- Schipper Jarvis (1954)
- De parabel van de gehate farizeeër (1955)
- De parabel van de geliefde tollenaar (1956)
- Kantwerk en zwanen (1958)
- Het wrede spel (1960)
- Ballade van de hopeloze zuiverheid (1971)
Verhalen
- 1942 Rijm op de kust. In: Bloei – Een en twintig verhalen van Vlaamsche schrijvers” pp 113-132.
- 1948 Toen keerde de wind. In: Van elk een verhaal Leuven: Davidsfonds pp 65-104.
- 1954 De groene glaskogel. In: West-Vlaanderen III, pp 212-215.
- 1955 Brugs romantisme. In: Schrijvers almanak voor het jaar 1955, samengesteld door B. Schiebeek en J. Walravens. Amsterdam, C.P.J. van der Peet pp 88-91.
- 1958 Daniël, mijn vriend. In: Dietsche Warande en Belfort, CIII pp 200-209 en in Literair Akkoord, 3 1960, pp 29-39
Studies
- Zee- en visschersvolk op Vlaanderens kust (1941)
- De Visscher (1942)