FERDINAND SNELLAERT
Kortrijk, 21 juli 1809 – Gent, 3 juli 1872
Geneesheer, filoloog, criticus, literatuurhistoricus en flamingant
“Samenvattend kan men zeggen” – schrijft Prof. Ada Deprez – “dat Snellaert door zijn leven en werk de hele evolutie van de Vlaamse Beweging van zuiver taalkundig literair naar uitgesproken politieke beweging belichaamt: vanaf 1836 tot aan zijn al te vroege overlijden in 1872 is er geen actie te bedenken waarin hij niet gemengd was of waarin hij geen leidend aandeel op zich nam.”
Zijn naam is rechtstreeks verbonden met o.a. het Petitionnement van 1840, de Grievencommissie, en de eerste Nederlandse Congressen.
Publiceert – als één van de eersten in 1849– een historisch overzicht van de Nederlandstalige literatuur die hier te lande was verschenen
BIOGRAFIE
21 juli 1809: Ferdinand Augustijn Snellaert, zoon van Willem Snellaert en Maria Josepha Monteyne, wordt als Frans staatsburger te Kortrijk geboren. Napoleon is aan het toppunt van zijn macht en in de voormalige Zuidelijke Nederlanden laat niets voorzien dat de annexatie bij Frankrijk niet definitief is. In zijn familie is Ferdinand de tweede oudste van zes.
- Zijn vader was achtereenvolgens schoenlapper, vishandelaar en bediende bij de Berg van Barmhartigheid. In de Hollandse tijd behoorde hij tot de orangisten.
1823-1827: Volgt humaniora aan het stadscollege – het zgn Theresiaans College – van zijn geboortestad Kortrijk. Hij doorloopt er de zesde tot en met de derde humanioraklas.
1826: Overlijden van zijn moeder.
1827-1829: Medische studie aan het Rijkshospitaal te Utrecht,
- Hij laat zich inschrijven als onbezoldigd kweekeling aan de Universiteit van Utrecht (1827-1829), waardoor hij, mits het leveren van kleine diensten, gratis kan studeren aan de faculteit geneeskunde.
1829-1830: Officier van gezondheid 3°, later 2° klasse in het Nederlandse leger te Middelburg, Antwerpen (revolutie 1830), Noord-Brabant (1831-1833) en Maastricht (1834-juni 1835)
1835: Bekomt – op eigen verzoek – eervol ontslag uit de dienst.
1836-1837: Voltooit zijn studie geneeskunde met een doctoraat te Gent.
1838-1872: Vestigt zich te Gent als huisarts in de Sint-Jacobswijk, een wijk van armen en proletariërs waar hij herhaaldelijk cholera- en tyfusepidemieën bestrijdt en zich inzet voor een verbetering van hygiëne, levens- en arbeidsomstandigheden.
ACTIEF IN DE VLAAMSE BEWEGING
Hoewel het meest bekend voor zijn niet-aflatende acties binnen de op gang komende Vlaamse Beweging, mogen we niet uit het oog verliezen dat Snellaert’s politieke activiteiten op onafscheidelijk verstrengeld waren met een quasi full-time literair-kritische of literair-historische en medische bedrijvigheid.
1836: Was een van de vijf stichters van De Tael is gan(t)sch het Volk en gangmaker voor een kwalitatief betere literaire kritiek, één die op een aanvaardbaar niveau stond, op esthetische en ethische normen steunde en zich onttrok aan de gebruikelijke onderlinge bewieroking en vriendendienst.
- Het eerst geschiedde dit in de Bydragen van de Gazette van Gent (1836-1839), daarna in het Kunst- en Letterblad, waarvan hij van 1840 tot 1843 hoofdredacteur was.
1838: Zijn door de Academie te Brussel bekroonde Verhandeling over de Nederlandsche dichtkunst in België sedert hare eerste opkomst tot aen de dood van Albert en Isabella, verschijnt bij M. Hayez te Brussel. Gezien de datum van publicatie moet deze verhandeling wel zijn geschreven tijdens de periode dat hij zijn doctoraat in de geneeskunde voorbereidde.
1840: Initiatiefnemer met Philip M. Blommaert (en achter de schermen J. F. Willems) voor het petitionnement van 1840
1841: Onder zijn impuls wordt de brochure over het Taelcongres van 1841 (dat de spelling regelde) gepubliceerd;
1847: Volgt zijn vriend Jan Frans Willems op als lid van de Koninklijke Belgische Academie in Brussel.
- Hij voert er een Vlaamse aanwezigheidspolitiek, stelt zich strijdlustig maar bezonnen op en bekomt er steun voor het uitgeven van oude Middelnederlandse schrijvers als Maerlant, Ruusbroec en anderen.
Begin 1847: Binnen het Belgisch staatsverband voelt Snellaert, – in tegenstelling met de meesten van zijn flamingantische tijdgenoten – de Walen als een vreemd, vijandig en daarbij naar aard en wezen grondig verschillend volk aan: het scherpst heeft hij dit uitgesproken in zijn opstel Wael en Vlaming (1847)
Maar ook…
Eind 1847: Schrijft Snellaert een Verklaring van grondbeginselen, die het herstel van de Vlaamse grieven uitsluitend in Belgische optiek poneert en zich van ‘de strekking tot eene afzonderlijke nationaliteit’ uitdrukkelijk distantieert.
1849: Neemt het initiatief tot de organisatie van het eerste Nederlandsch (Taal- en) Letterkundig Congres te Gent, dat tot aan Wereldoorlog I als een van de ontmoetingspunten tussen Noord en Zuid zal fungeren en in het Noorden begrip voor de Vlaamse noden zal opwekken.
- Op de eerste Nederlandse taal- en letterkundige conferentie, houdt hij de openingsrede waarin hij oproept om alle mogelijke middelen aan te wenden om de geest van het volk te versterken en diegenen te bestrijden die het volk in zijn ontwikkeling tegenwerken. Taal wordt daarbij beschouwd als een belangrijk instrument om het karakter van het volk te vormen.
Datzelfde jaar wordt Snellaert Ridder in de Leopoldsorde; in 1851 wordt hij Ridder in de Orde van de Nederlandsche Leeuw. Daarna fungeert hij herhaaldelijk als jurylid of voorzitter voor de Driejaarlijkse Staatsprijs voor roman of toneel.
Ook nog in 1849 publiceert hij – als één van de eersten – een historisch overzicht van de Nederlandstalige literatuur die tot dan toe in Vlaanderen was verschenen.
- Aanvankelijk luidde de titel Kort begrip eener geschiedenis der Nederduitsche letterkunde. (1849),
- Maar in de 2de uitgave in 1850 (en alle volgende edities) werd die gewijzigd in Schets eener geschiedenis der Nederlandsche letterkunde.
- Het gaat om bewerkingen van een oorspronkelijk Franstalige versie die in 1848 in grote oplagen bij uitgeverij A. Jamar te Brussel was verschenen in de reeks ‘Bibliothèque Nationale’, onder beschermig van de Belgische overheid. Daar luidt de titel: Histoire de la littérature flamande.
1850: Corresponderend lid van het Koninklijk Nederlandsch Instituut te Amsterdam
23 februari 1851: Stichtend lid van het Willemsfonds
- De stichters, – de Saint-Génois, Heremans, Snellaert, Van Duyse – formuleerden hun streven als volgt: “de Nederlandsche taal- en letterkunde en alles wat haar aangaat krachtdadig te ondersteunen en aan te moedigen, ter versterking van den algemenen nationalen geest in België.”
- Snellaert was er voorzitter van 1855 tot 1862.
1856-1859: Wordt lid – als verslaggever – van de door minister Pierre de Decker samengestelde Grievencommissie, die tot doel had om de Vlaamse klachten op taalkundig gebied te onderzoeken.
- Zijn eindverslag (1857) mag gerust als indrukwekkend en nog steeds leesbaar bestempeld worden. Door politieke perikelen – De Deckers opvolger Charles Rogier verafschuwde het stuk – werd het pas in 1859 gepubliceerd. Meteen zorgde het voor heel wat politieke heisa.
- Snellaert komt daaruit tevoorschijn als een strijdlustig, principieel maar bedachtzaam Vlaming, die niet aflaat om de mistoestanden op het gebied van bestuur, rechtspraak, administratie en onderwijs in een voor de Vlamingen aanvaardbare richting om te buigen en de regering, het parlement en de partijen tot concessies te bewegen.
- Het verschijnen van Snellaerts rapport wordt in 1859 uitgekozen om te Brussel tegen de houding van de regering te protesteren. Voor het eerst lopen ook georganiseerde arbeiders uit Gent mee in de optocht; verschillenden onder hen zijn voor stakingsfeiten veroordeeld en zullen zich ’s anderendaags in de gevangenis aanmelden om hun straf uit te zitten.
1858: Zoekt van 1858 af meer en meer toenadering tot democratisch en radicaal-gezinden, tot de arbeidersgroeperingen, tot Emiel Moyson, Franciscus Bilen en Lucien Jottrand. Aan de andere kant beseft hij tevens dat de Vlaamse Beweging, wil zij een grotere aanhang bij het gewone volk bekomen, rekening moet houden met het onomstreden gezag van het katholieke geloof en de Kerk.
Van 1860 af inderdaad zien wij Snellaert in steeds scherper conflict treden met de liberale partij.
1861-1862: Speelt een prominente rol in het conflict binnen het Gentse Vlaamse Verbond .
- Het Vlaamsch Verbond verenigde kortstondig de meeste flamingantische verenigingen, en ook de vier belangrijkste arbeidersorganisaties.
- Snellaert wou een Vlaamse strijd voeren, los van welke partijpolitiek dan ook, terwijl Julius Vuylsteke meende dat her radicale Vlaamse programma deel moest uitmaken van een bijgestuurde Vlaamsgezinde Liberale partij. Snellaert verloor het pleit en werd uit het Vlaams Verbond gestoten. Vuylsteke verloor de politieke strijd bij de verkiezingen
1864: Nog eenmaal protesteert hij in de Academie tegen de Franse hegemonie in bestuur en gerecht (n a v uitspraken van procureur -generaal Leclercq en Ch. Bavay). Zijn lezing wordt in de zitting meermaals luidkeels onderbroken. De tekst wordt in het Bulletin gepubliceerd met weglating van een aantal zinsneden.
1870: Op nieuwjaarsavond 1870 onderneemt hij een ‘geforceerde wandeling’ door de storm, op weg naar een patiënt tussen Sint-Amandsberg en Destelbergen. Resultaat: een zware ‘pleuro-broncho-pneumonie’. In de herstelfase treft hem daarenboven nog een trombose, die zijn toestand verergert. Het jaar daarop was de lichamelijke aftakeling onomkeerbaar geworden.
3 juli 1872: Overlijdt te Gent. Enkele dagen later zou hij 63 geworden zijn. De eerste parlementaire verworvenheid van de Vlaamse beweging, het tot stand komen van de wet Coremans op het gebruik der talen in strafzaken op 17 augustus 1873 heeft hij niet meer mogen beleven.
- Hij werd op het stedelijk kerkhof van de Wasstraat buiten de Dampoort ter aarde besteld, om enkele maanden nadien op het Campo Santo van de zo pas opgerichte gemeente Sint-Amandsberg, (1872) naast Willems, Ledeganck en Van Duyse te worden bijgezet.
- Vijf jaar na zijn overlijden werd in Gent de Snellaertskring opgericht, een literaire kring die zich net als Snellaert zelf ook politiek manifesteerde.
- In 1896 werd op Campo Santo een praalgraaf met borstbeeld opgericht.
EPILOOG
1972: De honderdste verjaring van het overlijden van Dr. F.A. Snellaert, stichter van de Nederlandse Congressen, wordt in heel Vlaanderen herdacht en geeft aanleiding tot heel wat studies over zijn leven en werk.
BEKRONINGEN
- 1836: Koninklijke Academie van Wetenschappen en Fraeye Letteren (Brussel) voor de verhandeling: Verhandeling over de Vlaemsche dichtkunst, sedert hare eerste opkomst tot aen de dood van Albert en Isabella. (gouden medaille ter waarde van 600 fr.)
Bron: Frans Heymans, Het goud van de Vlaamse letteren. 170 jaar prijzen voor de Nederlandse literatuur in België (1830-2000). Snoeck-Ducaju & Zoon, Gent, 2001.
MEER OVER FERDINAND SNELLAERT
- 1970: Ada Deprez: De jonge Snellaert 1809-1838. Overdruk uit: Verslagen en mededelingen van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde. 154p.
- 1971: Ada Deprez, A. Snellaert en J.A. Alberdingk Thijm : briefwisseling 1843-1872, Gent : Secretariaat van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Taal- en Letterkunde, 1971 -262p.
- 1972: Ada Deprez, Kroniek van F.A. Snellaert, Brugge, Orion, 1972 (ter perse);
- 1972: Gedenkboek F.A. Snellaert, Kortrijk 1809-Gent 1872. Kortrijk: De Leiegouw. 84-256 : ill. Reeks: Verslagen en mededelingen van De Leiegouw. – Kortrijk, 1959 – 1972; vol. 14: 2
- 1973: Ferdinand Augustijn Snellaert, 1809-1872, en zijn tijd: catalogus van de tentoonstelling ter gelegenheid van de honderdste verjaring van zijn overlijden ingericht door het Snellaert-comité. Gent: Snellaert-Comité. -55p.
- 1983: Ada Deprez, Brieven uit Wenen en Gent. F.A. Snellaerts en J.A. De Laets correspondentie met G. Höfken, 1842-1850
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- Snellaert, Ferdinand A. – NEVB Online
- F.A. Comer, F.A. Snellaert (1809-1872). De man aan de bron. In: Neerlandia. Jaargang 76 (1972) – DBNL
Referentie
- Prof. Dr. Ada Deprez, Briefwisseling van Dr. Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872), Deel II Bio-bibliografie van F.A. Snellaert , Gent, Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal) en Letterkunde, 1975. 271-383pp
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Prof. Dr. Ada Deprez, Briefwisseling van Dr. Ferdinand Augustijn Snellaert (1809-1872), Deel II Bio-bibliografie van F.A. Snellaert , Gent, Secretariaat van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal) en Letterkunde, 1975. 271-383pp
- Deze bibliografie bevat naast de zelfstandige werken tevens de bijdragen van F.A. Snellaert in periodieken en bijdragen in samenwerking met anderen.
- Onderhavige bibliografie beperkt zich tot de zelfstandige publicaties.
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht