home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Claeys, André

Maakt deel uit van:

CLAEYS André

Brugge, 28 juni 1925

Koloniaal ambtenaar, schrijver van romans, verhalen en toneelstukken

BIOGRAFIE

28 juni 1925: Geboren te Brugge als zoon van Amandus Claeys, metaalbewerker, en Maria Bigler.

Bracht zijn jeugd door te Brugge

Behaalde het diploma moderne humaniora aan het Instituut van de Congregatie der Xaverianen te Brugge.

Vervulde een interim opdracht in de Brugse gevangenis waar hij de naoorlogse repressie van dichtbij meemaakte

Daarna volgde de legerdienst.

1947: Schreef zich in aan de Koloniale School te Brussel, waar de lessen van Prof Frans Olbrecht die er ‘negerkunst’ doceerde een diepe indruk maakten. Hij studeerde er ook een drietal Afrikaanse talen: Tsiloeba, Lunda en Kisjwaili.

14 juli 1948: Huwde met Marie Louise Senave.

1948 tot 1955: Werkzaam als gewestambtenaar in Kapanga (streek van de Lunda – westelijk Katanga).

  • Het gebied behoorde tot het kerngebied van de Lunda. Zijn inzichten in de feodale structuur en de socio-politieke geledingen van het oude Lundarijk, hun oraal overgeleverde geschiedenis, legden een duidelijke basis voor zijn latere literaire productie

1955-1960: Vroeg om te worden overgeplaatst naar de Dienst van de Gevangenissen. Kreeg als eerste functie de verantwoordelijkheid toegewezen over de Colonie Penitentiaire van Kanda Kanda, zo’, 250 km van Kapanga.

Na een tiental maanden kreeg hij de verantwoordelijkheid over de gevangenis van Kabinda (provincie Kasaï) ‘pour redresser la situation’. Inderdaad was de toestand van de gevangenis er één van verval. Claeys renoveerde de gevangenis (douches, moderne keuken, eetzaal met tafels en banken, verzorgd eten), gevangenen konden met de directeur spreken enz.

In de eerste hoofdstukken van Zonen van Cham komen deze elementen aan bod, maar ook de exodus en het bloedbad dat eraan vooraf ging worden geëvoceerd in de laatste hoofdstukken.

1962: Opvoeder in zijn vroegere school van de Xaverianen te Brugge.

1963 tot 1985: Ambtenaar bij de Dienst voor Cultuur van de Provincie West Vlaanderen.

1963: Debuteerde met een koloniale roman Het duistere rijk

  • Claeys beschrijft hoe onderlinge verhoudingen tussen de Lunda-jongeling Kazadi en de afgunstige Tshibalabala dramatisch evolueren.
  • Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond van stamveten en een animistische werkelijkheidsbenadering. De pootafdruk van een vogel, de kleur van een vlinder, de levenskracht van een boom, de dood van een kind of een visioen zijn voor Kazadi magisch te interpreteren tekens die hem er toe brengen Tshibalabala te vermoorden.
  • Het boek is duidelijk beïnvloed door het onderzoek van de Franciscaan Placied Tempels Moeten we op zoek naar een Bantoe filosofie ? (Aequatoria, 1944, jg. 7, nr 4 pp 143-155), maar gaat eveneens terug op gebeurtenissen waarvan de auteur zelf getuige is geweest.

1964: In De Zonen van Cham vinden we Kazadi terug in het gevangenenkamp van Dembele waar hij voor zijn misdrijf gedetineerd is. Hier groeit een moeilijke relatie met een medegevangene die hem zijn magische middelen ontrooft, die zijn vrouw opeist, die hem tenslotte als slaaf opkoopt. De roman neemt een andere dramatische wending als de dipenda ook in het kamp doordringt en de oproerlingen alle blanken van Dembele uitmoorden. Tijdens hun vlucht worden ze door de rebellen in het nauw gedreven. Om te vermijden dat zijn vrouw in handen valt van het zooitje ongeregeld, schiet het blanke hoofdpersonage (Van der Smissen) haar dood. In de tekst wordt gesuggereerd dat de vreselijkste misdaden door de zogenaamde ‘évolués’ zijn gepleegd.

De eetzaal en de keuken van de gevangenis of: het decor voor Zonen van Cham…

In feite laat de auteur drie lagen betekenissen over elkaar schuiven:

  • De tegenstelling Kadazi Illunga die tot een verschillend volk behoren en door omstandigheden tegenover elkaar komen te staan.
  • De sluimerende intertribale spanning tussen Illunga’s volk, de Bena Kundu en de Bakumbi, die naar de onafhankelijkheidsverklaring tot hevig uitbarsting zal komen
  • De tegenstelling tussen de koloniale structuren en de groepen die voor independance ijveren

Beide romans boren diep de bronnen aan van wat in de blanke leefwereld algemeen als wereldbeschouwing van de Bantoe – Lunda mens werd beschouwd. Ze vormen een getuigenis van een ruime interesse voor de Afrikaanse mens, zijn cultuur en zijn maatschappelijke samenhang.

1966: In het volgende werk Pape Claus verplaatst hij de handeling naar het Vlaanderen van de Middeleeuwen.

1970: In zijn voorlaatste werk Grote Mungu beleven wij in een knappe en volgehouden SF-trant een soort van moderne godendeemstering.

1972: In de lijvige roman Onder het teken van de regenboog grijpt Claeys terug naar Afrikaanse gegevens en inspiratiebronnen. Maar vooral is het een documentaire, historische roman die teruggaat naar het prekoloniale Afrika van de zestiende en zeventiende eeuw.

  • Het is een romancering van het leven van de Moeloeba Tshibinda, een heroïsche sagenfiguur uitmuntend in kracht en verstand die, langs veel omzwervingen om, koning wordt van het grote Lunda-rijk.

Na 1972 publiceert hij geen proza meer met Afrika als inspiratiebron.

1975: Met De gouden tafels brengt de auteur ons in de sfeer van de Germaanse mythen en de van de Vikingentijd.

1984: Publiceert in eigen beheer Kalief Karim, een aantal oosterse sprookjes rond een imaginaire kalief van Bagdad.

1985: Verlaat de ambtenarij en gaat op rust.

André Claeys interesse verlegt zich naar het luchtige toneel.

1987:  Prins Ezel – een toneelstuk voor kinderen –  wordt gecreëerd in De Panne en in eigen beheer uitgebracht

1988: De kille morgen, een tweede toneelstuk

1989: Mosterd & Cie, wordt door de auteur als een ‘komische thriller’ aangekondigd, en brengt verschillende vormen van humor samen.

 

Addendum: Het gezin Claeys woonde achtereenvolgens in Kapanga (1), Kanda Kanda (2), Kabinda (3) en Luebo (4).


Het kaartje werd overgenomen uit: Julien Vermeulen, André Claeys. Monografieën van Westvlaamse schrijvers. p6

Voor vergroting en helderheid => klik op het kaartje !

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Website

Referenties

  • Julian Vermeulen (redactie), De Afrika-roman in Vlaanderen. In: Vlaanderen, Tweemaandelijks tijdschrift, jg. 38 nr 2, maart-april 1989.
  • Julien Vermeulen, André Claeys. Monografieën van Westvlaamse schrijvers. Vereniging van Westvlaamse Schrijvers, 1991. -76p.
  • Hendrik Carette, André Claeys, Een fabelachtig rijk van de brousse tot de fjorden., VWS-Cahiers nr 115, Torhout jg. 20 / 6, 1985

BEKRONINGEN

  • 1962: De romanprijs van de provincie West-Vlaanderen voor Het duistere rijk.
  • 1964: de letterkunde-prijs van de koninklijke academie voor overzeese wetenschappen met zijn onvergetelijk debuut Het Duistere Rijk.
  • 1971: Prijs provincie West-Vlaanderen voor het jeugdboek voor Grote Mungu

 SMAAKMAKER

DE EED

– Mijn tijd is gekomen, zegt de stammoeder. Ik word bij de ouderen geroepen.
De koning kijkt in de gloeiende houtskool. Hij knikt.
– Je wordt geroepen, beaamt hij.
– Kijk mij in de ogen.
Hij kijkt weg van de houtskool, blikt in de ogen van zijn zuster. Zijn lippen staan in een harde plooi. Zij ontmoet geen medelijden bij hem.
– Ik wordt vòòr mijn tijd geroepen.
Het is een vaststelling. Weer knikt hij.
– Je wordt vòòr je tijd geroepen.
De stilte weegt zwaar tussen hen. Een eeuwigheid van gedachten en gevoelens. Hij schrikt op als zij zegt:
– Ik heb het spel gespeeld met de geesten. Zij wilden niet dat ik won.
Er ligt gelatenheid in haar stem, een overgave aan de feiten.
Hij kijkt haar weer aan.
– De voorvaderen wilden het niet.
Haar beenderige hand verfrommelt de raffiadeken.
– Spaar Kanyika en Niembo !
Hij wendt de blik af, kijkt weer in het zachte vuur.
– Ze zijn leden van de sekte, zegt hij. Zij geven zich over aan allerlei spelletjes met de dood, eten mensenvlees. Straks zijn ze ndogi, verdelgers van het leven.
Ze zwijgt een hele tijd. dan zucht zij, terwijl een traan op de raffiadeken uiteenspat:
– Ze zoeken levenskracht !
De stenen korst leem om zijn hart wordt niet week. Zijn vraag klinkt hard.
– Hebben ze aan jouw levenskracht, aan de kracht van de oerouders niet genoeg ?
Haar ogen staan weer droog in de beenderige kop. Ze grijpt zijn hand.
– Broeder, zegt zij, wij komen uit hetzelfde zaad, groeiden uit het zelfde lichaam. Wij zijn van één bloed, balohwe. Ik kan niet sterven, vòòrdat je gezworen hebt hen niet te zullen doden. Ook Tshibinda heeft het gezworen. Hij zal zijn eed houden. Wil ij kleiner zijn dan je zoon ?
Hij maakt zijn hand vrij uit de hare, kijkt naar de wand, het droge gras van het dak, de zwart gerookte palen en bamboe. Tshibinda was nog een kind toen hij de eed aflegde in de handen van zijn moeder. Nu is hij een panter. Zal een panter de eed van een kind houden ?
Het is net alsof zij zijn gedachten kan horen.
– Hij zal zijn eed houden ! Hij heeft levenskracht genoeg om het te doen !

Hij keert zich naar zijn zuster. Weer ontmoeten hun blikken elkaar, aarzelend licht van een late zon.
– Sterf, zegt hij zacht, ik zal Kanyika noch Niembo doden…
Eén ogenblik wordt de druk van haar hand sterker. Ze heeft de oogleden neergelaten. De adem gaat zwakker. Hij zal de vrouwen roepen.

Uit: Onder het Teken van de Regenboog. 1972

 

BIBLIOGRAFIE

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1959 Manda Marta. (verhaal) In:  Concordia, Schooltijdschrift van de Broeders Xaverianen, Brugge, december 1959.
1963 Het duistere rijk. (koloniale roman)

Bandontwerp: Jos Vanbekbergen
Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -192p.

Reeks: tweede boek in het uitgavenplan 1962/63
Afmetingen: 20 x 13 (gebonden – linnen kaft)
Gedrukt en gebonden bij de firma Scheerders van Kerchove N.V. St-Niklaas
1964 De zonen van Cham. (koloniale roman)

Bandontwerp : Luc Verstraete
 Claeys Andre 4 Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -254p.

Reeks: tweede boek in het uitgavenplan 1964/65
Afmetingen: 19.75 x 12.75 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Gedrukt en gebonden bij de firma Scheerders van Kerchove N.V. St-Niklaas
1965 Mayi Munene. (verhaal) In: Concordia, Schooltijdschrift van de Broeders Xaverianen, Brugge, februari 1965.
1966 Pape Claus. (historische roman)

Lay-out en omslag: Paul Vanden Dorpe
Claeys Andre 3 Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -230p.

Reeks: 1ste boek in het uitgavenplan 1966/67
Afmetingen: 19.75 x 13 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Gedrukt en gebonden bij de firma Scheerders van Kerchove N.V. St-Niklaas
1970 Grote Mungu (SF-roman)

Lay-out en omslag: Wilfried Smets
 Claeys Andre 2 Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -262p.

Reeks: 3de boek in het uitgavenplan 1969 / 70
Afmetingen: 19.75 x 13 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Gedrukt en gebonden bij de firma Scheerders van Kerchove N.V. St-Niklaas
1972 Onder het teken van de regenboog. (historische roman)

Lay-out: Wilfried Smets
Omslag: Nick Claeys
Leuven: Boekengilde De Clauwaert V.Z.W. -414p.

Reeks: 3de boek in het uitgavenplan 1971 / 72
Afmetingen: 19.75 x 13 (gebonden – stofomslag)
Gedrukt en gebonden bij de firma Scheerders van Kerchove N.V. St-Niklaas
1972 Een vreemd kerstverhaal. (verhaal) Brugge: Provinciaal Gouvernement West-Vlaanderen Burg 4 Brugge. –ongepagineerd

Afmetingen: 21 x 10.50 (geniet)
De uitgave werd verzorgd door Walleyndruk, Brugge.
Een vreemd kerstverhaal verscheen in het decembernummer 1961 van het tijdschrift Concordia, onder de titel Nganga Muloji.
Het werd door de auteur welwillend voor de kerst- en nieuwjaarsboodschap ter beschikking gesteld 15 december 1972 Burg 3 8000 Brugge.
1973 De gouden tafels (historische roman)

Kaftontwerp en illustraties: Nick Claeys.
 Claeys Andre 1 Leuven: Davidsfonds. -287p.

Reeks: Beiaardreeks nr 596 1975-3
Afmetingen: 20.75 x 12.75 (paperback & gebonden met stofomslag)
z.j.
[1984]
Kalief Karim. (sprookjes) Brugge: Eigen beheer. -83p.
z.j.
[1987]
Prins Ezel. Kindertoneel in twee bedrijven. Antwerpen: Auteursbureau ALMO. -30p.
z.j.
[1988]
De kille morgen (toneel) Brugge: Eigen beheer. -42p.
z.j.
[1989]
Mosterd & Cie. Komische thriller in drie bedrijven Antwerpen: Auteursbureau ALMO. -74p.
1989 Fragment uit een onuitgegeven novelle. In: Vlaanderen, nr 225, 1989, jg. 38 nr 2 pp 88.

 

OVERZICHT PER GENRE

ROMANS

  • Het duistere rijk. (koloniale roman), Leuven: De Clauwaert,1963, 196p.
  • De zonen van Cham. (koloniale roman) , Leuven: De Clauwaert,1964, 254p
  • Pape Claus. (historische roman), Leuven: De Clauwaert,1966, 230p
  • Grote Mungu. (SF-roman), Leuven: De Clauwaert,1970, 262p.
  • Onder het teken van de regenboog. (historische roman), Leuven: De Clauwaert,1972, 415p.
  • De gouden tafels. (historische roman), Leuven: Davidsfonds, 1973,  -287p.

KORTVERHALEN EN SPROOKJES

  • Manda Marta. (verhaal). In: Concordia, Schooltijdschrift van de Broeders Xaverianen, Brugge, december 1959.
  • Een vreemd kerstverhaal. (verhaal). Brugge: Gelegenheidsuitgave van de Bestendige Deputatie van de Provincie West-Vlaanderen, Burg 4 Brugge, 7p. (Een vreemd kerstverhaal verscheen in het decembernummer 1961 van het tijdschrift Concordia, onder de titel Nganga Muloji.)
  • Mayi Munene. (verhaal). In: Concordia, Schooltijdschrift van de Broeders Xaverianen, Brugge, februari 1965.
  • Kalief Karim. (sprookjes). Brugge: Eigen beheer z.j. (1984) -83p.
  • Fragment uit een onuitgegeven novelle. In: Vlaanderen, nr 225, 1989, jg. 38 nr 2 pp 88.

TONEEL

  • Prins Ezel. Kindertoneel in twee bedrijven. Antwerpen: Auteursbureau ALMO., z.j. 1987) -30p.
  • De kille morgen (toneel), Brugge: Eigen beheer, z.j. (1988) -42p.
  • Mosterd & Cie. Komische thriller in drie bedrijven, Antwerpen: Auteursbureau ALMO, z.j. (1989), -74p.