home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Verreet Adolf

Maakt deel uit van:

Verreet  Adolf

Turnhout,1 april 1894 – Mol, 28 november 1950

Missionaris van Scheut

Schrijver over het koloniale Congo met 3 verhalenbundels: Zwarte maatjes (1932), Mijn klein, klein dorpke…(1949), Onder de parasolboom (1950) en 1 roman Het zwarte leven van Mabumba (1935) .

 BIOGRAFIE

1 april 1894: Geboren te Turnhout als Adriaan-Frans-Adolf Verreet, zoon van Henri-Emmanuel Verreet en van Marie-Josephine Fleerackers.

1912: Na zijn humaniora-studies aan het Sint-Jozefscollege te Turnhout treedt hij in het noviciaat te Scheut, waar hij op 8 september 1913 zijn eerste kloostergeloften aflegt.

1916 tot 1919: Wegens de oorlog moet hij zijn priesterstudies onderbreken en wordt hij brancardier in het Belgisch leger.

10  augustus 1921:  Priesterwijding.

Na zijn laatste jaar theologie volgt hij te Brussel de cursus in tropische geneeskunde

17 maart 1923:  Reist als missionaris van Scheut  naar Congo.

Hij was bestemd voor het apostolisch vicariaat Nieuw-Antwerpen en was eerst coadjutor te Boyange.

1926:  Wordt als schoolbestuurder naar Bosu Manzi gestuurd.

1928: Gaat met dezelfde opdracht naar Lisala.

1932: Keert voor een rustjaar naar België terug. In datzelfde jaar verschijnt van zijn hand de verhalenbundel Zwarte maatjes. Verhalen uit Kongo.

  • Zwarte maatjes is een jeugdboek met treffende portretten van scholieren op de school waar pater Verreet de directeur is. En hoewel kinderen steeds en overal vooral kinderen zijn, merkt de auteur op dat Congolese kinderen toch wel anders zijn. Hun leven is veel minder comfortabel en daardoor zijn ze vooral op zichzelf aangewezen om te overleven. Voor hen is er immers geen warm gezin waarin ze zorgeloos kunnen opgroeien. In Zwarte maatjes gaat het vooral om het lief en vooral het leed onder de tropenzon, de moeilijke levensomstandigheden van de missiejongens en de wijze waarop de missionarissen zich inspannen om hen zo goed mogelijk te helpen, door ze tot voorbeeldige christenen op te voeden.

2  juni 1933: Vertrekt opnieuw naar Kongo.

Hij neemt zijn plaats te Lisala weer in tot hij in 1936 reispater wordt.

1935: Publicatie van zijn roman Het zwarte leven van Mabumba, waarin hij zijn sterke interesse voor de Bantoe-mens illustreert.

  • Dit is één van de eerste romans is waarin de hoofdpersonages Congolezen zijn. Daarom alleen al is de roman merkwaardig. De meeste Vlaamse auteurs concentreren zich eerder op het leven van de blanke kolonialen. De autochtone bevolking brengt dan vooral het element van de couleur locale bij.
  • Anderzijds blijft Pater Verreet dan weer exemplarisch voor diegenen die de missionering de hemel in prijzen. Aan het slot van ‘Het zwarte leven van Mabumba’ beleeft de hoofdman Kumba een “… zonnige oude dag. Zijn dorpken is een model van kristenheid en is het eenige in gansch den Opper-­Kongo die een steenen kapel bezit met pannen bedekt”.

Eind 1939:  Gaat als overste de nieuwe missie stichten te Bokonzi, in de moerassige streek tussen de Ubangi en de Ngiri, een opdracht die veel schade aanbrengt aan zijn gezondheid.

1942:  Rustperiode te Bwamanda.

November 1942 tot februari 1943: Ziekteverlof te Fataki, in de meer gezonde bergstreek rond het Albertmeer.

1949: Keert voor korte periode terug naar België. In datzelfde jaar verschijnt zijn tweede verhalenbundel Mijn klein, klein dorpke…

  • Mijn klein, klein dorpke, vertelt het autobiografische verhaal van het ontstaan van de missie van Bokonzi. Hoofdrolspelers zijn pater Janus en de auteur zelf. In het begin is de weerstand van sommige plaatselijke stammen, die nog menseneters zijn, erg groot. De Staat – waarover geen slecht woord – en de missie zijn dominante krachten die erin slagen om het leven van de Afrikanen aanzienlijk te verbeteren. Een succesverhaal waarin de missionarissen als helden-martelaren worden voorgesteld.

10 januari 1950: Vertrekt opnieuw naar Kongo, waar hij zijn taak als overste  te Bokonzi verderzet.

Maar niet voor lang, zijn krachten laten het afweten en nog in juli van hetzelfde jaar keert hij terug naar België waar hem een lichte post in het parochiewerk te Mol wordt toegewezen.

1950: In zijn laatste boek met missieverhalen Onder de parasolboom beschrijft pater Verreet het leven van enkele rechtvaardige en goede mensen, die hij in zijn missiejaren heeft gekend. Voor hen ligt de keuze voor het katholicisme voor de hand. Verreet neemt met pijn in het hart afscheid van hen en van Congo.

28 november 1950: Overlijden van Adolf Verreet.

Over Adolf Verreet gesproken…

  • Verreet blijkt een veelzijdig kunstenaarstalent te zijn geweest: muzikant die de vermaarde fanfare van Lisala stichtte, schilder die eigenhandig de schoolgebouwen en kerken van de missieposten waar hij werkzaam was, versierde, maar het is als schrijver van Congo (missie) romans dat hij zijn sporen verdiend heeft en nagelaten.

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Website

Referenties

  • Luc Renders, Koloniseren om te beschaven. Het Nederlandstalige Congoproza van 1596 tot 1960, Uitgeverij Gramadoelas, Hasselt, 495p, 2019

SMAAKMAKER

Uit de roman Het zwarte leven van Mabumba

 verreet-1a         verreet-1b         verreet-1c

De jonge verloofde van Mabumba wordt opgegeten door een krokodil. Omdat er geen andere huwbare meisjes in zijn dorp zijn, stemt de familie van Mabumba uiteindelijk in met een huwelijk met Efonga, de dochter van hun aartsvijand, de chef van een andere stam, de Gwelu. Er wordt een enorme bruidsschat geëist die voortdurend aangevuld moet worden, anders vertrekt de bruid weer naar haar vader. Ze krijgen een kind waar Mabumba zielsveel van houdt – daar moet overigens weer flink voor betaald worden – maar Efonga verlaat hem en gaat met een scheepsboy in Kinshasa wonen

Mabumba voedt het kind op, neemt geen andere vrouw, maar blijft geloven in Efonga’s terugkeer. Als dat eindelijk gebeurt, is zij doodziek. Ze heeft een ‘schandlijke kwaal’, een geslachtsziekte waarschijnlijk, en sterft. Dan is alle leed weer geleden. Na haar dood in het missieziekenhuis blijft zijn zoon op school bij de paters. Karel Mabumba – hij is gedoopt en heeft een nieuwe naam – hertrouwt en beleeft nog een gelukkige oude dag.

Mabumba is een sympathieke man die zeer inlevend en met respect wordt beschreven, al bevat de roman wel passages waarin over de hoofden van de personages heen van alles wordt uitgelegd over ‘de neger’ (bijvoorbeeld of hij het woord liefde wel of niet kent).

Korte inhoud uit: Jacqueline Bel; Eén koloniaal systeem, twee visies.

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
 1932  Zwarte maatjes. Verhalen uit Kongo.

1949: 2de druk ibidem
 Turnhout: Uitgeverij J. Van Mierlo – Proost. -151p.

Reeks: Volksbibliotheek nr 4.
Afmetingen: 17 x 11 (gebonden in kartonnen kaft)
 1935  Het zwarte leven van Mabumba. (roman)

Penteekeningen van Wim Van Aerden. Verscheen ook als vervolgverhaal in: Annalen van Sparrendaal, 1938-1939.
verreet-1  Leuven: Davidsfonds. -165p.

Reeks: Volksboek nr 258.
Afmetingen: 18.50 x 15 (ingenaaid & gebonden in harde bedrukte linnen kaft)
 1949  Mijn klein, klein dorpke. (verhalen).

(Omslag): Photo Cdt Dandoy Inlichtingendienst voor Belgisch Congo.
Met foto van pater Ad. Verreet op p 4.
 
 Verreet 2  Turnhout: Drukkerij Uitgeverij N.V.  J. Van Mierlo – Proost & C° -276p.

Afmetingen: 19 x 13 (ingenaaid)
Ook verkrijgbaar in Scheut-edities.
 
 1950  Onder de parasolboom. (verhalen).

Met foto van pater Ad. Verreet op frontispice.

Bevat: I. Ebâ (pp 5-77); II. Mossié Jules (pp 78-154); III.  Arsène (pp 155-225); IV. Godendeemstering (pp 226-241).

 Turnhout: Drukkerij Uitgeverij N.V.  J. Van Mierlo – Proost & C° -241p.

Afmetingen: 19 x 13 (ingenaaid)
Ook verkrijgbaar in “Scheut-edities”, Ninoofse steenweg 476, Scheut-Brussel.

 

Verspreide publicaties

  • Brieven, artikels en kortverhalen in Missiën van Scheut, 1924, blz. 217-223; 1931, blz, 207-212; 1933, blz.60-66, 92-97, 117-122, 177-182; blz. 240-244,341-346; 1940, blz. 143-147; 1941, blz. 12-16, 136-140; 1949, blz. 270-271; 1951, blz. 201-202.
  • Annalen van Sparrendaal, 1924, blz. 278-283; 1937, 136-138, 155-158,-175-178, 196-198, 242-245; 1938-1939 (zie hierboven) ; 1941-1945, blz. 127-131; 1950, blz. 69-71; 1952, blz. 14-15, 34-35, 54-55, 74-75, 94-95, 114-115, 134-135, 154-155, 174-175, 197.
  • Gen. H. Kindsheid (Gent), 1924, blz. 102-109.

Enkele vertalingen:

  • Missions de Scheut, 1924, 1931, 1933 en 1939;
  • Prop. Foi (Bruxelles), 1925, blz. 319-329.