WERNER PAUWELS
Gent, 7 januari 1937 – ?, 3 januari 2013
Dubbeltalent: dichter, prozaschrijver en grafisch kunstenaar.
Debuteerde als dichter, maar werd vooral bekend met zijn debuutroman Een koele hel (1967)
Inhoudelijk komen maatschappelijke problemen als relaties (Een koele hel, 1967), de generatiekloof (Geen zonen meer, 1972) of het lot (Dameshondje) aan bod.
BIOGRAFIE
7 Januari 1937: Geboren te Gent. Zijn ouders – Cesar en Alida Pauwels – zijn binnenschippers.
Vader en moeder Pauwels op de voorplecht van hun Waal omstreeks 1935
De eerste levensjaren brengt de jonge Werner door aan boord van het ouderlijk schip. Zijn moeder leert hem lezen, schrijven, rekenen en bidden.
1945: Op kostschool: eerst te Gent, bij de Broeders van de Christelijke Scholen, nadien te Brussel, waar hij op de Franse taalrol wordt ingeschreven.
1952: Een eerste literaire activiteit: een toneelbewerking in verzen van De Leeuw van Vlaanderen van Hendrik Conscience, een volavondstuk dat een eenmalige opvoering kent aan de lagere normaalschool te Turnhout, waar de jonge Pauwels enige tijd voor onderwijzer is gaan studeren.
1953: Van zijn hand verschijnen verhalen van hem in het Zondagsblad (bijlage van dagblad Vooruit), en in De Vlaamse Gids.
Hij publiceert geregeld gedichten in het jongerentijdschrift Het Antenneke. (meer lezen: Het Antenneke – Literair Gent).
DE DICHTER
1955: Debuteert als dichter met de bundel De poel en netheid, met als ondertitel “achttien jaren jeugd-bewegingen”. Het zijn gedichten ontstaan aan boord van het schip varend tussen Parijs en het Ruhrgebied.
- Het is een bundel vol kwetsbare hunkering naar nestwarmte, een schreeuwerige gecamoufleerde onmacht, een zoektocht naar innerlijk evenwicht, thema’s waarmee weliswaar vele debutanten worstelen, maar die door Pauwels van meet af aan met een eigen stem – een korte afgemeten, ietwat korzelige manier van formuleren, een hortend ritme – worden geformuleerd.
Daarna wordt het even stil. Hij levert enkele journalistieke bijdragen aan Het laatste Nieuws, De Gentenaar en Vooruit.
1956-1957: Vervult zijn legerdienst.
1958: Werkzaam op het persbureau van de Wereldtentoonstelling en enkele maanden in een Gents havenbedrijf.
Kort daarna huwt hij met Denise Malfliet
1961: Vestigt als zelfstandige een handel in schoonmaakproducten en wordt vader.
1963: Acht jaar na zijn debuut, verschijnt zijn tweede bundel Nooit is een woord opgestaan. Vier mede-kunstenaars uit de groep rond Het Antenneke, Bert de Clerck, Amedee Cortier, Jacques Ghesquière en Roger d’Harte, zorgen voor de illustraties.
1966: Pauwels’ derde gedichtenbundel, Verloren gezongen zomer, ziet het licht.
Dichten beschouwt hij als zijn roeping maar vanaf 1967 verwerft hij ook naam met zijn romans.
1967-1976: PROZASCHRIJVER
1967: Met zijn eerste roman Een koele hel, neemt Pauwels voorlopig afscheid van de poëzie.
Het is voor de auteur het begin van een periode met grote literaire creativiteit.
Tussen 1967 en 1976 verschijnen er van zijn hand niet minder dan zeven prozawerken. Bovendien is hij tussendoor nog zeer bedrijvig met interviews, recensies en kritische bijdragen voor o a De Periscoop. In hetzelfde maandblad schrijft hij – onder de hoofding “Marginaaltjes” – zuurzoete columns over literatuur, kunst en maatschappij
1976: Met de publicatie van Dameshondje sluit Werner Pauwels voorlopig de reeks van zeven prozawerken af. De roman brengt hem overigens eindelijk de officiële erkenning die hij verdient: de prijs van de Provincie Oost-Vlaanderen. Kort voordien had hij voor dezelfde roman ook de Ary Sleeksprijs van Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde gekregen.
1976 – 1980 : EEN PERIODE VAN BEZINNING TOE ? MAAR NIET VOOR LANG.
1979: Op de Antwerpse boekenbeurs loopt hij rond, vermomd als sandwichman met een bord op borst en rug waarop: “Wie is de uitgever die mij diskrimineert en wat ben ik waard indien ik zulks lijdzaam onderga…”
Is zijn periode van bezinning een conflict met zijn uitgever ?
Maar Pauwels is aan het schilderen gegaan. In zijn hoeve te Heusden verbouwt hij de koeienstal tot galerij en organiseert er geregeld literaire en artistieke aperitieven.
1980: Het luisterspel Zilveren pantsers (geschreven in 1970, toen door een plaatselijk amateurgezelschap gecreëerd maar nooit gepubliceerd) wordt door BRT 1 uitgezonden op 24-06-1980 en zaterdag 28-06-1980
OPNIEUW DICHTER
1980: Na 14 jaar verschijnt er opnieuw een dichtbundel “Tom”.
- In een interview met Willem M Roggeman verklaart hij: “Ik ben eigenlijk nooit opgehouden met gedichten schrijven…De uitgevers hadden blijkbaar een voorkeur voor mijn romans. Maar ik beschouw mezelf nog altijd ij de eerste plaats als een dichter. Ik vond dat een goed romanschrijver ook een dichter moet zijn. Anders ontbreekt het artistieke element” (Willem M Roggeman, Schrijver Werner Pauwels wordt nu ook akwarellist. In: De Nieuwe Gazet, 18.10.1977)
1981: Publicatie van Ik beware al die vare – één van zijn meest levensechte romans – situeert zich in en rond het Gentse havengebied, tussen wal en schip. over de binnenscheepvaart (milieu dat hij zeer goed kent als telg uit een dergelijk gezin).
- De roman – nu pas gepubliceerd – werd reeds in 1979 bekroond met de Baekelmansprijs 1976-1978 van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde..
1982-1984: Geeft twee rollen poëzie uit: Vrije verzen (1982) en Nieuwe vrije verzen (1984). De eerste in eigen beheer en de tweede in zijn eigen éénmansuitgeverij – SAGA.
- Beide bundels zijn nogal origineel uitgegeven: ze bestaan uit een rol herwonnen papier van 21 x 120 cm die in een witte koker is gestopt.
- In de rubriek ‘de schatkamer’ van de Poëziekrant oktober/november 2020 bericht Stefaan Goossens, verantwoordelijk voor het documentatiecentrum daarover het volgende:
- Ook in 1982 publiceert dubbeltalent (beeldend kunstenaar en auteur) Werner Pauwels zijn Vrije Verzen in eigen beheer. Die reeks gedichten, opgedragen aan bevriende dichters en kunstenaars (Fernand Handtpoorter, Car Flanders, Marc Bruynseraede…), werd gedrukt op een rol van 1.20 m. De rol werd verpakt in een kartonnen koker en onder de noemer ‘drukwerk’ rondgestuurd naar vrienden en geïnteresseerden. Werner Pauwels schreef de gedichten tijdens een verblijf in Cuba van augustus tot oktober 1982. Twee jaar later, in 1984, herhaalt hij die actie met zijn Nieuwe Verzen, ditmaal gepubliceerd door Uitgeverij Saga, ook een project van Werner Pauwels. Net als de publicatie uit 1982, is de centrale thematiek van die ‘nieuwe’ verzen het streven om te ontsnappen uit het versmachtende keurslijf van conventies en uit de dwangbuis van de taal. Het 220 regels tellende gedicht werd opgedragen aan John Heuzel, een van de oprichters van het literaire tijdschrift Kruispunt, aan wie ook al een gedicht werd opgedragen in Vrije Verzen. (p.76)
1992: Een bibliofiele poëzieuitgave Nihonga, met 25 gedichten + 11 zwart-wit reproducties der Inkt-met-Penseel-tekeningen van de auteur, elk op een blad Kalkpapier Gateway.
1994: Op een rondvraag van het tijdschrift Gierek waarom een aantal auteurs na een beloftevol debuut, soms beginnende schrijverscarrière, afhaken, antwoordt hij als volgt:
‘… En ja, ik reageer gaarne op een zeldzame vraag naar mijn literatuur. Ik herlas het catalogusnummer met poëzie bij de grote Gieriktentoonstelling in 1993 in het Karel Cuypershuis in Antwerpen. ‘Omdat ik de betekenis van jaarringen ken,vrees ik wat groeien zal. Ik kan niet één seizoen zijn’ … Ter zake: mijn laatste publicatie dateert van 1992: Nihonga, een bibliofiele bundel poëzie. Een nieuwe bundel vertoeft sedert juni 2006 bij een uitgever. Proza schijf ik niet meer. Ik wil de boekenberg niet nog groter maken. Wel overweeg ik de heruitgave van Ik beware al die varen, een goede en in onze literatuur zeldzame schippersroman. En dan stelt zich het vinden van een uitgever die, zoals de politiek, meer gefocust is op de figuur dan op zijn product. Samengevat: mijn eerste uitgave betrof de poëziebundel De poel en netheid. In mijn romans heb ik afgerekend met die poel en met zij die hem bevolken. Nu streef ik de netheid na, transcendentie, zen, evenwicht. Ook in mijn recente schilderijen.’Bron: Gierek lay-out 94 – zeer interessant nummer omwille van de de enquête over het waarom een aantal auteurs na een beloftevol debuut, soms beginnende schrijverscarrière.
2012: Een laatste publicatie en alweer poëzie: Op bloedrood water . Bergen eeuwigheid
3 januari 2013: Overlijden van Werner Pauwels.
BEKRONINGEN
- 1978: Ary Sleeksprijs van Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde voor de roman Dameshondje
- 1978: Prijs voor de roman van de provincie Oost-Vlaanderen voor De tijd voor een lichaam én voor Dameshondje
- 1979: Baekelmansprijs 1976-1978 van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde voor Ik beware al die vare
MEER OVER WERNER PAUWELS
- H. Bousset, in Schreien, schrijven, schreeuwen (1973);
- P. Hardy, in Bij benadering, dl. 2 (1973);
- `Huldiging W.P.’, in Kult. Jaarb. Oostvlaanderen 1978 (1979).
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Websites
Referenties;
- Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800. Een cultuurgeschiedenis. Tielt, Lannoo 2013. -639p.
- Car Flanders, Werner Pauwels. Tussen tijger en vlinder. In: Oostvlaamse Literaire Monografieën, nr. 40 pp 161-192. Uitgegeven in het Kultureel Jaarboek Oost-Vlaanderen Bijdragen nieuwe reeks – nr 24 , door het Provinciebestuur Oost-Vlaanderen, Gent 1985 196p.
SMAAKMAKER
Ik hang te bloeden door mijn raam
Uit: Verloren gezongen zomer (1966)
Ik hang te bloeden door mijn raam: De weduwe zal best verstaan Hoe ’t hart achter de sluier Zich koestert in de zon En wordt door haar verslonden. Mijn waaier: eerst toe En dan weer open Gespreid vertelt: De zon is mijn geliefde rode beul Met laarzen en een zotskap aan. Zijn tred kraakt door het korenveld Zijn horens raken hemel Zijn hitte hangt in dreven. Het strand zijn bleke vrouw Zijn naakte langgestrekte fiere pauwelijn Is heel de zomer lang Geboren gezouten en verwoest Aan hem gegeven. Er is geen koning in mijn lied Geen slecht begin. Er is de bruingebrande zomerkoningin De negerin Die met de haren in de tanden, En witgewassen handen De liefde – dat langzaam beest Gekoesterd en bewreven In een omheining van planken en van nagels gehokt – Naar buiten lokt.
BIBLIOGRAFIE
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM VZW – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.
Chronologisch overzicht
PER GENRE
POËZIE
- De poel en netheid, Gent, eigen beheer, 1955
- Nooit is een woord opgestaan, Sint-Baafs-Vijve, De Eenhoorn, 1963
- Verloren gezongen zomer, Lier, De Bladen voor de Poëzie, 1966
- Tom, Brugge, Orion-Colibrant, 1980
- Vrije verzen, Heusden, eigen beheer, 1982
- Nieuwe vrije verzen, Heusden, Saga, 1984
- Nihonga, Heusden eigen beheer, 1992
- Op bloedrood water – Bergen eeuwigheid, Wetteren, Cultura, 2012
PROZA
- Een koele hel, Brussel, Manteau, 1966, 1971²
- Stop een tijger, Rotterdam, Nijgh en Van Ditmar, 1969
- Leugens en krengen, Antwerpen/Amsterdam, Het Noordnederlands Boekbedrijf, 1971
- Geen zonen meer, Nrugge, Orion, 1972
- De nieuwe dode, Brugge, Orion, 1973
- De tijd voor een lichaam, Brugge, Orion, 1974
- Dameshondje, Nijmegen/Brugge, Gottmer, Orion, 1976
- Ik beware die vare, Ertvelde, Van Hyfte, 1981
TONEEL
- Zilveren pantsers, 1970, niet gepubliceerd.