Maakt deel uit van:vrouwelijke auteurs
VANDE PUTTE Jeanne
Ath, 30 augustus 1907 – Blankenberge 25 mei 1930
BIOGRAFIE
30 augustus 1907: geboren in het Henegouwse Ath als dochter van Bertha Pauwels en Cyriel Vande Putte. Haar vader is doctor in de filologie en leraar aan het atheneum. Hij lijdt aan een slepende ziekte en overlijdt in september 1908.
1908: moeder verhuist met haar vier kinderen naar haar geboortestad Blankenberge.
Jeanne doorloopt de basisschool bij de Zusters van de Heilige Jozef, waar ze teksten schrijft waarvan de zusters nauwelijks geloofden dat ze uit de pen van een kind kwamen.
Op haar twaalfde weet Jeanne dat ze dichteres wil worden.
1922: wordt leerlinge op de kostschool bij de Zusters van Het Heilig Graf te Turnhout, waar ze onder de indruk komt van Zuster Maria-Jozefa, zelf een dichteres en Zuster Maria Beata, een echte moederfiguur.
- Maria-Jozefa (1883-1961) heette voor de burgerlijke stand Henriette Haeck, en leverde pedagogische en religieuze bijdragen aan het Vlaamsch Opvoedkundig Tijdschrift, later gebundeld in Paedagogische Opstellen. Ze vertaalde psalmen en publiceerde de dichtbundels Lichtsonnetten (1923), Seizoenenzang (1927), Gezelle-krans (1930) en Mariakransje (1934)
In Turnhout begint ze volop te schrijven, maar eerst in het Frans, de taal van haar eerste onderwijs. Ze wint met een Frans opstel de Vincart-wedstrijd in Brussel, waaraan alleen Vlaamse scholieren mochten deelnemen. Ze krijgt er een pakket boeken, een fiets en een reis naar Bretagne en Normandië voor cadeau.
Maar Het Heilig Graf was een van de weinige middelbare scholen in Vlaanderen die al volledig Nederlandstalig was geworden en Jeanne moest zich toeleggen op het Nederlands.
Haar eerste versjes in haar dagboek luiden zo
O de lucht is blauw als je oogen
En ik drink de lucht.
De klinkklare lucht om me als je oogen.
Maar jij bent er niet meer
Met je oogen als de lucht
En je witte kleedje als ’n vlindervlucht.
1927: Jeanne studeert met brio af als regentes, maar beseft dat ze met haar zwakke gezondheid nooit voor de klas zou kunnen staan.
Augustus 1927: Jules Persyn, die in die jaren lesgever literatuur was in Turnhout, bemiddelt bij de Antwerpse burgemeester Frans van Cauwelaert, die haar als secretaresse zijn persoonlijke correspondentie laat behandelen en wat privé-lessen laat geven.
Kort daarop vestigt ze zich te Antwerpen, maar haar gezondheid laat het afweten.
September 1928: om gezondheidsredenen moet ze haar betrekking bij Van Cauwelaert opgeven en volgt een herstelverlof in Tongerlo.
April 1929: Jeanne ondergaat in Brussel een zware maagoperatie. Om te herstellen verblijft ze drie maanden te Doornik, waar ze aan krachten herwint en zelfs een tijdje lesgeeft als vervangster. In haar overmoed trekt ze zelfs naar Leuven waar ze korte tijd pedagogie en Thomistische wijsbegeerte studeert. Een onmogelijke opdracht zo blijkt al na een trimester.
Er wordt tuberculose vastgesteld en in december 1929 wordt ze naar het sanatorium van Sijsele gestuurd.
24 maart 1930: Na een paar maanden wordt ze door de artsen opgegeven en naar huis in Blankenberge teruggebracht.
25 mei 1930: Overlijden van Jeanne Vande Putte om 2 uur in de namiddag thuis in de Descampstraat 13 te Blankenberge.
Jeanne Vande Putte wordt bijgezet in de familiekelder op de gemeentelijke begraafplaats te Blankenberge.
POSTUUM DICHTERSCHAP
1932: Jules Persyn en Leonce Reypens s.j. zorgen ervoor dat de gedichten en dagboeknotities gepubliceerd worden. Al vlug groeit ze uit tot voorbeeld van heel wat katholieke meisjes.
MEER OVER JEANNE VANDE PUTTE
- Spaapen, Er heeft een Vlaamsche meidoorn gebloeid. Bij de brieven en dagboekteekeningen van Jeanne Vande Putte, in: Streven, februari 1941
- Walter Van Uffelen, Jeanne Vande Putte (1907-1930): biografie en bloemlezing. Gent : Cultureel Documentatiecentrum ’t Pand, 1983. 165p. Reeks: Gentse bijdragen tot de literatuurstudie. – Gent, 1982 – 1989; vol. 5
- Het archief van de familie Vande Put bevindt op het KADOC te Leuven. vandeputte jeanne – Kadoc
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
Referentie
- Stefan Van den Bossche, Jeanne van de Putte, in: Zacht Lawijd januari 2004, jg. 3 nr 2 pp 24-37. Jeanne van de Putte ··· [Stefan Van den Bossche] – dbnl
- Ria Scarphout, Jeanne Vande Putte – Kersebloesem in het voorjaar. Brugge: Vereniging van Westvlaamse schrijvers vzw. Reeks VWS-Cahiers vol 35 jg. VII nr 1 – Lente 1972. -15p.
SMAAKMAKER
Te winter toen het had gesneeuwd,
Wit op de zwarte kiezellaan,
Was het zoo heerlijk, zonder geluid
Op onze rubberzolen gaan.
We hebben toen ’t geluk beseft
Te gaan door het leven, stil en rein,
Het goede te doen, zonder gehoord,
Zonder herkend te zijn.
Heer, schenk ons Uw gave gebenedijd:
Om enkel aandacht van U te wenschen,
Om altijd vroolijk-berustend te zijn
In de vergetelheid der menschen.
Op den moeilijken weg naar U,
Hoort Gij alleen ons gaan,
Als toen we stapten over de sneeuw
Met onze rubberschoenen aan.
Geschreven in 1928
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
In het tijdschrift Hooger Leven verscheen volgend proza:
- De groote strijd: 2de Nr 23 03/06/1928 p. 713
- Herinnering: 2de Nr 26 24/06/1928 p. 810
- Er is een weemoed aan dit nieuwe geslacht: 2de jg nr 33 12/08/1928 p. 1035
- Joden (novelle) 3de jg nr 16 21/04/1929 p. 495
- Home 3de Nr 36 08/09/1929 p.1135