home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

De Pillecyn Jef

Maakt deel uit van:

De Pillecyn Jef

Hamme, 11 november 1883 – Eksaarde, 2 augustus 1956

Oudere broer van Filip de Pillecyn

Auteur van 2 novellen over zijn verblijf in Oost Congo tijdens de oorlogscampagne tegen de Duitse koloniale troepen (1916-1918) en twee heimatromans over het Vlaamse dorpsleven.

Hoewel zijn werk bijna vergeten is, vormen zijn Kongo-novellen – die destijds op ruime bijval konden rekenen – een mooie getuigenis van hoe in de jaren dertig van de 20ste eeuw door het lezerspubliek werd gekeken naar onze koloniale aanwezigheid. In dit geval nu eens door een niet-geestelijke.

 

BIOGRAFIE

11 november 1883: Jozef Alfons De Pillecyn, de acht jaar oudere broer van Filip, wordt geboren te Hamme Zijn vader Henri was ontvanger op een stoomboot en tegelijk effectenmakelaar.

Hij studeert voor onderwijzer aan de Normaalschool te Sint-Niklaas en krijgt een aanstelling te Eksaarde-Doorslaar.

1914: Bij de aanvang van de Eerste Wereldoorlog wordt de 31-jarige soldaat als brancardier aan het IJzerfront ingezet.

  • 16 november 1914: Vanuit de ‘Colonne d’Ambulances de la 1e D.A.’ wordt hij gedetacheerd naar het 2de Linieregiment en op 4 maart 1915 naar het derde Linieregiment.
  • 15 maart 1915 tot 30 juni 1915: maakt hij deel uit van de Train Sanitaire T.E.M. 2, waardoor hij honderd dagen doorbrengt op de fronttrein Adinkerke – Calais.
  • Vanaf 1 juli 1915 wordt hij overgeplaatst naar de ‘Colonne d’Ambulances de la 5e D.A.’

1916-1919: VERBLIJF IN AFRIKA

1916: Meldt  zich vrijwillig aan voor de militaire campagne van in Afrika, en neemt deel aan de veldtocht tegen de Duitse kolonies in Oost-Afrika.

  • 5 maart 1916: scheept in te La Pallice (La Rochelle, Fr.) en komt op 26 maart 1916 in Boma aan waar hij naar het ‘Camp d’Alimentation de Lokandu’ in Oost-Congo gestuurd wordt.
  • 6 mei 1916- 10 juli 1916: ‘chargé de la direction de l’infirmerie au Camp Lokandu et de la formation d’infirmiers noirs pour les Compagnies en partance.’
  • De campagne 10 juni 1916 – 12 oktober 1916.
    • 10 juni 1916: maakt als onderofficier-infirmier deel uit van het 16de Bataillon de Marche. Na de overzet van het Tanganyikameer scheept hij uit te Usumbura op 23.7.1916 en komt op 1.8.1916 in Kitega aan.
    • 16 september 1916: vertrekt ‘avec une caravane de 557 porteurs pour Mwanza à Biaramulo. Retour à Kitega le 12.10.1916’.
    • De beide tochten in deze regio, die toen al op de Duitsers veroverd was, heeft hij zelf becommentarieerd in zijn ongepubliceerd typoscript .. Op zwerftocht in Oost-Afrika. Van Tanganyka tot Tabora (1916-1918).
  • Oktober en november 1916: Verantwoordelijk voor de sanitaire dienst in Kitega. Vanaf 9.12.1916 werd hij er ter beschikking gesteld van Dokter Ferrier en dit tot 22.4.1917.
  • Meer dan zestien maanden (vanaf april 1917 tot september 1918) blijft hij verbonden aan het Dépot Pharmaceutique des Troupes tot hij op 24.9.1918 Albertstad verlaat.
  • 11.1918-19.12.1918: In Matadi werkt hij nog een maand in de medische dienst van Dr. Deprez (Chemins de Fer,),
  • 12.1918 reist af met de s/s Anversville en ontscheept in Bordeaux op 12.1.1919.

Bij zijn ontslag draagt hij de graad van sergeant en ere-adjudant van het Koloniaal Leger, bekroond met talrijke onderscheidingen waaronder het Oorlogskruis, het IJzerkruis en L’Etoile de Service du Congo.

Maar het leven is hard: zijn vrouw Honorine Huygens blijkt intussen overleden en hij heeft de zorg voor zijn twee kinderen Gilbert (geboren 1909) en Gilberta (geboren 1911).

Hij neemt zijn functie van onderwijzer in Eksaarde-Doorslaar opnieuw op en promoveert er later tot schoolhoofd.

Een tweede huwelijk met Alice De Jonghe blijft kinderloos, uit zijn derde huwelijk met Maria Verschraegen wordt de dochter Lutgart geboren.

DE JAREN DERTIG

Jef de Pillecyn zet zich aan het schrijven en publiceert in korte tijd twee heimatromans waarin sterk regionalistische accenten opvallen en drie novellen gebaseerd op zijn ervaringen in Afrika.

Jef de Pillecijn schrijft ook een aantal libretto’s voor operettes. We hebben er twee kunnen traceren: Smedersliefde (z d ) en Het ridderkruis: oorlogsoperette (1920). Voor de muziek zorgde telkens Robert de Leye.

1931: Met Sooi, de Bijter. Schetsen uit het simpele dorpsleven zet Jef de Pillecyn zijn eerste stappen in het literaire domein. Het is een onopvallend doorsnee boekje met heimatliteratuur  dat nog moeilijk in de plooien van de tijd is terug te vinden.

1934: In Dietsche Warande en Belfort verschijnt in drie afleveringen zijn eerste novelle Bafoe, waarin hij ervaringen tijdens de eerste wereldoorlog in Congo neerschrijft.

  • Het verhaal speelt zich af in de buurt van Lokandu, een bestaande stad in Oost-Congo waar Jef de Pillecyn aan de slag was als onderofficier-verpleger.

1934: Tegelijk met Bafoe verschijnt er ook de volksroman Kampioen , een verhaal rond dagelijkse perikelen in een dorp geschreven in volkse stijl rond de duivenliefhebberij en de duif Kampioen. Het verscheen in  de volksreeks van het Davidsfonds op 72.500 exemplaren

Eind 1935: In een tweede Kongo-novelle Mupenzi – verschenen tussen 1935 en 1936 in drie afleveringen in het tijdschrift De Vlaamsche Gids.– zijn het niet zijn legerervaringen die thema zijn, maar een onmogelijke liefde (Mupenzi betekent ‘beminde’ in Swahili)

  • Het werd een complex liefdesverhaal dat door zijn racisme en seksisme vooral veel onthult over de ‘beschavingsmissie’ van de kolonisator.
  • Baudouin Mena Sebu – master in Afrikaanse Talen en Culturen aan de Universiteit Gent – las de novelle in het kader van het Letterenhuis-project Congo herlezen en besluit zijn bijdrage als volgt:

“Toen Mupenzi in de jaren 1930 uitkwam, had de auteur ongetwijfeld een wit en Vlaams lezerspubliek voor ogen. Waarschijnlijk kon hij zich niet voorstellen dat bijna drie generaties later een Congolese Antwerpenaar zijn verhaal zou lezen, noch wat diens reactie zou zijn. Het boek was toen een succes, maar bijna een eeuw later lijkt het te zijn vergeten. Het is een complex liefdesverhaal waarin racisme, seksisme en paternalisme de kern vormen. Dat betekent echter niet dat Mupenzi gecensureerd zou moeten worden. Integendeel, ik denk dat dit boek ons heel wat kan leren. Maar indien er ooit een heruitgave komt, dan lijkt het mij logisch dat er een voorwoord bij zou komen dat rekening houdt met een zwart postkoloniaal perspectief. Als lezer moet je het verhaal lezen met een bril van de jaren 1930, maar met de helderheid en kritische instelling van 2021. Een verhaal zoals Mupenzi vertelt ons immers meer over de Vlaamse tijdgeest van een eeuw geleden, en over onze koloniale erfenis, dan over Afrikanen. Want als we deze ongemakkelijke erfenis blijven ontkennen, zullen racisme en seksisme in onze samenleving blijven zegevieren”.

1935: Wegens zijn oorlogsjaren aan de IJzer en in Oost-Afrika kan hij in 1935 op 52-jarige leeftijd met pensioen gaan.

1940-1945: Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt hij burgemeester van Eksaarde,

  • Tijdens de Tweede Wereldoorlog overleed de burgemeester van Eksaarde. Stan De Bruyne die toen burgemeester van Lokeren was, wou dit aangrijpen om Eksaarde aan te sluiten bij Lokeren. “Mijn vader was gepensioneerd hoofdonderwijzer en werd daarop gevraagd om tijdelijk burgemeester te worden, alhoewel hij geen politicus was. Na de bevrijding werd hij hiervoor opgesloten, hij was immers een oorlogsburgemeester geweest. Pas na vijf maanden werd hij in eer gesteld”, blikt Lutgarde de Pillecijn terug op de repressieperiode. (Gazet van Antwerpen, 30 september 2008)

Na de bevrijding volgt een periode van drie maanden internering in het hechteniskamp van Lokeren waar zijn broer Filip ook verbleven heeft

1952: Van een derde novelle, Nyota (‘ster’ in het Lingala), een bewerking van Mupenzi, verscheen postuum in 1957 een hoofdstuk in het tijdschrift Zuiderkruis.

In dezelfde periode schrijft hij ook zijn herinneringen op van zijn belevenissen in Kongo en Oost-Afrika. Deze memoires worden echter niet gepubliceerd, maar…

  • De Pillecyn. Vertellen… Zo zag ik Kongo… 35 jaar voordezen (1916-1918). Eksaarde, typoscript, 15.6.1952, 7 p.
  • De Pillecyn. Vertellen…Zwerftocht in Oost-Afrika… 35 jaar voordezen (1916-1918). Tanganyka tot Tabora. Eksaarde, typoscript, 8.7.1952, 14 p.

… in zijn studie Jef De Pillecyn in Afrika : van militair journaal tot literaire novelle gepubliceerd in ‘Filip de Pillecyn studies’ Jaarboek van het Filip De Pillecyncomité  Vol XV pp 7-32 (2015) , put Julien Vermeulen rijkelijk uit deze informatiebron.

2 augustus 1956:  Jef De Pillecyn overlijdt op in het Oost-Vlaamse dorp Eksaarde. De kerkelijke begrafenis vond plaats op 7 augustus.

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

 Website

Referentie

  • Luc Renders, Koloniseren om te beschaven. Het Nederlandstalige Congoproza van 1596 tot 1960, Gramadoelas, Hasselt 2019, pp 318-321
  • Arthur Verthé en Bernard Henry, Geschiedenis van de Vlaams-Afrikaanse letterkunde, Davidsfonds-Leuven, 1961, pp 72-74
  • Julien Vermeulen, Jef De Pillecyn in Afrika : van militair journaal tot literaire novelle In ‘Filip de Pillecyn studies’ Jaarboek van het Filip De Pillecyncomité  Vol XV (2015) , pp 7-32. De studie is via deze link elektronisch beschikbaar
  •  Baudouin Mena Sebu, Seks en beschaving in Belgisch-Congo. Over Jef de Pillecyns ‘Mupenzi’ (1935), in een reeks van 10 reflecties op Vlaamse Congoromans, te lezen op knack.be en Letterhuis.be.  (klik op de link)

 SMAAKMAKER

Uit Bafoe

   ’t Had opgehouden te regenen.
Gans de nacht had het eentonig, vreemduisend gerucht aangehouden van ’t water dat op de grote bladeren viel, in de bananenrij achter de twintig hutten van Nguvu-Kubwa’s dorp; op een dubbele rij, tegenover malkaar, waren die gebouwd in een open ruimte van het dichte diepe woud vol hoge borassussen.
Abiba had de geruchten van de nacht beluisterd. Haar geoefend oor had verre kreunen vernomen van olifanten, die door het woud hun weg baanden naar de open vlakte, waar ze grazen zouden; ze had de hyena horen blaffen, die haar gezellin riep om de half ontbonden resten van enig wild dier te komen opvreten.
Maar die geluiden, zomin als het eentonig regengeruis, hadden haar aandacht niet kunnen afleiden van de gedachte, die sedert maanden in haar hoofd ankerde.
Op de mat van de palmbladvezels, die haar handen hadden gevlochten, lag naast haar in diepe slaap haar man: Bafoe.
De negerin richtte zich half op, steunend op haar ellebogen en liet haar kin rusten in haar handen. Ze keek voor haar in de donkere hut, luisterend naar Bafoe’s licht gesnork, en voor haar ogen rees, in de zwarte ruimte, het gelaat van haar slapende man.
Ze hield van hem, omdat hij haar doorgaans goed behandelde.
Hij ook was haar genegen : 50 lansijzers, tien geiten en een oud geweer had hij voor haar geruild aan haar oom Bokwa, wiens eigendom zij geworden was, toen haar vader verdween; dat was gebeurd toe zij het negende regentij beleefde.
Vier jaren had Bokwa haar met haar moeder naar de maniokplanterij gezonden en naar de maïs- en matamavelden om er te werken of de vogels te verjagen, die het zaad uit de hulsjes kwamen stelen. Dan werd haar moeder ziek. De verdwenen man had dawa in haar bloed gebracht en ze stierf.
Daarna was het gebeurd dat Panda, de zoon van Ndeke, een sterke jongen van oom Bokwa’s dorp, haar geweld wou aandoen, toen ze met water van de bron terugkwam. Schrik en woede hadden haar toen gemaakt tot een woeste onbedwingbare furie. Ze had in Panda’s hand gebeten, en hem machteloos genepen in een handgreep, die moeder haar tot zelfverweer in zulk geval had geleerd.

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1920 Het ridderkruis: oorlogsoperette (libretto)

Muziek: Robert de Leye.

Gent Drukkerij Erasmus -32p.
z d
[1931]
Sooi, de Bijter. Schetsen uit het simpele dorpsleven. Hamme:  Uitgave L. De Pillecyn. -155p.

Druk: L. De Pillecyn Drukker Hamme.
Afmetingen: 19.25 x 14

1934 Bafoe (verhaal – kongo-literatuur)

In: Dietsche Warande en Belfort 34 (5): 357-374; 34 (6): 446-455; 34 (7-8): 516-531

Gent/Ledeberg: N.V. Drukkerij Erasmus. -47+1p

Afmetingen: 23 x 17,5 (ingenaaid)
Elektronisch beschikbaar bij DBNL

1934 Kampioen (roman) Leuven: Uitgeverij Davidsfonds. -150p.

Afmetingen: 19.50 x 15.75 (ingenaaid)
Reeks: Volksreeks nr 251
Dit vierde volksboek 1934 van het Davidsfonds werd in maart 1934 door “Excelsior” Brugge, gedrukt op zeventig duizend exemplaren.

1935 Mupenzi (Beminde) Kongo-novelle

 

De Vlaamsche Gids, oktober 1935/, p. 13-29 ; november-december 1935/2-3, p. 94-121 ; januari 1936/ 4, p. 166-175.

Elektronisch beschikbaar bij DBNL

POSTUUM UITGEGEVEN

1952 Nyota. (Ster) Kongo-Novelle.

Voor volledige tekst:  Eksaarde, typoscript, 10 augustus 1952, 60 p.

In: Zuiderkruis 1957/1, p. 8-15 (fragment)

Ingeleid door W. Geerts, op. cit., p. 6-7.