RAYMOND BRULEZ
Blankenberge, 18 oktober 1895 – Brussel, 17 augustus 1972
Vrijzinnig schrijver van romans, verhalen en toneelstukken.
Zijn belangrijkste werk is de autobiografisch gekleurde tetralogie “Mijn woningen”: “Het huis te Borgen”, “Het pact der Triumviren”, “De haven” en “Het mirakel der rozen” (1950-1954)
“Veel van wat hij schreef mag dan door de tand des tijds zijn vermalen, zijn tetralogie Mijn woningen is wel ‘het belangrijkste, betrouwbaarste en ontroerendste ooggetuigeverslag van de eerste helft van de twintigste eeuw in Vlaanderen dat er bestaat” (Benno Bernard in Café des Arts 15 januari 1998)
Was literair adviseur bij het Nationaal Radio-Instituut (N.I.R.) te Brussel (1936-1938) later N.I.R. directeur van de Vlaamse gesproken uitzendingen (1955-1960)
De Vlaamse Voltaire (dixit Jeroen Brouwers – Café des Arts 1995)
BIOGRAFIE
18 oktober 1895: Raymond Ferdinand Martin Jacques Gustave Brulez werd geboren te Blankenberge in het hotel van zijn ouders, dat alleen nog op oude foto’s bestaat.
- Zijn vader Charles Brulez was vrijmetselaar en gedurende 25 jaar de eerste vrijzinnige gemeentesecretaris van Blankenberge, een belangrijk en gewaardeerd ambtenaar, die zijn kinderen in het paapse bolwerk dat Vlaanderen toen was naar ‘scholen zonder God’ stuurde.
- Zijn moeder Hélène D’Hondt stamde uit een katholieke familie van Blankenbergse hotelhouders en dreef zelf bij de Zeedijk het hotel-pension Maison Brulez-D’Hondt dat in het boek van haar jongste zoon Raymond het ‘Huis te Borgen’ werd.
1906: Overlijden van zijn vader. Verhuis van het gezin (moeder met haar vijf studerende kinderen) naar Watermaal bij Brussel. Alleen de zomervakanties worden nog in moeders familiehotel in de Kerkstraat te Blankenberge doorgebracht.
Raymond en zijn vier jaar oudere broer Lucien worden ingeschreven in de Grieks-Latijnse humaniora van het Athenée d’Ixellles, het Franstalige atheneum van de Gemeente Elsene.
Toch zullen zeven jaar Franstalige gouvernante gevolgd door zeven jaar Franstalig atheneum hem niet van het Nederlands afwenden.
- In het atheneum leidde de enthousiaste leraar Nederlands, Pieter Tack hem naar de Nederlandse Tachtigers, de Vlaamse Van-Nu-en-Straksers, en vooral naar de boeken van Arthur van Schendel. (Nota: Pieter Tack (1870-1943) was vrijzinnig flamingant, werd tijdens WOI een van de kopstukken van het activisme; vanaf 1916 hoogleraar te Gent, in 1917-1918 voorzitter van de Raad van Vlaanderen).
1911: Zijn allereerste gepubliceerd proza is een Blankenbergse impressie ‘Op ’t Staketsel’ in het studententijdschrift De Goedendag van september 1911.
1913-1914: Studeert Letteren en Germaanse filologie aan de Vrije Universiteit te Brussel, waar hij het diploma van de eerste kandidatuur behaald.
- Een van zijn studiegenoten is Julien Kuypers, een andere was Max Lamberty, die vooral bekend zou worden als auteur van ‘Philosophie der Vlaamse Beweging en der overige sociale stromingen in België’. Uitg. Cultura, Brugge 1933.
Een maand nadat hij in juli 1914 zijn eerstejaarsdiploma Germaanse filologie in ontvangst mocht nemen, brak de eerste wereldoorlog uit en bleef de universiteit uit protest tegen de Duitse bezetting vier jaar gesloten.
OORLOGSJAREN 1914-1918
Wanneer in het voorjaar van 1915 duidelijk wordt dat een beslissende militaire overwinning op zich zal laten wachten, dreigt van Duitse zijde deportatie, terwijl de Belgische regering in Le Havre laat weten dat alle mannelijke Belgen in de leeftijd van 18 tot 25 zich moeten aanmelden om niet als dienstweigeraar te worden beschouwd. Enkel een bezoldigd werk kan een legitieme reden zijn voor verblijf in het land.
Drie oorlogsjaren, drie schooljaren:
- 1 oktober 1915 tot 30 september 1916 als leraar Nederlands in het atheneum van Morlanwelz bij La Louvière, op advies en mogelijks zelfs door interventie van August Vermeylen;
- najaar 1916 tot najaar 1917 aan de Brusselse avondschool;
- 23 november 1917 tot 31 juli 1918 aan de Rijksmiddelbare school van Blankenberge waar zijn oudste broer Georges leraar Latijn is en hij zijn jeugdvriend Urbain van de Voorde opvolgt als leraar Nederlands.
Twee van zijn broers, Lucien en Ferdinand raken verzeild in het activisme. Ferdinand wordt lid van de Commissie van Gevolmachtigden van de Raad van Vlaanderen en Lucien wordt docent in de wijsbegeerte aan de vervlaamste Gentse universiteit.
Voor Raymond Brulez hoeft dat allemaal niet. Hij reageert grosso modo met een repliek uit Goethe’s Faust ‘Die Botschaft hör ich wohl, allein fehlt mir der Glaube’.
Hoewel hij dus part noch deel had aan het activisme, zal hij in de naweeën van de oorlog toch geconfronteerd worden met de veroordelingen van Fernand en Lucien als nefaste referenties bij sollicitatiepogingen.
INTERBELLUM
1923-1927: Aan de slag als corrector bij de Sinte Katharina Drukkerij te Brugge. Het was zijn taak om aan de hand van de manuscripten de kostprijs te evalueren, rekening houdend met de druktechnische aspecten.
- Deze drukkerij – ook gekend onder de naam Presse Sainte Cathérine of St Catherine Press Ltd – werd zowel door binnenlandse als buitenlandse uitgevers geapprecieerd voor de kwaliteit van de bibliofiele edities die er op beperkte oplagen gedrukt werden. Aan het hoofd stond meester drukker Edward Verbeke. Gaston Gallimard uit Parijs – de vaste uitgever van Proust – was niet alleen klant maar ook hoofdaandeelhouder van de drukkerij, zodat heel wat niet voor de handel bestemde edities van o.m. André Gide, Proust en andere nauw met de NRF (‘Nouvelle Revue Française’) verbonden auteurs hier gedrukt werden.
- Boeken van Gide en andere Franse libertijnen drukken in het repressieve klimaat van de katholieke fatsoensmoraal getuigt van heel wat lef, maar bleek een lucratieve niche. Daarnaast werden er ook de publicaties van de Leuvense katholieke Universiteit gedrukt. Ook het Karel Van de Woestijne ‘ bundeltje ‘Substrata’ werd hier in 1924 gedrukt voor de uitgeverij De Sikkel te Antwerpen.
1929: Het manuscript van de onuitgegeven roman Julien Martijn. Achtergelaten herinneringen van een activist wordt naar diverse uitgevers gestuurd. Aanvankelijk schrikt iedere uitgeverij terug voor de risico’s. In 1931 blijkt Paul Kenis – toen literair adviseur bij de uitgeverij De Regenboog – bereid te zijn een uitgave te promoten. Het kwam zelfs tot een advertentie in Het boek in Vlaanderen 1931. Maar De Regenboog houdt in 1932 op te bestaan en Kenis zal in 1934 overlijden.
Vele van de hoofdstukken uit dit manuscript zullen hun weg vinden naar Het pakt der triumviren, (1951), het tweede deel van de tetralogie Mijn woningen.
1930: Debuteerde met “André Terval, of inleiding tot een leven van gelijkmoedigheid“, een ‘bildungsroman’ met auto-biografische inslag –althans wat de daarin beschreven geestelijke evolutie betreft.
- De roman vertoont overeenkomst met ‘L’indifférent’ van Watteau.
- Terval neemt afstand niet alleen van het katholicisme van zijn jeugd, maar ook van alle idealismen en waardesystemen. Hij wordt agnosticus en scepticus.
1932: Publicatie van de verhalenbundel “Sheherazade of De literatuur als losprijs” (1933).
- Via een aantal fantasierijke verhalen moeten zowel communisme als de burgerlijke samenleving het ontgelden. Telkens worden, op geamuseerde toon, en zonder sarcasme, bekrompenheid en fanatisme gehekeld. Brulez steekt in dit boekje de draak met een aantal levensvormen en waardenstelsels; daartegenover stelt hij: relativisme, scepticisme en gelijkmoedigheid.
- In 1946 wordt het boekje heruitgegeven, vermeerderd met een merkwaardige tekst die, in de vorige uitgave (1932 bij Steenlandt te Kortrijk) om bijzonder problemen van typografische aard, niet was opgenomen: De opstand der voetnota met daarin de ‘anarchistische’ pagina 1789. De drukker was ditmaal Sinte Katharina Drukkerij te Brugge.
- In zijn analyse in Zuurvrij (2007, nr 12, pp 21-27), beschrijft Dirk Van Hulle hoe het experiment met de voetnota’s door allerlei factoren werd gedwarsboomd. De tekst zou geweigerd zijn door Camille Huysmans voor zijn tijdschrift De Ontwikkeling als té anarchistisch ! De paters van Averbode zagen er wel wat in ze publiceerden de tekst in hun tijdschrift Hooger Leven. Dat de tekst niet in de eerste uitgave van Sheherazade werd opgenomen had alles te maken met typografische moeilijkheden. Echter in de 2de uitgave van 1946 werd de tekst van ‘1789 na’ met drie regels ingekort. De tekst moest op één blad passen en dat ging niet. Daardoor kwam de hoofdletter M in het woord oMwenteling weg te vallen. Precies die M die nodig was om DEMON te kunnen vormen. Met andere woorden, besluit Dirk van Hulle, de paters van Averbode zijn de enigen die de ‘DEMON’ niet uit de ‘ANARCHIE’ hebben gedreven.
1934: Première van zijn eerste toneelstuk De schone slaapster op 24 september door het Volkstooneel van Staf Bruggen.
- Geschreven in 1932 werd het in 1933 door de Koninklijke Vlaamsche Academie bekroond met de Nestor de Tièreprijs. De uitgave in boekvorm door uitgeverij Ontwikkeling, Antwerpen volgde in 1936.
1935: Brulez schrijft een tweede toneelstuk: De beste der werelden , een tekst met een toen zeer actuele politieke betekenis. Het is een zeer anti-fascistisch stuk – een vrije bewerking van Voltaire’s roman Candide ou l’optimisme.
- Maar in deze jaren waarin fascistische partijen de wind in de zeilen hebben, wil geen enkel theaterdirecteur zijn vingers branden aan de satire van Brulez, noch in Vlaanderen en ook niet in Nederland.
- Het stuk zal pas worden opgevoerd na de oorlog in de Stadsschouwburg te Gent in april 1945 (première) in een regie van Michel van Vlaenderen . In 1952 zal het nogmaals hernomen worden in oktober 1952 te Antwerpen in de Koninklijke Nederlandse Schouwburg onder regie van Maurits Balfoort
- Pas in 1953 zal de tekst in boekvorm verschijnen bij Uitgeverij Ontwikkeling te Antwerpen.
1935: Vóór de oorlog verschenen er bijdragen van hem in onder andere Forum en ’t Fonteintje.
- In 1935 ontspon zich in het tijdschrift ‘Forum’ een hele polemiek met Max Lamberty over Brulez’s zienswijze op literatuur, als zou literatuur niet meer dan een spiegel van de wereld moeten zijn, de taak van de schrijver er moet in bestaan van het leven enkel ‘de dramatische schoonheid’ en ‘filosofische betekenis’ te ontdekken en in het licht te plaatsen.
- Lamberty verwerpt de enge visie van Brulez, omdat een schrijver die partij kiest voor een politieke, ethische en sociale opvatting ipso facto buiten de ‘grenzen der literatuur’ zou treden.
- Het hele debat over karakter en zin van tendensliteratuur kadert uiteraard in een tijdsgeest van fascistische dreiging. Echo’s vindt men tevens in Nederland (Ter Braak, Gresshof) en Frankrijk (Gide, Malraux)
- R. Brulez, Spiegel of Bokswant ?, in Forum, 4de jg. Nr 1, blz. 68-71.
- M. Lamberty, Grenzen voor de literatuur , ibidem, nr 3, blz. 258-262
- R. Brulez, De filosoof op den ring, ibidem, nr 4, blz. 302-308
- M. Lamberty, Bespiegelingen na den ‘swing’, ibidem, nr 5 blz. 197-500
- R. Brulez, De welvertinde spiegel, ibidem, blz. 501-505.
De teksten zijn electronisch beschikbaar bij dbnl.
1935: Werd begin 1935 chroniqueur bij het Franstalige Brusselse weekblad Cassandre voor de Nederlandse literatuur.
- Als Cassandre in 1937 een politiek instrument werd in handen van een hoofdredactie met fascistische sympathieën, zegt Brulez zijn medewerking op.
- In de voorbije twee jaar heeft hij in totaal een vijftigtal kronieken geleverd, waarvan 30 over werk van Vlaamse auteurs. In 1938 werden ze gebundeld in een boekuitgave Ecrivains flamands d’aujourd’hui.( Bruxelles: Nouvelle Société d’Editions.)
- Zijn bijdragen over de Nederlandse auteurs verwerkte hij na zijn benoeming bij het N.I.R. in 1936 in een reeks radioprogramma’s over de naoorlogse (WO I) Noord-Nederlandse literatuur.
1936 -1938: Literair adviseur bij het Nationaal Instituut voor de Radio-omroep (N.I.R.) te Brussel.
- Brulez levert in 1936 naast vertalingen ook eigen teksten voor allerlei gelegenheden: van ‘Het gelaat van de kust’, voor de cultureel-toeristische serie ‘De Belgische Zeekust’ tot de historische evocatie ‘Van Serajevo tot 4 Augustus 1914’ en de montage ‘Een jaar geleden: Küssnacht’ voor de herdenking van koningin Astrid die in 1935 in Zwitserland is verongelukt.
- Aan heel wat hoorspelen werkt hij mee als auteur, vertaler of regisseur. (zie bibliografie)
In 1939 verhuist Brulez naar Brussel, naar een appartement op de 8ste verdieping aan de Frère-Orbansquare in de Leopoldswijk.
1940-1945: DE OORLOGSJAREN
Mei-juli: Vlucht naar en verblijf in Montpellier in Zuid-Frankrijk.
31 juli 1940: De N.I.R. wordt opgeheven en vervangen door Zender Brussel, een instrument van de Duitse Propaganda Abteilung. De leiding van de gesproken uitzendingen wordt toevertrouwd aan dichter Wies Moens.
31 augustus 1940: Raymond Brulez wordt officieel door de nieuwe Senderleiter Köppe uit zijn functie bij de omroep ontslagen.
- Het enige proza dat Brulez tijdens de oorlog publiceert, is het 8 september 1940 gedateerde ‘Heimwee te Montpellier’, waarmee Het boek in Vlaanderen 1940 opent. (pp 5-8, vgl. het veel langere gelijknamige hoofdstuk in Het mirakel der rozen). Daarna staakt hij alle literaire bedrijvigheid omdat er in de Nieuwe Orde geen plaats was voor ‘een individualistische en sceptische kijk op het leven’.
6 juni 1944: Op de dag van de invasie in Normandië, stuurt Jan Boon – zelf op de vlucht voor de Duitse politie – een koerier naar Brulez’ kantoor om hem te waarschuwen dat hij onmiddellijk moet onderduiken omdat de Duitsers iedereen die iets met het vroegere NIR te maken had, zullen deporteren.
Zondagavond 3 september 1944: Op het balkon aan het Frère Orbanplein zijn Angèle en Annie Brulez getuige van een adembenemend schouwspel. Links in de Wetstraat arriveren de eerste geallieerde troepen; rechts op het kruispunt van de Nijverheidsstraat en de Belliardstraat zien ze de laatste Duitsers het hazenpad kiezen.
De oorlog is voorbij.
NAOORLOGSE JAREN
1945 – 1960: Wordt bij de N.I.R. benoemd tot directeur van de Vlaamse gesproken uitzendingen. (gepensioneerd op 1 september 1960).
Na de oorlog schreef hij literaire bijdragen voor Het Laatste Nieuws. Hij was – op verzoek van Hendrik Marsman en Simon Vestdijk – recensent van Vlaamse en Nederlandse romans voor De Groene Amsterdammer. Ook bij Elseviers Weekblad publiceerde hij artikels.
1950-1954: Publicatie van de tetralogie “Mijn woningen”: “Het huis te Borgen”, “Het pact der Triumviren”, “De haven” en “Het mirakel der rozen”.
- Het is geromantiseerde autobiografie. In zijn werk relativeert Raymond Brulez de dingen des levens met een ironische afstandelijkheid.
- “Het geeft onverwisselbaar gestalte aan een tijd: de jaren 1900-1950; aan een plaats: België met als voornaamste centra Blankenberge, Brugge en Brussel; aan een dubbelcultuur: de Vlaamse en Franse; aan een dramatiek: twee oorlogen en twee bezettingen; aan een politiek: sociaal en ideologisch; aan een psychologie: analytisch en observerend; aan een filosofie: sceptisch en humanistisch.” (Pierre H. Dubois in: Ons Erfdeel. Jaargang 41 (1998))
Voor “Het huis te Borgen” ontving hij de driejaarlijkse Staatsprijs voor verhalend proza.
De beginselverklaring in ‘ Het mirakel der rozen’, het vierde deel van de cyclus luidt als volgt: “Ik zou mijn vierdelig fresco schilderen gewetensvol en natuurgetrouw; echt en waar voor zover mijn geheugen en observatievermogen mij geen parten speelden; natuurgetrouw voor zover de natuur geen correctief behoefde, die de Fantasie gerechtigd is bij haar aan te brengen, zo dit de economie van het verhaal ten goede komt”.
1953: Brulez’ tweede toneelstuk De beste der werelden, “een dramatisering van Voltaire’s leuke roman Candide ou l’optimisme”, wordt eindelijk uitgegeven (Uitgeverij Ontwikkeling, Antwerpen).
- In Ten huize van… zegt Brulez: [het is een stuk] “waarbij ik de helden Pangloss en zijn leerling Candide in het Derde Rijk liet verzeilen, zodat mijn tweede bedrijf een ondubbelzinnige satire en persiflage werd op bepaalde toestanden die heersten onder het naziregime. Het stuk is pas na de laatste oorlog voor het voetlicht gekomen. (hij had het geschreven kort voor het uitbreken van WO II). Lode Zielens heeft de tekst tijdens de oorlog verborgen in het Archief van het Museum der Vlaamse Letterkunde te Antwerpen, omdat daar toch geen kat kwam snuffelen…” Uit: Joos Florquin, ‘Raymond Brulez Micaralaan 92, Ouderghem-Brussel’ In: Ten huize van… 1 (1962).
1 september 1960: Pensionering van Raymond Brulez aan het N.I.R., enige maanden eerder herdoopt tot BRT (Belgische radio en Televisie)
24 september 1960: Verkozen als lid van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal en Letterkunde.
1962: Voor Heidelands Vlaamse Pocket-reeks bundelt hij een vijftigtal Zoek de Mens-kronieken onder de titel Diogeentjes (VP nr 71), een caleidoscoop van vinnige, scherpzinnige, geestige notities over literaire en andere theorieën en -ismen.
1968: Van de Brugse uitgeverij Verbeke Loys komt in maart de vraag of hij geen ongebundeld werk in portefeuille heeft voor een ‘keurbibliotheek van novellen en kortverhalen’.
- Dat verzoek resulteert in het bundeltje Proefneming der eenzaamheid, waarin ‘De terugkeer’, ‘De palen’ en ‘De meestermetser’ worden opgenomen en ‘De laatste verzoeking van Antonius’ wordt herdrukt. In extremis komt Brulez nog met een vijfde tekst ‘Postuum interview met mijzelf’ uit Elsevier van juni 1968, dat aansluit zowel bij de Sheherazade-verhalen als bij ‘De laatste verzoeking van Antonius’
1969: Publicatie van zijn laatste twee geschriften: De toren van Lynkeus, en autobiografisch geschrift en Proefneming der eenzaamheid een bundel verhalen.
- De symbolische betekenis van Goethes ‘Toren van Linceus’ heeft hij reeds in zijn Vrije Radiotribune in 1946 uiteengezet als ‘de verheven uitkijkpost vanwaar de torenwachter het leven binnen en buiten ’s lands grenzen gadeslaat, de duizendvoudige manifestaties van het vaak boeiende, soms aangrijpende leven, en er zorg voor draagt dat tijdig de weerklank ervan in de klokken luide.’.
17 augustus 1972: Overlijdt te Brussel.
- De begrafenis verliep volgens de instructies die hijzelf al in februari 1965 op papier had gezet onder de titel ‘Als de dag komt…’ (Dies illa): “Kort en duidelijk: ‘begrafenis als van oma – zodus: geen lijkreden door vertegenwoordiger minister of Academie – op de rouwbrief geen vermelding “ere-directeur-generaal BRT” of “lid van de Kon. Vlaamse Academie” of vermelding van eretekens – alleen vermelden: “echtgenoot van wijlen Angèle Seynave”.
Een kleine appreciatie:
Waar Ernest Claes en Felix Timmermans voor het grote publiek schreven, richtte Brulez zich haast uitsluitend tot de cultuurmens en dat heeft voor een groot deel zijn literair fortuin bepaald. Formeel mocht hij dan een andere weg opgaan dan de toonaangevende Maurice Roelants en Gerard Walschap, toch is hij in zijn visie op de mens verder gegaan dan zij. Hij vermocht nl. ondubbelzinnig boven het kleinburgerlijke uit te stijgen. (Uit: Van ‘Arm Vlaanderen’ tot ‘De voorstad groeit’ 1888-1946, p. 457.)
In André Terval had hij geschreven: “… ik verkies een vrijwillige lethargie boven al die drukte van wat toch eens tot het niet moet terugkeren; ik wil mijn boeken wegsluiten en mijn ziel ongevoelig maken, opdat de ironie van de eeuwige bespiedster die mij eens tot as zal herleiden, niet zo ondraaglijk weze.”
BEKRONINGEN
- 1933: Nestor de Tière-prijs (KANTL) periode 1930-1933 voor het toneelstuk De schone slaapster.
- 1951: Driejaarlijkse staatsprijs voor proza periode 1948-1950 voor Het huis te Borgen.
MEER OVER BRULEZ
- Brackmann, Christine & Friesendorp, Marijke (reds.). 1996. Oosthoek Lexicon Nederlandse en Vlaamse Literatuur. Utrecht/Antwerpen: Kosmos-Z&K Uitgevers.
- Goedegebuure, J. 1985. ‘Raymond Brulez’. In: De Nederlandse en Vlaamse auteurs. Van middeleeuwen tot heden met inbegrip van de Friese auteurs. Ed. G.J. van Bork en P.J. Verkruijsse. Weesp: De Haan.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- NEDWEB/Literatuur in context – Brulez, Raymond
- Raymond Brulez – dbnl · digitale bibliotheek voor de Nederlandse …
- Raymond Brulez – Wikipedia
Referenties
- Prof. Dr. M. Rutten, Prof. Dr. J. Weisgerber, Van ‘Arm Vlaanderen’ tot ‘De voorstad groeit’ 1888-1946. Standaard Uitgeverij 1988. Deel IV. De vernieuwing van de romankunst door M. Dupuis.
- Alstein, M. van. 1980. ‘Raymond Brulez’. In: Hugo Brems, Tom van Deel, Ad Zuiderent (reds.). Kritisch lexicon van de Moderne Nederlandstalige Literatuur. Groningen: Martinus Nijhoff uitgevers. Band 2. februari 1987.
- Jeroen Brouwers, De Vlaamse Voltaire, De Morgen, Café des Arts oktober 1995.
- Benno Barnard, De glimlach van België, Rococo en Rembrandtduister. Raymond Brulez ‘Mijn woningen’, De Morgen, Café des Arts 15 januari 1998.
- Joris van Parys, De literaire jeugd van Raymond Brulez (1900-1914). In: Zacht Lawijd, Literair-historisch tijdschrift. (2011) 10-3, p.2-35. Letterenhuis, Antwerpen & Letterkundig Museum, Den Haag.
- Joris van Parys, Raymond Brulez en de Sinte Katharina Drukkerij (1923-1927). In: Zacht Lawijd, Literair-historisch tijdschrift. (2012) 11-4, p.24-37. Letterenhuis, Antwerpen & Letterkundig Museum, Den Haag.
- Joris van Parys, ‘Geen vriendschap onder den helm !’ Raymond Brulez en het activisme. In: Zacht Lawijd, Literair-historisch tijdschrift. (2014) 13-1, p.68-97. Letterenhuis, Antwerpen & Letterkundig Museum, Den Haag.
- Joris van Parys, Gelukkig en vol droefenis. De werelden van Raymond Brulez. Uitgeverij Houtekiet, Antwerpen/Utrecht. -543p.(2015)
BIBLIOGRAFIE
De bibliografie bestaat uit vier afdelingen:
- Chronologisch overzicht
- Postume uitgaven
- Brulez in vertaling
- Overzicht van de hoorspelen uitgezonden door NIR waaraan hij als auteur, vertaler of regisseur heeft meegewerkt.
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- Hoorspelen: Catalogus Vlaamse Openbare Omroep 1931-1998. De catalogus verstrekt, voor zover te achterhalen, relevante informatie over uitgezonden hoorspelen door de Vlaamse openbare omroep. Samengesteld door Herman Van Cauwenberghe en geredigeerd door John van Houten.
Chronologisch overzicht
Om de foto’s uit de fotogalerij te vergroten: klik op de foto
POSTUME UITGAVEN
BRULEZ IN VERTALING
BULGAARS
1975: . [Statujata na vecnata bosinja]. Bulgaars / vert. uit het Nederlands door Lea Zidarova. Sofia: BTA, In/ Lik, nr.17 (1975), p.37-38. Fictie, Vert. van Een keuze uit het werk.
FRANS
1969: ‘La Pendule’ Frans / vert. uit het Nederlands door Jeanne Buytaert. In: Les grands conteurs flamands omnibus pp 49-64. Uitgever: Wellprint, Bruxelles. Oorspronkelijk als tweede verhaal in Eén mei bij S.V. Onze Tijd te Brussel (z j [1937] -48p.
SPAANS
1962: La bella durmiente: obra dramatica en tres actos y un interludo’ pp. 110-170, vert. uit het Nederlands door Felipe M. Lorda Alaiz in: Teatro Flamenco contemporáneo. Uitgeverij: México City Aguilar, 1962 (Teatro contemporáneo). Toneelstuk, paperback. Vert. van De schoone slaapster. Antwerpen Janssens 1936
- Bevat tevens vertalingen van : Een bruid in de morgen, Voorlopig vonnis, Nu het dorp niet meer bestaat, Agamemnoon, De man zonder lijf. Inl. Felipe M. Lorda Alaiz (tevens vertaler). Bevat: El hombre sin cuerpo / Herman Teirlinck; La bella durmiente / Raymond Brulez; Agamemnon / Herwig Hensen; Una novia en la mañana / Hugo Claus; Sentencia provisional / Josef van Hoeck; Ahora que la aldea ya no existe / Tone Brulin.
1975: ‘El Reloj’ Uit het Nederlands vertaald door José Ferrerras , in: Antología de cuentos neerlandeses, pp 43-56. Uitgever: Ediciones Grijalbo s.a. Deu y Mata, 98-102, Barcelona 295p. Oorspronkelijk als tweede verhaal in Eén mei bij S.V. Onze Tijd te Brussel (z j [1937] -48p.
HOORSPELEN UITGEZONDEN DOOR HET NATIONAAL INSTITUUT VOOR DE RADIO-OMROEP (NIR)
Bron: Catalogus Vlaamse openbare omroep 1931-1998
Samengesteld door Herman Van Cauwenberghe en geredigeerd door John van Houten.
De catalogus verstrekt, voor zover te achterhalen, relevante informatie over uitgezonden hoorspelen door de Vlaamse openbare omroep. Het merendeel van de gegevens is afkomstig uit de jaarverslagen van de Vlaamse openbare omroep en de Nederlandse omroepbladen en die zijn vaak heel summier met betrekking tot de hoorspelen van de Vlaamse omroep. Derhalve is catalogus vooralsnog onvolledig.
Als auteur
Van Serajewo tot 4 augustus 1914. Hoorsuite in zes delen. (luisterspel – historische evocatie)
- Uitgezonden door NIR op 02-08-1936
Een remake op: 05-08-1954
De rolverdeling: Anna Schlüchter (Spreker / vrouw / dactylo) – Gaston Vandermeulen (Pierre / koning Albert) – Piet Bergers (Hubert / soldaat / Emile Vandervelde) – Corry Lievens (Henriette) Onbekend (Zanger) Marcel Cauwenberg (Krantenjongen / soldaat / werkman / M. Devèze) Dries Neerman ( Duitser / A. 17 / Duits officier/ graaf de Broqueville) – Louis Belloy (Majoor / generaal Leman / voorzitter Kamer) – Fic Collet (A. 1 / luitenant / Jean Jaurès / Carton de Wiart) – Jef Verlinden (Adjudant / soldaat / werkman / Jourez)
De beste der werelden. Luisterspel in 3 bedrijven en 2 taferelen.
- Uitgezonden door NIR op 12-09-1950 in een bewerking en regie van Bert Brauns.
Herhaald op: 23-01-1957
De bron van deze productie: De beste der werelden, Gent, Koninklijke Nederlandse Schouwburg, april 1945.
Een jaar geleden: Küssnacht (29-08-1936)
ALS VERTALER /BEWERKER EN REGISSEUR
1936
Elf november
- Oorspronkelijke auteur: Théo Fleischman.
Oorspronkelijke titel: 11 Novembre, 10-11-1936 INR.
Uitgezonden door NIR op 11-11-1936 in een bewerking en regie van Raymond Brulez.
Remakes: 11-11-1938 & 11-11-1947
1937
Metternich
- Oorspronkelijke auteur: Hermynia zur Mühlen.
Uitgezonden door NIR op 10-01-1937 in een vertaling en regie van Raymond Brulez.
De rolverdeling: Onbekend (Een hoveling) – Piet Bergers (Metternich) – Louis Belloy (Graaf Neipperg) – Corry Lievens (Keizerin Charlotte-Carolina / Pauline, Metternich’s zuster) – Gaston Vandermeulen (Sedinizky, Minister van Politie) – Louis Belloy (Geutz, vertrouweling van Metternich) – Louise Van den Durpel (De Hertogin van Sagan).
De tocht van de Tjeljoeskin
- Oorspronkelijke auteur: Gordon Ireland.
Oorspronkelijke titel: The Cruise of the Chelyuskin (het vertelt het verhaal van het Poolse schip SS Chelyuskin, dat in het poolijs kwam vast te zitten. Het was speciaal voor de Belgische radio geschreven.
Uitgezonden door NIR op 30-04-1937 in een vertaling, bewerking en regie van Raymond Brulez. – Een remake op: 20-09-1956
De dood van Socrates
- Oorspronkelijke auteur: Hans Kyser.
Oorspronkelijke titel: Der Prozeß Sokrates. Ein Sendespiel in 4 Akten, Berlin, 1929.
Uitgezonden door NIR 23-06-1937 in een bewerking en regie van Raymond Brulez.
Remake op 04-05-1948 in een regie van Bert Brauns onder de titel: Socrates.
Herhaald op: 02-06-1955 onder de titel: De dood van Socrates.
ALS REGISSEUR
1936
Leopold I
- Oorspronkelijke auteur: F. Temmerman.
Uitgezonden door NIR op 21-07-1936 in een bewerking en regie van Raymond Brulez.
Als het donker is
- Oorspronkelijke auteur: Anton Tsjechov – Bewerking: Gerard Walschap.
Uitgezonden door NIR op 14-10-1936 in een regie van Raymond Brulez.
Rolverdeling: Gaston Vandermeulen (Wassili Gagin) – Corry Lievens (Maria, zijn vrouw) – Louise Van den Durpel ( Pelagie, zijn huishoudster / Leona, kindermeid)
Dodendag
- Auteur: Maurits De Praetere.
Uitgezonden door NIR op 01-11-1936 in een regie van Raymond Brulez.
De rolverdeling: Fic Collet (Tur, soldaat eerste klas) – Dries Neerman (Miel, soldaat tweede klas) – Jef Verlinden (Sus, soldaat tweede klas) – John Duvosel (Jef, soldaat tweede klas) – Renaat Grassin (Fred, soldaat tweede klas) – Jan De Haen (Berten, soldaat tweede klas / de luitenant) – Gaston Vandermeulen (Ward, soldaat tweede klas) – Piet Bergers (Franowé, telefonist)
Helden van de arbeid
- Auteur: Ernst Johannsen.
Vertaling: Jan Van Schoor
Uitgezonden door NIR op 20-11-1936 in een regie van Raymond Brulez.
Een remake op: 11-11-1938
Jan Klaas, of de gewaande dienstmaagd
- Auteur: Thomas Asselijn – Jan Klaesz. of gewaande dienstmaagt, Amsterdam, 1725.
Bewerking: Octaaf Van Mulders.
Uitgezonden door NIR op 27-11-1936 in een regie van Raymond Brulez.
Sans scrupules
- Auteur: Leo Persyn
Uitgezonden door NIR op 13-12-1936 in een regie van Raymond Brulez.
1937
De eeuwige fout
- Auteur: Okke Mertens.
Uitgezonden door NIR op 02-01-1937 in een regie van Raymond Brulez.
De rolverdeling: Louis Bertrijn (Sir Eterding, rijk rentenier) – Gaston Vandermeulen (Fred Eterding, zijn neef) Louis Belloy (Emiel, kamerknecht) – Louise Van den Durpel (Anna, schoonmaakster) – Onbekend (Inspecteur Poring van Scotland Yard) – Piet Bergers (Tim Tailor, detective) – Frans Roggen (Bob Batchier, zijn helper) Onbekend (Dokter Reading).
De vierde graad
- Auteur: Anton Van Casteren.
Uitgezonden door NIR op 15-01-1937 in een regie van Raymond Brulez.
De rolverdeling: Louis Belloy (Professor Pernet, psychiater) – Gaston Vandermeulen (Kapitein Burrage, politie-officier) – Piet Bergers (Parcel, agent)
Schoppenvrouw
- Auteur: Aleksandr Poesjkin – Pikovaja dama, 1833.
Bewerking: August Corbet.
Uitgezonden door NIR op 10-02-1937 in een regie van Raymond Brulez.
Een remake op: 05-04-1949
Woutertje Pieterse
- Auteur: Multatuli (= Eduard Douwes)
De geschiedenis van Woutertje Pieterse, in: Ideeën, Amsterdam, R.C. Meijer, G.L. Funke, 1862-1877.
Bewerking: Ernest-Willem Schmidt.
Uitgezonden door NIR op 14-02-1937 in een regie van Raymond Brulez.
Een remake op: 18-03-1952
Multatuli herdacht
- Auteur: Martien Beversluis.
Regie: Raymond Brulez.
Uitgezonden door NIR op 19-02-1937 in een regie van Raymond Brulez.
Muziek van Karel Albert.
De stem van Victor Hugo
- Auteur: Hans Arno Joachim.
Die Stimme Victor Hugos, Paris, Éditions du Phénix,1935.
Vertaling: Nico Rost.
Uitgezonden door NIR op 05-03-1937 in een regie van Raymond Brulez
Lord Grey of Falladon
- Auteur: Hermynia zur Mühlen.
Vertaling: Fic Collet.
Uitgezonden door NIR op 21-03-1937 in een regie van Raymond Brulez
Het experiment
- Auteur: Eugeen Vermeiren.
Uitgezonden door NIR op 31-03-1937 in een regie van Raymond Brulez
Polykrates
- Auteur: Emiel Buskens.
Uitgezonden door NIR op 16-04-1937 in een regie van Raymond Brulez
Naar de revue
- Auteur: Miles/18.
Uitgezonden door NIR op 05-05-1937 in een regie van Raymond Brulez
De weg naar de hel
- Auteur: Willy Corsari.
Uitgezonden door NIR op 16-07-1937 in een regie van Raymond Brulez.
Een remake op: 22-06-1948