Maakt deel uit van:expressionisme
Frank Van den Wijngaert
Kontich, 9 januari 1901 – Antwerpen, 12 juni 1962
Expressionistisch dichter met humanistische strekking, prozaschrijver.
Vanaf de jaren 1930 is hij hoofdzakelijk actief als essayist over kunst met publicaties over de Vlaamse houtsnijkunst (Joris Minne, Henri van Straten, Jules De Bruyker, Hans Orlowski, Frans Cantré en anderen). Ook de Antwerpse renaissanceschilders waren vaak het onderwerp van zijn geschriften.
Bij diverse tentoonstellingen assisteerde hij bij de uitgave van de catalogusteksten.
Conservator van het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen.
Tijdens de oorlogsjaren, waarnemend conservator van het Museum Plantin-Moretus
BIOGRAFIE
9 januari 1901: Geboren te Kontich.
Na de eerste wereldoorlog treedt hij in dienst van de stad Antwerpen.
AANVANKELIJK WIL VAN DEN WIJNGAERT ZICH PROFILEREN ALS DICHTER EN SCHRIJVER – ONTLUIKENDE SAMENWERKING MET GRAFICI
- 1917: Amper 16 jaar oud is hij, wanneer zijn eerste verzen hun weg vinden naar het tijdschrift ‘Vlaamsch leven’.
- 1920: Treedt toe tot de kring van ‘Lumière’ (1919-1940), een internationalistisch en pacifistisch genootschap van kunstenaars uit Antwerpen onder leiding van Roger Avermaete.
- Zijn pacifistische humanitaire gevoelens en zijn esthetische beleven komen tot uiting in talloze tijdschriftartikels en in een reeks verzenbundels, romans en novellen: De derde nacht (1920), Belijdenis (1921), De Schuld (1922), Boksmatch (1926), De Lift (1928), Kaleidoscoop (1929), Fik Demers’ overwinning in Parijs-Brussel (1931). De run naar de eeuwige finaal zou in 1934 deze literaire activiteit besluiten.
Ook de wondere wit-zwartwereld van de grafische kunst kan hem begeesteren en dat mondt uit in een vruchtbare samenwerking met de jonge naoorlogse beeldenstormers die zijn literair werk met hun houtsneden opluisteren:
- Joris Minne (De Derde nacht, 1920; Belijdenis, 1921; De Schuld, 1922) en Henri Van Straten (Boksmatch, 1926), later Hans Orlowski (Kaleidoscoop, 1929) en Antoon Herckenrath (De run naar de eeuwige finaal, 1934)
1924: Het tijdschrift Vlaamsche Arbeid publiceert in haar juni-julinummer, ‘Boksmatch’ van Frank van den Wijngaert, het eerste oorspronkelijk Nederlandstalige gedicht dat aan het boksen zelf is gewijd.
- Begin 1926 verscheen bij ‘N.V. Prometheus. A’dam’ een zelfstandige uitgave van Boksmatch – ‘een gedicht in proza / xylografies bewerkt door / Henri van Straten’.
- Over dit boekje schreef Karel van de Woestijne in N.R.C. (6 februari 1926):
- “De houtsnijder Henri van Straten, uit Antwerpen, heeft een gedicht in proza van Frank van den Wijngaert, dat ‘Boksmatch’ heet, ‘xylografies bewerkt’. Het is te zeggen, dat hij den tekst van bedoeld gedicht in hout heeft gedreven, zoodat de letter wit uitkomt op den zwarten bladspiegel, en hem voorzien heeft van overvloedige figuur-illustratie. En zoo is dit geworden een groot en dun boek dat, naar het colophoon vermeldt, ‘hoort toe aan de twede reeks der bibliofielen-uitgaven Vrienden van Prometheus.’
- Nota: In 1930 zal Mau Marssen eveneens een gedicht over boksen publiceren, ‘Vuisten’ , een verhaal over een getalenteerd bokser die vooral gemotiveerd wordt door zijn verliefdheid op een vrouwelijke supporter.
1927-1939: VAN LITERATUUR NAAR HET ESSAY – FILM – STEDELIJK PRENTENKABINET
1927: Het zeer verdienstelijk en opgemerkt overzicht De moderne Vlaamsche houtsnijkunst, rolt van de persen. In dezelfde jaren werpt hij zich op als adept van Henry Van de Velde en geeft in Nederlandse vertaling diens Formules van een moderne Esthetiek (1928) en De drievoudige smaad aan de schoonheid (1931).
Een andere zwart-witkunst betovert hem tijdelijk: de film.
- Hij geeft voordrachten en lezingen, schrijft beschouwingen en kommentaren, neemt de leiding van een kleine schare enthousiastelingen, maar de clubs die worden gesticht – ‘De Cirkel’ (1928) en ‘De Antwerpsche Kinemaklub’ (1931) – stranden op de onverschilligheid van het groot publiek.
- 1932: Werkt mee aan een boek over ‘Filmkunst’.
- 1938: Levert een essay ‘De film: geboorte en ontwikkeling’ aan het toenmalige N.I.R.
Mei 1936: Treedt in dienst bij het pas opgerichte Stedelijk Prentenkabinet, om reeds met ingang van 1 januari 1937 te worden bevorderd tot adjunct-conservator.
1940-1950 : WO II EN NA-OORLOGSE PERIKELEN
Midden 1940: Van den Wijngaert krijgt in die moeilijke oorlogsomstandigheden de feitelijke leiding van het Prentenkabinet in handen, in afwachting dat hij met ingang van 1 januari 1945 wordt benoemd tot conservator van de instelling. Hij zal de functie waarnemen tot in september 1959, waarop hij, om gezondheidsredenen, met pensioen gaat.
Van 1 januari 1945 tot januari 1950 is hij tevens waarnemend conservator van het Museum Plantin-Moretus.
- Deze aanstelling is het gevolg van de oorlogsomstandigheden: conservator H. Bouchery bewaakt de Antwerpse kunstschatten, opgeborgen in het kasteel van Lavaux-Sainte-Anne, Van den Wijngaert doet hetzelfde te Antwerpen voor de hem toevertrouwde schatten van het Plantijnse huis.
- Men leze in zijn Glorie en nood van het Plantijnsche huis de bladzijden gewijd aan die dramatische ogenblikken toen op 2 januari 1945 een V2 de Vrijdagmarkt in een puinhoop herschiep en het Plantijnse huis zwaar beschadigde.
1950: Bij het aantreden van de nieuwe conservator van het Plantijn Moretus Museum, wordt hem vrijwel onmiddellijk de leiding toevertrouwd van het pas in het stadspatrimonium opgenomen Museum Smidt Van Gelder. Samen met ridder Smidt Van Gelder heeft hij de opstelling verzorgd, de inventaris opgesteld en een gids voor het publiek geschreven.
1957: Trekt zich – omwille van gezondheidsproblemen – terug uit zijn openbare functies.
12 juni 1962: Overlijdt in zijn woning aan een hartaanval.
Het grafmonument voor Frank Van den Wijngaert bevindt zich op het Schoonselhof op het eilandje GH. Het is een ontwerp van beeldhouwer Joris Minne.
SMAAKMAKER
De Ster
Uit: De derde Nacht. Humanistiese verzen. p.9
De Ster, die in het duister viel, bij ’t schaduwen van de derde nacht: Wee mij ! Was ik de Tocht der Broederen niet getrouw gevolgd tot het verschrompelen van de twede dag ? De Boom des Levens als een Buik schudde Belofte. O ’t schudden van de levens-buik: wat weet ik van Belofte na de twede dag ? Wat weet ik van de Broederen en de Grote Tocht, sinds uit de schaduw van de derde nacht een Sterre, glorierijk gelijk een Zonne viel !GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
- Frank van den Wijngaert · dbnl
- Dr. L. Voet, ‘[De Gulden Passer 1962]’, ‘In memoriam Frank van den Wijngaert (1901-1962)’ (DBNL) in: In: De Gulden Passer. Jaargang 40 1962.
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
Deze bibliografie bevat 3 afdelingen
- Chronologisch overzicht van publicaties in boekvorm
- Essays en wetenschappelijke studies in tijdschriften en verzamelwerken
- Catalogi
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen
- Koninklijke Bibliotheek van België Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Dr. L. Voet, ‘[De Gulden Passer 1962]’, ‘In memoriam Frank van den Wijngaert (1901-1962)’ (DBNL) in: In: De Gulden Passer. Jaargang 40 1962. (uitgebreide bibliografische bijlage)
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
ESSAYS EN WETENSCHAPPELIJKE STUDIES IN TIJDSCHRIFTEN EN VERZAMELWERKEN
1926 | Vlaamse houtsnijkunst. I. Frans Masereel. | In: Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, 36, nr 2, februari 1926, blz. 94-98. |
1926 | Vlaamse houtsnijkunst. II. Joris Minne. | In: Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, 36, nr 4, april 1926, blz. 237-240. |
1929 | Achter het gerechtshof. | In: Weerspiegeld Antwerpen. Hoe ’t vroeger was: onze schrijvers over hun stad, 1929, blz. 311-314. |
1932 | Het schoonheidsbeginsel van de Filmkunst. | In: Filmkunst, 1932, blz. 16-35. |
1932 | De Duitsche film en G.W. Pabst. | In: Filmkunst, 1932, blz. 86-108 |
1934 | De jonge Vlaamsche houtsnijder Antoon Herckenrath. | In: Morks-magazijn, 36, september 1934, blz. 465-475. |
1936 | Het Antwerpsch Prentenkabinet. | In: De Gulden Passer, XIV, 1936, blz. 138-144. |
1937 | Het Antwerpsch Prentenkabinet. | In: Onze Tijd, 2, nr 4, 1 april 1937, blz. 171-173. |
1942 | Aspekten der hedendaagsche teekenkunst en grafiek: Tentoonstellingen in het stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen van Juli 1940 tot December 1941. | In: De Gulden Passer, XX, 1942, blz. 125-148. |
1942 | De beteekenis der prentkunst voor het Rubensschilderij. | In: Kunsthistorische bijdrage van het jaarboek 1939-1941 van het Koninklijk Museum voor Schoone Kunsten Antwerpen, 1942, blz. 137-166. |
1943 | Aspekten der hedendaagsche teekenkunst en grafiek, II. Tentoonstellingen in het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen in 1942. | In: De Gulden Passer, XXI, 1943, blz. 261-281. |
1945 | P.P. Rubens en Lucas Vorsterman, een aanslag op het leven van den meester. | In: De Gulden Passer, 1945, blz. 159-194. |
1945 | De Vlaamsche grafiek van gister en thans. | In: Feestkrans bij het eerste lustrum der uitgeverij ‘Pro Arte’ 1939-1944, 1945, blz. 113-126 |
1946 | Antoon van Dyck en het Plantijnsche huis. | In: De Gulden Passer, XXIV, 1946, blz. 33-40. |
1946 | Een paar herinneringen. | In: Lode Baekelmans ter eere, 1945, blz. 72-74. |
1947 | De botanische teekeningen in het Museum Plantin-Moretus. | In: De Gulden Passer, XXV, 1947, blz. 34-51. |
1947 | De laatste levensmaanden van Prof. Dr. Arthur Cornette. | In: In memoriam Prof. Dr. A.H. Cornette, 1947, blz. 72-78 |
1947 | Hendrik Schaefels, teekenaar van de Oud-Antwerpsche haven. | In: Tijdschrift van de Touring Club van België, 53e jg., nr 6, 15 maart 1947, blz. 57-61. |
1947- 1948 |
De late Moretussen en de boekillustratie. | In: De Gulden Passer, XXV, 1947, blz. 186-240, en XXVI, 1948, blz. 150-205. |
1948 | Twee onbekende tekeningen van Schelte a Bolswert. | In: Miscellanea J. Gessler, 1948, blz. 1362-1366 |
1948 | Simon Stevin en zijn tijd. | In: De Gids, jg. 111, augustus 1948, blz. 9-13 [van de overdruk]. |
1950 | [Inleiding.] | In: Graphisme 50. Bois et linos, 1950, blz. 3-5 |
1952 | Teken- en prentkunst. | In: Antwerpen in de XVIIIe eeuw, 1952, blz. 231-247 |
1953 | Het geïllustreerde boek in Vlaanderen. | In: Het Boek in Vlaanderen 1953, 22e jaarboek van de Vereeniging ter bevordering van het Vlaamsche Boekwezen, Brussel, blz. 7-26. |
1953 | Hendrik Schaefels, tekenaar van de oud-Antwerpse haven. | In: Speciale uitgave van het maandblad ‘Thomsen’s post’ ter gelegenheid van het XXV jarig jubileum van de firma Thomsen’s, 1953, blz. 57-61 |
1955 | Twee Franse grafici: J.E. Laboureur en Jacques Villon. | In: Antwerpen, I, 1955, blz. 62-66 |
1956 | De Rubens-tekeningen in Antwerps stadsbezit. | In: Antwerpen, II, 1956, blz. 1-2. |
1956 | H. de Braekeleer als tekenaar en etser. | In: Album gewijd aan Henri de Braekeleer en zijn werk ter gelegenheid van de tentoonstelling ingericht door het bestuur van de stad Antwerpen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, 24 maart – 3 juni 1956, 1956, blz. 7-18. |
1958 | Tentoonstellingen in het Stedelijk Prentencabinet. | In: Antwerpen, IV, 1958, blz. 30-31. |
1963 | De Schilderkunst en De Beeldhouwkunst. | In: Antwerpen in de XIXde eeuw, 1963 |
CATALOGI
a. Volledig of voor het grootste deel verzorgd door F. van den Wijngaert
- 1936: Tentoonstelling van grafisch werk van Ant. Herckenrath. Museum Plantin-Moretus, 9-23 mei 1936. 23 × 16.5, 4p.
- 1943: De haven in de kunst. Stedelijk Kunstsalon te Antwerpen, 3-31 juli 1943. 24.5 × 16, 8p.
- 1949: Teekeningen, grauwschetsen en prenten van en naar Rubens. Rubens-huis te Antwerpen, 21 juli – 30 september 1946. 21.5 × 13.5, 22p.
- 1949: Van Dyck tentoonstelling. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, juli – augustus 1949. 20 × 14, 64p.
- 1949: Livres et objets d’art du Musée Plantin-Moretus. Union Liégeoise du Livre et de l’Estampe, 26 november – 18 december 1949. 21 × 14, 22p.
- 1952: Het dier in de hedendaagse grafische kunst. Koninklijke Maatschappij van Dierkunde van Antwerpen, 5-23 juni 1952. 21.5 × 13.5, 42p.
- 1955: Laboureur-Villon. Stadsfeestzaal te Antwerpen, 16 juli – 7 augustus 1955. 21.5 × 15, 28p.
- 1956: Dessins et gravures du Cabinet des Estampes de la ville d’Anvers. Union Liégeoise du Livre et de l’Estampe, 28 april – 17 mei 1956. 21 × 14, 19p.
- 1959: Prenten van James Ensor en Jules De Bruycker. Provinciaal Gallo-Romeins Museum te Tongeren, 16 juli – 7 september 1959. [4 p.] + pl
b. Inleidingen of notities in catalogussen
- 1949: Tentoonstelling gewijd aan het werk van Jozef Cantré. Stedelijk Kunstsalon te Antwerpen, ingericht door het Comité voor Artistieke Werking, 3-16 juni 1949.
- 1949: Tentoonstelling gewijd aan het grafisch werk van James Ensor. Stedelijk Kunstsalon te Antwerpen, ingericht door het Comité voor Artistieke Werking, 15-24 juli 1949.
- 1954: Anvers, ville de Plantin et de Rubens. Bibliothèque nationale (Parijs), maart – april 1954.
- 1955: Antwerpens Gouden Eeuw. Kunst en kultuur ten tijde van Plantin. Stedelijke Feestzaal te Antwerpen, 13 augustus – 2 oktober 1955.
- 1956: Tekeningen van P.P. Rubens. Catalogus [door] L. Burchard en R.A. d’Hulst. Rubenshuis te Antwerpen, 16 juni – 2 september 1956.
- 1956: Retrospectieve Frans Masereel. Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen, 21 juni – 31 juli 1958..
- 1956: Scaldis-tentoonstelling. Stedelijke Feestzaal en Provinciaal Veiligheidsmuseum te Antwerpen, 20 juli – 9 september 1956.
- 1957: Noreille. Tentoonstelling grafiek-ceramiek, ingericht door Kunstkring Mozail. Stedelijk Museum te Oostende, 29 juni – 11 juli 1957.