Maakt deel uit van:vrouwelijke auteurs
Rose Gronon
Antwerpen, 16 maart 1901 – Antwerpen, 16 september 1979
Pseud. van Marthe Bellefroid
Schrijfster van novellen, verhalen en romans. Schreef ook toneel (Anders, 1972), televisiespelen, hoorspelen en jeugdboeken.
Onder het pseudoniem Rose Gronon, de naam van haar grootmoeder aan moeders kant, werd zij bekend in de Nederlandstalige literatuur. Als Bella van Wildert publiceerde ze vooral verhalen voor kinderen.
BIOGRAFIE
16 april 1901: werd als Marthe Bellefroid geboren te Antwerpen (in een smal hoog herenhuis in de Lange Beeldekensstraat 44) aan de rand van de Seefhoek.
- Vader, Guillaume Bellefroid, is douanebeambte, Limburger, zoon van een bakker uit Hasselt. Moeder, Adophine Dandois, is de dochter van een smid afkomstig ui het Waals-Brabantse Marbais en van een Parijse naaister, Eugénie Gronon, die nooit één woord Nederlands heeft willen leren.
- Ze groeit op in een voor die tijd typisch bourgeoismilieu, waar men het deftige Frans als voertaal verkoos boven de taal van het volk, het Nederlands.
- Na haar lagere en middelbare school studeerde zij verder aan het ‘Institut supérieur pour desmoiselles’ en behaalde daarna het diploma van regentes aan de Nederlandstalige afdeling van het ‘Institut Isabelle Gatti de Gamont’ te Brussel, waar zij ondermeer les kreeg van Maurice Roelants.
1920: Behaalt het diploma van ‘regentes’ (lerares middelbaar onderwijs).
1920 tot 1930: Onderwijzeres, eerst aan de lagere school op het Stuyvenbergplein, dan aan die van het Deurneplein en later nog aan die van de Lange Beeldekensstraat, allemaal op de Seefhoek;
Schrijft een roman in het Frans, die in 1957 in een bewerkte versie als Sarabande in het Nederlands verschijnt.
1924: Adolphine Bellefroid-Dandois, de moeder van Rose Gronon overlijdt.
1930: Doceert opvoedkunde en kinderpsychologie aan de Stedelijke Lagere Normaalschool voor Meisjes te Antwerpen.
1933: Wordt verliefd op een politicus, gehuwd, tien jaar ouder dan zij, die ze ‘Rodja’ noemt, naar de hoofdpersoon uit Schuld en Boete.
1934-35: Maakt kennis met feministische lectuur: De Maatschappelijke Ontwikkeling en Bevrijding der Vrouw (1914) van Henriëtte Roland Holst-van der Schalk en De moderne vrouw en haar tekort (1921) van Ina Boudier-Bakker.
1934-50: Innige verhouding met ‘Rodja’. Tussen 1934 en 1939 ontstaat er tussen beiden een uitvoerige correspondentie van een honderdtal brieven. (Rose Gronon schrijft in het Frans, ‘Rodja’ in slecht Nederlands).
1934-midden 1936: Onder invloed van haar verliefdheid houdt ze een dagboek bij (in haar moedertaal het Frans).
1936: Guillaume Bellefroid, de vader van Rose Gronon, overlijdt.
1935-1939: Publiceert onder haar eigen naam, Marthe Bellefroid, bij Ed. de la Phalange in Brussel.
- 1936: Debuteert met de in het Frans geschreven, onopgemerkt gebleven, novellenbundel ‘Chandeleur’, gepubliceerd onder haar eigen naam.
1936: Bellefroids debuut, de novellenbundel Chandeleur, viel vrijwel samen met het begin van haar ‘verboden’ verhouding. Onder eigen naam publiceerde ze enkele verhalenbundels en twee romans in het Frans, de taal waarin ze was opgevoed.
- 1938: Novellenbundel ‘Colloque nocturne’.
- 1939: Roman ‘Anne-Marie de Wuestenraedt’ (in 1987 vertaald door Luc Daems).
- 1950: Le livre d’Arnd Le livre de Claudius (roman)
Vooral Le livre d’Arnd Le livre de Claudius , een tweedelige cyclus die in Zwitserland verscheen, werd bejubeld. Een recensent bestempelde het werk als ‘Un des plus beaux romans du vingtième siècle’. De Duitse vertaling van hetzelfde boek (Im Geheimnis sind wir verbunden) kreeg het predicaat ‘Weltliteratur’ mee. Jammer genoeg was het commerciële succes van Bellefroids werk in het buitenland niet even groot als de kritische bewondering ervoor.
1942: Omdat er teveel kleuteronderwijzeressen zijn werd de Stedelijke Lagere Normaalschool voor Meisjes te Antwerpen wordt de school opgeheven en wordt ze bevorderd tot inspectrice in het kleuteronderwijs.
Schrijft een lang essay over de situatie van de moderne vrouw: “La situation de la Femme Moderne” (170 getypte bladzijden gedateerd onderaan Anvers 8/42) . De reactionaire opvattingen daarin wijzen er volgens Luc Daems op dat het waarschijnlijk ingediend werd als verhandeling voor haar nieuwe aanstelling als inspectrice.
1943: Krijgt een parttime job als lerares geschiedenis, maar blijft ook inspectrice.
1945: Omdat zij tijdens de oorlog ambtsbevordering had aangenomen, wordt ze verdacht van propagandavoering. Ze wordt na de bevrijding ontzet uit haar burgerrechten en verliest haar werk.
- Verblijf in de noordelijke grensgemeente Wildert, waar ze tijdens de bombardementen op Antwerpen door Duitse V-bommen ook had gewoond.
- Begint weer te schrijven in het Frans, ‘uit pure woede’ zoals ze aan Joos Florquin vertelt: Le livre d’Arnd.
1945-47: Eugène de Bock bezorgt haar voor twee jaar werk in zijn uitgeverij ‘De Sikkel’. In 1947 bepleit zij haar zaak bij de schepen van onderwijs van de Stad Antwerpen. Ze krijgt wachtgeld en vervolgens pensioen. Bij ‘De Sikkel’ neemt ze vervolgens een paar maanden ‘verlof–zonder-wedde’ en ze gaat in Villars Zwitserland, les geven aan rijke, moeilijk opvoedbare kinderen.
1950: Stuurt Le Livre d’Arnd in voor de Prix Veillon, een Zwitserse literaire prijs voor Fransschrijvende buitenlanders. Het boek wordt niet bekroond maar wel uitgegeven in twee delen (1951, Nouvelle bibliothèque, La Chaux-de-Fonds)
Onder de pseudoniem Bella van Wildert schrijft ze Rondedansje om het jaar (teksten bij plaatjes in een leesboekje voor kinderen)
1951: Op aanraden van Eugène de Bock en vooral Filip de Pillecijn (toen lector bij De Clauwaert) begint zij vanaf 1951 in het Nederlands te schrijven.
1954: Publiceert onder de pseudoniem Rose Gronon:
- Orso : historische roman, gesitueerd in de 14de eeuw, bewerking van een paar jaar eerder geschreven Franse tekst ‘Les ronces de la couronne’
- De late oogst : novelle, romantisch liefdesverhaal ingebed in een tragische episode uit de 16de eeuw, het Beleg van Antwerpen. Refereert aan de repressie na de Tweede Wereldoorlog. Bewerking van een Frans manuscript ‘La lune de la Moisson’.
De schuilnaam ‘Gronon’ ontleent ze aan haar grootmoeder. Met dat pseudoniem wil ze o.m. afstand scheppen tussen het reeds gepubliceerde Franstalige werk, dat ze onder haar eigen naam had uitgegeven.
1955: Publicatie van de novelle De groene dijk naar een oorspronkelijk verhaal dat bijna 20 jaar in portefeuille was gebleven als ‘La Digue Verte’.
Er verschijnt nog één Franstalige roman Le petit Cheval Blanc bij Editions de la Baconnière Boudry te Neuchâtel in Zwitserland, waarna ze onder het pseudoniem Rose Gronon – definitief overstapt naar het Nederlands en aan een tweede literaire carrière begint.
- Een ingekorte versie van deze roman zal trouwens in 1959 in het Nederlands verschijnen onder de titel ‘Ik zal leven’ (Leuven Clauwaert 1959)
1 december 1959: Op de nationale zender is haar Venetiaanse legende De Drie Heiligen als luisterspel te horen, een verre voorbode van haar veel latere novelle Venetiaanse herfst (1971) .
1960-1965: Levert – onder pseudoniem B.W. – de tekst voor het stripverhaal ‘De perikelen van Appelsientje’, over het rosse katje Appelsientje, in de kinderrubriek van het weekblad Vrouw en huis.
In het interview uit 1970 met Joos Florquin, ‘Rose GrononLange Beeldekensstraat 44, Antwerpen’ , in: Ten huize van… 6 , zegt ze daarover:
“Ik heb veel kinderverhalen geschreven voor het nu niet meer bestaande weekblad Vrouw en huis, o.a. veel stripverhalen in kleur over de lotgevallen van het rosse katje Appelsientje en haar veelsoortige familie. Die waren bijzonder pittig geïllustreerd. Er zijn er zo wel een 200 geweest. Ik vind het jammer dat die nooit in een album werden uitgegeven. Maar welke uitgever wil zich daarover ontfermen!”
“De perikelen van Appensientje” werden getekend door Mevr. J. Favoreel.
Overigens schreef Rose Gronon ook kortverhalen voor dat tijdschrift steeds ondertekend met B.W.
1962: Publicatie van De ramkoning, wellicht haar meesterwerk, waarmee ze definitief bij het grote publiek doorbreekt.
- Bijna al het werk van Gronon is gebaseerd op historische stof, De terugkomst van Agamamnon uit de Trojaanse oorlog en de de woede van Klytaemnestra omdat Agamemnon hun dochter Ifigeneia heeft geofferd om ee gunstige wind voor de oorlogsvloot af te smaken. Gronon gebruikt die historische context om algemeen menselijke problematiek aan de orde te stellen en vooral om te laten zien hoe de vrouw door de eeuwen heen onderdrukt werd. Vaak laat ze dat ook zien in een verstoorde vader-dochterrelatie of door de problemen van zelfstandige vrouwen te beschrijven.
- Van alle vrouwelijke figuren uit het oeuvre van Gronon is Klytaimnestra uit ‘De ramkoning’, de meest exemplarische. In deze roman, tracht het ik personage (Klytaimnestra) in een grote flashback de moord op haar echtgenoot Agamemnon te rechtvaardigen. Ambitieuze trots leidt de ontknoping in:
Ik stuur de meiden weg, ik kleed me alleen aan. Ik strijk de roodste zalf op mijn mond, ik schilder mijn oogleden goud. Ik neem de zwaarste kroon, ik kies met veel zorg de rijkste juwelen uit. Als Agamemnon me ziet, zal hij de meesteres van Mykene zien, niet een kruipende, bange vrouw. Ik ga, schitterend als de zon, mijn ondergang tegemoet. Ik luister naar het huis, dat suist als een bijenkorf, zodra de bijen voelen, dat de koningin ze verlaten wil.
1964-1965: Rose Gronon schrijft meerdere verhaaltjes voor kinderen in een reeks getiteld: Goudenregen. Een serie leesboekjes voor de lagere school.
1968: Gronon waagt zich aan toneelwerk.
- Anders, een gezinsdrama rond de moederbinding, werd gecreëerd door het Brussels Kamertoneel in 1967, en geregisseerd door Johan Van der Bracht. Na het B.K.T. studeerden ook het Augustijnertheater-Antwerpen en Atelier-theater-Deurne het stuk nog in, respectievelijk in de regie van Luc Brauwers en Jos Marchand. Het dominerende literaire element van voorheen had in dit spel de plaats geruimd voor de dramatische curve: de onderscheiden opvoeringen werden gunstig onthaald door pers en publiek.
- De Maan van de Lente is een herwerkte versie van haar eersteling Het werd door K.N.S.-Antwerpen in première gebracht (regie Walter Claessens) en dit in het kader van het Internationaal Theaterfestival 1974.
- Het vierde toneelstuk van Rose Gronon Het Huis van don Joaquin werd geïnspireerd op haar eigen novelle De Man die Miguel heette. De eerste opvoering van Het Huis van don Joaquin door het R.V.T. onder regie van Rik Jacobs, in de zomer van 1971 op de unieke binnenplaats van het Rubenshuis te Antwerpen, werd door de toneelkritiek niet enkel gunstig onthaald maar meteen als het beste stuk van Rose Gronon geprezen.
1965- 1970
Op 20 december 1970 neemt Rose Gronon afscheid van haar radioluisteraars. Gedurende een periode van nagenoeg vijf jaar heeft ze voor Kroniek van de Dag bijna 130 stukken geschreven en gelezen voor de radio.
In de jaren 1970, reisde ze graag en veel, o.m. naar de Ardennen, Duitsland, Engeland (1973), Italië (1974, 1975, 1976), Spanje (1972, 1975, 1978) en Turkije (1972, 1976); Over vele van deze reizen zal ze in de Vlaamse kranten verslag doen.
1970: Bijna alle bepalende motieven uit het oeuvre van Rose Gronon keren terug in de uitgesproken autobiografische roman Iokasta (1970).
- Louise, het alter ego van de auteur, reconstrueert daarin de teloorgang van haar familie. Nergens bij Gronon wordt de tegenstelling tussen de wereld van het solitaire kind en die van de volwassenen zo scherp uitgetekend als hier. Twee haast demonische tantes liggen aan de basis van de catastrofe. Een van de personages constateert in dat verband: ‘De vrouwen bij ons zijn veel sterker dan de mannen.’ Daarmee sluit de roman aan bij veel ander werk van Rose Gronon dat matriarchaal gefundeerd is. B.F. van Vlierden stelde in zijn bekende poëtica van de Vlaamse roman dat ‘de cultus van de magna mater’ in haar werk ‘het heilzame middel [is] voor een gekneusde vrouwenziel’.
Bron: Schrijvende vrouwen – Universiteit van Amsterdam
16 september 1979: Marthe Bellefroid overlijdt in het Antwerpse St.-Vincentiusziekenhuis te Antwerpen na een zes wekenlange doodsstrijd, aan de gevolgen van een hersenbloeding die haar op 6 augustus trof.
vrijdag 21 september 1979: Begraven op het kerkhof van de grensgemeente Essen-Wildert. De uitvaartmis (om 11 u., met een homilie door pater Emiel Janssen) werd gehouden in de kerk van het Heilig Hart in de Lange Beeldekensstraat te Antwerpen.
De dichter Anton van Wilderode beschrijft prachtig hoe leven en werk bij Rose Gronon samengingen:
‘Zij zag het liggend land dat wij sindsdien
met hààr ontwaakte ogen blijven zien
zoals zij door het helder dorp flaneerde
met keuvel en vertrouwde pelerin
verdriet van vreugdeloze jaren
– van wilde blonde tot zeegrijze haren –
verborg zij in novellen en romans
die spiegelbeelden van haar leven waren.
De afstand tussen wat men weet en ziet
wordt vaak onzichtbaar als te oud verdriet
de dorpelingen die haar ’s zomers zagen
zagen de winter in haar ogen niet.
(uit: Poedersneeuw, Lannoo, 1991)
Epiloog
1985-88: Een aantal werken verschijnen postuum. Uitgaven worden verzorgd door Luc Daems, beheerder van een gedeelte van het Gronon-archief. Begeleidende essays en analyses volgens de biografische methode.
2002: Elke Brems geeft De ramkoning opnieuw uit met een uitvoerig nawoord.
Er bestaat ook een Rose Gronon wandelpad: Wandelroute “Rose Gronon pad wandeling” – Routebeschrijving | RouteYou.
BEKRONINGEN
- 1959: Literatuurprijs van de gemeente Hilvarenbeek voor Het huis aan de St.-Aldegondiskaai.
- 1961: de Prijs der Vlaamse Provinciën voor Het veer te Corvey.
- 1963: Referendum van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen voor De Ramkoning;
- 1964: Plaket van het beste kinderboek in Vlaanderen (uitgereikt door de V.B.V.B.) voor haar schoolleesboekjes Goudenregen;
- 1965: de Literaire prijs voor scheppend proza van de Provincie Antwerpen voor De ramkoning (1962)
- 1965: de Prijs voor dramatische literatuur van de Vlaamse Provincies voor haar luisterspel Het Veer te Corvey
- 1965: een prijs voor de serie leesboekjes voor de lagere school.
- 1970: In een referendum georganiseerd door de Boekengilde De Clauwaert onder z’n lezers i.v.m. de beste roman en de beste novelle uit de toenmalige reeks: Herman Vos won met 51,75% van de stemmen met Ik ben de Maraboe en Rose Gronon met 46,77% van de stemmen met Pentheus.
- 1973: de Premie voor letterkunde van de provincie Antwerpen voor haar gehele oeuvre
MEER OVER GRONON
- Brackmann, Christine en Marijke Friesendorp (reds.). 1996. Oosthoek lexicon Nederlandse & Vlaamse literatuur. Utrecht: Kosmos.
- Barnard, B. (red.). 1985. Winkler Prins lexicon van de Nederlandse letterkunde. Auteurs, anonieme werken, periodieken. Amsterdam: Elsevier.
- Janssens, Marcel. 1971. Feestrede. Viering 70e verjaardag van Rose Gronon. Zaterdag 11 december 1971. Oosterrieth-huis – Antwerpen. Leuven: Clauwaert. 16 p.
- Florquin, Joos. 1970. ‘Rose Gronon’. In: Florquin, Joos. Ten huize van … Zesde reeks. Leuven: Davidsfonds. p. 107-148.
- Ceulaer, José de. 1964. ‘Rose Gronon: conciesheid’. In: Ceulaer, J. de. Te gast bij Vlaamse auteurs, 4e reeks. Antwerpen: De Garve. p. 52-59.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Rose Gronon – Wikipedia
- G.J. van Bork, Schrijvers en dichters (dbnl biografieënproject I) (2003-….)
- Joos Florquin, ‘Rose GrononLange Beeldekensstraat 44, Antwerpen’ In: Ten huize van… 6 (1970)
- Rik Jacobs, ‘Rose Gronon en het theater’ In: Vlaanderen. Jaargang 33 (1984)
Referenties
- Gerti Wouters. 1996. ‘De wraak van de gehoorzame dochter. Rose Gronon, een Klytaimnestra met de pen‘. In: Keustermans, Lisette; Raskin, Brigitte (red.), Veel te veel geluk verwacht. Schrijfsters in Vlaanderen 1, Amsterdam: Meulenhoff p. 47-64.
- Manu van der Aa en Luc Daems, ‘Van de tijd ontdaan…’ Rose Gronon 1901-1979; In: Schrijvende vrouwen. Een kleine literatuurgeschiedenis van de Lage Landen 1880-2010 onder redactie van Jacqueline Bel en Thomas Vaessens. Uitg. Amsterdam University Press. 2010. pp.103-107.
SMAAKMAKER
Openingszin van ‘De ramkoning’
Ben jij dat, Klytaimnestra, koningin van Mykene, die me uit de ronde spiegel tegemoet treedt? Die oude vrouw ? Waar is de glans van je ogen gebleven – violetkleurig, de purperen schilfertjes diep geborgen onder de ronde boog ? J e wordt zeer oud Klytaimnestra. Ik weet het ! Je zegt dat je voorhoofd onder de kroon nog effen is, bleek-gladde elfenbeen. Dat er geen grijze haren schuilen in die rode slangevlechten van je. En dat je nog geen sjaal hoeft om te slaan, over het stijve goudbestikte keursje, om je borst te verbergen. Ik weet het, Klytaimnestra. Nog zinkt een man in je schoot, drinkt zich nog verloren aan je ogen. Wie heeft het je deze nacht nog gezegd, met dronken, hese fluisterstem? Wie sas het? Weet je het niet meer ? Dan wordt je toch zeer oud, Klytaimnestra. Ik wordt zeer oud, ik, Klytaimnestra, koningin van Mykene. Wat zoek ik in de spiegel ? Waarom zou ik om schoonheid geven ? Er is een tijd geweest – maar die is heen, die tijd. Voorbij, voorbij, achter de heuvels, onder de aarde, daar waar de doden wonen. Voorbij. Het doet geen pijn meer. Lieg niet, Klytaimnestra. […]
BIBLIOGRAFIE & FILMOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografie is als volgt ingedeeld
1. Chronologisch – uitgebreid – overzicht van haar scheppend werk.
2. Beknopt overzicht van het gehele werk van Rose Gronon
-
- Scheppend werk
- Romans en novellen
- Kinderboeken
- Toneel
- Luisterspelen
- TV-scenario’s
- Verhalen in tijdschriften
- Verhalen in verzamelbundels
- Essayistisch werk.
- Opstellen, teksten, cursiefje, brief enz.
- Reisverhalen in kranten.
- Vertalingen en bewerkingen
- Scheppend werk
3. Filmografie
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007.
- Luc Decorte, ‘Bio- en bibliografie ‘van’ en ‘over’.’ In: Vlaanderen. Jaargang 33 (1984)
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
A. Scheppend werk
POSTUME UITGAVEN
Beknopt overzicht van het werk van Rose Gronon
A. Scheppend werk
Romans en novellen
Franstalig (onder eigen naam Marthe Bellefroid)
- Chandeleur. (novellenbundel) 1936 – Bruxelles: Editions de la Phalange. -109p.
- Colloque nocturne (novellenbundel) 1938 – Bruxelles: Editions de la Phalange. -111p.
- Anne-Marie de Wuestenraedt (roman) 1939 – Bruxelles: Editions de la Phalange. -29p
- Le livre d’Arnd ((roman) 1951 – La Chaux-de-Fonds: Nouvelle Bibliothèque. -244p.
- Le petit cheval blanc (roman) 1955 – Neuchâtel-Suisse: Editions de la Baconnière Boudry. -327p.
Nederlandstalig (onder pseudoniem Rose Gronon)
Romans
- Orso (historische roman) 1954, 19722 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W.-213p.
- De gyldenlöve saga (roman) 1956 – Zaltbommel/Antwerpen: Jan van Tuyl. N.V. -347p.
- Sarabande (historische roman) 1957, 19722 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -295 p.
- Ik zal leven (roman) 1959 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -260p.
- De Ramkoning (roman) 1962, 198212 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W.. -267p.
- De ballade van Doña Maria de Alava (roman) 1963, 19732 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -241p.
- Ik, Hasso van Bodman (historische roman) 1966 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W.-354p.
- Iokasta (roman) 1970, 19712 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -241p.
- Ishtar (historische roman) 1974 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -164p.
Novellen
- De late oogst. (historische novelle) 1954 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -64p.
- De groene dijk. (historische novelle) 1955 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -59p.
- Het huis aan de St.-Aldegondiskaai. (novelle) 1958, 19794 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -62p.
- De man die Miguel heette. 1963 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -75p.
- De roodbaard. (historische novelle) 1965 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -71p.
- De reis. (novelle) 1966 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W.-60p.
- Pentheus. (historische novelle) 1969 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -63p.
- Venetiaanse herfst. (novelle) 1971 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -63p.
- Het land Mordor (novelle) 1973 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -78p.
- De heks (novelle) 1978 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -77p.
- Laatste tocht. (novelle – postuum gepubliceerd) 1984 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W. -68p.
- Anne-Marie de Wuestenraedt. (verhaal – vertaald uit het Frans (1939) door Luc Daem) 1987 – Wommelgem: Uitgeverij Den Gulden Engel – 67p.
- Het glazen karveel en andere verhalen. – 1988 – Leuven: Boekengilde de Clauwaert V.Z.W.-158p.
Kinderboeken
- Rondedansje om het jaar (1950)
- Goudenregen. Een serie leesboekjes voor de lagere school, nl. (onder pseudoniem Belle van Wildert)
- Het spel van Broeder Wind en Broeder Regen (1963),
- Het lied van zon en wolken (1964),
- Het boek van Patrik en Ida (1964),
- Het boek van Steven en Joost (1964),
- Het boek van Karl-Hans (1965),
- Het boek van de zeven vrienden (1966
- De zilveren weg (1973)
Toneel
- Anders (1968)
- Pyrene (1970)
- Het huis van Don Joaquin (1971)
- De Maan van de Lente (1974)
Luisterspelen
- De drie heiligen (1959)
- Het huis met de maskers (1960)
- Het veer te Corvey (1961)
- De spiegel (1965)
t.v.-scenario’s:
- De moord op Karel de Goede (1965),
- Het vierde huwelijk van Jacoba van Beieren (1965),
- Eendagskindje (1969)
Verhalen in tijdschriften.
2 november 1962 | De droombruid | In: De Vlaamse Linie. |
2 november 1962 | Kerstmis | In: De Vlaamse Linie |
12 april 1963 | Requiem voor een goede dokter | In: De Vlaamse Linie |
27 september 1963 | Mademoiselle Agatha | In: De Vlaamse Linie |
7 februari 1964 | Het snoepwinkeltje | In: De Vlaamse Linie |
17 januari 1969 | Het gebroken hart | In: De Bond |
1971 | Anne-Marie | In: Dietsche Warande en Belfort, 1971, CXVI, blz. 493-499 |
B. Essayistisch werk.
herfst 1961 |
Van myte en waarheid tot schepping. | In: De Clauwaert, , blz. 3, 5 |
1962 | ‘De tuin’. | In: Vereniging van Vlaamse letterkundigen. Mededelingen. 44, 11, p. 60-63. |
1971 | Mirakelen. | In: Dietsche Warande en Belfort, 1971, CXVI, blz. 456-461 |
1971 | Henri Evenepoel in: Van Ensor tot Permeke. | Tielt-Utrecht, Lannoo, 1971, blz. 60-73; |
1972 | De vrouw in de mythologie. | In: De Vlaamse Gids, 1972, LVI, nr. 6, blz. 24-27 |
1972 | Wolkenspel. | In: Catalogus Eerste Brugse Boekenbeurs. Brugge, 1972, blz. 65 |
1973 | Robrecht van Béthune en Hasso van Bodman. | In: Gedenkboek Robrecht van Béthune. De Leeuw van Vlaanderen. Ieper, Jef Lesagekring, 1973, blz. 110-114 |
1973 | ‘Het Antwerpen van Conscience’. | In: Vlaanderen: tweemaandelijks tijdschrift voor kunst en cultuur. 22, 134, p. 227-230. |
1976 | ‘Filip de Pillecijn’. | In: Twintig eeuwen Vlaanderen. Dl 14. Vlaamse figuren 2 Hasselt: Heideland, p. 293-296. ill. |
1978 | ‘Brief aan Jan Vercammen’. | In: Getuigenis. 23, 5-6, p. 23-24. |
1978 | ‘Ontmoeting met de Opera’ | In: Vlaanderen. Jaargang 27 (1978) |
1979 | Dagboek (bladzijde) | In: De Bond, 3 augustus 1979, blz. 15 |
Reisverhalen
1966
‘De Standaard’ publiceerde van Rose Gronon onder de verzameltitel ‘Ook dit is Spanje’ in augustus en september 1966 vijf artikels over Spanje:
- I ‘De Pyreneeën en Pamplona’ (10.8.1966),
- II ‘Santa Cruz de las seros’ (17.8.1966),
- III ‘Huësca’ (24.8.1966),
- IV ‘Alquezar’ (31.8.1966),
- V ‘Graus’ (7.9.1966).
1970
Twee andere artikels verschenen in ‘Gazet van Antwerpen’ op 8.4.1970 en op 16.4.1970: ‘Een Spaanse reis begint best van Madrid’ en ‘Het gelaat van Spanje is afwisselend somber en vrolijk’.
1972-1973
Rose Gronon bracht in 1972 – daartoe uitgenodigd door het Turkse Bureau voor Toerisme – een bezoek aan Turkije. De fotografe Paule Pia vergezelde haar. De atmosfeer van die tocht naar het eeuwenoude verleden in het land der Hittieten en in Troje beschreef ze in verschillende bijdragen voor diverse bladen
- Zo sprak de wijze Ahmet, in: Kerk en Leven, 14 september 1972;
- Met Rose Gronon in Turkije, in: De Standaard, 19, 21, 27 en 28 september 1972;
- Alexander de Grote achterna, in: Spectator, 2, 16, 23 en 30 december 1972, 6 en 13 januari 1973;
- Zwervend door Turkije, in: Gazet van Antwerpen, 3 maart 1973
- Klerikale perikelen in Spanje, in: Dietsche arande en Belfort, 1973, CXVIII, blz. 57-64
C. Vertalingen en bewerkingen.
1966 | Bertus Aafjes / L’Histoire du petit roi Isar. Vertaald naar het Frans vanuit het Nederlands. | Bruxelles: Desclée De Brouwer. -59p. | |
1971 | Endre Veszi / Een lijn voor twee: luisterspel voor zeven stemmen. Vertaald naar het Nederlands vanuit het Hongaars. | s.n.: s.l. -44p. | |
1970 | Helge Hagerup / Waar de kikkers vliegen: luisterspel Vertaald naar het Nederlands vanuit het Noors. | s.n.: s.l. -62p. |
3. Filmografie
1968 | Het huis met de maskers. TV Film Bewerking van een toneelstuk van Rose Gronon. Regie: Luc Philips scenario: Bert Brauns Cast: Frank Aendenboom (André); Walter Claessens (reiziger); Jan Decleir (David); Ketty Van de Poel (Jacinta Lopez); Gerda Lindekens (Angelina) ea |
1978 | Het huis aan de St. Aldegondiskaai. TV Film
Bewerking van een novelle van Rose Gronon
Regie: Anton Stevens scenario: Theresa Van Marcke.
Cast: Cara Van Wersch; Ann Petersen; Peggy De Landtsheer; Monique De Beun; Magda De Winter; Lucas Vandervorst; Liliane De Waegeneer ea De B.R.T. zond de film uit op 5 juni 1979 en op 11 februari 1981. Op het Nederlandse scherm was Het huis… op 22 maart 1981 te zien. |