Maakt deel uit van:Koloniale literatuurvrouwelijke auteurs
Mireille Cottenjé
Moeskroen, 18 november 1933 – Brugge, 10 januari 2006
Schrijfster van een divers oeuvre : romans, toneelstukken en theatermonologen, jeugdboeken, reportages, kortverhalen.
Werkte een tijdlang als verpleegster in het toenmalige Belgisch Kongo.
De strijd tussen man en vrouw is een constante in het werk van Cottenjé, een oeuvre dat zonder twijfel moet gesitueerd worden binnen de seksuele revolutie en de vrouwenemancipatie eind jaren zestig, een beweging waar ze lange tijd in actief was.
Mooischrijverij is niet meteen waar ze zich wil laten op voorstaan. Gedachten en gevoelens worden heel openhartig soms brutaal op papier gezet. De onverbloemde erotiek waarbij vrouwen mannen als lustobject beschouwen was voor haar tijdgenoten vaak nog onverteerbaar.
BIOGRAFIE
18 november 1933: Mireille Robertine Cottenjé wordt geboren in een arbeidersgezin te Moeskroen.
- Dochter van Julien Cottenjé en Alberine Sintobin. Ze heeft een twee jaar oudere broer.
- Enkele weken later verhuist het gezin naar Brugge.
- Vader Cottenjé is fabrieksarbeider, leergierig en intelligent en anarchist in hart en nieren.
- ‘Hij was haar god, in haar ogen kon hij geen kwaad doen’ laat ze haar moeder zeggen in Het is zover (1996)
1935-1943: Op de leeftijd van 18 maanden sturen haar ouders haar naar het dagverblijf van de Zusters van de Orde van Sint-Vincentius, waar ze tot haar tiende de peuter-, de kleuterschool en lagere school volgt.
- Terug thuis blijkt ze zich bij het gebrek aan vrijheid en autonomie bij de zusters tot een vernielende rebelse tiener te ontwikkelen. Ze neemt zich voor om vrij en onafhankelijk te zijn zodra volwassen is. Ze wil nooit trouwen en de vaders van haar kinderen zorgvuldig uitzoeken.
DE OORLOGSJAREN TOT HAAR VERTREK NAAR CONGO
- 1939: Vader Julien Cottenjé wordt gemobiliseerd.
- Geboorte en dood (na 2 maanden) van een zusje.
- 1940: In mei breekt de tweede wereldoorlog uit. Julien Cottenjé keert terug naar huis.
- 1943: In september wordt Julien Cottenjé gearresteerd door de Gestapo; hij weet te ontvluchten naar Frankrijk.
- 1944: In mei landen de geallieerden in Normandië. Julien Cottenjé keert, zwaargewond, naar huis terug. Hij blijft twee jaar lang verlamd.
1944: Cottenjé begint haar middelbaar onderwijs in het Koninklijk Lyceum in Brugge, en volgt tegelijkertijd lessen voordracht en dramatische kunst aan het Conservatorium te Brugge.
Juli en augustus 1948: Verblijf in Engeland en Schotland met het kamp van het vijflandenpact (wegens uitblinken in diverse sporttakken zoals competitieturnen en atletiek).
- Dit is haar eerste maandenlange trektocht zoals ze er haar leven lang zal maken.
1951: Aanvang studies voor psychiatrisch verpleegster in de Franstalige Ecole Saint-Anne te Mons.
1954: Behaalt haar verpleegstersdiploma en gaat werken in de polikliniek van de Bond Moyson te Oostende. Doet als enig meisje aan judo. Begint een relatie met de architect Robert Colombie.
VERBLIJF ALS VERPLEEGSTER IN CONGO
11 februari 1956: Huwelijk met Robert Colombie. Aanvang van een opleiding aan het Tropisch Instituut te Antwerpen.
- Vertrek op 27 oktober naar Kivu in het toenmalige Belgisch-Kongo. Robert Colombie werkt er voor de “Mission Anti Erosive” (M.A.E.)
- Zonder betaling of steun door de regering verpleegde Cottenjé de inheemse bevolking in de afgelegen streek tussen Bukavu en Usumbura in de vallei van de Ruzizi. De dichtsbijzijnde stad was 200 km verder. De Belgische regering had er een landbouwnederzetting opgericht, maar voor zieken was er niets voorzien. De enigen die haar in haar verplegingsinitiatief steunden waren de missionarissen.
- In Kongo vond ze voldoening in haar werk en leven. Ze bracht er vier kinderen ter wereld, waarvan ze de eerste twee – een tweeling – onmiddellijk na de geboorte verloor.
1957: Geboorte van Annemie en Patricia Colombie (tweeling). Beide kindjes overlijden drie dagen na hun geboorte.
1959: Geboorte Rik Colombie in Bukavu.
1960: Met de onafhankelijkheid en de onrust die ermee gepaard ging, keerde het gezin terug naar Europa. De ervaringen die Cottenjé tijdens dit verblijf opdeed, heeft ze later verwerkt in boeken zoals Dagboek van Carla (1968) of Lava (1973).
Geboorte van Bart Colombie.
TERUG IN BELGIË – AANPASSINGSMOEILIJKHEDEN
1961: Terug in België, heeft Cottenjé – zoals vele ex-kolonialen – het niet gemakkelijk om zich aan te passen. Presenteert als medewerkster van Paula Semer voor de Vlaamse televisie ‘Wegwijzer’ een documentair sociaal programma. Wordt actrice bij het reizend toneelgezelschap ‘De Vlaamse Comedie’.
1963: Een nieuwe zwangerschap maakt een einde aan haar toneel- en televisiecarrière. Ze herschrijft haar bij de vlucht verloren gegane Afrikaanse dagboeken. Geboorte van Marjane Colombie.
- In deze periode voelt ze zich een gevangene tussen vier muren. Om zich verder persoonlijk te ontplooien, begint ze haar dagboeken die bij het snelle verhuizen verloren waren gegaan, te reconstrueren en te bewerken. Ook na de bevalling blijft ze zich toeleggen op het schrijven. Dit werkt voor Cottenjé therapeutisch. Haar werken zijn dan ook autobiografisch getint met als hoofdmotief de vrijheid binnen de man-vrouw relatie.
Tussen 1963 en 1967 poogt Cottenjé het manuscript van Dagboek van Carla bij de uitgeverij Manteau gepubliceerd te krijgen. Ondanks de verschillende herwerkte versies wordt haar uiteindelijk medegedeeld dat het werk niet geschikt is om in het fonds te worden opgenomen. (Bron: Zuurvrij nr 28 juni 2015 pp. 15-18)
1967: Zware huwelijkscrisis.
- Kort daarna leert ze Jef Geeraerts kennen met wie ze een maandenlange reis doorheen Lapland maakt. In hem ziet ze Bobs tegenpool en hij wordt haar volgende grote liefde. “Eeuwige zomer” (1969) verschijnt na een reis door Lapland met Jef Geeraerts.
- Wie vertrouwd is met het werk van Geeraerts, zal in Indian Summer het spiegelbeeld van dit verhaal herkennen.
1968: Als ze het manuscript van Dagboek van Carla aan uitgeverij Nijgh & Van Ditmar aanbiedt, wordt het prompt uitgegeven.
- In 2021 leest Aminata Ndow – historica met Belgische en Gambiaanse roots – het boek in het kader van een project van het Letterenhuis ‘Afro-Belgische reflecties op Vlaams Congoproza’.
Lees hier haar kritische mening => Aminata Ndow leest ‘Dagboek van Carla’ van Mireille Cottenjé Medeplichtigheid, verzet en koloniale fantasie in Mireille Cottenjés Dagboek van Carla (1968)
In hetzelfde jaar maakt ze een grote zwerftocht (alleen) door Zuid-Afrika: eerste van een hele reeks overzeese zwerftochten.
1969: Geboorte Karlien Colombie.
- Publicatie van ‘Eeuwige Zomer’, waarin ze de frustraties, opgelopen tijdens een tocht met Jef Geeraerts door Lapland, van zich afschrijft.
- Eeuwige Zomer is het verhaal van Guya (Cottenjé) die met haar artistieke minnaar Lex (Geeraerts) een reis maakt door Lapland om er aan het burgerlijke leven te ontsnappen. Helaas, ook hier volgt al snel de ontnuchtering. De euforie en de seksuele roes maken al snel plaats voor het besef dat Lex een dominante macho is (“Je bent een wijfje”, zegt Lex ergens, “je snuffelt en volgt vanzelf het spoor dat naar het mannetje leidt”) en dat het burgerlijke leven ook zo zijn voordelen heeft.
1971: Prijs van het Mechels Miniatuurtheater voor het toneelstuk ‘Lieve Daddy’, dat in 1975 bij uitgeverij Soethoudt verschijnt.
- Dit stuk kwam op een ogenblik dat maar weinig vrouwen toneelstukken schreven, dat nog minder vrouwen zich via het toneel over hun persoonlijke ervaringen uitten en dat kritisch schrijven over “het gelukkig gezin” niet in was. Maar Lieve Daddy is nog om een andere reden exemplarisch voor het Vlaamse toneelbestel in de jaren zeventig.
- Het stuk wordt bekroond in een wedstrijd die uitgeschreven was door het MMT (Mechels Miniatuurtheater), met de contractuele belofte van de creatie ervan. Die creatie is er nooit gekomen in Mechelen. Er kwam zelfs een advocaat aan te pas om de prijs (in die tijd 25.000 Bfr.) te kunnen ontvangen.
- Gelukkig wordt het opgepikt door het Nieuw Vlaams Toneel (NVT) van Will Beckers, die het op 11 november 1975 laat creëren in het theatercafé ’t Natiepeerd in Antwerpen. In een regie van Rudi Delhem speelden Cary Fontyn (moeder), Rik Bravenboer (vader), Diane Claes (Anita) en Jos Dom (de zoon).
FULL TIME SCHRIJFSTER – MAATSCHAPPELIJK ENGAGEMENT
1973: Mireille Cottenjé verlaat haar echtgenoot en gaat met haar vier kinderen te Mechelen wonen. Vanaf nu schrijft ze full time.
- Na haar verhouding met Geeraerts heeft Cottenjé nog enkele kortstondige relaties gehad, maar ze had het telkens moeilijk haar vrijheid op te geven. Ze blijft dan alleen en zet zich een tijdlang in voor de vrouwenbeweging PAG (Pluralistische Actiegroep Gelijke Rechten Man-Vrouw).
- Voor haar staat het vast dat de vrouw in het dagelijkse leven een zelfstandige persoonlijkheid moet zijn. Ze is niet zozeer een radicale feministe, als wel iemand die vecht voor de emancipatie van de mens.
In hetzelfde jaar wordt haar jeugdboek Het grote onrecht gepubliceerd bij Standaard Uitgeverij te Antwerpen. Het boek wordt driemaal bekroond: door de gemeente Knokke-Heist, de provincie West-Vlaanderen en de provincie Antwerpen.
1974: Het toneelstuk De heilige kooi wordt opgevoerd door amateurgezelschappen.
- Het is een vrij heftig stuk over het eigen huwelijk, dat ze symbolisch een heilige kooi noemt: heilig voor de buitenstaander, een kooi voor wie er in zit.
- De heilige kooi sluit aan bij de thematiek van het mislukte huwelijk en de problemen rond echtscheiding (de echtgenoot weigert te scheiden). Meteen toont ze ook over welke middelen een vrouw beschikt om hem te overhalen.
1975: Nauw betrokken bij het ontstaan van theater Paljas te Antwerpen. paljas Producties -zoals de officiële benaming luidt – is opgericht door Gerd de Ley (bekend van o.a. de Toogfilosoof uit “Man Bijt Hond”, de Boekhouder in “Kinderen Van de Windt”, Willy in “De Ronde”, etc.) Paljas Producties op.
1976: Première van Straks is allang voorbij in het Fakkeltheater te Antwerpen.
- ‘Straks is allang voorbij’ is een discussiestuk. Het werd geregeld gespeeld voor bepaalde doelgroepen, veelal vrouwengroepen, die dan na afloop over de problemen van de gescheiden vrouw, waar het stuk over gaat, wilden discussiëren.
- Mireille Cottenjé was na de voorstelling aanwezig bij de gesprekken en confrontaties met het publiek. Uit deze nagesprekken werden twee interviewboeken geboren, één met getuigenissen door gescheiden vrouwen: Met 13 van tafel (Nijgh & Van Ditmar/Soethoudt, 1977) en één waarin gescheiden mannen aan het woord zijn: Dertien mannen van tafel (A. Jonckx, Antwerpen, 1978).
1979: Mireille verhuist met haar kinderen naar Brugge om dichter bij haar ouders te zijn.
1980: Publicatie van Muren doorbreken, de laatste roman die ze bij Nijgh & Van Ditmar onderbrengt. (bekroond door de provincie West-Vlaanderen)
- Dit “omvergooien van schroom en angst” zoals ze dit boek zelf benoemt, levert haar een virulente kritiek op van vooral mannelijke lezers die nog niet gewend zijn dat vrouwen een ongezouten, scabreuze taal hanteren, waarbij de rollen zodanig omgekeerd worden dat de mannen als lustobject beschouwd worden.
1982: Stapt onder impuls van Julien Weverbergh, die Angèle Manteau in 1971 als directeur van de uitgeverij is opgevolgd, over naar de uitgeverij Manteau. Haar debuutroman, Dagboek van Carla wordt dus zestien jaar na de eerste publicatie toch nog bij Manteau uitgegeven.
1989: Overlijden van Julien Cottenjé, haar vader.
1991: Op 11 september overlijdt Robert Colombie.
1992: Publicatie van Cottenjés laatste boek, Wisselspoor. Daarna trekt zich terug in een afgelegen boerenhuisje midden in de velden.
- Wisselspoor is een familieroman over een gezinscrisis tussen een moeder en haar 17-jarige, thuiswonende tienerdochter. Het ik-verhaal wordt verteld vanuit het standpunt van de dochter. Zij is ongewenst zwanger geraakt, maar wil haar kind behouden. De negen maanden van de zwangerschap, vormen de negen hoofdstukken van het boek.
1993: Vestigt zich in Gent.
1994: Reist nog naar Vietnam en schrijft de monoloog ‘Het is zover’ (niet gepubliceerd)
1995 : Trektocht door Zuid-Afrika.
- Daarna trekt ze zich uit het literaire en politieke leven helemaal terug, op een zeldzaam interview na en een bijna onopgemerkte deelname aan “een bomspottingactie van schrijvers in Kleine Brogel” (Vandenbroucke 2006, p. 6) rond 2000.
10 januari 2006: Cottenjé sterft door euthanasie op 72-jarige leeftijd in Brugge aan de gevolgen van kanker. Kort daarvoor maakt ze nog een reis naar Cuba samen met schrijfster Elisabeth Marain.
EPILOOG
2018: Over de laatste reis naar Cuba schrijft Elisabeth Marain een innemend boek De laatste vlucht naar Havana, met als ondertitel Het verhaal van een vriendschap, met daarin een genuanceerd portret van een bevlogen schrijfster.
Lees meer in het interview dat Wout Vlaeminck afnam van Elisabeth Marain: http://www.indrukmagazine.be/interview/voortrekkersrol-mireille-uitgespeeld
Addendum
Op dit kaartje van voormalig Belgisch Congo waarop is aangegeven in welke regio verschillende schrijvers – waaronder Mireille Cottenjé (10) – actief waren. Het kaartje is van de hand van Julien Vermeulen en werd gepubliceerd in het themanummer van het Tweemaandelijkse Tijdschrift Vlaanderen nr 225 jg. 38 (1989) nr 2. Voor vergroting en helderheid => klik op het kaartje !
BEKRONINGEN
- 1971:Prijs van het Mechels Miniatuurtheater voor het toneelstuk ‘Lieve Daddy’.
- 1974: Prijs van de stad Knokke-Heist voor het jeugdboek Het grote onrecht (1973)
- 1974: Prijs van de provincie Antwerpen voor het jeugdboek Het grote onrecht.
- 1975: Prijs van de provincie West-Vlaanderen voor het jeugdboek Het grote onrecht.
- 1980: Prijs van de provincie West-Vlaanderen voor de roman Muren doorbreken.
- 1980:Driejaarlijkse Staatsprijs voor Kinder- en Jeugdliteratuur voor haar jeugdboek Er zit muziek in de lucht (1977). Deze prijs heet tegenwoordig Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Jeugdliteratuur.
OVER HAAR WERK
Naar: G.J. van Bork, Schrijvers en dichters (dbnl biografieënproject I) (2003-….)
In haar eerste romans put ze uit haar privéleven:
- Dagboek van Carla (1968) beschrijft haar ervaringen als verpleegster in Zaïre.
- Eeuwige zomer (1969). Therapeutisch schrijven waarin ze de frustraties, opgelopen tijdens een tocht met Jef Geeraerts door Lapland, van zich afschrijft.
- Lava (1973), haar derde roman sluit aan bij haar dagboek.
Tegen dezelfde achtergrond (Zaïre) wordt een terugkerende problematiek behandeld, met name die van de zich uit de verslavende huwelijksbanden bevrijdende jonge vrouw. Op die wijze komt Cottenjé terecht in het vaarwater van de vrouwenemancipatie.
- Haar volgende twee boeken zijn dossiers, bundels getuigenissen van in het huwelijk ontgoochelde vrouwen (Met 13 van tafel, 1977) en mannen (Dertien mannen van tafel, 1978).
Cottenjé evolueert van een op het eigen ego betrokken romancière naar een maatschappelijk geëngageerde schrijfster.
- Dat is goed merkbaar in de verhalenbundel Mist (1979), die twaalf teksten bevat over een periode van 1967 tot 1978.
- Ten slotte drijft haar engagement haar in de armen van een gevangene, die ze uit een onmenselijk gevangenissysteem wil bevrijden. Dat proces wordt beschreven in de roman Muren doorbreken (1980), dat een vervolg krijgt in Octopus (1986).
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- NEDWEB/Literatuur in context – Cottenjé, Mireille
- DBNL auteur – Mireille Cottenjé
- Mireille Cottenjé – Wikipedia
- Interview dat Wout Vlaeminck afnam van Elisabeth Marain: http://www.indrukmagazine.be/interview/voortrekkersrol-mireille-uitgespeeld
- Over haar theaterwerk: zie theatermaggezien
Referenties
- Marain, Elisabeth. 1996. ‘De botsing tussen liefde en vrijheid. Mireille Cottenjé, rebel en avonturier’. In: Keustermans, Lisette; Raskin, Brigitte (red.), Veel te veel geluk verwacht. Schrijfsters in Vlaanderen 1, Amsterdam: Meulenhoff p. 179-195.
- Ingrid Nys, Dagboek van Carla. Het debuut van Mireille Cottenjé. In: Zuurvrij. Berichten uit het Letterenhuis. Nummer 28 juni 2015 pp 14-21.
SMAAKMAKER
DE BEVALLING
Ik had het gekoesterd als een wolvin haar wollige welp, het diep in mijn schoot gedragen, mijn kostbaar geheim. Ik zou het hem als een trofee aanbieden, triomfantelijk, juichend, en hij zou van ontroering geen woord kunnen uitbrengen…
– Geen narcose ! zei ik bits.
De spuit bleef onbeweeglijk, vlak bij mijn arm. Een vragende blik in de ogen – oude ogen met wallen en ceel rimpels omheen – boven het witte masker.
– Ik wil hem voelen uitrukken, zeg ik.
De dokter geeft de spuit terug aan de verpleegster.
– Hoe kun je ’t zo haten, zegt hij.
Hém haat ik, van hém wil ik af, moet ik af. Hij is een kankergezwel dat in mijn lijf vreet, me uitholt, me doodt. Ik wil niet kapot, ik gun het hem niet.
– Sonde, zegt de arts.
Koud staal dringt mijn lichaam binnen. Ik klem mijn tanden opeen, concentreer me met de hele inzet van mijn wil op de vlijmende pijn, vecht tegen het wee gevoel in mijn maag, tegen de vlucht van mijn bewustzijn…
…
– Ze is bewusteloos, zegt een vrouw.
– Niet waar, mompel ik, en open mijn ogen tegen het verblindend licht. Ik voel me open scheuren. Een verdomde pijn. De laatste pijn, die ik voor jou doorsta. Laat straks dat wurm van jou op sterk water zetten, en bied het je nieuwe grote liefde als zegeteken aan.
…
– Geef ik haar toch die spuit, dokter ?
Waarom ? Heb ik gegild ?
– ’t Is gedaan, zegt de man.
Gedaan ? Wat betekent “gedaan” ? het is uit, weg, ik ben bevrijd ? Bevrijd van wie ? Waarvan ? Van de pijn ? Van Fred ? Het kind ? Van mijn haat ? Mijn liefde ? ik krimp ineen.
– Een wee, zegt de dokter geruststellend. De foetus is los, hij zal je nu gauw verlaten.
Zoals jij mij verlaten hebt: zonder een woord.
…
– Het komt, zegt de dokter. Persen nu.
Persen ! denk ik met wellust. Eruit, jij, weg, gedaan ! Ha ! waar ben je nu, verwaande kwast, met je “Ik alleen ben belangrijk !” ?
– Een jongetje, zegt de dokter.
Ik lach schamper, eis overmoedig:
– Laat zien !
In mijn palm komt een slijmerig brokje leven. Het vult mijn hele hand. Het heeft een hoofd met duidelijk afgetekend neusje en oogholten en kin, en het heeft armen en benen en vingertjes en teentjes. Het stuiptrekt als een visje op het droge en opeens breekt mijn harde haat als een ijsschots en binnenin me wordt alles week en weerloos als het tere wezentje in mijn hand en ik lik het en kus het en snik : sorry, sorry, sorry en vlij het tussen mijn warme borsten en ben bereid tot ieder offer, zelfs dat van mijn eigen leven, om de klok één uur achteruit te kunnen zetten en mijn kostbaar geheim nog in mijn schoot te voelen en te koesteren als een wolvin haar wollige welp.
Uit: De kortste verhalen en gedichten van… Uitg. W Soethoudt, 1974.
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Na het ‘Chronologisch overzicht van haar scheppend, essayistisch en vertaalwerk’ volgt een overzicht waarin haar scheppend werk gerangschikt is volgens genre.
I. Chronologisch overzicht
a. Scheppend werk
B. Essayistisch werk
1972 | Hart Luchten’. In: Schrijven vrouwen écht zo slecht? | Vlaamse Gids. 56, nr. 11, p. 23-24 |
1975 | ‘… ik heb schijt aan de heilige geborgenheid en zo geprezen zekerheid’ . | In: Yang: tijdschrift voor literatuur en kommunikatie. 11, nr. 62-63-64, p. 196 |
1976 | ‘Vraaggesprek door Verbruggen, Paul’. | In: De stem uit Nieuwland. 46, nr. 1, p. 16-27 |
1977 | ‘Brief aan Paul Snoeck’. | In: De Vlaamsche gids: algemeen tweemaandelijksch tijdschrift. 61, nr. 1, p. 51-54 |
1979 | ‘Mireille menselijk. Gesprek met Geentjens, Eddy’. | In: Tmuzet: kunst en kunstigheid. 2, nr. 12, p. 4-8 |
1985 | ‘Wachten, hopen en vrezen in het Andesgebergte’ | In: De Rode Vaan. (26-4-1985) |
1985 | Dagboekfragment. | in: Dietsche Warande & Belfort, nr. 9. |
1988 | ‘Getuigenis’. | In: Adriaens, Manu. Het fenomeen tweelingen in Nederland en Vlaanderen; met foto’s van Philippe Vanpuyvelde, p. 31-32 |
c. Vertalingen en bewerkingen
1974. Indira Gandhi (biografie) door Ela Sen . Roya, Heule -184p.
1984. Het bed van Dominique Rolin. Oorspronkelijke titel: Le lit. Antwerpen: Manteau (20×12,50 – paperback). -161 p.
II. Gerangschikt per genre alfabetisch op titel
Roman – verhalen – dagboek
- Dagboek van Carla. (dagboek) 1968
- Eeuwige zomer: roman. (roman) 1969
- Lava. (roman) (1973)
- Mist. (verhalen) 1979
- Muren doorbreken. (roman) 1980
- De verkeerde minnaar. (roman) 1982
- Octopus. (novelle) 1986
- Wisselspoor. (roman) 1991
Jeugdroman
- Het grote onrecht. (1973)
- Er zit muziek in de lucht. 1977)
- Waarom niet de waarheid ? 1980
- Ma gaat er vandoor. (1982)
- Te klein voor de waarheid. (1984) = herdruk van Waarom niet de waarheid ? (1980)
- Zo’n zeer bijzondere zondag. (1986)
Toneel
- De heilige kooi. (1974)
- Lieve Daddy. (1975)
- Straks is allang voorbij : toneelspel in 12 taferelen. (Mireille Cottenjé en Gerd de Ley 1976)
- Zeg nu zelf: het gevangenisrelaas van een bink. (theatermonoloog) 1981
- Homotioneel. 1987 (ongepubliceerd).
Divers proza
- Kort lang – lang kort (verhalen). (1974)
- Met 13 van tafel. (dossiers, bundels getuigenissen) (1977)
- Dertien mannen van tafel. (dossiers, bundels getuigenissen) 1977
- Jooris Van Hulle (essay). 1988
- 20 jaar Paljas produkties: 1975-1995 : een overzicht en enige beschouwingen. 1995 (samen met anderen)