Maakt deel uit van:De romantische school
JAN VAN BEERS
Antwerpen, 22 februari 1821-Antwerpen, 14 november 1888
Zeer populair en gewaardeerd dichter: heeft de verdienste de poëzie dichter bij het gewone volk gebracht te hebben. Lid van de Antwerpse Het Heilig Verbond en de Olijftak. Leraar aan de Rijksnormaalschool te Lier. Auteur van diverse pedagogische werken. Schreef het libretto voor Peter Benoits oratorium De oorlog (1873). Talentrijk redenaar en gevierd spreker. Als Antwerps schepen voor onderwijs zette hij zich in voor het Nederlands als voertaal in het onderwijs.
BIOGRAFIE
22 februari 1821: Geboren te Antwerpen in het St.-Andrieskwartier.
Men noemt hem soms “van Beers de oudere” om hem te onderscheiden van zijn zoon, Jan van Beers jr., de kunstschilder.
- Zijn vader Jan Bavo Van Beers was likeurstoker. Zijn moeder was Maria Teresia Van Meensel. Deze was te Houwaart geboren op 18 januari 1782 als dochter van Andries Van Meensel, koster te Houwaart, en van Anna Catharina Van Opdenbosch.
- Jan Van Beers heeft zijn vader nooit gekend. Deze stierf toen zijn zoontje amper drie maanden oud was. Moeder Van Beers bleef achter met vier dochters en een zoon. Zij zette dapper de stokerij voort tot zij in 1839 stierf.
Tot zijn 12de jaar volgt hij lager onderwijs bij meester Myin, waar hij vooral Frans-Nederlandse en Nederlands-Franse vertaaloefeningen te verwerken krijgt. Hij verkeert hier in goed gezelschap want meester Myin was lid geweest van het Tael- en Dichtlievend Genootschap dat in het geheim in 1803 was opgericht door de Nederlander Terbruggen en waartoe ook J.-F. Willems toegang had.
1833 – 1839: Middelbare studies in het toen franstalige Klein-Seminarie te Mechelen, gevolgd door 2 jaar filosofie (1840-1842) met de bedoeling priester te worden.
- Aanvankelijk dichtte hij als leerling van de poësis in het Frans, maar daar kwam verandering in onder de indruk van Hendrik Tollens’ poëzie en van Conscience’s Leeuw van Vlaanderen. Bij het verlaten van het Klein-Seminarie in 1841, was hij – althans in de schoolomgeving – reeds bekend als Vlaams dichter en Vlaamsgezind.
- Tijdens de prijsuitreiking van 1841 zorgde hij voor opschudding door in een Plaidoyer sur l’alliance de la Religien et des Arts zijn moedertaal te verdedigen.
- De priesterwens – die van zijn moeder uitging – ging echter niet in vervulling.
- Reeds in zijn gedicht Kermis in de hel (1840) verzet hij zich tegen bepaalde kerkelijke denkbeelden en het verfransingsproces in het Mechelse Klein Seminarie.
Oktober 1842: Leraar Nederlands aan het eveneens Franstalige college van Pitzemburg te Mechelen (later atheneum). Reeds na een jaar moest hij zijn leraarschap wegens een oogziekte opgeven.
1843: Zijn eigenlijke prille debuut betreft een ongebundelde lofdicht ‘Op de Schelde’, opgenomen in Nederduitsch Letterkundig Jaerboekje.
…
Ja, myn Schelde! ‘k min u teeder
Want gy zyt me als de oude vrind,
By wien onze smarte, tranen,
En onz’vreugd een glimlach vindt!
Ja, myn Schelde! Wieg myn bootje,
Wieg my zoetjes deze nacht!
Even als een moeder ’t wichtje!
Wiegt in de armen, wen ’t gezichtje
Van heur kind haer tegenlacht!
1844-1849: Vindt een nieuwe betrekking als onderbibliothecaris te Antwerpen, waar hij vriendschap sluit met onder meer de gebroeders Van Rijswijck en met Hendrik Conscience.
- 1844: wordt lid van de rederijkerslkamer den Olijftak
- Medio 1845: medestichter van de Vlaamse beweging De Toekomst die alle Vlaamse krachten politiek wilde bundelen.
- 1846: De toekomst reorganiseert zich en heet voortaan Het Heilig Verbond . Van Beers is er een tijdlang secretaris van. Het Heilig Verbond wil een Vlaamse partij oprichten met het oog op de komende gemeenteraadsverkiezingen. Dit mislukte door onderlinge vetes, waarbij hij partij koos voor zijn vriend Conscience.
1849-1860: Leraar aan de Rijksnormaalschool te Lier (na de hervorming van het Hoger Onderwijs in 1995 opgenomen in de Artesis Hogeschool Antwerpen). Hij legde zich toe op de Nederlandse taal- en letterkunde: zo publiceerde hij in 1852 een “Nederduitsche Spraekleer”, die vele vermeerderde drukken heeft gekend.
1850: Huwt Hendrika Mertens, dochter van de Antwerpse hoofdbibliothecaris.
1852: Geboorte van zijn zoon Jan die later -als Jan van Beers jr.- een bekend society-schilder zal worden.
- Jan van Beers jr. (1852-1927) zal na zijn Antwerpse academiejaren – waar o a Jef Lambeaux (1852-1908) een studiegenoot was – naar Parijs trekken. In het atelier van Alfred Stevens oogst hij veel succes met grote historische onderwerpen. Toch kiest hij vanaf 1880 ervoor om lucratieve hyperrealistische genretaferelen te schilderen voor de Parijse bourgeoisie. Rond 1889 bereikt zijn carrière een hoogtepunt.
1853: Debuut met “Jongelingsdroomen“, sentimentele poëzie over ongelukkige mensen. De bundel kreeg tijdens zijn leven 9 herdrukken (waarvan 8 in Nederland).
1854: Kon de bezoekers van het Taal- en Letterkundig Congres te Utrecht tot tranen toe ontroeren met de voordracht van zijn gedicht “De Blinde”. De tekst werd zowel in Antwerpen als in Utrecht apart uitgegeven.
1855: “Een Nieuwjaarsgedicht voor den arme“, dat in 1855 onder de titel “Blik door een venster” afzonderlijk wordt uitgegeven, verraadt de invloed van Tollens. Hij bewonderde Tollens zozeer dat hij, bij zijn dood in 1856, een dichtstuk op zijn graf als lijkkrans kwam leggen met de betuiging:
“En ’t was bij ’t luistren naar uw vollen toon, dat ‘k mij tot Neerlands taal,
mijn taal, bekeerde”.
1858: Bij H.J. Van Kesteren te Amsterdam verschijnt zijn tweede dichtbundel “Levensbeelden“. Hierin geeft hij blijk van een grotere aandacht voor de realiteit.
1860: Het historisch gedicht Jakob Van Maerlant , blijkt niet alleen een groot succes – hij wint met dit werk de Staetsprijskamp voor Poëzie – maar ook een krachtige bijdrage aan de heropleving van het Vlaamse bewustwording.
1860-1888: Leraar aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen. Publiceert een indrukwekkende reeks schoolboeken, en zet zich in om de Nederlandse taal een officiële basis te verschaffen.
1867-1875: Leraar declamatie aan de door Peter Benoit opgerichte Vlaams Conservatorium. Benoit gebruikte verschillende van zijn gedichten als basis voor zijn composities.
1869: Een derde dichtbundel “Gevoel en Leven”
1873: Première van het oratorium De Oorlog, door Peter Benoit op muziek gezet op basis van een libretto van Van Beers
1875-1888: Na de verkiezingen van 1875 zetelt hij (tot aan zijn dood in 1888) in de Antwerpse gemeenteraad. Hij wordt tevens schepen van onderwijs.
- Zijn zeer persoonlijke, meeslepende redenaarsgave, waren aan deze verkiezing niet vreemd. Ook via diverse publicaties (zie bibliografie) had hij grote invloed op gebied van onderwijs, literatuur en beeldende kunst.
- Als schepen van onderwijs zal hij ijveren voor de invoering van het Nederlands als voertaal in de scholen, ook aan het conservatorium (Het Vlaamsch in het onderwijs, 1876).
Als schepen van onderwijs zal hij ijveren voor de de vernederlandsing van het stedelijk onderwijs.
- Bekend is zijn pleidooi in de de gemeenteraadsvergadering van 16 mei 1876, later uitgegeven onder de titel Het Vlaamsch in het Onderwijs, waarin hij – met succes – opkwam voor de vernederlandsing van de zogenaamde betalende lagere jongensscholen te Antwerpen, maar met behoud van een grondig onderwijs in het Frans.
- Met zijn brochure Het Hoofdgebrek van ons Middelbaar Onderwijs, pleitte hij voor de vernederlandsing van de eerste middelbare leerjaren, uitmondend in hogere middelbare leerjaren met gedeeltelijk Frans als onderwijstaal. In zijn voortvarendheid veroorzaakte hij hiermee een scheuring in het bestuur van het Willemfonds, waarbij de radicalere leden (Max Rooses, Julius Sabbe, Alfons Prayon-van Zuylen) Van Beers steunden, doch de gematigder leden het voorstel als te ingrijpend afwezen. In 1880 bekende Van Beers zich schuldig aan deze twist.
In 1873 en 1884 : Zijn verzamelde gedichten verschijnen in een gebonden (1873) en een volkse uitgave (1884) te Gent bij Uitgeverij Hoste.
1884: Verschijnt zijn laatste bundel “Rijzende Blaren“, die in 1885 bekroond wordt met de vijfjaarlijkse prijs voor de Nederlandse letterkunde in België.
14 november 1888: Overlijden van Jan Van Beers te Antwerpen.
In 1873 en 1884 verschijnen er volkse uitgaven van zijn verzamelde gedichten te Gent (Hoste,Gent-262p.) en te Rotterdam.
1884: Zijn laatste bundel “Rijzende Blaren“rolt van de drukpersen. In 1885 wordt de bundel bekroond met de vijfjaarlijkse prijs voor de Nederlandse letterkunde in België.
14 november 1888: Jan Van Beers overlijdt te Antwerpen. Zijn laatste rustplaats vindt hij op het Schoonselhof te Antwerpen.
- Het grafmonument voor Jan Van Beers bevindt zich op perk Z1, rij B. Het werd op stadskosten overgebracht van de in 1936 gesloten Kielbegraafplaats.
Epiloog
15 augustus 1892: Inhuldiging van een herdenkingsmonument voor de dichter Jan Van Beers, naar een ontwerp door de architect Paul Hankar en de beeldhouwer Alfred Crick.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Jan Van Beers – Wikipedia
- DBNL . Th. Coopman en L. Scharpé, Geschiedenis der Vlaamsche …
- Van Beers, Jan – NEVB Online
Referenties
- Ada Deprez, Bouwstenen voor een geschiedenis van de 19de eeuwse Vlaamse poëziebeoefening (van Willems tot De Mont) in: Ada Deprez: Walter Gobbers; Karel Wauters (red.): Hoofdstukken uit de Vlaamse letterkunde in de 19de eeuw. Deel 3. KANTL Gent 2003 pp. 184-185.
- Verschaeren, ‘Beers, Jan van’, in NBW, XII, 1987.
SMAAKMAKER
Wanneer ik slapen zal
Uit: Gedichten 1885
Wanneer ik slapen zal in ’t graf, Ijskoud, zwijgend, onbewogen, In mijn doodskist vastgeschroefd, Van eeuwig-donkeren nacht omtogen; An, als daarboven, in ’t lentelicht, Bloemen en bladeren weer ontspruiten, Wijl in den treurwilg over mijn hoofd, De vogels van lust en liefde fluiten; Zal er dan, in dien zonneschijn, Bij al dat frisch opborrelend leven, Niets meer, niets van wat ik was, Mede genietend, mogen zweven ? En –Vrouw ! – als we eindelijk allebei, In de eigenste groef ter rust gedragen, Weer liggen en sluimeren zij aan zij, Gelijk we daarboven in ’t echtbed lagen; En, als, bij zonnenondergang, De kinderen versche bloemen brengen, En licht daarover een stillen traan Van liefderijk herdenken plengen; Of, als zij treurig tot elkaar Fluisteren: “waar nog zijn ze te vinden, Die op aarde hun leven lang, Beminnen gelijk die twee beminden ?” Zal er dan uit ons stilstaand hart Geen vonk van d’ouden gloed ontspringen Die, lichtend en warmend, van mij tot dij, Van dij tot mij door ’t graf komt dringen ? En, als der kinderen kinders dan, Die lichtkroon onzer oude dagen, Met pruilend mondjen en vochtig oog, Bij ’t huiswaartskeeren den ouderen vragen: “komt nu grootva nimmer weer Vertelsels vertellen en liedjes zingen ? En brengt ons zoete Grootmoe nooit Meer speelgoed mee of lekkerdingen ? Zal er dan niets meer, niets van ons Zich mogen aan d’ ijzeren nacht ontrukken, Om op die hoofdekens, bruin en blond, Onzichtbaar nog eenen kus te drukken ?
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografie bestaat uit drie rubrieken:
- Chronologisch overzicht van de in boekvorm gepubliceerde literaire werken (een paar vroege stukjes uitgezonderd)
- Chronologisch overzicht van de pedagogische werken
- Beknopt overzicht per genre
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
- Chronologisch overzicht: literaire werken
2. Pedagogische werken
BEKNOPT OVERZICHT PER GENRE
LITERAIR WERK
- 1846 Graef Jan van Chimay, eene geschiedenis uit de XVe eeuw
- 1849 Frans de Hakkelaer
- 1851 Bij den dood van Hare Majesteit de Ludovica-Maria, Koningin der Belgen
- 1853 Jongelingsdroomen
- 1854 De Blinde
- 1855 Blik door een Venster; Een nieuwjaersgedicht voor den arme.
- 1855 Een Zwanenzang.
- 1856 Lijkkrans voor Tollens
- 1857 Bij de 25e verjaring van ’s Konings inhuldiging
- 1858 Levensbeelden. Poezy.
- 1859 De Stoomwagen. By de 25ste verjaring van de instelling der spoorwegen in België.
- 1859 Martha de Zinnelooze. Naar het Provençaelsch van Jasmin.
- 1860 Jacob van Maerlant
- 1869 Gevoel en leven
- 1879 Jan van Beers’ gedichten, volksuitgave
- 1883 Een Droom van ’t Paradijs
- 1884 Rijzende blaren, Poëzie, met penteekeningen van Jan van Beers zoon
- 1884 Jan van Beers’ gedichten, volksuitgave
- 1885 De oorlog, in de orkestpartituur van Peter Benoit
- 1885 Feestzang bij het openen der Wereld-tentoonstelling
PEDAGOGISCH WERK
- 1852 Nederlandsche spraakleer
- 1864 Handleiding tot het onderricht der Nederlandsche Spraakleer
- 1864 Grondregels der Nederlandsche spraakleer
- 1864 Oefeningen op de grondregels der Nederlandsche spraakleer
- 1872 Keur van dicht- en prozastukken, ten gebruike van Lager, Normaal en Middelbaar Onderwijs.
- 1881 Eerste lees- en leerboek voor de studie van den Nederlandschen stijl, ten gebruike van Lager, Normaal en Middelbaar Onderwijs
- 1885 Voorhof der letterkunde. Lees- en leerboek voor Lager en Middelbaar Onderwijs
REDEVOERINGEN
- 1876 Het Vlaamsch in het onderwijs. Redevoering uitgesproken in den gemeenteraad van Antwerpen
- 1879 Het hoofdgebrek van ons middelbaar onderwijs
- 1883 Toespraak bij de onthulling van Hendrik Consciences standbeeld op 13 augustus 1883 te Antwerpen