Maakt deel uit van:Koloniale literatuur
Jan VAN DEN WEGHE
Halle (Brabant), 29 april 1920 – Attenhove, 26 maart 1988
Dichter, romanschrijver, koloniaal ambtenaar
Zijn publicaties zijn vrij talrijk: vier dichtbundels, vier verhalenbundels, elf romans, naast veel essayistisch werk in tijdschriften. Veel ook is nog niet gepubliceerd o.m. niet minder dan 14 toneelwerken.
Oprichter van “Argus” en “De Meridiaan”.
Redactielid van “Argus”, “Arsenaal”, ” De Meridiaan”, “Diogenes” en “Heibel”.
Hoofdredacteur van “Argus”.
Pseudoniemen: Jan de Brugghenaere, Jan van Crusweghen, Jan van Elfen, Hans Ranke
BIOGRAFIE
29 april 1920: Geboren als Jan, Albert, Victor Jozef Van de Weghe te Halle (Brabant). Zijn werken verschenen echter onder de naam Jan van den Weghe
- Medard-Jules Van den Weghe, vader van de schrijver, heeft in februari 1938 als schepen van onderwijs van Halle niet met zijn christen meerderheid meegestemd in een motie om de straatnaamborden weer tweetalig te maken. Hij is ze na installatie zelfs gaan overschilderen.
LITERAIR TALENT ZOEKT WEG VIA POËZIE EN THEATER
1940-1945
Bij het uitbreken van de tweede wereldoorlog is Jan Van den Weghe wachtmeester bij het eerste regiment van de Gidsen.
Na zijn demobilisatie in juni 1940 gaat hij aan de slag als bediende bij de Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling en Werkloosheid.
1943: Wordt bediende van de dienst bevolking in het stadhuis van Halle. In november 1943 neemt hij echter ontslag en duikt onder om te ontsnappen aan de verplichte arbeidsdienst in Duitsland.
Dat is wel raar want tijdens de tweede wereldoorlog publiceerde Van den Weghe een handsvol gedichten en recensies in het invloedrijke weekblad Volk en Kultuur en in het literaire tijdschrift Westland. Hij blijft dit doen onder eigen naam tot in de zomer van 1944.
Beide bladen waren opgericht na de Duitse bezetting en geven een goed beeld van de culturele collaboratie.
Van den Weghes toenmalige gedichten getuigen van een volksverbonden poëtica, zijn recensies verraden zijn extreem nationaalsocialistische voorkeuren. Enige antisemitische inslag was hem niet vreemd.
Van den Weghe heeft nooit op dit bescheiden oorlogsverleden enige commentaar gegeven, zelfs niet in zijn autobiografische romancyclus Anker en zon (1984-1986).
Schreef in deze periode eveneens een tweetal poëziebundels: Salto Mortale (1943) en De toren van Babel (1944).
Op het vlak van theater verschijnt in 1944: Theophilus. Tragedie in vijf bedrijven.
1945: Vlak na de bevrijding engageert Van den Weghe zich onbezoldigd als acteur en auteur bij het Schooljeugdtheater van Savenberg.
In deze periode publiceert hij in diverse tijdschriften gedichten onder allerlei pseudoniemen: als Jan de Brugghenaere in De Faun (1945) en Arsenaal. Tijdschrift voor Letterkunde (1945-1946-1947), als Jan van Crusweghen in Arsenaal (1946), als Jan van Elfen in Arsenaal (1946), als Hans Ranke in Golfslag (1946).
1947: Treedt in dienst als redacteur bij de krant De Standaard. Louis de Lentdecker vermeldt hem in zijn mémoires als een fijne collega.
1951: Is betrokken bij oprichting en de redactie van het tijdschrift tijdschrift De Meridiaan : tweemaandelijks tijdschrift voor kunst en letteren, een niet onbelangrijk tijdschrift gesticht door Clara en Gentil Haesaert. Het tijdschrift, waar hij naast Clara Haesaert, Hugo Walschap, en Maurice Wyckaert in de redactie zit, zou zes jaargangen tellen ( jrg. 1, nr. 1 (mei-juni 1951)-jrg. 6, nr. 3-4 (april 1960).
- De Meridiaan stelde geen programma voorop. Iedere talentvolle jongere die iets te zeggen had, hoe, wat en waarom dan ook kreeg daartoe de kans. Het wilde een tijdschrift zijn voor literatuur en voor plastische kunsten.
KOLONIAAL AMBTENAAR
Op 22 december 1952 stapt Jan Van den Weghe te Melsbroek op een vliegtuig dat hem naar Leopoldstad brengt.
- Van den Weghe is in mei 1952 gescheiden van zijn eerste vrouw en begint aan een emotioneel avontuur. Zijn nieuwe liefde, die hij naar Congo is gevolgd, pleegt in 1965 zelfmoord. Hij hertrouwt in hetzelfde jaar, scheidt in 1981 en treedt enkele maanden later opnieuw in het huwelijk met zijn eerste echtgenote, die hem tot het sterfbed bijstaat.
1952-1960: Verblijf als koloniaal ambtenaar – conseiller pédagogique – in voormalig Belgisch Kongo. Hij was er was werkzaam in het onderwijs.
1952: Meteen na zijn aankomst neemt hij de leiding van de eerste Nederlandstalige boekhandel in Leopoldstad: ‘Boekhandel Flandria’.
Begin 1954 richtte hij te Elisabethstad (thans Lumumbashi) in Belgisch Congo het onafhankelijke weekblad “Standpunten” op, dat overkop gaat in het najaar van hetzelfde jaar wegens wegvallende reclame-inkomsten.
- Van den Weghe treft in Belgisch Congo een uitgesproken Vlaamsgezind circuit aan. Rond het tijdschrift ‘Band’ en de ‘Vlaamse Vriendenkring’, dat zowel in Congo als in de protectoraatsgebieden Ruanda en Urundi invloed had, bevinden zich tal van Vlamingen die hardop droomden van een nieuwe Vlaamse culturele ruimte, een Vlaams-midden Afrika met eigen cultuur en literatuur.
- De voorzichtige politiek van Band zint Van den Weghe evenwel niet. Hij acht de tijd rijp voor forsere stellingen en richt daarom het tijdschrift ‘Standpunten’ op, dat aanvankelijk de medewerking van heel wat Vlaamse schrijvers krijgt.
- Jan Van den Weghes onafhankelijke Standpunten komt vrij vlug in aanvaring met de koloniale spreekbuis van het zeer machtige Algemeen Christelijke Vakverbond (ACV), het tijdschrift De Week van Belgisch Kongo. Het was overigens de ACV-drukkerij in Leopoldstad die zowel productie als de reclameregie van beide tijdschriften verzorgde.
Januari 1956: De failliete journalist krijgt een tijdelijke betrekking aan het Koninklijk Atheneum van Usumbura. Jan Van den Weghe is alweer een illusie armer.
1960: Bij de machtsoverdracht, keert hij terug naar België en wordt docent aan het Hasselts Hoger Pedagogisch Instituut.
Het brutale slot van her koloniale tijdperk en de gruwelijke gebeurtenissen van juli 1960 zal nog jaren later velen aan het schrijven zetten. Onder de bekendste namen: de missionaris Raf Van de Linde, Daisy Ver Boven, Albert Van Hoeck, Paul Brondeel en Jef Geeraerts.
TERUG IN BELGIË: SCHRIJVER VAN ROMANS, WAARVAN ER EEN AANTAL DE KOLONIALE PROBLEMATIEK BEHANDELEN.
1963: Debuteert met de koloniale roman En elke dag rees weer de zon.
- Wordt in 1965 door Melle Orellou vertaald in het Frans onder de titel Chaque jour se levait le soleil.
1964: In Offerhonden van stro – zijn tweede roman- ontrafelt Jan van de Weghe psychologisch de groeiende genegenheid tussen de Franse plantageopzichter Marcel en de inlandse verpleegster Maria. Via flashbacks, droomfragmenten en gebruik te maken van innerlijke monoloog, laat hij ons een verhouding meebeleven die ‘iets teders, iets oneindig liefs, iets uiterst broos’ (p. 104) heeft. Maar die betovering van het ‘horen, voelen, fluisteren, lispelen, strelen, beven’ (p. 104, p. 185) blijkt ook een ondergrond van onzekerheid te hebben.
Uit: Ons Erfdeel. Jaargang 29. Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer 1986 Een kwarteeuw Afrika-literatuur in Vlaanderen (1960-1985) Julien Vermeulen Ons Erfdeel. Jaargang 29 • dbnl
1972: De experimentele roman Djiki-djiki – tevens zijn laatste koloniale roman – beschrijft de sluipende aftakeling van de koloniale orde.
- Een reeks krantenberichten, verkiezingspamfletten, uittreksels uit boeken over Congo, brieven, dialogen, flash-backs en uittreksels uit dagboeken, toont ons het klimaat van de jaren 1959-1960, de omgeving waarin een man en een vrouw hun moeilijke verhouding proberen uit te bouwen. Wanneer de Congolese onafhankelijkheid een realiteit is geworden, sluiten ze in paniek aan bij de grote uittocht, maar voor de grens bereikt wordt, komt de vrouw om in een vuurgevecht. Woorden als ‘haveloos, verwilderd, doodsbang, verdoofd, versteend, zinloos, versuft, weerloos’ (p. 389, p. 390, p. 403) creëren de stemming waarin de man Afrika verlaat.
Uit: Ons Erfdeel. Jaargang 29. Stichting Ons Erfdeel, Rekkem / Raamsdonksveer 1986 Een kwarteeuw Afrika-literatuur in Vlaanderen (1960-1985) Julien Vermeulen Ons Erfdeel. Jaargang 29 • dbnl
Echte literaire doorbraak blijft uit, maar hij is niet te stoppen.
Tijdens de jaren zeventig wordt hij redacteur van het tijdschrift Heibel.
1978: Samen met Roger Vanbrabant richt hij een nieuw literair tijdschrift op: ‘Argus. Tweemaandelijks literair tijdschrift voor België en Nederland’.
Hoofdredactie: Jan van den Weghe, Ton Luiting Secretaris-penningmeester: Roger Vanbrabant Redactie: Pieter Aerts, Paul Haimon, Jan Kooistra, Gie Luyten, André Philippaerts, Willem M. Roggeman, W.A. Sinninghe Damsté, Lisetta Stembor, Maurice Trippas, Julia Tulkens, Roger Vanbrabant, Eugène van Itterbeek Redactiesecretariaat België: Argus, Hasseltsesteenweg 73, 3800 Sint-Truiden Redactiesecretariaat Nederland: Argus, J.H. Meijerstraat 23, 1214 NG Hilversum1979: Verhuist naar Sint-Truiden.
Midden jaren tachtig verzeilde hij in de redactie van Diogenes.
November 1987: Afscheidsvers
Ik droomde veel, maar zie hoe vaak ik faalde. Er komt opeens een eind aan al mijn zoeken en wat ik zocht staat daar in al mijn boeken26 maart 1988: Overlijden te Attenhove
Addendum: Op dit kaartje van voormalig Belgisch Congo waarop is aangegeven in welke regio verschillende schrijvers – waaronder Jan van de Weghe – actief waren. Het kaartje is van de hand van Julien Vermeulen en werd gepubliceerd in het themanummer van het Tweemaandelijkse Tijdschrift Vlaanderen nr 225 jg. 38 (1989) nr 2.
Voor vergroting en helderheid => klik op het kaartje !
MEER OVER JAN VAN DEN WEGHE
- Gert Brichau. “Jan Van Den Weghe: agnosticus voor het leven”. In: Hallensia, 11, 2, april-juni 1989, 19-26;
- Raymond Clement. “Jan Van den Weghe, kreatie door aliënatie, niet door Halle,… alhoewel?!” In: Hallensia, 10, 4, oktober-december 1988, 2-16:
- Roger Vanbrabant. “Tussen de regels”. In: Dietsche Warande en Belfort, 72, 7, 552-554;
- Rik Wouters. ““Zij hoeven niet te weten, hoe ik treur. / Alleen in mijn gedichten bloedt de wonde.” Of Hoe Jan van den Weghe levensproblemen en ellende van zich afschrijft”. In: Hallensia, 6, 4, oktober-december 1984, 19-26.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
Referenties
- Harold Polis, Jan van den Weghe (1920-1988). In: Zacht Lawijd nummer 3, mei 2002, pp. 47-57
BEKRONINGEN
- 1947: Prijs van De Gids” voor het verhaal Narkissos
- 1950: Prijs van Brabant voor Poëzie , eerste prijs, voor de niet uitgegeven dichtbundel Het vat der Danaïden.
- 1950: Prijs van de provincie Limburg voor Poëzie, tweede prijs, voor de niet uitgegeven dichtbundel Het vat der Danaïden.
- Het vat der Danaïden” uit 1962 bevat verzen uit het bekroonde werk. (…) Er werden andere gedichten aan toegevoegd.
SMAAKMAKER
SALDO
Al die jaren heb ik in mijn rol geloofd. Ik ben er gewoon in opgegaan. Ik heb me met mijn rol geïdentificeerd. Ik was de directeur, niet alleen op school, meer thuis, op straat, in de kerk, in de winkels, tijdens de jaarlijkse vakantie aan zee, in mijn wagen achter het stuur, in de badkamer, in het echtelijk bed. In het begin viel dat niet altijd mee. Je moet je voortdurend beheersen. Er komt wel wat bij te pas. Je hebt je een beeld gevormd van de ideale directeur en je streeft naar volmaakte congruentie tussen dat beeld en jezelf. De ideale directeur. Competent, stipt, bedachtzaam, wilskrachtig, vasthoudend, begeesterend, sociaal voelend, rechtvaardig, onkreukbaar, minzaam, onverstoorbaar, met gevoel voor humor en een verbazingwekkende werkkracht. De perfectie is niet van deze wereld, maar ik heb het een heel eind geschopt op de moeilijke weg van de zelfvorming.
Uit: Werk van nu, 1965.
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
Na het chronologisch overzicht volgt een beknopt overzicht van het van het werk van Jan van den Weghe: Poëzie – Proza – Vertaalde roman – Toneel. De rubriek ‘Ander werk’ groepeert de onuitgegeven toneelstukken, het werk voor radio en televisie en enkele essays.
Tot slot geven we enkele referenties van artikels gepubliceerd in de tijdschriften Volk en Kultuur, Westland en Argus.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij:
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
BEKNOPT BIBLIOGRAFISCH OVERZICHT PER GENRE
POËZIE
- Salto mortale, Hallensia, Halle, 1943;
- De toren van Babel, De Bladen voor de Poëzie, Brussel, 1944;
- Het vat der Danaïden, Justus Lipsius, Brussel, 1962;
- Tussen de regels, Heideland-Orbis, Hasselt, 1977;
- Oogappel uit Sodom, Orbis en Orion, Beveren, 1980.
PROZA
- En elke dag rees weer de zon. (koloniale roman) – 1963
- Offerhonden van stro. (koloniale roman) – 1964
- Kinderen van Kongo. (verhalen) – 1965
- Een korrel zand. (verhalen) – 1966
- Het huis boven de melkweg (roman) – 1967
- De leeuwekuil, Verbeke-Leys, Brugge, 1968;
- De ontmoeting in Eldorado, De Standaard, Antwerpen, 1970;
- Moord in het viermeisjeshuis. (misdaadroman) – 1971
- Djiki-djiki (koloniale roman) – 1972
- Boven en onder de evenaar. (verhalen) – 1973
- Liefde en avontuur in Midden-Afrika (omnibus – koloniale romans) – 1973 Bevat: Offerhonden van stro en En elke dag rees weer de zon;
- De dood van Jeremia. (verhaal) – 1973
- Saldo. (roman) – 1975
- Een wilgegroen Opeltje. (roman) – 1977
- Operatie Noach. (thriller) – 1979
- De vlieg en andere verhalen. (verhalen) – 1980
- Het kristallen paleis. (roman) – 1984
- De furiën. (roman) – 1986.
“Het kristallen paleis” en “De furiën” zouden deel uitmaken van het vierdelige “Anker en zon” dat er door het overlijden van de schrijver nooit gekomen is.
VERTAALDE ROMAN
- Chaque jour se levait le soleil, Presse de la Cité, Parijs, 1965.
TONEEL
- Theophilus, Tragedie in vijf bedrijven. – 1944
ANDERE WERKEN
- 16 niet in boekvorm gepubliceerde toneelstukken, o.m.: Elonka, De twee broeders, Het Spook heeft geen succes, De onrechtvaardige rechters, Ik ben niet van hier, Zet haar niet op een altaar, Mary Stuart, Kalulu, De mulat, Het geluk is overal, Payerwater (moderne transcriptie van een oude klucht), De aardse symfonie (wel duizendmaal opgevoerd in Vlaanderen), De weg naar Lete, De man van Kapernaüm (Judas).
- Luisterspelen: Een boot legt aan, De Bungalow, De Vlieg.
- In opdracht van de B.R.T.:
- ‘Wie heeft Jessie Davis vermoord?’ (radio-feulleton in 22 delen).
- ‘Al moesten de kraaien het uitbrengen’ (radio-feulleton in 34 delen).
- Essays en wetenschappelijke publicaties, o.m.:
- Doodsgedachte en zelfmoord in de literatuur
- De fenomenologische psychologie en haar wijsgerig-antropologische achtergrond
- Aspekten van het kreatief proces
- Literair Bestiarium
- Over het antisemitisme
- Beeldende taal in het moedertaalonderwijs
- Over het verschijnsel literatuur
- J. Van den Weghe vertaalde voor de B.R.T. ook een twintigtal luisterspelen.
- Werk van hem werd vertaald in het Frans, Engels, Duits en Grieks.
In tijdschriften
1942 | Een bundel strijdgezangen. (recensie) Recensie van de bundel ‘Zangen voor mijn land’ (steenlandt, 1942) van Blanka Gijselen | Westland I (1942-1943) pp. 743-746 |
1943 | Een duo bij toeval. (recensie) Bespreking van ‘Het boek van Mandineke’ van Johan de Maegt en ‘Boerenjongens’ van Rijkaard Lod. Bauer. Beide boeken verschenen in 1942 bij uitgeverij De lage Landen. | Westland 2 (1943-1944) pp. 52 |
1944 | Drie vertalingen uit het Duits. (recensie)
Bespreking van ‘De herberg: In de eeuwige liefde’ van Walter Vollmer, ‘Het schutwoud ‘van Joseph Georg Oberkofler en ‘De kleine koning ‘van J.H. Fehrs. |
Westland 2 (1943-1944) pp. 440 |
1951 | Streng voorbehoud. (essay) Antwoord op Jan Walravens, ‘Phenomenologie van de moderne poëzie’, in ‘Tijd en Mens 2 (1951) , pp. 295-320. | Meridiaan I (1951), pp.18-29 |
1978 | De crisis van de Westerse cultuur. Pleidooi voor realiteitszin en verantwoordelijkheidsbesef. (essay) | Argus 1 (1978), p. 329-333, 424-429, en 521-529. |