home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Contramine Poëziereeks (1973-1991)

CONTRAMINE Poëziereeks  (1973 – 1991)        

Inleiding

1973: Oprichting van uitgeverij Contramine door Tony Rombouts, Maris Bayar en Adriaan Peel, als een v.z.w.

  • Begin jaren zeventig had Rombouts een prachtige gietijzeren drukpers op de kop getikt – een Original F.M. Weiler’s Liberty National 2 degelpers met pedaalaandrijving – een gevaarlijk XIXde eeuwse gietijzeren gevaarte, waarmee hij met benedictijns geduld tot in 1991 zowat 70 dichtbundels zal uitgeven, waaronder een paar  prachtige bibliofiele dichtbundels. In bijna iedere dichtbundel wordt dit ‘exploot’ in het colofon gememoreerd.
  • Van de ‘Pink Poets’ – waar Rombouts nauwe contacten mee onderhield – publiceerde hij 7 bundels (twee bundels van Werner Spillemaeckers, één van Michel Bartosik, één van Patrick Conrad en drie van Henri-Floris Jespers), naast 7 bundels van Maris Bayar en zes van Rombouts zelf.  De overige gepubliceerde bundels vloeiden uit de pen van een nogal heterogeen gezelschap, gaande van gezworen experimentelen als Adriaan Peel, Ben Klein en Dirk Claus tot figuren uit de Radar-kring (Jan van der Hoeven, Hendrik Carette, Renaat Ramon) en dichters als Joris Denoo, Wilfried Adams, en Lucienne Stassaert.
  • Al deze bundels zijn van fraai tot prachtig uitgegeven en sommige ervan, of minstens het luxueus uitgevoerde deel van de oplage, zijn begeerde collectioneurs-items geworden. Denk b.v. aan curiosa als ‘Mijn bloed’ (1974, nr. 6) van Rob Goswin, waarbij in bijlage een dennehouten kistje met een monster van de geboortegrond van de auteur en een druppel van zijn bloed in een blokje polyester gevat. Of aan ‘De tijd van een vreemdeling’ (1976, nr. 15) van Henri-Floris Jespers, waarvan o.m. 3 exemplaren ‘genoemd Aglaja, Euphrosyne en Thalia (…) gebonden in zwart leder met een zilverreliëfvorm van Albert Szukalski.’“

 

OVERZICHT VAN DE CONTRAMINE POËZIEREEKS

1973

    1. Adriaan Peel, Gastronautikon. Door Eddy Ausloos met 5 linosneden geïllustreerd.
    2. Maris Bayar, De heerlijkheid omhelzen.
    3. Ben Klein, Ik verlang een landschap.

1974

    1. Bert Kari, Oefencahier.
    2. Werner Spillemaekers, Veranda.
    3. Rob Goswin, Mijn bloed : gedichten 1969-1972.
      1. De uitgave omvat: een doos gemaakt uit dennenhout van Keerbergen, een druppel  bloed van de dichter (A Rh+ D) getrokken door zijn vroegere huisarts en gegoten in een blokje polyester, een monster van zijn geboortegrond te Schriek, en een speciaal voor deze uitgave gegraveerde ets van de Mechelse kunstenaar Marc Vanderleenen.
    4. Maris Bayar, Dwerg : poëtisch schimmenspel.
    5. Dirk Claus, Orientatie voor overlevenden. Een leeftocht voor vrije naturen en een weg voor alle onzekeren.

1975

    1. Michel Bartosik, Linguistiek.
    2. Saint-Rémy, Defixio memoriae.
    3. Tony Rombouts, Les demoiselles de la mer: 12 kitschgedichten. Linosneden en kaftontwerp van Eddy Ausloos. Oplaag 150 stuks.
    4. Wauters, Christian-A., Het boudoir van Barbe de Nettine: burlesken, serioza en coïtale motieven.

1976

    1. Renaat Ramon, Oogseizoen.
    2. Marcel van Maele. Berichten uit de kouwe aardappelstraat: 12 gedichten en 3 handgekleurde tekeningen.
    3. Henri-Floris Jespers, De tijd van een vreemdeling.
      De tweede druk werd uitgevoerd op wit houtvrij register 125 g , gelijmd in een omslag samengesteld uit Malmo zwart en hoogglanzend metallicum, naar een ontwerp van Albert Szukalski pp.
    4. Wilfried Adams. Ontginning: gedichten 1974-1975.

1977

    1. Jos Daelman. Vacuüm.
    2. Tony Rombouts, Vergeten variëteit.
    3. Henri-Floris Jespers, De imperiale gedachte.
    4. Maris Bayar, Les Chevalier Bayard.
    5. Jan van der Hoeven, Anarchipel: gedichten.

1978

    1. Lucienne Stassaert. Gedichten van de jonkvrouw met de spade.
    2. Andries Ludoviek, Ademnood en spiegelvrees.
    3. Tony Rombouts, Chambres pour voyageurs: ier gedichten bij vier etsen.
    4. Hendrik Carette, Ik leef dus ik zweef nog (een ode aan Friesland in elf gruwelijk-romantische gedichten met drie foto-litho’s van Jan Karel Demarest).
    1. Maris Bayar, De innerlijke Belediging. 1978 (illustraties van Roel Richelieu van Londersele)
    2. Denoo Joris, Een praalbed bloemen maar ik hoef niet te geuren.

1980

    1. Denissen Frans , Op het purperen Ei.
    2. Maris Bayar, Vrouwelijke elegieën.
    3. Ramon, Renaat, Ansichten: gedichten.
    4. Bert Kooijman, Kroniek van een ketter.
    5. Jos Daelman, De landschapstuin.
    6. Tony Rombouts, Carezza Veneziana.
    7. Henri-Floris Jespers, De wetten van de verdrukking.

1981

    1. Marcel van Maele. Het blaffen van de angst . Het huiverend herkennen.
    2. Maris Bayar. Heldendichten – Zeegezichten.
    3. Marcel van Maele, Bedreven in het feest der jaren: gedichten.
    4. Tony Rombouts, Binnenskamers: drie intieme introducties gevolgd door dertien rampzalige gedichten.

1982

    1. Lucienne Stassaert, Een dichteres is ook maar een poes…een sprookje in mineur voor mensen die naar poezen luisteren.
    2. Maris Bayar, Levend in Leningrad.
    3. Emiel Willekens, De archaïsche glimlach.

1983

    1. Roger Nupie, Ivoren Weemoed.
    2. Annie Reniers, Degressief.
    3. Jos Daelman, Buiten de roedel: gedichten 1979-1983.
    4. Wim Zaal, Subtotaal.
    5. Bert Kooijman, Fossiel bederf.
    6. Tony Rombouts, Blanc de blancs.
    7. Patrick Conrad. Rond hem huilt iedereen: 10 zangen van Patrick Conrad.
    8. Jos Daelman, Buiten de roedel. Gedichten 4. 1979-1983.
    9. Tony Rombouts, Tien jaar Contramine, 1973-1983: een inventaris met bibliografische documentatie, kritische verantwoording en bloemlezing.

1984

    1. Ivan Ollevier, Passionaria: gedichten.
    2. Rudy Witse, Childhood’s end.
    3. Bob Mendes, Met rook geschreven.
    4. Ben Klein, De Vrouw van Karel Martel baarde twee gestreepte kinderen.
    5. Maris Bayar. Verzamelwoede.

1985

    1. Tonko Brem, In het voorbijgaan: gedichten.
    2. Bert Decorte. Kop of letter: rijmen en gedichten geschreven sedert 1969. 1985.
    3. Lanyard, De vlekken op mijn vleugels.
    4. Erik Spinoy, Dirk van Bastelaere. Golden boys.
    5. Benoit J. Suykerbuyk, L’homme aoriste.

1986

    1. Annie Reniers, Vingergewaad: gedichten.
    2. Tony Rombouts, Naakt met Borsalino.
    3. Maris Bayar. Parade van de paladijnen.
    4. Jo Gisekin, Annabel, Gedichten bij textielwerken van Liev Beuten.
    5. Jos Daelman, Het verlangzamen.

1987

    1. Bob Mendes, Alfa en omega: gedichtencyclus

1988

    1. Evers Lucie, Mamzels momenten

1991

    1. Annie Reniers, Wondeplaneet.