ROGER D’EXSTEYL
Ledeberg, 22 december 1926 – Gent, 26 januari 1979
Pseudoniem van Roger Adolf Martens
Gentse journalist, uitgever en schrijver van misdaadromans en verhalen
Auteursnaam Roger d’Exsteyl verwijst naar de naam van zijn moeder
BIOGRAFIE
22 december 1926: Geboren te Ledeberg, Gent.
- Volgt de lagere school te Ledeberg en is leerling aan het atheneum te Gent
- Studeert 3 jaar journalistiek te Brussel maar ook kunstgeschiedenis, parapsychologie en dramatische kunst.
1948-1955: Werkt nadien als freelance journalist voor enkele dagbladen zoals ‘Vooruit’, ‘De Gentenaar’, Het Laatste Nieuws’, La Flandre Libérale’ ….
1953: D’Exsteyl richt een eigen uitgeverij op: “ ‘t Lanteernken” (in de Gentse Sint Niklaasstraat). Met een reeks onder de titel “Bakerstreet-Mysterie” wil hij zich toeleggen op misdaadverhalen van Belgische schrijvers. De eerste (en de laatste) publicatie in de reeks is zijn eigen roman ‘De dames Verbrugge’. In feite moeten we dit beschouwen al een uitgave in eigen beheer.
- Eddy C. Bertin schrijft in zijn tijdschriftje SF-Gids nr 28 jaargang 1979, op p 9 hierover : “Verdere aangekondigde werken in deze ‘eerste Vlaamse Mystery-Reeks’ waren detektive-romans van R.R. De Bruymar en Sam Levinson, een vertaling van Jean Ray’s ‘La Cité de l’Indicible Peur’ en een SF-komedie door d’Exsteyl, ‘Vliegende Schotels boven Boschwijck’. Ondanks verschillende lovende kritieken op zijn ‘eerste roman noir’, kwam de reeks zelf niet verder van de grond, en ‘Vliegende Schotels…’ verscheen in verkorte en aangepaste versie als een Vlaams Filmpje voor de jeugd, bij Goede Pers, Abdij Averbode”.
1953: Debuteert met de roman De dames Verbrugge: mysterie-verhaal. Later wordt deze roman weleens de eerste Vlaamse ‘roman noir’ genoemd.
- In een obscure straat van het Gentse stadscentrum staat het statig patriciërshuis van de familie Verbrugge. Als Hugo Saint-Laurent, een jong archeoloog, er zijn intrek neemt, beginnen er ‘dingen’ te gebeuren. Een roofmoord die slechts het voorspel blijkt te zijn van een schrikwekkende tragedie.
- 1964: De dames Verbrugge krijgt in de Vlaamse Pocketreeks een herdruk onder de titel Rapsodie in bloed.
- In 1973 wordt het boek verfilmd en onder de titel Kruiswegstraat 6 uitgebracht in het Frans, met Nederlandse ondertitels (Daska Films, 90 minuten) en later in een nieuwe versie (Frans en Nederlands gesproken, Franse en Nederlandse ondertitels (Alvos Films, 90 minuten).
- Van de film werd een 45-toeren singeltje uitgebracht met de hoofdrolspelers (o.a. Nand Baert en Pros Verbruggen) op de hoes.
Het succes van zijn eersteling zal hij niet meer evenaren.
Het was niet d’Exsteyl’s eerste filmervaring : samen met Jean Daskalides had hij reeds drie kortfilms gemaakt, waarin beiden beurtelings producent, regisseur, cameraman en vertolker waren.
- 1961: HET KERKHOF DER GEHANGENEN – een verhaal uit d’Exsteyl’s tweede boek Steekspel met schimmen,- verhaalt hoe Hans Martens een verlaten en hem onbekend gedeelte van het kerkhof ontdekt. Er woont een soort kluizenaar en die vertelt hem dat hier enkel mensen begraven liggen die werden opgehangen voor moord. De Kluizenaar zegt ook dat moord voorbestemd is door het lot, en met ontzetting leest Hans zijn eigen naam op een grafsteen. Hij vlucht in paniek, maar zijn echtgenote gelooft niets van zijn verhaal. Dan telefoneert de Kluizenaar hem, om hem te vertellen dat er misschien een middel bestaat om het lot te ontsnappen. Hans probeert wanhopig de Kluizenaar te verstaan, terwijl zijn vrouw het volume van de radio luider zet om hem te pesten. Het slot is voorspelbaar, en we vinden Hans terug in de gevangenis, waar hij wacht op zijn executie…
- 1965: HET EXPERIMENT, waarin een anders heel gewone man een experiment doet met moord. Hij duwt een totaal onbekende man in het water, enkel om te zien of deze ‘moord’ lukken zal. En hij blijkt inderdaad een perfecte moord gepleegd te hebben, maar dit vormt een vicieuze cirkel waaruit hij niet meer kan ontsnappen. Uiteindelijk is zijn minnares verplicht hem in zelfverdediging neer te schieten. Beide films bleken populair op filmclub-vertoningen, en werden zelfs begin van de 70er jaren nog hernomen.
- 1967: BIBI (genoemd naar Abigail, zijn dochtertje, die de hoofdrol speelt). Het is een psychologisch/magisch realistisch filmpje met sterke komedie-trekjes. In de film speelt ze de jongere zus van Alex (Alex Daskalidès), die met een probleem zit.. Hij moet op Bibi passen, maar heeft een afspraakje met zijn liefje Cathy. Hij beslist dan maar om Bibi mee te nemen. Dat vindt Bibi fantastisch…
1954-1955: Verblijft te Parijs, waar hij als figurant optreedt in ‘Orfée’ van Jean Cocteau.
1954: Steekspel met schimmen, een twaalftal fantastische kortverhalen die zich in Gent afspelen.
- Ingeleid door toneelcriticus en minnaar van het fantastische, Rick Lanckrock.
- Het boek bevat twaalf novelles, waarvan sommige tot zijn beste werk behoren, zoals ‘Souper met Vleermuizen’, een zuivere nachtmerrie. ‘6, Rue du Calvaire’ structuur, wars van elke vorm van logica of realiteit. Naast ‘Het Kerkhof der Gehangenen’ vinden we ook nog het mooie en romantische spookverhaal ‘De Schim van Lady Maud’, elementen van reïncarnatie in ‘De Emmausgangers’ en ‘De Man die Zelfmoord pleegde‘, naast meer psychologische geörienteerde griezel met ‘De tweeledige sekte der vuuraanbidders‘ en vooral het gruwelijke en guignoleske ‘Vier blikjes karnemelk halen’. Tussendoor duikt zelfs Sherlock Holmes in eigen persoon eens op in ‘Old Curiosity Shop’
1955 – 1960
- Al dan niet samen met Jean Ray schrijft hij een aantal Vlaamse Filmpjes voor de Uitgeverij Altiora te Averbode.
- Een aantal door hem vertaalde erotisch getinte pulpverhalen worden door Uitgeverij De Schorpioen uitgegeven. (De wulpse Markiezin. 1955); Hogeschool der liefde. 1956; Vrouwen tussen de puinen, 1956)
- Zelf schrijft hij drie gangsterromans : Het avontuur met Beatrijs (1956, De Schorpioen) dat drie verschillende uitgaven kende, Week-end met moord (1956) en De schone en het monster (1956). In een kiosk-reeks van De Schorpioen verschijnt in 1963 nog Moord in veelvoud (Detektive-reeks no.21).
14 juni 1958: Huwt met Imelda Pyfferoen. Twee kinderen: Een zoon Maximiliaan (26 september 1960) en een dochter Abigail op 17 april 1962.
1960-1965: D J radiodistributie Ledeberg.
- Voor B.R.T. Oost-Vlaanderen schrijft hij een reeks mini-verhalen, getiteld Memoires uit de toekomst, die opgenomen worden in zijn boek Souper met vleermuizen (1966)
1966: Bewerkt en vertaalt o.a. Claude Seignolle’s ‘La Malvenue’ als De verdoemden, Edgar Allan Poe’s De avonturen van Arthur Gordon Pym (1966) en Oscar Wilde’s Het portret van Dorian Gray voor de Europa-Reeks van Walter Becker’s Boekenclub rond 1966, en leidt voor diezelfde de verzamelde werken van Emile Zola in.
1967-1973: Vaste medewerker van De Standaard/De Gentenaar
1968: Eindelijk de langverwachte publicatie van De gezellen van de angst, bij uitg. Brems, een boek dat helaas zwak verspreid wordt.
- Dit is ‘Een Bloemlezing Fantastische Verhalen van Belgische Auteurs’, gekozen en vertaald door d’Exsteyl met overwegend klassieke auteurs en enkele recentere namen. Het bevat ook zijn eigen ‘De vreemde historie van Kwalekiet’, een interessant en folkloristisch opgebouwd fantastisch verhaal over een waterdemon die in Gent opduikt.
Naar het einde van zijn leven wordt d’Exsteyl ernstig ziek. Een eerste zware operatie vindt plaats in 1971.
1972: Het luxueus uitgegeven boekje ‘4-Mains met pen en penseel, of Roger d’Exsteyl over en met Wally van de Velde’, uitgegeven in gezamenlijk beheer van beiden, en gedrukt door Gakko te Gent op 500 exemplaren.
- Het rijkelijk met schetsen en reproducties geïllustreerde boek bevat een aantal artikels door d’Exsteyl over Van de Velde en diens werken, Het bevat tevens d’Exteyls gedichtencyclyus Cynische maskerade, geschreven rond de jaren’46-50, en geïllustreerd door Van de Velde.
1972: Art Center te Gent geeft twee essays uit in boekvorm, Jean Ray, of de poezie van de angst gevolgd door Jean Ray tel que je l’ai connu.
- Het is een verzameling anekdotes en wetenswaardigheden, samengebracht uit toespraken die d’Exsteyl te Gent en Brussel gehouden heeft in 1963 ter gelegenheid van de 75e verjaardag van Jean Ray en in november 1966 te Brussel tijdens een literaire avond ‘Jean Ray à travers ses amis’
26 januari 1979: d’Exsteyl overlijdt tijdens een brand in zijn woning te Gent.
MEER OVER ROGER D’EXSTEYL
- Albert van Hageland: Het universum van Roger d’Exsteyl: schemering en vierde dimensie. In: De periscoop, juni 1964 (interview)
- Nut en on-nut van het detective-verhaal: minderwaardig genre?, in: De Linie, Brussel, 11.04.1958
GERAADPLEEGDE BRONNEN
Website
- Eddy C. Bertin in SF-Gids nr 28 jaargang 1979, Roger d’Exsteyl, afscheid van een vriend. Leven, dood en werken van deze Gentse meester van het Fantastische verhaal. pp 5-24.
Referentie
- Eddy C. Bertin: Roger d’Exsteyl: de Gentse demonenschepper in: Oost-Vlaamse Literaire monografieën nr 13, 1980 eerder verschenen in: Vlaanderen, maart-april 1973
- John Rijpens: Vlaamse filmpjes, troetelkind of ondergeschoven kindje?, in: Waar de Vlaamse jeugdauteurs het schrijven leerden (2010), p. 143-146
SMAAKMAKER
Cynische maskerade
We dragen allen maskers,
ook jij en ik en iedereen
Ons hart beveelt hun trekken
tot lachen, grijnzen of geween
we dragen allen maskers:
de hoer van het genot van ’t lijf
de kwezel van haar godsdienstzin
de rijkaard van zijn geldgewin
de dramaturg van ’t laatste bedrijf.
waarom geen masker van cynisme dragen ?
van spot en hoon en onverschilligheid ?
waarom dan niet als ik je mag vragen ?
een masker raak je toch nooit kwijt.
Dus draag ik het cynisch masker
en tevens dient het me tot lens
– – – – –
al blijf ik in mijn ziel wat ‘k was:
een vredig en romantisch mens.
Uit: 4-Mains met pen en penseel
Wanneer ik zojuist zei dat hij de minst zonderlinge was, betekent dit geenszins dat hij absoluut geen enkele abnormaliteit vertoonde. Dit deed hij echter wel : zijn grenzeloze voorliefde voor doodskoppen.
Op een dag ik toevallig en onopgemerkt op zijn kamer kwam heb ik die uitgebreide verzameling van lugubere dingen kunnen bekijken en dit zicht is me steeds bijgebleven.
Nu zou deze verzamelwoede misschien wel enigszins door de beugel kunnen ware daar niet het feit dat hij de doodskoppen aan een behandeling onderwierp, die derwijze was dat ze ieder normaal mens aan Octaaf’s verstandelijke vermogens zou doen twijfelen hebben.Al de doodskoppen welk hij ook maar in handen kon krijgen – en soms gaf hij er belachelijk hoge sommen oor uit aan grafdelvers en kerkhofbewaarders – werden van zodra ze in zijn bezit waren, zorgvuldig van stof en kerkhofaarde gereinigd. Hij beweerde dat het noodzakelijk was zich bij dit werk te kleden in avondrok met witte handschoenen. Het was dan ook uitsluitend voor die gelegenheden dat hij zich een dergelijk pak aanschafte.
Na de reiniging liet hij zijn doodskoppen een tijdlang drogen en vervolgens verfde hij ze in verschillende kleuren. Zoals ik vertelde heb ik zijn krankzinnige verzameling eenmaal aanschouwd en daarbij kunnen opmerken dat hij bij dit beschilderen een werkelijk bewonderenswaardige fantasie aan de dag legde. Sommige koppen waren als macabere caricaturen echte meesterstukken geworden.
Ondanks alles was dit stokpaardje toch in de grond tamelijk onschuldig. Het enige wat men wel wat tè sterk overdreven kan vinden was sat hij met sommige, als vrouwengezichten beschilderde doodskoppen naar bed ging
Uit: De dames Verbrugge pp 162-163
BIBLIOGRAFIE
Woordje vooraf
De bibliografie valt uiteen in drie afdelingen
- Chronologisch overzicht van zijn eigen werk in boekvorm
- Overzicht van zijn vertaalwerk (volledigheid niet gegarandeerd)
- Filmografie
Honderden kortverhalen (SF, fantastiek, gruwel en mysterie), essays, en historisch-toeristische artikels zijn los verspreid terug te vinden in publicaties als Snoeck Almanak, Leie-brevarium, Nonkel Fons’ Kerst – en vakantieboeken, Cahiers de la Biloque, Pan, Bres, Fantasmagie, Ons Volkske, Zonneland, Yang Cahiers en vele anderen.
De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij
- Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
- Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
- Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto
Chronologisch overzicht
Eigen werk in boekvorm
VERTAALWERK
Volledigheid niet gewaarborgd
1955 | De wulpse markiezin. (erotische roman)
Oorspronkelijke titel: |
Strombeek-Bever /Brussel: Uitgeverij “De Schorpioen” NV. -219p.
|
|
1955 | De bomen en het land. (roman)
Oorspronkelijke titel: The awakening land trilogie met als titels: The gtrees, The fields and the town. |
Antwerpen: Orbis. (Supplement bij: Ons land) -160p. / Antwerpen: Libra -285p. | |
z d [1956] |
Hogeschool der liefde (erotische roman)
Oorspronkelijke titel: Der Fall Rigoletta |
Strombeek-Bever /Brussel: Uitgeverij “De Schorpioen” NV. -205p.
Reeks: Zwarte Engelen-reeks vol [9] |
|
z d [1956] |
Vrouwen tussen de puinen (erotische roman)
Oorspronkelijke titel: |
Strombeek-Bever /Brussel: Uitgeverij “De Schorpioen” NV. -205p.
Reeks: Zwarte Engelen-reeks vol [16] |
|
1966 | De avonturen van Arthur Gordon Pym. (vertaald uit het Engels)
Oorspronkelijke auteur: EDGARD ALLAN POE |
Kapellen: Uitgeverij Walter Beckers. -291p.
Afmetingen: 22 x 14 (gebonden met leeslint) |
|
z d | Het portret van Dorian Gray. (vertaald uit het Engels)
Oorspronkelijke auteur: OSCAR WILDE |
Kapellen: Uitgeverij Walter Beckers. -229p.
Afmetingen: 22 x 14.50 |
|
z d | De vervloekten (roman vertaald uit het Frans)
Oorspronkelijke auteur: CLAUDE SEIGNOLLE |
Kapellen: Uitgeverij Walter Beckers. |
FILMOGRAFIE
1968 | HET EXPERIMENT
|
1970 | BIBI
|
1973 | KRUISWEGSTRAAT 6 / 6 RUE DU CALVAIRE
|