Paul de Pessemier ’s Gravendries
Zandbergen, 17 juli 1951
Ondernemer, actief in monumentenzorg en auteur van zowel fictie als non-fictie boeken
BIOGRAFIE
17 juli 1951: Geboren te Zandbergen als vierde van zeven kinderen in de voormalige villa van kunstschilder-etser Jan De Cooman (1893-1949).
- Zijn vader Nestor leidde het landbouwbedrijf dat hij erfde van zijn vader Omer Pessemier, eerste schepen in de gemeente Smeerebbe-Vloerzegem.
- Na zijn huwelijk met Palmyre De Clercq werd het ouderlijke erf ingewisseld voor een textielhandel die later uitgroeide tot een manufactuur van lingerie en waarin de echtgenote een belangrijke rol speelde.
Hij doorliep een opleiding als graficus-typograaf.
1969: Stichtte in Brakel het bedrijf Cézann n.v., gespecialiseerd in het bedrukken van glas, hout en textiel.
1973: Het bedrijf fuseerde met de bvba drukkerij-uitgeverij GeKabé in Wetteren. Vijf jaar later verlegde de firma haar activiteiten naar de confectie en bedrukking van sportkledij.
25 mei 1978: Door vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Oudenaarde wordt zijn naam gewijzigd in de Pessemier, op basis van de schrijfwijze van de familienaam onder het Ancien Régime.
1977: Werd ingewijd als Leerling in de Loge La Liberté.
- Op 26 januari 1980 was er de heroprichting der Kolommen van de Reguliere Werkplaats La Fidélité N° 13 in Gent (RGLB). Die naam verwijst naar een Gentse Loge die werd gesticht in 1837 en in 1854 ‘in slaap’ werd gesteld. De Pessemier was een van de stichtende leden van deze Loge. Hij was kort voordien in La Liberté (GLB), bevorderd tot Gezel.
- Op 28/10/1995 werd hij in zijn nieuwe Loge La Fidélité, verheven tot Meester.
- Van uit La Fidélité had er in 1991 een ‘uitzwerming’ plaats die leidde tot de oprichting van een tweede Gentse Loge: Fides et Amor N° 27. Paul de Pessemier was een van de medestichters maar hij bleef voornamelijk actief binnen La Fidélité. In 1995 was er een tweede uitzwerming. De reden daartoe was het tweetalig karakter van La Fidélité. Meerdere leden zagen daarin een relatieve belemmering voor een optimale beleving van de Maçonnerie. De Pessemier was een van de drijvende krachten, en de eerste samenkomsten van de Loge in oprichting hadden plaats in zijn woning. De oprichting der Kolommen van de nieuwe Werkplaats, onder de naam Athanor (loge) N° 32 in Gent, gebeurde op 28 oktober 1995.
- In 2015 hertaalde hij, in samenwerking met de Voorzittend Meester van Athanor, alle ritualen van de Werkplaats. Die waren nog overgenomen van de Gentse Werkplaatsen Le Septention (G.L.B.) en La Fidélité, en waren grotendeels de letterlijke vertaling naar het Nederlands van Franstalige, achttiende-eeuwse teksten.
1986: Werd bestuurder van de Koninklijke Vereniging voor Historische Woonsteden (ondervoorzitter van 1996 tot 1999)
1987: Werd afgevaardigd bestuurder van het Kasteel van Laarne, eigendom van de voormelde vereniging. Hij ging met zijn gezin op het kasteel wonen en zette zich in voor de restauratie van dit monument, met name van het 14de-eeuwse ingangskasteeltje, de kapel, de noordelijke vleugel, de dakbedekking, de weermuren en de vier paviljoenen.
Dientengevolge werd in 1996 de Europa Nostra Prijs aan het Slot toegekend.
1989 tot 1995: Afgevaardigd bestuurder van het tijdschrift De woonstede door de eeuwen heen – La maison d’hier et d’aujourd’hui, uitgegeven door de Koninklijke Vereniging voor Historische Woonsteden.
Andere activiteiten in de monumentenzorg:
- In 1994 medestichter en penningmeester van V.C.M. (Nadien omgevormd tot Forum voor Erfgoedverenigingen en thans tot HERITA).
- Lid van de werkgroep Monumentenzorg van de Koning Boudewijnstichting (1992-1996).
- Lid, (thans erelid) van de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen, afdeling provincie Oost-Vlaanderen (1985-2000).
- Voorzitter van de Gemeentelijke Commissie voor Ruimtelijke Ordening van Destelbergen (2001 – 2006).
- Erevoorzitter van de Vereniging voor Lokale Geschiedenis Castellum van Laarne en Kalken (sinds 1983).
- Gedurende 15 jaar voorzitter van de Geschied- en Heemkundige Kring Triverius van Brakel, vervolgens erevoorzitter.
30 oktober 1989: Paul de Pessemier werd in de Belgische erfelijke adel opgenomen met de erfelijke titel van jonkheer. Hij nam als wapenspreuk Fabrefacere et perseverare.
- Bij Koninklijk Besluit van 16 augustus 1990 verkreeg hij machtiging voor hem en zijn nakomelingen aan zijn familienaam ’s Gravendries toe te voegen. Die naam verwijst naar een locatie in de parochie Michelbeke en de baronie Sint-Maria-Oudenhove, waar zijn voorouders leenman waren sinds de veertiende eeuw en er gedurende zes generaties functies uitoefenden als erfachtig meier, schepen of burgemeester.
1991: De onderneming verhuist naar de ambachtelijke zone in Oosterzele met een afdeling in Ksar Hellal (Tunesië).
1992-1994: Openluchtspektakels in de hovingen van het Slot van Laarne van de theaterstukjes Otwin de Lilare & Yanosch, beide van zijn hand. Samen goed voor 14.000 toeschouwers.
1997: Publiceert een biografie van Hubert d’Ydewalle onder de titel Hubert d’Ydewalle: een aristocraat uit Vlaanderen en de ondergang van Rex.
2003: Werd ridder in de Leopoldsorde, omwille van de bijdrage van zijn bedrijf aan de economie van het land.
2008: De concurrentie uit het Verre Oosten wordt te sterk en de Pessemier trekt zich terug uit het zakenleven.
2010: Publicatie van Adel in Vlaanderen. Verleden, heden en toekomst dat meteen ook in een Franse vertaling op de markt komt.
- In 1954 verscheen het boek Adel in Vlaanderen, van de hand van Hubert d’Ydewalle, gestorven in Duits krijgsgevangenschap in april 1945. Hij beëindigde zijn manuscript enkele dagen voor zijn wegvoering en zijn weduwe liet het uitgeven na de bevrijding. De auteur behandelt erin de rol en de verplichtingen van de adel in Vlaanderen; dit in een muterende politieke en sociale context.
- Adel in Vlaanderen, verleden, heden en toekomst van Paul de Pessemier ’s Gravendries is een geactualiseerde versie van het boek van Hubert d’Ydewalle.
- In het naschrift geeft de auteur een aantal relevante statistische gegevens over de (Belgische) adel: hun aantal volgens titel, provincie en anciënniteit. Dit op basis van de door graaf Roland Le Grelle verzamelde cijfers.
- In de 3de druk werd een nieuw hoofdstukje opgenomen met als titel: Omtrent de perceptie van de adel in Vlaamse literaire geschriften.
De eindconclusie van de auteur luidt:
- De adel van morgen zal lokaal verankerd zijn maar Europees georiënteerd en geëngageerd. Sturend, proactief, constructief, eendrachtig en vooruitziend. Loyaal, respectvol en integer. Zijn levensstijl discreet en sober, maar toch distinctie uitstralend. Zijn hoofdkenmerken: een relatieve, stoffelijke onthechting en onbaatzuchtige groothartigheid. Groots in dagen van rampspoed. En vooral: een ridderlijke dienstbaarheid aan de zwakste der zwakkeren, gepaard aan een absolute eerbaarheid en bedachtzame moed. Of zal niet zijn.
2011: Echt literair werk ditmaal met De verborgenheid der kolommen. Dat leven en die dood van een vrijmetselaar.
- De auteur gunt de lezer een indiscrete en zeldzame kijk op de gebruiken in de vrijmetselarij. Dat doet hij in een barok Nederlands, waardoor het verhaal wordt ondergedompeld in een bijzondere sfeer. Het boek is wel met een aangenaam raffinement geschreven. De niet-ingewijde lezer vraagt zich voortdurend af wat authentiek is en wat verzonnen.
Ook bij de persoonsbeschrijvingen is de dubbele bodem merkbaar. De auteur heeft met dit werk een charmant, geestig en intelligent sleutelverhaal verteld.
Na zijn eerste werk volgt er nagenoeg ieder jaar een nieuw roman Zwarte Zwanen. De laatste der prinsen (2012), In Zuid-Vlaanderen. Naar de openbaring van de wereld. (2013), De Collectioneur (2014).
2015: Publicatie van Reimond Stijns. Van ‘Arm Vlaanderen’ tot ‘Hard Labeur’.
- Het boek is meer dan een levensverhaal van de schrijver Reimond Stijns (1850-1905) , het is tevens een beredeneerd overzicht van een hele periode uit onze literaire geschiedenis. Paul de Pessemier’s Gravendries illustreert zijn boek met talrijke foto’s en documenten en voegt er talrijke bijlagen aan toe: een tijdlijn, brievenlijst, biografische gegevens. Een onmisbare schat voor de zoekers en liefhebbers van literatuur- en andere historie.
2016: Opnieuw een roman ‘Dystopia’, waarin een disfunctionele democratie wordt geëvoceerd, waar particratie en de dogmatische partij-ideologie hoogtij viert.
September 2016: De auteur verrast zijn lezerspubliek met een mooi uitgegeven en spannend jeugdboekje, speciaal voor hen die wel eens dromen van kastelen, ridders en mooie jonkvrouwen: Vijf huiververhalen uit het Spookslot. De auteur vertelt en interpreteert een aantal verhalen uit een vroeger boek uit 1930 van de hand van baron Jacques Gilles de Pélichy: Tourisme – Het leenroerig slot van Laarne.
De ronduit verbluffende illustraties zijn van de hand van de auteur zelf.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
Paul de Pessemier ’s Gravendries – Wikipedia
BIBLIOGRAFIE
Na het chronologisch overzicht van de werken uitgegeven in boekvorm, vindt u een selectie van in tijdschriften gepubliceerde artikels.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Schrijversgewijs dankt de auteur voor zijn ondersteuning tijdens de opmaak van deze bijdrage.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
Artikelen (selectie)
- ‘De vredesuitdaging’, in: Volksvrijheid, nr. 43 (december 1981), blz. 3.
- ‘Oorzaak en gevolg van afgunst en jaloezie’, in: De Vlaamse Gids, nr. 82/2 (maart 1982), blz. 79.
- ‘Zoektocht naar het verdwenen Herenhof van Opbrakel’, in: De Woonstede door de eeuwen heen, 1984, blz. 32-43.
- ‘Het Top-domein in Nederbrakel’, in: De Woonstede door de eeuwen heen, 1985, blz. 38-57.
- ‘Autour du sceau du XVIe siècle de Jan de Pessemier, vassal à Elst’, in: Le Parchemin, 1986, blz. 41-45.
- ‘De baronie van Sint-Maria-Oudenhove’, in: De Woonstede door de eeuwen heen, 1990, 1e kwartaal, blz. 42-56.
- ‘Omtrent de perceptie van de adel in Vlaamse literaire geschriften’, in: Bulletin van de Vereniging van de adel van het koninkrijk België, nr. 270 (april 2012), blz. 17-35; in: id., nr. 271 (juli 2012), blz. 24-44.
- ‘De Zuid-Vlaamse Connectie: Isidoor en Herman Teirlinck, Reimond Stijns, Nestor de Tière en Omer Wattez’, in: Triverius, 2015, 4e kwartaal, blz. 22-32.
- ‘De kijk van twee externe waarnemers op de hedendaagse Belgische adel / Le regard de deux observateurs externes sur la noblesse belge contemporaine’, in: Bulletin van de Vereniging van de adel van het koninkrijk België, nr. 285 (januari 2016), blz. 9-30.
- ‘Br:. Reimond Stijns’ kleine oorlog tegen onwetendheid, leugen en heerszucht’, in: Acta Macionica, nr. 24 (2016), blz. 145-165.
- ‘De kunstenaarsconnectie rond het Slot van Laarne tijdens het interbellum / Le cercle d’artistes autour du château de Laarne durant l’entre-deux-guerres’, in Historische Woonsteden / Maisons d’Hier et d’Aujourd’hui, 2016, 3e trim. nr. 191, pp. 27-33.
- ‘De impact van de 20 ons bekende vrijmetselaars op stichting van België’ , in het jaarboek ‘Acta Macionica’, 2016.
- ‘Victor Hugo en het kasteel van Beersel’, in: Historische Woonsteden en Tuinen, nr 197, 1ste trimester 2018, pp 14-19.