home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Van den wijngaert, Frank

Maakt deel uit van:

Frank Van den Wijngaert

Kontich, 9 januari 1901 – Antwerpen, 12 juni 1962

Expressionistisch dichter met humanistische strekking, prozaschrijver.
Vanaf de jaren 1930 is hij hoofdzakelijk actief als essayist over kunst met publicaties over de Vlaamse houtsnijkunst (Joris Minne, Henri van Straten, Jules De Bruyker, Hans Orlowski, Frans Cantré en anderen). Ook de Antwerpse renaissanceschilders waren vaak het onderwerp van zijn geschriften.

Bij diverse tentoonstellingen assisteerde hij bij de uitgave van de catalogusteksten.

Conservator van het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen.
Tijdens de oorlogsjaren, waarnemend conservator van het Museum Plantin-Moretus

 

BIOGRAFIE

9 januari 1901: Geboren te Kontich.

Na de eerste wereldoorlog treedt hij in dienst van de stad Antwerpen.

AANVANKELIJK WIL VAN DEN WIJNGAERT ZICH PROFILEREN ALS DICHTER EN SCHRIJVER – ONTLUIKENDE SAMENWERKING MET GRAFICI

  • 1917: Amper 16 jaar oud is hij, wanneer zijn eerste verzen hun weg vinden naar het tijdschrift ‘Vlaamsch leven’.
  • 1920: Treedt toe tot de kring van ‘Lumière’ (1919-1940), een internationalistisch en pacifistisch genootschap van kunstenaars uit Antwerpen onder leiding van Roger Avermaete.
    • Zijn pacifistische humanitaire gevoelens en zijn esthetische beleven komen tot uiting in talloze tijdschriftartikels en in een reeks verzenbundels, romans en novellen: De derde nacht (1920), Belijdenis (1921), De Schuld (1922), Boksmatch (1926), De Lift (1928), Kaleidoscoop (1929), Fik Demers’ overwinning in Parijs-Brussel (1931). De run naar de eeuwige finaal zou in 1934 deze literaire activiteit besluiten.

Ook de wondere wit-zwartwereld van de grafische kunst kan hem begeesteren en dat mondt uit in een vruchtbare samenwerking met de jonge naoorlogse beeldenstormers die zijn literair werk met hun houtsneden opluisteren:

  • Joris Minne (De Derde nacht, 1920; Belijdenis, 1921; De Schuld, 1922) en Henri Van Straten (Boksmatch, 1926), later Hans Orlowski (Kaleidoscoop, 1929) en Antoon Herckenrath (De run naar de eeuwige finaal, 1934)

1924: Het tijdschrift Vlaamsche Arbeid publiceert in haar juni-julinummer, ‘Boksmatch’ van Frank van den Wijngaert, het eerste oorspronkelijk Nederlandstalige gedicht dat aan het boksen zelf is gewijd.

  • Begin 1926 verscheen bij ‘N.V. Prometheus. A’dam’ een zelfstandige uitgave van Boksmatch – ‘een gedicht in proza / xylografies bewerkt door / Henri van Straten’.
  • Over dit boekje schreef Karel van de Woestijne in N.R.C. (6 februari 1926):
    • “De houtsnijder Henri van Straten, uit Antwerpen, heeft een gedicht in proza van Frank van den Wijngaert, dat ‘Boksmatch’ heet, ‘xylografies bewerkt’. Het is te zeggen, dat hij den tekst van bedoeld gedicht in hout heeft gedreven, zoodat de letter wit uitkomt op den zwarten bladspiegel, en hem voorzien heeft van overvloedige figuur-illustratie. En zoo is dit geworden een groot en dun boek dat, naar het colophoon vermeldt, ‘hoort toe aan de twede reeks der bibliofielen-uitgaven Vrienden van Prometheus.’
  • Nota: In 1930 zal Mau Marssen eveneens een gedicht over boksen publiceren, ‘Vuisten’ , een verhaal over een getalenteerd bokser die vooral gemotiveerd wordt door zijn verliefdheid op een vrouwelijke supporter.

1927-1939: VAN LITERATUUR NAAR HET ESSAY – FILM – STEDELIJK PRENTENKABINET

1927: Het zeer verdienstelijk en opgemerkt overzicht De moderne Vlaamsche houtsnijkunst, rolt van de persen. In dezelfde jaren werpt hij zich op als adept van Henry Van de Velde en geeft in Nederlandse vertaling diens Formules van een moderne Esthetiek (1928) en De drievoudige smaad aan de schoonheid (1931).

Een andere zwart-witkunst betovert hem tijdelijk: de film.

  • Hij geeft voordrachten en lezingen, schrijft beschouwingen en kommentaren, neemt de leiding van een kleine schare enthousiastelingen, maar de clubs die worden gesticht – ‘De Cirkel’ (1928) en ‘De Antwerpsche Kinemaklub’ (1931) – stranden op de onverschilligheid van het groot publiek.
  • 1932: Werkt mee aan een boek over ‘Filmkunst’.
  • 1938: Levert een essay ‘De film: geboorte en ontwikkeling’ aan het toenmalige N.I.R.

Mei 1936: Treedt in dienst bij het pas opgerichte Stedelijk Prentenkabinet, om reeds met ingang van 1 januari 1937 te worden bevorderd tot adjunct-conservator.

1940-1950 : WO II EN NA-OORLOGSE PERIKELEN

Midden 1940: Van den Wijngaert krijgt in die moeilijke oorlogsomstandigheden de feitelijke leiding van het Prentenkabinet in handen, in afwachting dat hij met ingang van 1 januari 1945 wordt benoemd tot conservator van de instelling. Hij zal de functie waarnemen tot in september 1959, waarop hij, om gezondheidsredenen, met pensioen gaat.

Van 1 januari 1945 tot januari 1950 is hij tevens waarnemend conservator van het Museum Plantin-Moretus.

  • Deze aanstelling is het gevolg van de oorlogsomstandigheden: conservator H. Bouchery bewaakt de Antwerpse kunstschatten, opgeborgen in het kasteel van Lavaux-Sainte-Anne, Van den Wijngaert doet hetzelfde te Antwerpen voor de hem toevertrouwde schatten van het Plantijnse huis.
  • Men leze in zijn Glorie en nood van het Plantijnsche huis de bladzijden gewijd aan die dramatische ogenblikken toen op 2 januari 1945 een V2 de Vrijdagmarkt in een puinhoop herschiep en het Plantijnse huis zwaar beschadigde.

1950: Bij het aantreden van de nieuwe conservator van het Plantijn Moretus Museum, wordt hem vrijwel onmiddellijk de leiding toevertrouwd van het  pas in het stadspatrimonium opgenomen Museum Smidt Van Gelder.  Samen met ridder Smidt Van Gelder heeft hij de opstelling verzorgd, de inventaris opgesteld en een gids voor het publiek geschreven.

1957: Trekt zich – omwille van gezondheidsproblemen – terug uit zijn openbare functies.

12 juni 1962: Overlijdt in zijn woning aan een hartaanval.

Het grafmonument voor Frank Van den Wijngaert bevindt zich op het Schoonselhof op het eilandje GH. Het is een ontwerp van beeldhouwer Joris Minne.

SMAAKMAKER

De Ster

Uit: De derde Nacht. Humanistiese verzen. p.9

De Ster,
die in het duister viel,
bij ’t schaduwen
van de derde nacht:
Wee mij !
 
Was ik de Tocht der Broederen
niet getrouw gevolgd
tot het verschrompelen
van de twede dag ?
 
De Boom des Levens
als een Buik
schudde Belofte.
 
O ’t schudden van de levens-buik:
wat weet ik van Belofte
na de twede dag ?
Wat weet ik van de Broederen
en de Grote Tocht,
sinds uit de schaduw
van de derde nacht
een Sterre, glorierijk
gelijk een Zonne viel !

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

Deze bibliografie bevat 3 afdelingen

  1. Chronologisch overzicht van publicaties in boekvorm
  2. Essays en wetenschappelijke studies in tijdschriften en verzamelwerken
  3. Catalogi

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

 Jaar  Titel Fotogalerij   Uitgeverij 1ste druk
 1920  De derde nacht. Humanistiese verzen . (gedichtenbundel)

Geïllustreerd en met portret van de dichter door Joris Minne.
Deeltitels: De Ster; De Roep; De Hoorn; Het Nieuw Verbond; De Wet.
   Antwerpen: “Lumière” .  -40p.

Afmetingen: 20 x 15.50 (ingenaaid)
Gedrukt op de persen van de DRUKKERIJ V. Resseler, Prinsstraat, 20, Antwerpen, in de maand Augustus 1920.
 1921  Belijdenis. Humanistiese verzen. (gedichtenbundel)

Met 6 houtsneden door Joris Minne.
 Antwerpen: “Lumière”.  -80 + [IV]p.

Afmetingen: 18.8 × 14

 1922  De schuld: dramaties dialoog.

Op omslag: Versierd met origineel houtblokken door J. Minne. Een spel van middeleeuws mysterie en van moderne konklusie. Antwerpen, ‘De Diskus’, 1922

Antwerpen, J.E. Buschmann / Antwerpen: “De Diskus.   -22p.

Afmetingen: 25.4 × 19 

 1926  Vlaamse Houtsnijkunst, III, Henri Van Straten. (essay)  In: Elsevier’s geïllustreerd maandblad, 1926, 36ste jg. Juli pp.20-24.
 1926  Boksmatch: een gedicht in proza.

Illustraties: Henri van Straten.
 Amsterdam: Prometheus.

Reeks: tweede reeks der bibliofielen-uitgaven ‘Vrienden van Prometheus.’
 1926  Rimpeling: cinegrafische ballade. (essay)  Brussel: Standaard – Boekhandel. -16p.

Overdruk uit: Vlaamsche Arbeid. – 21:1(1926)
 1927  De moderne Vlaamse houtsnijkunst. (monografie)

Met een voorwoord van Just Havelaar.
Bevat 94 houtsneden van Frans Masereel, Joris Minne, Henri van Straten, Jan Cantré, Valentijn van Uytvanck, Jozef Cantré, Gustaaf de Smet, Fritz van den Berghe, waarvan de helft gedrukt van de oorspronkelijke blokken
 Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel” / Santpoort : C. A. Mees.   -132p.

Afmetingen: 36.80 x 24.60

 1928  De lift. (novelle)

Gedeeltelijke voorpublicatie in: Vlaamsche Arbeid, jg. 23 vol 18 pp 48-58.
Omslag: Joris Minne

 Brussel: De Wilde Roos. S. Druk. Lucifer. -159 + [V]p.

Afmetingen: 23.30 x 15.50 (ingenaaid – zachte kaft met stofomslag)

1928 Formules van een moderne esthetiek.

Oorspronkelijke auteur: HENRY VAN DE VELDE
Oorspronkelijke titel: Les formules de la beauté architectonique moderne, Weimar, (1916); Brussel, Equerre, 1923
Uit het fransch vertaald en ingeleid door Frank Van den Wijngaert
Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel”. -152p.

Afmetingen: 21.50 x 15.80

1929 Kaleidoscoop. (gedichtenbundel)

 De [5] houtsneden zijn van de hand van Hans Orlowski.
Het omslag, in beschilderd papier, werd uitgevoerd door Jeanne Geersens. Voor de pers werden op featherweight tien exemplaren gedrukt, genummerd van A tot en met J.
Dit is nr …’
Versiering in geel en groen; 5 houtsneden; uitgeversmerk in groen. 
Oude God-Antwerpen: Bibliofielenvereeniging Tyl. –[II] + 46 + [IV]p.

Afmetingen: 24.70 x 19.80
Reeks: Bibliofielenvereeniging Tijl 1929.
Colofon: Dit boek, ontstaan tussen de jaren 1922-28, waarin begrepen een herdruk van het gedicht ‘Boksmatch’, is mijn lieve vrinden, Hans en Marianne Orlowski ‘herzlichst zugeeignet’.
Van dit boek waarvan de druk beëindigd werd op 30 mei 1929 werden voor de Bibliofielenvereeniging Tyl vijf en zeventig genummerde exemplaren gedrukt, op handgeschept gevergeerd papier van de Koninklijke Fabrieken v/h Pannekoek en hetrokken op de persen van de kunstdrukkerij Loki, volgens de maquetten van Nand Geersen en Joris Minne. In handzetsel werd Elsevier 12 punten gebruikt voor den tekst en de Normande 12 punt voor de titels der hoofdstukken.

1930 De Vlaamse houtsnijder Henri Van Straten. (essay) In: Kunst (“houtsneenummer”, voornamelijk gewijd aan zijn werk) Gent, 1930, nr. 6.
[1931] ‘Fik Demer’s overwinning in Parijs-Brussel’ (kortverhaal) In: Zoo verhalen de Vlamingen, pp. 220-229
1931 De drievoudige smaad aan de schoonheid. (vertaling uit het Frans)

Oorspronkelijke auteur : HENRY VAN DE VELDE
Oorspronkelijke titel: La triple offense à la beauté. (1918 – tekst van een lezing gegeven te Bern)
Vertaald door Frank van den Wijngaert

Antwerpen, Bibliofielen-vereeniging ‘Tyl’ -55p.

Afmetingen: 24 x 19

1932 Henri Van Straten (essay) In: Kunst, Gent, 1932 nr. 7
1932 Filmkunst. (gebundelde essays)

Bijdragen van : E. P. F. Morlion, Frank van den Wijngaert, R. Arnheim, K. de Keukeleire.
 Antwerpen: De Warande.  -169p.
1934 De run naar de eeuwige finaal. (verhalend proza)

Houtsneeversiering van Antoon Herckenrath.
 Antwerpen: Uitgeverij “De Sikkel “. -157+ [2]p.

Afmetingen: 19 × 12.5

1935 ‘Fik Demer’s overwinning in Parijs-Brussel’ (kortverhaal) In: Moderne Vlaamse kortverhalen, 1935, pp. 120-132
1935 Joris Minne (essay) Antwerpen:  Uitgeverij “De Sikkel “. -80p.

Afmetingen: 31.50 x 24

1937 Hans Orlowski, graveur. (monografie) Bruxelles: Éd. Nébé, -[32] Ill.

Afmetingen: 24 × 15.5

1938 De film: geboorte en ontwikkeling. (essay) Brussel: Uitgaven van het N.I.R.   -46p. Ill.

Reeks: Programmabrochures: Nederlandsche reeks / NIR [Brussel]  vol. 29
Afmetingen: 21.50 x 13.50
1940 Inventaris der Rubeniaansche prentkunst. (essay) Antwerpen: Uitgeverij De Sikkel. +112p. + 32 platen.

Limited edition of 300 numbered copies on paper “medevia antique wove”
Afmetingen: 28 x 22
1941 ‘Rubens als boekverluchter voor de Plantijnsche drukkerij’. (essay).

I : Petrus Paulus Rubens en Balthasar I. Moretus / door Dr. Herman F. Bouchery, conservator van het Museum Plantin-Moretus .
II : Rubens als boekvervluchter voor de Plantijnsche drukkerij / door Frank Van den Wijngaert, adjunct-conservator van het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen ;
Met 110 afbeeldingen, van verklarende aanteekeningen voorzien door H. F. Bouchery.
In: H.F. Bouchery en F. van den Wijngaert, P.P. Rubens en het Plantijnsche huis. Antwerpen, uitgave van het Museum Plantin-Moretus bij Uitgeverij De Sikkel, Antwerpen. – VII-162 blz., 110 pl.

Reeks: Maerlantbibliotheek nr 4.
Afmetingen: 45 × 19 (gebonden)

 

1941 Jan Frans Cantré, Vlaamsch houtsnijder. (monografie)

Auteurs: Frank van den Wijngaert & J. Philippen

Diest: Pro Arte.  -183p., ill

Afmetingen: 12.5 × 31

1942 Antwerpen’s glorie in de XVIe eeuw. 2 dln

1944: heruitgave ibidem

Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -16p. + 5 pl.

Deel I – Tekst: 32 × 24, 16p.; Deel II – Platen: 59 × 40
Reeks: Maatschappij der Antwerpsche Bibliophielen, 46

1943 Antoon van Dyck. (monografie) Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -202p. + 61 platen.
1944 Hendrik Schaefels, teekenaar van het schip en van de Oud-Antwerpsche haven. (monografie) Antwerpen: Standaard – Boekhandel. -46p. Ill.

Afmetingen: 32 × 24.5

1945 De Vlaamsche grafiek van gister en thans. (essay) Diest: Pro Arte. -14p.

Overdruk uit: Feestkrans bij het eerste lustrum der uitgeverij Pro Arte, 1939-1944. – (1945). – p. 113-126
1947 Glorie en nood van het Plantijnse huis. Antwerpen: De Nederlandsche Boekhandel. -55p. Ill.

Afmetingen: 22 × 14

1948 Jules De Bruycker. (monografie)

Portret en biografische noot over auteur op omslag.

Antwerpen: Uitgeverij De Sikkel. -15p.

Reeks: Monografieën over Belgische Kunst,, 2. reeks, 12
Afmetingen: 24.50 x 18
1950 Virgilius, facsimile van de oudste druk van het Vlaamse volksboek; ingeleid door J. Gessler;

Met kanttekeningen bij de illustraties van de Nederlandse uitgave door F. van den Wijngaert.

Antwerpen: Uitgeverij De Vlijt. -80p.

Afmetingen: 22.50 x 16.50

1951 Joris Minne. (monografie)

Portret en biografische noot over auteur op omslag.

Antwerpen: Uitgeverij De Sikkel. -16p.  Ill.

Reeks: Monografieën over Belgische Kunst uitgegeven door het Ministerie van Openbaar Onderwijs.
Afmetingen: 24 x 18.50
1951 Het Museum Smidt van Gelder. (museumgids) Antwerpen: Stad Antwerpen. -30p.

Afmetingen: 23 x 15
Druk: Deurne, Drukk. C. Govaerts

[1951] Jan Frans Cantré, houtsnijder. 1886-1931. (monografie)

Met 12 houtsneden van Jan Frans Cantré.
Gent: De Vlam. -40p.

Reeks: Germinal reeks [XVI, 10].
Afmetingen: 17.50 x 12
1954 Hans Orlowski. Antwerpen: Antwerpsche Ex-libriskring, -[9] p. [14] pl.

Reeks: Uitgave van de Antwerpse Ex-libriskring, 1954, 2
Afmetingen: 24 x 17

1955 Henri Van Straten. (monografie)

Portret en biografische noot over auteur op omslag.

Antwerpen: Uitgeverij De Sikkel.  -15p. Ill.

Reeks: Monografieën over Belgische Kunst uitgegeven door het Ministerie van Openbaar Onderwijs. Vol 1955:8
Afmetingen: 24 × 18.5

ESSAYS EN WETENSCHAPPELIJKE STUDIES IN TIJDSCHRIFTEN EN VERZAMELWERKEN

1926 Vlaamse houtsnijkunst. I. Frans Masereel. In: Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, 36, nr 2, februari 1926, blz. 94-98.
1926 Vlaamse houtsnijkunst. II. Joris Minne. In: Elsevier’s Geïllustreerd Maandschrift, 36, nr 4, april 1926, blz. 237-240.
1929 Achter het gerechtshof. In: Weerspiegeld Antwerpen. Hoe ’t vroeger was: onze schrijvers over hun stad, 1929, blz. 311-314.
1932 Het schoonheidsbeginsel van de Filmkunst. In: Filmkunst, 1932, blz. 16-35.
1932 De Duitsche film en G.W. Pabst. In: Filmkunst, 1932, blz. 86-108
1934 De jonge Vlaamsche houtsnijder Antoon Herckenrath. In: Morks-magazijn, 36, september 1934, blz. 465-475.
1936 Het Antwerpsch Prentenkabinet. In: De Gulden Passer, XIV, 1936, blz. 138-144.
1937 Het Antwerpsch Prentenkabinet. In: Onze Tijd, 2, nr 4, 1 april 1937, blz. 171-173.
1942 Aspekten der hedendaagsche teekenkunst en grafiek: Tentoonstellingen in het stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen van Juli 1940 tot December 1941. In: De Gulden Passer, XX, 1942, blz. 125-148.
1942 De beteekenis der prentkunst voor het Rubensschilderij. In: Kunsthistorische bijdrage van het jaarboek 1939-1941 van het Koninklijk Museum voor Schoone Kunsten Antwerpen, 1942, blz. 137-166.
1943 Aspekten der hedendaagsche teekenkunst en grafiek, II. Tentoonstellingen in het Stedelijk Prentenkabinet te Antwerpen in 1942. In: De Gulden Passer, XXI, 1943, blz. 261-281.
1945 P.P. Rubens en Lucas Vorsterman, een aanslag op het leven van den meester. In: De Gulden Passer, 1945, blz. 159-194.
1945 De Vlaamsche grafiek van gister en thans. In: Feestkrans bij het eerste lustrum der uitgeverij ‘Pro Arte’ 1939-1944, 1945, blz. 113-126
1946 Antoon van Dyck en het Plantijnsche huis. In: De Gulden Passer, XXIV, 1946, blz. 33-40.
1946 Een paar herinneringen. In: Lode Baekelmans ter eere, 1945, blz. 72-74.
1947 De botanische teekeningen in het Museum Plantin-Moretus. In: De Gulden Passer, XXV, 1947, blz. 34-51.
1947 De laatste levensmaanden van Prof. Dr. Arthur Cornette. In: In memoriam Prof. Dr. A.H. Cornette, 1947, blz. 72-78
1947 Hendrik Schaefels, teekenaar van de Oud-Antwerpsche haven. In: Tijdschrift van de Touring Club van België, 53e jg., nr 6, 15 maart 1947, blz. 57-61.
1947-
1948
De late Moretussen en de boekillustratie. In: De Gulden Passer, XXV, 1947, blz. 186-240, en XXVI, 1948, blz. 150-205.
1948 Twee onbekende tekeningen van Schelte a Bolswert. In: Miscellanea J. Gessler, 1948, blz. 1362-1366
1948 Simon Stevin en zijn tijd. In: De Gids, jg. 111, augustus 1948, blz. 9-13 [van de overdruk].
1950 [Inleiding.] In: Graphisme 50. Bois et linos, 1950, blz. 3-5
1952 Teken- en prentkunst. In: Antwerpen in de XVIIIe eeuw, 1952, blz. 231-247
1953 Het geïllustreerde boek in Vlaanderen. In: Het Boek in Vlaanderen 1953, 22e jaarboek van de Vereeniging ter bevordering van het Vlaamsche Boekwezen, Brussel, blz. 7-26.
1953 Hendrik Schaefels, tekenaar van de oud-Antwerpse haven. In: Speciale uitgave van het maandblad ‘Thomsen’s post’ ter gelegenheid van het XXV jarig jubileum van de firma Thomsen’s, 1953, blz. 57-61
1955 Twee Franse grafici: J.E. Laboureur en Jacques Villon. In: Antwerpen, I, 1955, blz. 62-66
1956 De Rubens-tekeningen in Antwerps stadsbezit. In: Antwerpen, II, 1956, blz. 1-2.
1956 H. de Braekeleer als tekenaar en etser. In: Album gewijd aan Henri de Braekeleer en zijn werk ter gelegenheid van de tentoonstelling ingericht door het bestuur van de stad Antwerpen in het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten, 24 maart – 3 juni 1956, 1956, blz. 7-18.
1958 Tentoonstellingen in het Stedelijk Prentencabinet. In: Antwerpen, IV, 1958, blz. 30-31.
1963 De Schilderkunst en De Beeldhouwkunst. In: Antwerpen in de XIXde eeuw, 1963

CATALOGI

a. Volledig of voor het grootste deel verzorgd door F. van den Wijngaert

  • 1936: Tentoonstelling van grafisch werk van Ant. Herckenrath. Museum Plantin-Moretus, 9-23 mei 1936. 23 × 16.5, 4p.
  • 1943: De haven in de kunst. Stedelijk Kunstsalon te Antwerpen, 3-31 juli 1943. 24.5 × 16, 8p.
  • 1949: Teekeningen, grauwschetsen en prenten van en naar Rubens. Rubens-huis te Antwerpen, 21 juli – 30 september 1946. 21.5 × 13.5, 22p.
  • 1949: Van Dyck tentoonstelling. Koninklijk Museum voor Schone Kunsten te Antwerpen, juli – augustus 1949. 20 × 14, 64p.
  • 1949: Livres et objets d’art du Musée Plantin-Moretus. Union Liégeoise du Livre et de l’Estampe, 26 november – 18 december 1949. 21 × 14, 22p.
  • 1952: Het dier in de hedendaagse grafische kunst. Koninklijke Maatschappij van Dierkunde van Antwerpen, 5-23 juni 1952. 21.5 × 13.5, 42p.
  • 1955: Laboureur-Villon. Stadsfeestzaal te Antwerpen, 16 juli – 7 augustus 1955. 21.5 × 15, 28p.
  • 1956: Dessins et gravures du Cabinet des Estampes de la ville d’Anvers. Union Liégeoise du Livre et de l’Estampe, 28 april – 17 mei 1956. 21 × 14, 19p.
  • 1959: Prenten van James Ensor en Jules De Bruycker. Provinciaal Gallo-Romeins Museum te Tongeren, 16 juli – 7 september 1959. [4 p.] + pl

b. Inleidingen of notities in catalogussen

  • 1949: Tentoonstelling gewijd aan het werk van Jozef Cantré. Stedelijk Kunstsalon te Antwerpen, ingericht door het Comité voor Artistieke Werking, 3-16 juni 1949.
  • 1949: Tentoonstelling gewijd aan het grafisch werk van James Ensor. Stedelijk Kunstsalon te Antwerpen, ingericht door het Comité voor Artistieke Werking, 15-24 juli 1949.
  • 1954: Anvers, ville de Plantin et de Rubens. Bibliothèque nationale (Parijs), maart – april 1954.
  • 1955: Antwerpens Gouden Eeuw. Kunst en kultuur ten tijde van Plantin. Stedelijke Feestzaal te Antwerpen, 13 augustus – 2 oktober 1955.
  • 1956: Tekeningen van P.P. Rubens. Catalogus [door] L. Burchard en R.A. d’Hulst. Rubenshuis te Antwerpen, 16 juni – 2 september 1956.
  • 1956: Retrospectieve Frans Masereel. Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen, 21 juni – 31 juli 1958..
  • 1956: Scaldis-tentoonstelling. Stedelijke Feestzaal en Provinciaal Veiligheidsmuseum te Antwerpen, 20 juli – 9 september 1956.
  • 1957: Noreille. Tentoonstelling grafiek-ceramiek, ingericht door Kunstkring Mozail. Stedelijk Museum te Oostende, 29 juni – 11 juli 1957.