Maakt deel uit van:de kempische vertellersPriester dichters in Vlaanderen
EMIEL FLEERACKERS
Foto: AMVC – Letterenhuis Antwerpen
Turnhout, 17 april 1877 – Turnhout, 1 juli 1948
‘De Turnhoutsche Uilenspiegel’
Emiel Fleerackers schreef behoudens gedichten en verhalen ook toneelstukken, stelde schoolboeken samen en vertaalde anderstalig werk.
Ooit razend populair bij katholieke lezers, thans een zo goed als vergeten oeuvre.
BIOGRAFIE
17 april 1877: Emiel Fleerackers werd geboren te Turnhout.
1890-1896: Jezuïeten College te Turnhout
1897: Na zijn humaniora volgde hij een jaar Klein Seminarie in Mechelen en trad toen in bij de jezuïeten.
30 april 1899: Trad toe tot het ‘Sociëtas Jezus’ in Aarlen. Na zijn noviciaat studeerde hij klassieke studiën te Drongen en filosofie te Leuven.
1900-1918: STUDENT, PRIESTER, LERAAR EN DICHTER
Reeds in zijn studiejaren schreef hij verzen,waarvan er enkele in De Kempenaar werden gepubliceerd door uitgever Splichal, die zo het jonge talent aanmoedigde.
1904-1908: Begon zijn onderwijsloopbaan als surveillant en leraar Nederlands aan de poësis in het college te Aalst.
Ook tijdens die periode schreef en publiceerde hij verzen. Eentje ervan, De Zee, kun je lezen in de rubriek Smaakmaker.
1908 tot 1910: Klastitularis in de vierde Latijnse klas van het college te Turnhout.
1910: De eerste versie van “Reineke Vos in de Kempen” verscheen als feuilleton in het weekblad “De Kempenaar“.
1910 tot 1914: Studeerde theologie te Dublin (Ierland).
27 juli 1913: Priesterwijding te Dublin door Mgr. Gulielmus, bisschop van Dublin
- Ook hier schreef hij verzen, zoals het krachtige Arbeid
1914-1918: Tijdens het eerste jaar van de Eerste Wereldoorlog was hij als almoezenier werkzaam te Amsterdam.
- In 1915 keerde hij terug naar het bezette België.
- Ook de Eerste Wereldoorlog deed hem naar de dichterspen grijpen. Mobilisatie, De Britsche vloot, Het lied van den Wachter zijn maar enkele titels.
- De jaren 1912-1916 zijn de bloeiperiode van Fleerackers activiteit als dichter, daarna schreef hij – op enkele uitzonderingen na- hoofdzakelijk proza.
- Zijn gedichten verschenen verspreid, maar hoofdzakelijk in “De Bode van het Heilig Hart”. Postuum werden ze gebundeld in zijn ‘Verzameld Werk‘ 1950-1956.
1919-1940: INTERBELLUM: OVERDONDEREND SUCCES MET MONKELENDE LICHT BELERENDE VERHAALTJES
Reeds in 1908 was hij medewerker geworden van “De Bode van het Heilig Hart”, waarin hij zijn hele leven lang zou blijven publiceren en waarin het meeste van zijn werk verscheen.
- Hem werd gevraagd om maandelijks een volks verhaaltje te schrijven met een opvoedkundige weerklank. Hij legde de lier opzij en begon hij aan het oeuvre waarmee hij zich op termijn de vergetelheid in schreef, maar op het moment zelf veel sympathie en vooral veel lezers won.
- Hij schreef verhaal na verhaal na verhaal in De Bode en met de regelmaat van de klok werden ze gebundeld: Opinies van Proke Plebs, Proke vertelt, Uit de ouwe speeldoos, Brieven van Nonkel Pastoor, Baveloo-Boetjes.
- De boeken beleefden herdruk na herdruk. Kijkkast verkocht meer dan 18.000 exemplaren, Proke Plebs meer dan 12.000, en alles samen gingen er meer dan 50.000 stuks van Fleerackers’ boeken over de toonbank. Tot de bekendste verhalen behoren: ‘Het klokske van Zevendonk’, ‘De schim van meester Lauwereys’ en ‘Het ezelsbruggetje’.
1919 -1929: Terug in zijn geboortestad, als lesgever in de retorika aan het college, waar hij algauw als ‘De Turnhoutsche Uilenspiegel’ geroemd werd.
- Het moet gezegd dat Fleerackers ooit de idee had een echt volksepos te schrijven met als titel Tijl Uilenspiegel in Vlaanderen. Hij had er reeds voor de oorlog aan gewerkt. Maar het bleef bij een eerste redactie. Enkele zangen verschenen na de oorlog in de “Bode van het H. Hart”: maart 1919: Hoe moeder Kathelijne sterft; April 1919: Tijl verlaat Knesselaere; Januari 1934: Tijl’s geboorte; 1927, p. 385: Lamme Goedzak, pacifist; 1927 p. 453: Lamme wint prijs te Passchendale; 1933 p. 521: De wallen van Grevelinge.
1932-1948: Overgeplaatst naar Antwerpen, waar hij vanwege een wankele gezondheid, minder les hoefde te geven.
1937: Toen hij zestig werd, kreeg hij een groot huldefeest – te samen met priester-dichter Jozef De Voght.
- “Hulde-Album E.H. De Voght, E.P. Fleerackers, 1877-1937″. Herentals, (1937);
- Talrijke huldepublicaties in kranten en tijdschriften.
1942: 32 jaar na de oorspronkelijke versie, herdichtte Fleerackers “Reineke Vos in de Kempen“. De uitbundige fantasie van de eerste versie maakte plaats voor een meer beschouwende poëtische wijsheid.
1 juli 1948: Overleed in Turnhout aan een hartaderbreuk.
Epiloog
- Emiel Fleerackers werd begraven op de gemeenschappelijke begraafplaats ven de paters jezuïeten op het kerkhof van Wilrijk.
- Vanaf 1950 begon de Bibliotheek van de Bode van het Heilig Hart zijn Verzameld Werk in negen delen uit te geven. Het eerste deel bevatte zijn poëzie. Het laatste deel verscheen in 1956.
- 1977: Bij het eeuwfeest van Emiel Fleerackers (1877-1977), verscheen de bloemlezing Humor en hart.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties
- Stefan Brijs, Emiel Fleerackers. In: Korrels in Gods grote zandbak. De Warande 2006, pp.51-57. Het essay is ook te lezen op de website van Stefan Brijs: Lekker. Sappig. Boeiend. Met die adjectieven werden de geschriften …
SMAAKMAKER
De Zee
Ten tijde dat de vale bloemen sterven, de zomer dood is en de zomergloor, dat rusteloos de najaarswolken zwerven, de woestenijen van den hemel door, en dat het hart der menschen wel zou weenen, doordien het voelt den grooten heimwee-nood: de Zon gestorven en haar schoonheid henen, waarbij de Zomer en de bloemen dood… Toen stond ik op de duinen uit te staren, te staren over ’t wijde waterveld – en ‘k zag de zee, hoe zij de grauwe haren van hare baren haspelde, en ’t geweld, waar zij haar natte spatting en haar schuimsel meê op de duinen en de dammen stiet, en als een vaan haar slui’rend witblauw pluimsel op hals en schoudren flappren liet.In: Jong-Dietschland
Op één van zijn wandelingen hoorde hij een vink zingen. Dat inspireerde hem tot het volgende gedicht:
De Vinke
Nooit en hoorde ik door de bomen
’t Klinken van de vinke slaan
Of het heeft me… God vergeef ’t me…
’t Heeft me deugd aan ’t hart gedaan.
’t Vinkske door de dreve
Nauw me komen ziet
Of – dat staat geschreven –
’t Kettert: “Jezuïet!…Jezuïet!”
’t Zit er op een tekske
Vingers in zijn bekske
En het scheldt en fluit,
Krek ‘ne straatschavuit : “Jezuïet.”
’t Smijt zijn melodieke
Keur- en kunsteloos,
Lapke van een lieke,
Vodje van een voois: “Jezuïet!”
Is zijn keel te gader
Strijkstok en viool
’t Leerde ’t van zijn vader
In de hageschool : “Jezuïet!”
‘k Sta ne keer en ‘k kijke…
’t Houdt eens op ne keer,
Kijkt een vansgelijken
En… het kettert : “Jezuïet!”
‘k Sta nu stille en pleite:
– Zeg eens, vriendje, daar…
Iets me te verwijten?…
Neen?… Wel houd dan maar: “Jezuïet”
– “Sluit dan uwe molen…
Heb ik ooit van u
Mier of maai gestolen?…
Sa! Wat zegt ge nu? “Jezuïet!”
– “Schelden is geen rede,
Schuiflen geen verdriet,
Kom maar eens beneden,
Hier zo op mijn hand. “Jezuïet!”
“Mag ik met geen oge
U dan eens bezien ?
Spot gij met mijn toge…
Met mijn tik misschien? “Jezuïet!”
– “Spreekt gij nog al rappe…
Maar kom eens beneen,
Dat we ’t ding eens gaan lappen
Onder ons getween! “Jezuïet!”
‘k Peins ik moet hem paaien
Jodenser manier…
– “Vink, hier zit een maaie”… “Jezuïet!”
– Vink, ne vette pier!”, “Jezuïet!”
– “Vink, daar zit een klamper!”
Frrt!… en weggestouwd!
‘k Hore nog eens amper
Piepen door het hout: “Jezuïet!”
Al gelijk toch !… Nooit en hoorde ik
Door de bomen ’t ketteren van de vinke slaan
Of het heeft me, God vergeef ’t me…
’t Heeft me deugd aan ’t hart gedaan !
(E. Fleerackers, De Vinke, in Leerboek Beschaafd Nederlands in twintig lessen ten behoeve van middelbaar, normaal onderwijs en zelfstudie van Leo Simoens, Antwerpen, 1946, 59-60.)
BIBLIOGRAFIE
De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
Van een vijftal toneelwerkjes – meestal gespeeld door humaniorastudenten of jeugdverenigingen – werden enkel terloopse vermeldingen teruggevonden
- Het hart van Pastoreel : blijspel in twee bedrijven / bewerkt door E. Fleerackers, S.J. s.d.
- het Spel van Middernacht (door pater Fleerackers, S.J.),
- Een Geweten of Geen (ca 1907 ?)
- Gloria Verloria (even na 1918; een oorspronkelijk blijspel in drie bedrijven dat zich te Aalst afspeelt tijdens de Eerste Wereldoorlog),
- Prins Ivetoot van Picardië (1945-46; naar Rabagas van V. Sardou),
POSTUUM UITGEGEVEN