Paul DEMETS
Deinze, 30 december 1966
Paul Demets (1966) is dichter, poëzierecensent voor De Morgen en Cobra.be (VRT), Awater en Ons Erfdeel en essayist.
Paul Demets is als onderzoeksassistent verbonden aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten in Gent (KASK). Hij werkt aan een doctoraatsonderzoek over de Vlaamse dichter en beeldend kunstenaar Paul Snoek en aan diens biografie.
BIOGRAFIE
30 december 1966: Geboren in Olsene.
Paul Demets studeerde Germaanse filologie en theaterwetenschappen aan de KU Leuven.
1987: In de publicatie van de stad Harelbeke Lichte verwarring stichten vinden we in de selectie gedichten uit de literaire prijzen van de stad Harelbeke februari 1987 zijn naam terug tussen anderen als Niko Butstraen, Dimitri Casteleyn, …
1993 tot 1994: Theaterrecensent voor De Standaard.
1994 tot 2006: Schreef over poëzie en over theater voor Knack.
1997 tot 2005: Werkte als poëzierecensent en als interviewer voor Radio 1 en Klara.
Momenteel recenseert hij poëzie voor de krant De Morgen.
1997: Als essayist publiceert hij ‘A walk on the wild square’, on contemporary poetry, in: ‘A companion to Dutch and Flemish Letters’, Stichting Frankfurter Buchmesse, Amsterdam, 1997
1999: Debuteert met de poëziebundel “De papegaaienziekte”. Voor deze bundel werd hij in 1999 genomineerd voor de Buddingh’prijs van Poetry International Rotterdam en ontving hij in 2001 de Prijs voor Letterkunde van de Provincie Oost-Vlaanderen.
2000-2005: Als dichter werkte hij meerdere keren samen:
- in 2000 met videokunstenaar Wim Catrysse voor de Poëziezomer van Watou,
- in 2001 met fotograaf Carl De Keyzer, naar aanleiding van zijn tentoonstelling Europa in het SMAK, in 2004 en 2005 met plastisch kunstenaar Hans Op de Beeck tijdens de Poëziezomer van Watou.
- In 2005 werkte hij ook samen met Hans Op de Beeck aan het videoproject ‘Roofhoofd’ voor De Nachten in Antwerpen.
2002: Volgt er een tweede (bibliofiele) bundel, “Vrees voor het bloemstuk”. Ook in 2002 publiceerde hij De wereld van Jan Fabre (Ludion).
- Sindsdien verschijnen er ook geregeld gedichten van Demets in literaire tijdschriften als DW&B, Revolver en het Liegend Konijn. Evenals essays over theater en poëzie in ‘Kunst en Cultuur, Ons Erfdeel, Septentrion’ en ‘The Low Countries’, essays over poëzie in ‘Poëziekrant‘ en ‘Muziek en Woord’ en essays over theater in ‘Documenta’ en ‘Etcetera‘.
2002: Maakt samen met beeldend kunstenaar Marcase de alternatieve kruisweg voor de kerk van Olsene, Haltes.
2003: In opdracht van het Vlaams Fonds voor de Letteren stelt hij het dossier Ecrivains Flamands samen voor La Nouvelle Revue Française (Gallimard), een presentatie van de Vlaamse literatuur ter gelegenheid van het Salon du Livre in Parijs.
2004-2007: Stelt de bloemlezing Behoud de begeerte (Lannoo, 2004) samen. Hij werkte mee aan de edities van de verzamelde gedichten van Paul Snoek (Lannoo/Atlas, 2006) en van Eddy van Vliet (De Bezige Bij, 2007).
2006: ‘Licht in donkere kamers’: over de kijkdozen en de denkmodellen in ‘Jan Fabre, Kijkdozen en denkmodellen 1977-2005’, Vision Publishers, 2006.
Oktober 2011: Verschijnt zijn derde poëziebundel ‘De Bloedplek’, “een bundel die staat als een huis” volgens Erwin Mortier.
- De bundel wordt in 2012 bekroond met de Herman de Coninckprijs
2016: Wordt voor twee jaar aangesteld als plattelandsdichter van Oost-Vlaanderen. Hij neemt die taak over van Johan de Boose.
Sinds 25 januari 2018 (gedichtendag) is hij opnieuw voor 2 jaar plattelandsdichter. Zijn gedichten (lees meer: klik op gedichten) bezingen het platteland in de ruime zin.
2018: De klaverknoop, een dichtbundel ‘waarin elk beeld beladen is en betekenisvol is, zonder dat deze poëzie ondoordringbaar wordt. Demets’ grote verdienste is dat hij de taal weet te knopen zonder de lezer in te snoeren. Deze gedichten blijven zinderend hangen’ Met deze woorden kende de jury van de Jan Campert-Stichting hem voor deze bundel de Jan Campert-prijs 2019 toe.
2019-2020: Zowel de bundel De aangelanden (2019), als de bundel De hazenklager bevatten gedichten die hij schreef in zijn periode als plattelandsdichter van Oost-Vlaanderen.
- Uit beide bundels spreekt een diepe bekommernis met alles wat ons in de natuur omringt en schetst hij ons dat er in de verhouding tussen mens en natuur ingrijpende onevenwichtigheden zijn ontstaan.
Hij heeft je langzaam leeggeroofd.
Alles om je heen begint te verschuiven: verbrand gras
–
weggespoelde akkers, ontbladerde bossen, tot ze in een bloedwaas
voor je ogen verdwijnen.
–
Tot slot kijkt de je uit over een verwoeste schepping:
–
Ik zal je dichtnaaien, moeder. Hoe je erbij ligt.
Je gebroken gezicht heeft alle vragen
Opgezogen. Je krijgt alleen nog bloed
Over je lippen.
–
Wij woekeren,
Wij allen zijn je loeder.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- Paul Demets – Cobra.be – Canvas
- Cobra.be video: Cobra sprak met Paul Demets
- Paul Demets – Hogeschool Gent
BEKRONINGEN
- 1997: Lode Baekelmansprijs van de Koninklijke Academie voor Taal-en Letterkunde voor De landsheer van de Lethe (vragen aan Demets)
- 2001: Prijs voor Letterkunde van de Provincie Oost-Vlaanderen voor De papegaaienziekte
- 2012: Herman De Coninckprijs voor De bloedplek. Zijn gedicht “De zonnehemel” is bovendien bekroond door de publieksjury. Verscheen ook in ‘Het Liegend Konijn in 2005
Zonnehemel
geronnen over mij en buitenshuis mij
ingesponnen: bloedgeile zon die nodig moet.
De man de vrouw en het tonggruis dat ons
verstommen doet. Bij het zwembad zoekt
een rug afkoeling. Dat blauw moet jou
te binnen zijn gevallen; je armen tillen
het oppervlak. Het water een krater
onder de gloed. Ik zie jouw buiging
over de rand. Ongemoeid zoek je
waar de handdoek is gelaten. Op
rafelende huid likken de doornen van het licht.
Loom druipt het fruit, de hitte veegt
de vloer met ons aan. Jouw schouder,
jouw oog, dat donkeren van een watervlek
op tafel. Mijn hand, maar iets dat me
weerhoudt. Er is een stralen. En een stralen
dat tussen ons in gaat staan.
- 2019: De Jan Campert-prijs voor de dichtbundel De klaverknoop
SMAAKMAKER
Kering IX
Kwijt mij de eclips van dorpen, kerkjes, bloemen-
perkjes. Lof zij het stralend gezicht, bijgewerkt blauw
op linoleum, in kamerlicht. (maak uw copie.)
Vliegen gamma-uil, dagpauwoog, hemelbie
En dragen nectar nie, nie, nie. Het is zo lauw als iets,
sigarettenrook brandt de kamer in. Kom je, kringelend
en roodomrand, aan je gerief. Vernevelt zich
de conversatie, hoe heet het weer, leegte als leegte
omschreven. Wat, volgens de wil, zich niet meten laat
in het verschil. Zich in neon verhief
toen je doofde. Het gloeien geloofde.
Snoert de knop in mijn mond, voorspelt suizen het stijgen. Niet
dan in mijnwerkerszwijgen voert ons dalend de last. Brengt
met beide voeten op de grond. Lopen we in vorm niet vast.
Uit: De papegaaienziekte. (1999)
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografie bevat een chronologisch overzicht van het eigen literaire werk en de tekstedities waaraan Paul Demets heeft meegewerkt. Beide worden apart weergegeven.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
Medewerking aan edities, bloemlezingen e d