LUC VAN BRABANT
Lokeren, 10 oktober 1909 – Veurne, 12 mei 1977
Dichter, vertaler, essayist
Medestichter met Marcel Coole en Johan Daisne van het tijdschrift Klaverendrie (1937-1948).
Luc Van Brabant schreef niet alleen een eigen poëtisch oeuvre bij elkaar, hij bestudeerde ook de gedichten van de 16de-eeuwse Franse dichteres Louise Labé, vertaalde haar sonnetten en publiceerde verscheidene opstellen over haar leven en werk
Hij was de vader van journalist en maçonniek auteur Piet Van Brabant.
BIOGRAFIE
10 oktober 1909: Lucien Jules Ernest Marie van Brabant wordt geboren te Lokeren.
Verliet op 16-jarige leeftijd de oude humaniora om zich – zoals zijn vader – te richten op de fotografie. Hij zal dan ook later het beroep van opticien en fotograaf uitoefenen.
Rond 1930: Begint poëzie te schrijven wat een paar jaar later uitmondt in zijn eerste bundel ‘Op de hielen van mijn leven’, een bundel die nog volledig in de lijn ligt van de toen overheersende humanitaire poëzie.
1934-1936: Debuteert als dichter met ‘Op de hielen van mijn leven’ in ‘De Cahiers van de Waterkluis’ bij uitgeverij Varior. Ook zijn volgende bundels ‘Verzen van tussen de dagen’ (1935) en ‘Brieven zonder zegel’ (1936) verschijnen bij deze uitgeverij.
- De Cahiers van de Waterkluis’ verschenen in schriftvorm, gepubliceerd door de uitgeverij Varior, onder leiding van Paul de Ryck. Ze verschenen tussen november 1933 en oktober 1938 (5 jaargangen) en bevatten meestal één volledige publicatie (dichtbundel, novelle, essay)
- ‘De Cahiers van de Waterkluis’ ontstonden op de breuklijn van veranderende maatschappelijke waarden. Plots kwam het cultureel activisme van de generatie Van Ostaijen of het links flamingantisme van Vermeylen lijnrecht tegenover een Vlaams-nationalistische stroming te staan van een elitair-fascistische Van Severen of een meer populairdere Staf de Clercq, met auteurs als Ferdinand Vercnocke of Ernest Van der Hallen.
- In die context was de positie van ‘De Cahiers van de Waterkluis’ eerder zwak. Ze vormde een podium aan een “losse” groep jongeren die elkaar vinden in een “neutraal” en “onprogrammatisch” perspectief.
Opmerkelijk zijn sommige gedichten van Luc van Brabant door hun provocatieve, sensualistische inhoud. Dergelijke poëzie vinden we ook bij Marcel Coole of Julia Tulkens.
1937: Richt – samen met Marcel Coole en Johan Daisne – het tijdschrift Klaverendrie (1937-1948) op met in zijn vaandel de leuze ‘poëzie uit en voor het leven’
1940: Aan deze leuze beantwoordt zeker zijn bundel ‘Zeven ellen liefde’.
- Het thema is de vrouw, maar niet een mythische of geïdealiseerde vrouw. Van Brabants poëzie is in de eerste plaats ervaringspoëzie. Zijn gedichten brengen een relaas van zijn in de liefde ervaren ontroeringen, verrukkingen, dromen en ontgoochelingen.
1941: Het boek Analene – een cyclus van 45 gedichten, verdeeld over 4 zangen – handelt over het ontwaken en de groei van de zinnelijkheid bij een jong meisje.
- De bundel ontlokte bij heel wat critici die in deze vreemde tijden opgeld maakten, commentaren die men niet zonder huiver leest.
1945: ‘Klein viaticum’ bevat niet allen bezinningslyriek die aansluit bij het vroegere werk, maar ook een aantal oorlogsballaden die een beeld ophangen van de radeloze burger in de greep van de oorlog.
1946 is een keerpunt in de literaire carrière van Luc van Brabant. Hij ontdekt Louize Labé, een zestiende-eeuwse dichteres aan wie hij voortaan het grootste deel van zijn literaire aandacht zal aan besteden.
- Zonder enige wetenschappelijke vorming maar met niet aflatende speurzin gaat hij alles verzamelen wat met haar betrekking heeft. Dat mondt uit in meerdere lijvige studies. Met deze werken ontpopt Luc van Brabant zich tot een belangrijk essayist.
1946/1947: Twee Franstalige essays over ‘La belle Cordelière’, zoals men de zestiende-eeuwse gepassioneerde dichteres Louise Labé uit Lyon soms noemt, verschijnen bij de uitgeverij Les Editions les Belles Sans Sy te Koksijde: Louïze Labé et ses aventures amoureuses avec Clément Marot et le Dauphin Henry (1946) & Les baisers littéraires et le salon de Dame Louise Labé (1947)
1952: ‘Het Hart van Buskruit’ is een verzamelbundel gedichten waarin tevens onuitgegeven poëzie – ‘Alles is niets’ – voorkomt.
1960: Publiceert een uitstekende vertaling van de sonnetten van Louise Labé: ‘De vijfentwintig sonnetten van Louïze Labé’.
- De vertaling wordt bekroond met de Koopalprijs als de beste vertaling in het Nederlands in 1960-1961.
1961: ‘Verzen bij moeders dood’ – een bundel die hij in 1942 had geschreven – bevat 13 heldere en sobere gedichten waarin hij zijn verwarring bij de dood van zijn moeder uitspreekt en geleidelijk berust in het onvermijdelijke.
1963: Op de 20ste Vlaamse Poëziedagen te Wemmel (5 oktober 1963), houdt Luc Van Brabant een referaat over ‘Een amoureuze dichteres uit de XVIe eeuw: Louise Labé’.
1963-1966: Dat onderzoek naar de figuur van dichteres Louise Labé hem passioneel bezig hield tonen zijn publicaties in Franstalige tijdschriften ten volle aan
- Luc van BRABANT, « La solution du problème des Jardins de Louize Labé », Cahiers d’Histoire, publiés par les Universités de Clermont-Lyon-Grenoble, 1963, 4, p. 423-424.
- Luc van BRABANT, « A propos de la date de naissance de Louize Labé », Revue des Langues vivantes, 1966, 1, p. 36-41.
- Luc van BRABANT, « Analyse analogique de quelques extraits de l’”Epistre du coq à l’asne a Lyon” de Clément Marot. Étude critique dans le cadre de nos recherches sur Louise Labé », Revue des Langues vivantes, 1966, 6, p. 567-586.
1966-1969: Drie lijvige Franstalige essays over Louise Labé verschijnen in een definitieve versie.
- Luc van BRABANT, Louize Labé et ses aventures amoureuses avec Clément Marot et le Dauphin Henry. Suivi de deux études au sujet du lieu et de la date de naissance de Louïze Labé, Coxyde-sur-Mer, Les Editions de la Belle sans Sy, 1966.
- Luc van BRABANT, Les baisers littéraires et le salon de Dame Louize Labé. Ensemble avec: Maurice Scève et le coeur astral de Louize Labé, l’explication de sa devise et son arbre généalogique, Coxyde-sur-mer, Les Editions de la Belle sans Sy, 1967.
- Luc van BRABANT, Présence de Louize Labé au coeur de l’oeuvre de Clément Marot, Coxyde-sur-mer, Les Editions de la Belle sans Sy, 1969.
12 mei 1977: Overlijdt te Veurne.
MEER OVER LUC VAN BRABANT
- Lexicon van West-Vlaamse schrijvers, Torhout, 1985.
- W.M. Roggeman, ‘Luc van Brabant, vitalistisch dichter’, in: De Vlaamse Gids 61 (1977) 6, p. 8-11;
- E. van Itterbeek, ‘Luc van Brabant als dichter van zijn tijd’, in: De Vlaamse Gids 72 (1988) 6, p. 47-51.
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- Wikipedia
- Fernand FLORIZOONE, Luc van Brabant zestig, in: Tijdschrift Vlaanderen, 1969.
Referentie
- V. UYTTEBROECK, Luc Van Brabant. Mijn vuist ontsluiten VWS-cahiers 4, (1969). -22p
BEKRONINGEN
1960-1961: Koopalprijs voor zijn uitstekende vertaling ‘De vijfentwintig sonnetten van Louïze Labé’
SMAAKMAKER
Surprise-party
Het was een donkre meid, met donkre glinsterogen.
In geest had meer dan één met haar zijn vrouw bedrogen,
maar allen keerden weer met pijn-schroeiende nieren
om de onvolbrachte daad op schimmen bot te vieren.
Waarom, ik weet het niet, zij kwam op ’t eerste vragen:
geen ruwer bed heeft ooit een ruwer drift gedragen…
Noch woord, noch naam, noch zoen, noch waan van schijn-beminnen,
alleen een plekje bloed liet zij, op ’t witte linnen.
Cahiers van de Waterkluis, 3,4 p 16 (apr.1936) / Ook in ‘Brieven zonder zegel p. 16)
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
- POËZIECENTRUM vzw – Gent
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht