Dat Iris een gedreven dichteres is, daar kan niemand aan twijfelen. Meer dan veertig bundels op haar naam. Sommige daarvan zijn rechtstreeks in andere talen geschreven.
Dat moet maar eens gewoon onder de aandacht gebracht.
Zoals ze ook publiceert in Peru (‘Cordones umbilicales’, Editores Borrador, Lima, Peru) en Guatamala (Evocacion a Yannis Ritsos, Ediciones del Jazmin Ciudad de Guatamala, Guatemala) en in Paraguay (waar ze woont) voor haar inzet voor de cultuur en de taal van de Guarani, een erediploma van het erkend INSTITUTO DE EDUCACIÓN SUPERIOR, heeft gekregen behoort eveneens tot haar palmares. Ze is de enige Vlaamse dichteres van wie een bundel naar het Guarani werd vertaald.
Helemaal indrukwekkend wordt het wanneer we beseffen dat ze daarnaast de bezielster en verantwoordelijke van poëzie-uitgaven ‘De Distel’.
Maar laat ons dat niet afleiden van haar belangrijkste werk: haar poëzie.
Weerom zijn er drie nieuwe bundels van haar hand op de markt.
1. Verzoend met alles is integraal opgedragen aan dichter, schrijver Frans Fransaer.
Op het titelblad vermeldt de dichteres:
In Memoriam Frans Fransaer 1934-2010
De gedichten van de bundel Verzoend met alles zijn uitsluitend gewijd aan Frans Fransaer, dichter/schrijver, aan wie ik mijn ontplooiing als dichteres, en als mens, voor een goed deel te danken heb. Hij was een dierbare tochtgenoot op de weg naar innerlijke bevrijding.
2. Met De stoelen van Yannis Ritsos komt een thema aan bod dat reeds in 2012 (La escalera de ritsos) onderwerp was van een bundel. Hier worden de dingen scherper gesteld en wordt als nawoord een bijdrage toegevoegd over de gruwel van het kolonelsregime na de tweede wereldoorlog. In januari 2013 verscheen de Spaanse versie van deze dichtbundel onder de title Evocacion a Yannis Ritsos, Ediciones del Jazmin Ciudad de Guatamala, Guatemala (poesia traducida).
3. Catharsis is dan weer een dichtbundel, waarin ze, in haar eigen poëtische taal, haar emotionele en filosofische opvattingen weet te communiceren.
Wij zijn geen recensent, wij doen aan leeservaring. Daarom kozen we hier twee gedichten uit de bundel VERZOEND MET ALLES en proberen aan te geven hoe we ze ervoeren. Met de twee andere bundels doen we dat even later nog eens over.
Kiezels
Drie kleine kiezels kiest hij uit * hij poetst ze op hij wrijft ze glad ze liggen wit in mijn bezit * antonio en ik volgen de regen op de ruit * druppels Vivaldi.
Eenvoud. De doordringende schoonheid van het alledaagse waarmee iemand ziet hoe mooi een simpele witte kiezel is. Een moment van herkenning/herinnering vervat in een kiezel die werd opgepoetst en bijgehouden, omwille van. De melancholie, de melancholie van de regendruppels, tikkend, lopend op een ruit en dan Vivaldi. Waren het de 4 seizoenen ?
Al lezend en herlezend leef en doorleef je dit kleine menuet, dat je dwingt een zienswijze aan te nemen. Prachtig is het. Frans en Iris moeten twee gelijkgestemde zielen zijn geweest.
Maar de mooiste hommage aan Frans Fransaer – die ik enkel ken uit zijn werk en van wie ik weet dat hij een tijdlang swiper is geweest ter lange omvaart – zie zijn roman MS Karibu) – vind ik het gedicht Naar zee toe
Hijskranen containers dokken *
de kaai de boten de haven de mannen *
je ziet ze vertrekken ontwaart hun geheimen je denkt aan ontmoeten aan komen en gaan *
dag zeeman dag iets diep in mij zegt mij dat ik eindelijk kan duiden de trekken van je gelaat
DE STOELEN VAN YANNIS RITSOS
Yannis Ritsos (1909-1990), groot Grieks dichter, debuteerde in 1934 met de bundel Traktoren en trad nog datzelfde jaar toe tot de communistische beweging. Een keuze die hem door het rechtse Metaxas-regime en later de Kolonelsdictatuur (1967–1974) niet in dank werd afgenomen. Hij zat een gevangenisstraf uit op het beruchte eiland Jaros, maar kwam vrij in 1972 onder druk van de gemobiliseerde wereldopinie.
Iris Van de Casteele geeft op het achterplat van de bundel aan dat ze zeer geïnteresseerd is in Ritsos’ poëzie omdat ze er veel van haarzelf in herkent.
Deze gedichten hebben – zo heb ik ze althans gelezen – steeds iets van een zoeken, soms van vinden, meestal paradox. Het zijn harde gedichten, schrijnende gedichten, soms. Ze ontregelen een beetje je denken. Kan het anders ? Dictatuur en vervolging zijn niet prettig, ze verminken het menselijke, onszelf.
Het licht
Klimmen wou ze op een stoel ze dacht aan het licht dat door de ruit scheen ze dacht iets te zien ze viel ze dacht aan het vuur dat te branden lag niet ver van de boomgaard aan het licht dat erin zou verdwijnen terwijl zij daar lag zag ze de ontbrekende schoen rechts van haar lagen vier poten ook al in hout zoals de bomen die ze helder dacht in het donker.
Een ander gedicht
Zomermiddagdroom schreef hij als titel bloemen zag hij die dag overal ‘in de blonde vlechten van het voorjaar verschenen blauwe irissen’ vol was hij van zon van goedheid hij lachte van een met klimop begroeide palissade sprak hij schreef dat je je zelf niet kunt voorstellen wat is een palissade is je zou denken hij was genezen maar de gaten bleven die men erin gefolterd had.
CATHARSIS
Weer een andere bundel. Haar eigen stem ditmaal, helemaal van haar en zingend voor zichzelf. Niet dat dat in de twee andere bundels anders was, maar dit is Iris en Iris alleen.
Slechts één gedicht: Wat samenvalt
Dat de honingwind zong dat de slak haar weg vond naar de hals van de wortel je kijkt achterom je ziet een deur je vraagt je af vanwaar die druivenpit op het perron terwijl je je stoot aan alles wat valt wat samenvalt je verste verleden de onmogelijke terugkeer en je doet wat je moet één keer echt huiveren
Zie je, deze poëzie heeft iets van in-de-wereld-geworteld zijn. Het kleine, het achteloze, de druivenpit op het perron, de wind wellicht speels en geurend naar honing, je ziet wat dingen ach wat en kijk…plots doet het leven je huiveren. Hoe het open spat en je een deel werkelijkheid wordt. Denk ik dan.
Met dank Iris, voor deze mooie gedichten.