home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Goswin, Rob

Maakt deel uit van:

ROB GOSWIN

Schriek, 23 maart 1943 – Libramont-Chevigny 18 juni 2023

Schrijver van poëzie en één roman.

 

BIOGRAFIE

23 maart 1943: Geboren te Schriek als Robert Julius Goossens

  • Volgde middelbaar onderwijs aan het Atheneum te Keerbergen
  • Rijksnormaalschool te Lier. Werd leraar moraal.
  • Leraar Nederlands – moraal RMS te Westerlo

1962: Bekeerde zich volledig tot de kunst – schilder action painting, pop art, collages, tekeningen.

1966: Publiceerde gedichten in tijdschrift Proces. Stelde tentoon te Beringen.

1968: Oprichter van het tijdschrift Rimschi. (samen met Jef Van Grieken en Gerd De Ley)

Redacteur van het tijdschrift Impuls en het lifestyle tijdschrift Imago.

1968-1974: Vanaf zijn debuut in 1968 met “Satori voor de blues in Jericho. “ volgden een 10-tal gedichtenbundels waaronder ‘Robespierre. De gedichten van spel en schande.’ en ‘Liefde en dood’.

In diezelfde periode werd hij meermaals bekroond.

1972: Publicatie van een roman ‘Vanitas, Vanitas’. Waarvoor hij in 1973 de Arkprijs van het Vrije Woord ontving.

Hij publiceerde in diverse tijdschriften oa Morgen, Hand, Zenith-74, Vlaanderen, Heibel, Nieuwe stemmen, Dietsche Warande en Belfort , Yang, Rimschi, enz.

18 juni 2023 : Overleden te Libramont-Chevigny.

BEKRONINGEN

  • 1972: Poëzieprijs Stad Herentals
  • 1972: Manuscript van de roman ‘Vanitas, Vanitas’ bekroond in de Stijn Streuvels wedstrijd.
  • 1973: Arkprijs van het Vrije Woord voor de roman ‘Vanitas, Vanitas
  • Poëzieprijs letterkundig tijdschrift “Nieuwe Stemmen’ voor gedichten uit de cyclus “De pijn van een spons
  • 1974: Prijs Dr. Marcel Cordemans Stad Lier (Anton Bergmann jaar) voor de cyclus “Indien ik werkelijk vliegen kon”
  • 1974: De Blanka Gyselen prijs voor “Indien ik werkelijk vliegen kon
  • Vertegenwoordiger van België op Internationale poëziedagen te Struga Joegoslavië
  • 1974: Grote werkbeurs Ministerie van Cultuur
  • 1975: poëzieprijs Provincie Antwerpen voor de bundel ‘Robespierre’
  • 1978: Prijs Vlaamse Poëziedagen te Deurle voor beste gedicht gepubliceerd in een Vlaams Tijdschrift. Het betreft het gedicht “Ik vermoed, besef, beken de tederheid’

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

  • lay-out 94 (www.gierik-nvt.be/Nr94/Gierik94.pdf) – zeer interessant nummer omwille van de de enquête over het waarom een aantal auteurs na een beloftevol debuut, soms beginnende schrijverscarrière, afhaken.

Referenties

  • geen

 

SMAAKMAKER

Vindt u na de bibliografie

 

BIBLIOGRAFIE

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1968 Satori voor de blues in Jericho. (poëzie)

Illustraties: Jef Van Grieken.
Bevat: Het woord; De geest.
Herenthout: Rimschi. -56p.

Reeks: Rimschi’s biblijofiele uitgaven nr 1
Afmetingen:27.50 x 21.80 (geniet)
Colofon: Van deze bundel 200 exemplaren.genummerd van 1 tot 200 en genaamtekend door de auteurs

 

1968 De trage ontmaagding. : gedichten. (poëzie)

Omslagontwerp Rob Goswin – uitvoering Jef van Grieken.
Herenthout: Bulckens. (Rimschi) / Keerbergen : Robert Goossens -22p.

Afmetingen:21.40 x 13.80 (ingenaaid)
Gedrukt op de persen der Drukkerij A. Bulckens te Herenthout.

 

1969 De bloem van Phil Bloom. (poëzie)

Omslagtekening: Bob De Cort
Bevat de cycli: 1ste vermaning; 2de vermaning.
Met een inleiding door auteur/acteur Bert Verm, broer van Johan Vernimmen.
Merchtem: Noordzuid. -32p.

Reeks: Noordzuid nr 1
Afmetingen:20.50 x 13.40 (gebrocheerd stofomslag)

 

1969 Een supersoniese mekaniese hot-dog ; Boodschap van bloed. (poëzie)

Bevat: Een supersoniese mekaniese hot-dog door Rob Goswin  &  Boodschap van bloed door Leopold M.Van den Brande,
Merchtem: Noordzuid. -22 + 23p.

Reeks: Noordzuid nr 3
Afmetingen:20.50 x 13.50 (gebrocheerd)

 

1969 Ik teken ritueel 1. (poëzie)

Grafische vormgeving: Julien Vangansbeke
Omslag: Yves De Smet.
Bevat de cycli: Fragmenten voor anderen; ik teken ritueel 1

 

Gent: Yang. -70p.

Reeks: Yang poëziereeks nr 8
Afmetingen: 20 x 11.80 (paperback)

 

1970 De huid van Mechelen. (poëzie)

Met een woord vooraf van Pol Le Roy
Brugge/Utrecht: Desclée De Brouwer. -47p.

Reeks: Noorderlicht.
Afmetingen:19.60 x 13 (gebrocheerd)
Gedrukt op de persen van Drukkerij “De Windroos” te Beernem in opdracht van Uitgeverij Desclée De Brouwer.

 

1971 Rapaille voor Robespierre.. (poëzie)

Voorwoord van Erik Van Ruysbeek.
Bevat de cycli: Zeven gedichten voor een vrouw en haar zevenjarige zoon; Sakramenten voor Mechelen, De stad die ik erf; 5 poemes voor Marie-Helene Goffin.
Brugge: Uitgeverij Orion / Utrecht: NV Desclée De Brouwer. -47p.

Afmetingen:19.30 x 12.90 (gebrocheerd)
Gedrukt op de persen van Drukkerij “De Windroos” te Beernem in opdracht van Uitgeverij Orion-Desclée De Brouwer.

 

1972 Vanitas Vanitas (Kroniek van een Kollektief Misdrijf). (roman)

Omslagontwerp: Jeanine Behaeghel
Brugge: Orion. / Utrecht : Desclée De Brouwer. -265p.

Reeks: merkstenen nr 265p.
Afmetingen: 19.50 x 12.50 (ingenaaid)
Colofon: gedrukt op de persen van Scheerders van Kerckove Sint-Niklaas-Waas in opdracht van Uitgeverij Orion /+ N.V. Desclée De Brouwer.
1972 Robespierre : de gedichten van spel en schande, liefde en dood. (poëzie)

Bevat de cycli: Openingsgedichten; Sluitingsgedichten.
Met een inleiding door Professor Matthieu Rutten, Universiteit Luik, afdeling Germanistiek.
Brugge: Orion. / Utrecht : Desclée De Brouwer. -101p.

Afmetingen: 20.80 x 13.70 (paperback)
Gedrukt op de persen van Drukkerij “De Windroos” te Beernem in opdracht van Uitgeverij Orion-Desclée De Brouwer.

 

1973 Mijn Bloed (De doos van leven en dood).

Voorstelling aan de pers en publiek door Michel Oukhow.
Een omstandige beschrijving van het object – in zin context – kunt u lezen in Poëziekrant van mei-juni 2020 nr 3 pp 52-53 in de rubriek ‘De schatkamer’. De auteur – Stefaan Goossens – leidt er het documentatiecentrum van het Poëziecentrum.

Antwerpen: VECU.

De uitgave omvat: een doos gemaakt uit dennenhout van Keerbergen, een druppel bloed van de dichter (A Rh+ D) getrokken door zijn vrogere huisarts en gegoten in een blokje polyester, een monster van zijn geboortegrond te Schriek, en een speciaal voor deze uitgave gegraveerde ets van de Mechelse kunstenaar Marc Vanderleenen.
De tekst werd met de hand gezet en gedrukt door Tony Rombouts.
De oplage bedraagt 75 exemplaren alle genummerd en gesigneerd door de auteur.
De handtekeningen van de grootouders van de dichter staan borg voor de echtheid van de grond, De signatuur van de huisarts waarborgt de echtheid van het bloed. Het merk van de uitgever bewijst de kwaliteit van de publikatie.

 

1974 Mijn bloed : gedichten 1969-1972.

Bevat de cycli: De pijn van de spons; De verklaring van de dorst; Blauw, Het bijzonder blauw van de lucht en het water.
Antwerpen: Contramine. -28p.

Reeks: Poëziereeks nr. 6
Afmetingen:15.50 x 9.90 (ingenaaid)
Colofon: De dichtbundel “mijn bloed” verscheen als 6de nummer in de poëziereeks van de uitgaven Contramine v.z.w. op 23 maart 1974, de 31ste verjaardag van de dichter

 

1989 Indien ik vliegen kon : gedichten. (poëzie)

Bevat de cycli: Indien ik vleugels had; Indien ik wist dat ik ergens landen kon; Indien ik werkelijk vliegen kon.
Dilbeek: Dilbeekse cahiers. -47p.

Afmetingen: 22 x 14 (gebrocheerd)
1991 Mechelen (poëzie)

Illustraties van Marcel Cockx.
Publicatie n.a.v. de retrospectieve marcel cockx in c.c.a. spinoy in mechelen in november-december 1990.
S.l.: Imago. -24p. + ill.

Afmetingen:29.90 x 20.90 (ingenaaid)
In een oplage van 90 genummerde en door auteur en illustrator gesigneerde exemplaren.

 

1997 Heer Thorax, of, De opstand van de kinderen : gedichten 1985-1995

Met een inleiding door Hubert Dethier
Bevat de cycli: Van de droefheid tot de oude vader; Het raadsel moeder; De opstand van de kinderen.
Leuven: Amersfoort : Acco. -72p.

Afmetingen: 21 x 13 (ingenaaid – licht kartonnen kaft met flappen)
Deze bundel werd gezet uit Adobe Garamond corpus 11 in opdracht van uitgeverij Acco en in de loop van september 1997 gedrukt op Bioset 115gr.

 

2002 Vier gedichten bij ante et nunc. (poëzie) S. l. ; s.n. -4p.

Afmetingen:21 x 14.70 (geniet)
2014 Niet elke steenkapper is een vrijmetselaar. Maçonnieke gedichten. (poëziebundel)

Omslag: ARTtrouvé
Vormgeving binnenwerk: Verschijnsel
Bevat:
Deel I: De Tempel: Introductie tot de Broeders.
Deel II: Michel Oukhow (1926-1997)
Deel III: Zeven gedichten uit ‘Heer Thorax, of, De opstand van de kinderen’ (1997), waarvan 2 naar het Frans vertaald door Jean-Pierre Lambot.
Deel IV: Niet elke steenkapper is een vrijmetselaar.
Deeltitels: De zoektocht naar het licht en het kappen van de steen; De zoektocht naar de liefde, hoe dan ook.
 Goswin 14 Westerlo: Uitgeverij Kramat. -147p.

Afmetingen: 22.50 x 15 (ingenaaid – kaft met flappen)
Drukwerk: CPI– Koninklijke Wöhrmann BV

 

SMAAKMAKER

 

DE SPROOKJES VAN SPEL EN SCHANDE 3

VISIONAIRE IMPRESSIES VAN EEN LANGZAAM GROEIENDE MYSTIEKE WAANZIN,

HET LICHAAM REIZEND TUSSEN KEERBERGEN EN MECHELEN

“All that we see or seem
Is but a dream within a dream.”

E.A. Poe

 

Voor Matthieu Rutten

1.   Wolfskuil in spijkerend onweer
Vindt de nog nachtelijke zwaluw bij nacht
Onverhoeds en driemaal drachtig
De maan op zijn veel te snelle weg.
 
Dit is
Het spreken over een vogelpoot, gevonden tijdens
Een wandeling om middernacht op de Haverwerf
Te Mechelen.

 

2. Seniel de kogelwond
In het lamentabel spektrum, ik ben duizelend
Duizendmaal dood
 
Dit is
Het plotseling hijgend ontwaken
Van de levende stad
Onder het purperen plafond van de oude katedraal.

 

3.  Heelkundig een vogel slaat de dauw
Van zijn nekhaar en naait zijn navel dicht
1: het oor
Makaber de dans van de maan als een maagd
Tussen het hars van de purperen dennen
2: het oog.
O vuur !
 
Dit is
Een zonsopgang in maart te Keerbergen.

 

4.  Zinnelijk de geur van zilver
En rupsen als runen
Wandelend over lichtgroene zonnestralen,
Tandeloos bijtend in het schaduwbeeld
Van de nog donzige doornen.
 
Dit is
Een rozestruik, nauwelijks vrouwelijk volgroeid.

 

5.  Mineraal ontgroeien vrouwen de spiegel
Van de evenaar en ligt miraculeus de pest
In letters zwevend boven violette negligees
Als het hart van de taal als een glazen maagd
In Orléans doorstoken wordt.
O samenleving !
 
Dit is
Het ontwerp voor het bouwen van een sanatorium
Voor kunstenaars alleen in een zeer stille streek
Buiten Mechelen.

 

6.  Vrouw: sierlijk gevoelig de regen in dierenhuid
Is zijn mond een vlechtriet van ongesproken woorden.
Man: is zij de vrouw die in braamstruiken kinderen
Baart en mijn donderslagen in haar ogen telt ?
O drift !
 
Dit is
Een eklips in het draaien van de spiegel
Uit de huid van de maagd op 21 maart
Bij het begin van de ramtijdrekening.

 

7.  Sneeuw stremt allegorisch het erfrecht
Tot seizoen van speelruimte over vrouw.
 
Dit is
Het telegram voor het postuum overlijden
Van de winter in 1970.

 

8.  Priesters schuiven lucide, mimisch over
Altaren gebouwd in stalen kerken waar
Het licht binnenvalt langs karmijnen kokers
Vol bloed van maagden en magische martelaren.
 
God heeft zijn rustdag, dagelijks.

 

9.   Korpulente kevers ademloos in glazuren heesters
Met make-up rond rode ogen dragen korte zwarte
Overjassen met gebedenboeken in gouden ruggen.
 
Dit is
Een metalen martelaar hangend als een mythe,
Mythologisch boven een biechtstoel.

 

10.  Vibrerend de planten onder de humus spreekt
De jonge leeuw van tanden neerhurkend
In de hete middagzon boven de bouwvallige
Omtrekken van de Sint-Jacobsstraat.
 
Dit is
De zoon verlaat het ouderhuid, en
Keert nooit meer terug.

 

11.  Te Mechelen, om ze uur ’s morgens, in de Grote
Nieuwendijk 121, hangt de dag reeds in de lucht
En krijsen kinderen om de eeltige handen
Van een vrouw die slechts moeder is,
Alleen bij nacht een vrouw.
 
Dit is
Een schilder in de winter die zijn eigen schaduw
Schildert.

 

12.  Glijdend in haar eenwordige ouderdom, een oude vrouw
Schept strompelend de dood tijdloos aan scherven
Wanneer de loden handen ribkelen als een verloren
Schaduw, de verarmde schoot een luie leenheer.
 
Dit is
Het stoppen van de ovulatie bij de heilige Duif
Die de Geest geeft.

 

13.  Luisterend naar het geluid van een dier,
In de nacht wanneer de maan haar totale omtrek
In zichzelf en rond de aarde heeft bereikt.
O tijdrekening !
 
Wanneer de laatste winter hinninkt bastaardblauw
Zijn vogels onverhoedse liedjesschrijvers
Over liefde.
14.  Buigend buigt zij devoot satanisch haar knieholten
Waarin ziekelijke ravijnen zich openen wanneer
De aders van de paarden steigeren in de toorn
Van de hete zon aan de manege van de hemel.
O kosmos !
 
Dit is
Het traumatisch ingrijpen van een eksplosie
In de schedel van een wulpse jonge vrouw,
In maart 1970.
15.  Zwemmers op dit uur leren geheimen
Van vissen in het waterloos landwater.
O water !
 
Dit is
Het zwemmen in de Dijle in één nacht naar huis
Van een zeer jong meisje, vroegtijdig ingewijd
In de liefde.

 

16.  Uit stengels schilferend de eerste bloemen
En dauw en dauw en dauw en dauw en nacht
Is de zee stervend op dit uur en amper verboden.
 
Dit is
Een jonge moeder vertelt een sprookje
Aan haar minnaar

 

17.  Grotesk springen sprieten sprakeloos
Als dwergen en dolken huiverend onder de wind
Wanneer cactusscherp de vleugels adem scheren
In de ondergaande zon,
Plotseling bloedrood als een nieuwe moeder.
O, de bloedschande in dit bidden !
 
Dit is
Het nauwkeurig volgen van de vlucht van een blauwe
Duif, dalend en opstijgend over het grasveld en
De ceder in de tuin van mijn ouders te Keerbergen,
Op 27 maart 1970.

 

18.  Druipend doordringen keren vroege spelden
Naar de zandgrond en dauw weldra volgend
Wordt wijwater voor een nieuwe geboorte
Van vrijzinnige vleermuizen zonder vlerken.
O deze dwaze zwaartekracht !
 
Dit is
Een proeve van een absolute betovering
In het bos wanneer de vroegste vogels
Uit hun huid de lente schudden als schaakspelers,
Schaakmat de dood.

 

19.  Een schildhoofd spreekt aarzelend als een spijker
En daalt als een kosmische komeet penselend
Naar de tuin wanneer arglistig de kruithoorn
Blaast over hooioppers en langvinnige lijfeigenen.
O ruimte !
 
Dit is
Het planetisch trillen van een crocus
Onder de zonnewarmte,
Horizontaal dalend langs het oudererf.

 

20.  Een kleine stengel wordt en stengel,
Wordt een steengel, blijft een stengel
In een grote spier waarin spreeuwen schreeuwend
Paren.
 
De lente spreekt schaamteloos de lijkrede
Over het licht van de sneeuw.
O zon ! ik ben je zondaar in de eeuwige menstruatie
Van je warmte.