Maakt deel uit van:Honest Art Movement (H.A.M.)
Willie VERHEGGHE
Denderleeuw, 22 juni 1947
“Laat me verder maar die koppige einzelgänger blijven” (geciteerd door Andreas Van Rompaey, ‘De literaire roeping’.)
Sociaal geëngageerd dichter, combineert parlandostijl met maatschappijkritische blik.
De eerste dichtbundels sluiten aan bij de internationale protestcultuur van de jaren zestig en zeventig. Maar hij schreef over de mijnramp in Marcinelle (Marcinelle, 1995) en over de oorlog in Vietnam (Vlaanderen 1914-1918, Vietnam 1946 – 1973, 1973).
Ook het leven van de mentaal gehandicapte medemensen werd verschillende keren behandeld in zijn werk (Leven op Schoonderhage, 1983).
Herdenkt in zijn poëzie kunstbroeders als Raveel en Boon. Wijdde een bundel aan zijn jong gestorven zoon Miguel.
Recenseerde voor De Morgen, Poëziekrant en Ons Erfdeel. Sinds 1999 ook romanschrijver.
Zijn wielergedichten genieten brede bekendheid: ‘Peyresourde’, ‘De Ronde van Vlaanderen’, ‘Renners sterven niet’. Wielergedichten van hem prijken ook op de legendarische Muur van Geraardsbergen.
Stadsdichter van Ninove.
BIOGRAFIE
22 juni 1947: Geboorte van Willie Verhegghe te Denderleeuw.
- Hij studeerde journalistiek aan het Pershuis te Brussel en was tot 2003 verbonden aan het Departement WVC, afdeling Muziek, Letteren en Podiumkunsten, eveneens te Brussel.
- Hij was redactiesecretaris van Open Deur, het maandblad van het voormalige Ministerie van Cultuur te Brussel en schreef recensies voor Vooruit, De Morgen, Ons Erfdeel, Knack, Wij, Poëziekrant en Het Volk.
- Hij is vast medewerker aan het Amsterdamse Wielertijdschrift ‘De Muur’.
1974: Was medeoprichter van Honest Arts Movement, met o.m. de auteurs Louis Paul Boon, Hugo Raes, Roger Serras en Willie Verhegghe en de plastische kunstenaars Martin Baeyens, Jo Boon en Herman Schepens. L.P. Boon en R. Serras waren in beide disciplines actief.
De initiatiefnemers kozen als motto “In al onze manifestaties willen wij de binding met de mens beklemtonen”, geïnspireerd door het Boon-citaat “Een mens die op een mens trekt”.
Willie Verhegghe was trouwens bevriend met Louis Paul Boon, aan wie hij een poëtische hommage bracht met de bundel Gevaarlijke hond (1999).
Verhegghe publiceerde reeds meer dan 25 dichtbundels.
Een aantal zijn sociaal gericht.
- Drie zijn uitgegeven ten bate van de vzw Schoonderhage en hebben de wereld van mentaal gehandicapten als onderwerp: Van mensen, dieren en dingen (1973), Leven op Schoonderhage. Tekst en foto’s : Willie Verhegghe. (1983), De zwarte flesch (1990).
- ‘De zwarte flesch’werd geschreven n.a.v. de opening van ‘De Zwarte Flesch’, een dagcentrum voor ernstig mentaal gehandicapten. In de eerste cyclus roept de dichter de lokale geschiedenis op rond de vroegere gelijknamige herberg aan de Dender. Het tweede deel, De normalen of de armoede der volmaaktheid ontmaskert ongenadig de zogenaamd normale wereld waarin maskers en ellebogen de aangewezen middelen zijn om perfect te functioneren binnen het maatschappelijk bestel, een ‘leegte in clowneske ijdelheid gehuld’ (34). Diametraal daartegenover staan De simpelen van geest of het rijk der mentaal gehandicapten, titel van de derde cyclus.
- Een aantal bevatten anti-oorlogspoëzie: Vlaanderen 1914-1918, Vietnam 1946-1973, of, De afschuwelijk lange adem van de oorlog (1973), ‘Ode aan Owen / Ode to Owen’ (2000)
- In de bundel Marcinelle (1995, 2006²) brengt hij een hommage aan de slachtoffers van de grootste Belgische mijnramp.
Verhegghe publiceerde ook meerdere dichtbundels over de wielersport.
- Peyresourde. 74 wielergedichten.(1987)
- Woud van wielen. (1991)
- De ronde van vlaanderen – Le tour des flandres – Il giro delle fiandre.(1996)
- Tourmalet. En andere poëzie buiten categorie.(2001)
- Renners sterven niet. Ronde van Vlaanderen gedichten.(2004)
- Ook wij waren winnaars. 150 Sportgedichten uit Nederland en Vlaanderen. (2005)
- No balls no glory. (25 jaar lotto in het peleton) (2010)
- Door de muur.(2012)
Daarmee is Verhegghe de belangrijkste Nederlandstalige wielerdichter, niet onbelangrijk voor een stad waar jaarlijks de eindstrijd wordt gestreden van de Ronde van Vlaanderen. Hoewel niet in Ninove geboren is hij zeer nauw verbonden met het leven van de Denderstad, wat zich vaak in zijn werken weerspiegelt.
Verhegghe is behalve dichter dan ook vooral toerfietser en wielerliefhebber.
1999: Publiceert zijn eerste –en vooralsnog enige – roman Vlaams vlees.
2004: Door het gemeentebestuur van Ninove op Gedichtendag 2004 benoemd tot stadsdichter voor een periode van twee jaar. Jaarlijks worden van hem vier gedichten en toonmomenten verwacht. Hij heeft de artistieke vrijheid en samen met de culturele diensten van de stad worden de onderwerpen en toonmomenten besproken. Tijdens de ‘ambtsperiode’ heeft de stad de rechten over de werken die door de stadsdichter in opdracht van de stad werden geschreven. In de motivatie van zijn aanstelling werd gewezen op de kwaliteit van zijn verschenen werk, zijn sociaal engagement en zijn uitstraling binnen de wereld van dichters en schrijvers.
2005: Stelde samen met Pascal Delheye van de KU Leuven een bloemlezing met 150 sportgedichten uit Nederland en Vlaanderen samen: Ook wij waren winnaars.
2017: Met ‘Het geel, de renner en de dood’ levert Verhegghe een nieuwe dichtbundel over de wielersport af. In 28 gedichten schetst hij leven en dood van Tom Simpson.
2018: In een tweetalige dichtbundel Dode Paarden Dode Dichters schetst Verhegghe een eigenzinnig en verscheurd beeld van de Eerste Wereldoorlog, met speciale aandacht voor het massale dierenleed en een paar andere War Poets naast Owen. Hij herinnert in een paar gedichten ook aan Belgisch, Frans, Canadees en Duits oorlogsleed, wat aan deze uitgave een bescheiden internationaal karakter bezorgt.
- In 1973 al publiceerde hij een dichtbundel waarin hij de toen nog aan de gang zijnde Vietnam-oorlog in contrast plaatste met de Grote Oorlog in Vlaanderen, in 2000 gevolgd door Ode aan Owen/Ode to Owen waarin hij de laatste dagen van de op 3 november 1918 in het noorden van Frankrijk gesneuvelde War Poet Wilfred Owen evoceert en tegelijk een aanklacht tegen alle oorlogen neerzet.
Maart tot 11 november 2018: Medewerking aan het mega-kunstproject CWXRM van beeldend kunstenaar Koen Vanmechelen in het Provinciedomein De Palingbeek te Zillebeke (Vredesmonument ter herdenking aan 100 jaar GROOTE OORLOG).
- Een poëzieroute rond een mijnenkrater biedt een selectie van tien WO I-gedichten uit Verhegghes bundel Dode Paarden Dode Dichters/Dead Horses Dead Poets in vier talen. De gedichten kregen langsheen het vlonderpad van The Bluff een gepaste plaats en brengen de bezoekers rust en ruimte tot reflectie.
CONTACT: Willie Verhegghe: willie.verhegghe@skynet.be
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Referenties
- Andreas Van Rompaey, De literaire roeping. Een inkijk in het werk en leven van enkele belangrijke Nederlandse en Vlaamse auteurs. Les iles, 2013, 239p. (Willy Verhegghe, pp 228-237)
BEKRONINGEN
- 1974: Vanessa-prijs “voor artiesten die jarenlang bezig zijn zonder commerciële toegevingen te doen” uitgereikt tijdens de 2de Nacht van de Poëzie (Gent, 8 februari 1974).
- 1983: Dr. Antoon de Pesseroey-J.L. de Belder-prijs voor Miguel, of het groot verdriet.
- 1985: Jan van Campenhout-prijs voor poëzie (Meise).
- 1987: Prijs van de Vlaamse Club voor Kunsten, Wetenschappen en Letteren Brussel voor Veertig.
- 1997: Gilbert Van Geert-prijs toegekend als auteur van volkse poëzie.
Bron: Frans Heymans, Het goud van de Vlaamse letteren. 170 jaar prijzen voor de Nederlandse literatuur in België (1830-2000). Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 2001.
SMAAKMAKER
Kasseien
Uit: Tourmalet: 4
Kaalkoppen van steen, met stomheid geslagen,in de aarde geduwd als kleine doden,
een koude glans als grijnslach om hun bult
die met zijn getuite mond de renners tart Elke kassei een schok, een steen
op de maag, een naald in dij en kuit.
Renners vloeken, spuwen vlokken schuim
en tuimelen dan als patrijzen met hoofd
en hersens op de hobbelige helleweg.
Die als een omgevallen klaagmuur zucht. Hun kop staat scheef, beven doen ze
als staat de dood voor hen. Tanden knarsen, breken tot gruis
dat zich als wit poeder met het bloed
der huiverende helden mengt. Kasseien: bloedloze keizers van terreur
en harde stenen stilte.
Renners sterven niet
Uit: Tourmalet: 4
Renners sterven niet,ze verdwijnen alleen maar uit het zicht
eens zij met niet te evenaren stijl
de laatste finish hebben overschreden
en de snelheid van het leven
hen met stijve spieren achterlaat. Want koersen blijven ze,
ook al vallen hart en wielen stil,
zij gaan in duizend hoofden door
met duwen en nooit doodgaan,
hun zweet geeft blijvend glans
aan het asfalt. Weet dat
wanneer de aarde hen dan toch
met tegenzin bedekt,
hun naam voor altijd
als een echo tussen bergen
zal weerklinken.
Gedicht aan de Muur
Zwaarste obstakel en vaak scherprechter in de Ronde van Vlaanderen is de Muur van Geraardsbergen.
Daar bij die muur is taverne-restaurant ’t Hemelrijck. Naast de ingang is op een inox-bord de tekst van een gedicht Willie Verhegghe met laserstralen uitgebrand.
De Muur van Geraardsbergen
Rilling en razernij door het peloton: de Muur van Geraardsbergen staat als een pantsercolonne van kasseien te wachten en lacht zijn stenen bloot. Benen breken in een helse kramp, hoofd en adem haperen bij zoveel vertoon van hoog en steil en bijna niet te temmen. De Muur slaat zijn porfieren klauwen uit, maait als een oorlog jonge mannen weg. En houdt dan plots op muur te zijn: wanneer de strijd bergop gestreden is en de laatste man zijn lijf behoedzaam tot zijn oude vormen heeft teruggebracht, huilt de helling om voorbij verdriet. Fluweel over de stad die haar torens telt en de renners afgeranseld naar de finish jaagt.In Geraardsbergen zijn nog zes andere wielergedichten van Willie Verhegghe op kunstwerken aangebracht. Ga voor de poëzieroute naar deze site van de gemeente.
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Hendrik Consciencebibliotheek – Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven
- Universiteitsbibliotheek Gent
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
Uit: Ode aan Owen/Ode to Owen. (2000)
Shall Life Renew These Bodies? (p. 42) De gevelde dichter spreekt door moeders keuzeop zijn witte grafsteen, vraagt zich af
wat de wormen met de lijken doen:
zullen zij uit rottend vlees nieuw leven vreten
of blijft de dood doodgewoon zichzelf? Al deze lichamen blijven ondergronds,
verdwijnen elke dag wat meer en krimpen
tot zij aarde met de aarde zijn.
Het oog draagt zijn laatste traan,
de mond sluit zich zonder woord of klank. Onder verzepend vlees het koppig bot
dat in zijn witheid waakt en weerstand biedt
aan vocht en duizend kilo grond.
Het geslacht kwijnt weg tot haperende herinnering
aan vuur en vlinders van een ver verleden. Vertaling (p. 43): Shall Life Renew These Bodies? The felled poet speaks through mother’s choice
on his white tombstone, asks himself
what the worms do with the corpses:
do they eat new life out of rotting flesh
or does death remain deadly common? All these bodies remain underground,
vanish deeper with each day and shrink
until they are earth with the earth.
The eye carries its last tear,
the mouth shuts without word or sound. Under saponifying flesh the stubborn bone
guarding in its whiteness and resisting
dampness and twothousand pounds of ground.
The genitals wither to faltering memory
of fire and moths of a distant past.