GOUDESEUNE Koenraad
Ieper, 23 februari 1965 – Gent, 9 december 2020
Dichter, prozaschrijver, recensent
Woelwater en recalcitrant cultauteur.
Debuteerde met de verhalenbundel Vuile was (1993) over zijn zompige’ West-Vlaamse jeugd en publiceerde een tiental poëziebundels en een viertal brievenboeken.
BIOGRAFIE
23 februari 1965: Geboren te Ieper als Koenraad Jules Cornelius Goudeseune
College van Ieper
Verder onderwijs in Gent.
Zijn eerste poëzie – het gedicht “Populieren” – verschijnt in het literair tijdschrift Dietsche Warande & Belfort (1987/3 p19).
Iets meer dan er gewoonweg zijn, doen
ze niet. (Fruitbomen hebben het onder meer
van hun vruchten, zij van het hoogstaan)
Oorlogloze hoge officieren. Populieren.
Omhooggestoken wijsvingers uit de eerste rij
van de klas, zo hoog mogelijk en van ik weet
het en ik het nog beter! Maar het wordt hen
niet gevraagd en dan fluisteren ze het maar,
na al die jaren, een beetje weemoedig als de
vele wind die ze vangen en waarmee ze nog
steeds niets weten aan te vangen.
1987: Debuut met het poëziebundel ‘Album’ uitgegeven in eigen beheer.
1989: Verlaat de – volgens hem – kleinburgerlijke Westhoek en verhuist naar Gent.
1993: Zijn officiële debuut Vuile was – een verhalenbundel – verschijnt bij Uitgeverij Atlas (Contact), zijn vaste uitgever tot in 2011.
- De verhalen gaan over zijn jeugd in de jaren zeventig en tachtig in een mix van fictie en werkelijkheid en waarin hij inderdaad niet schroomt om de vuile was buiten te hangen.
Voor deze bundeling kreeg hij een eervolle vermelding van de jury van de Lubberhuizenprijs voor prozadebuten.
1998: Een tweede bundel gedichten, Dat zij mij leest maakt bij de kritiek een (licht) verwarrende indruk:
- De Morgen, 3 december 1998: “Niet, overigens, dat je in deze debuutbundel niet ook meligheid vindt. Of prozamededeligheid die in vrije maat aan verzen is gehakt, en slimmigheidjes soms die misschien wel slim maar al bij tweede lezing vervelend zijn, en af en toe particulier geouwehoer waar voor de buitenstaander niet veel zegen op rust. Maar geen kapsones. En vooral, ook vind je een paar werkelijk zeer mooie gedichten, eenvouds verlichte wateren gelijk, volmaakt en als vanzelfsprekend in zichzelf besloten.
[…]
Dat zij mij leest is doortrokken van afscheid – van geliefden, van ouders, van verlopen levenstijd – en (terug)verlangen; alle gedichten in deze bundel staan, direct of indirect, in het teken van de even hevig begeerde als onmogelijke hogere wiskunde van de liefde (‘1 + 1 = 1’, zoals een gedicht is getiteld). Een nog uitgekauwder thema is moeilijk te vinden, maar Goudeseune verstaat zich er onbevangen mee.
1999: In Onuitsprekelijk is wat wij over de liefde zeggen (1999) selecteert hij brieven uit zijn eigen correspondentie. De portretten van hemzelf, van vrienden en familieleden zijn vaak ironisch en meedogenloos.
Behalve de brievenromans Al mijn risico’s zitten onder het stof (2000), Het boek is beter dan de vrouw (2007) en Wat duurt op drift zijn lang (2010), blijft hij ook poëtisch actief.
2005: Na zeven jaar komt er een nieuwe poëziebundel: Zen uit eigen werk
Goudeseune was werkzaam in allerlei tijdelijke baantjes, zoals kelner, barman, nachtwaker, taxichauffeur, met allerlei ervaringen die op de een of ander manier in zijn werk terechtkomen.
2011-2015: Meerdere bundels zien in deze periode het licht der literaire letteren. De bundel Het probleem met mensen die naar zee gaan (2014) werd heerlijk besproken op Tzum Weblog door Aly Freije
2016: Nog een bundel proza: De dood van Prince
2018-2019: Twee dichtbundels Merkwaardige producten en Vrachtbrief
2020: Vlak voor zijn overlijden verschijnt de roman De nuttige last van tragiek.
9 december 2020: Overlijdt op 55-jarige leeftijd. Hij koos voor euthanasie nadat bij hem een vrijwel ongeneeslijke darmkanker was vastgesteld.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
BEKRONINGEN
Zen uit eigen werk werd genomineerd voor de Jo Peters Poëzieprijs 2006. Uit die bundel werd het gedicht ‘Ieper’ gekozen als Gedichtendaggedicht.
Ieper
Meisjes hebben geen borsten, laat staan grote. Maar soms toch wel die welving plots. Altijd moet ik van de fiets als ik zo’n meisje zie. ‘Welkom,’ wil ik zeggen of ‘Draag er zorg voor.’ En laatst dacht ik aan een jongeman die met slaap in de ogen naar de oorlog trekt. Ieper, anno 1914. De Groote Oorlog is nog jong, is pas begonnen. Zoals de bieten op het veld ooit grote joekels van bieten zullen worden. Als hij dan nog leeft.Koenraad Goudeseune. Uit: Zen uit eigen werk (2005)
SMAAKMAKER
Een stukje proza : Handen boven mijn hoofd. (De Brakke Hond. Jaargang 10, 1993)
Een paar gedichtjes poëzie:
Gent
Vanmiddag zag ik het Lam Gods.
Dat was niet mijn idee, maar dat van regen,
met bakken, en pal daarna weer volop zon.
Als toerist was ik de enige die in de kerker bleef.
Ik keek naar het paneel der musicerende engelen,
maar zag veel meer, evenveel jou tenminste.
Daarna, in een flits van eeuwen, zag ik ook mezelf, in mijn geheel: van hout, in Gent, druipend, een stuk ontstolen en nu ook dit.
Ik keek naar wat je zong en hoorde het geneuzel
van een oude vrouw die naast mij zat te bidden.
Bij een pilaar waaraan geen beeld meer hing
(alleen dat bleke van een weggenomen lijst)
verbrandde ze een kaars waarvan ze het verlengde was, het verlangde, zeer van paraffine. Ze brandde nauwelijks en toch helemaal. Ik kan niet doven, zei ze. Ik mag niet.
De evenaar rond mijn ziel viel als een touw uiteen
en wat mij draaiende hield moest sleuren.
Met stijl probeerde ik de kathedraal te verlaten.
Geen stap was overbodig, alleen maar tevergeefs.
Ik loop zo vaak verloren dat ik dat nauwkeurig kan.
Uit: Koenraad Goudeseune, Dat zij mij leest, Atlas, Amsterdam/ Antwerpen, 1998.
De stad wordt niet rijker als het regent
Ik ben blij dat ik in deze havenstad geen enkel gedicht heb
geschreven
over mijn dode moeder.
Ik zou mij in een appartement met zicht op zee niet
overgeven aan de eindeloosheid.
Ik zou de hele dag lullige postkaarten schrijven
en al mijn sigaretten oproken
en geen enkele kaart versturen naar jou.
’s Avonds zou ik naar de sterren kijken
en weten dat ik me de stem van mijn moeder niet meer
herinner,
en sentimentaliteit haten,
en misschien niet eens blij zijn dat ik haten kan.
En voor het slapen gaan zou ik aan je honden denken.
Tenminste aan de oudste.
Uit: Koenraad Goudeseune, Het probleem met mensen die naar zee gaan
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
BEKNOPT OVERZICHT PER GENRE
Verhalen
- Vuile was. (1993)
Brievenboeken
- Onuitsprekelijk is wat wij over de liefde zeggen. (1999)
- Het boek is beter dan de vrouw. (2007)
- Wat duurt op drift zijn lang. (2010)
Romans
- De nuttige last van tragiek. (2020)
- De dood van Prince. (2016)
Poëzie:
- Album. (1987)
- Dat zij mij leest. (1998)
- Zen uit eigen werk. (2005)
- Dichters na mij. (2011)
- Atletiek van snijbloemen. (2012)
- Het probleem met mensen die naar zee gaan. (2014)
- Vet hart. (2016)
- Merkwaardige producten. (2018)
- Vrachtbrief. (2019)
- Nagelaten gedichten Koenraad Goudeseune. (2021)
FILMOGRAFIE
2023
‘Ik heb voor niks geschreven’, documentaire over het leven van schrijver, dichter Koenraad Goudeseune.
Sharon Kromotaroeno – België – 2023 – 75 min