home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Westerlinck, Albert

Albert Westerlinck

Geel, 17 februari 1914 – Kasterlee, 30 april 1984

Pseudoniem van José Joris Maria Aerts

Dichter, schrijver en priester.

Hoogleraar Nederlands en letterkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven.

Naast poëzie publiceerde hij vooral literaire kritieken en literatuurwetenschappelijke essays en studies.

 

BIOGRAFIE

17 februari 1914: Geboren te Geel als José Joris Maria Aerts.

Volgt college in zijn geboortedorp Geel

Voltooit zijn priesterstudies in het Groot-Seminarie in Mechelen

1933: Zijn eerste gedichten verschenen in Dietsche Warande en Belfort.

  • Van 1933 af, toen hij nog wijsbegeerte en theologie studeerde aan het Groot-Seminarie te Mechelen, laat hij onder de schuilnaam Albert Westerlinck, poëtische bijdragen publiceren in de letterkundige tijdschriften als Dietsche Warande en Belfort, De Tijdstroom, Vormen, Volk, Roeping en in culturele weekbladen, waarvan Hoger Leven eerst, daarna Nieuw Vlaanderen de belangrijkste zijn.
  • Uit de bundeling van deze verspreide gedichten ontstaat Bovenzinnelijk Verdriet (1938), later gevolgd door een paar publicaties in de destijds door René Verbeeck geleide ‘Bladen voor de Poëzie’: Met zachte Stem (1939) en Aardsch en Hemelsch (1943).

4 april 1937: Tot priester gewijd.

1937-1941: Studeert Germaanse Filologie aan de Katholieke Universiteit te Leuven. Zijn licentiaatsverhandeling over De Psychologie van den Schwermut bevat het materiaal voor twee latere publicaties in boekvorm over André Demedts en Prosper van Langendonck.

1938: Dichterlijk debuut met Bovenzinnelijk verdriet.

  • Niet lang daarna volgt een tweede dichtbundel, Met zachte stem (1939) en in 1943 verschijnt een laatste bundel met eigen gedichten onder de titel Aardsch en hemelsch. Zijn poëzie is religieus van aard.

Meer dan door zijn eigen poëzie verwerft Westerlinck  bekendheid als literatuurwetenschapper en criticus.

1941-1943: Korte periode als leraar aan het Sint-Romboutscollege te Mechelen

1942: Publicatie van zijn eerste bundel kritieken: Luister naar die stem. Studiën en critieken.

  • Uit de laatste jaren vóór en de eerste van de tweede wereldoorlog, nog  student in de Germaanse Filologie te Leuven, verschijnen zijn eerste ‘studiën en critieken’, zoals zijn gedichten, eerst afzonderlijk in de tijdschriften Dietsche Warande en Belfort en Vormen en het weekblad Nieuw Vlaanderen. Ze bevatten boekbesprekingen en gelegenheidswerk, in hoofdzaak gewijd aan de dichters, die actief waren in de Tijdstroom en Vormen.

1943 – 1950:Verbonden aan de Katholieke Universiteit Leuven als assistent bij prof. dr. Sobry.

1944: Tevens docent aan de Katholieke Hogeschool voor Vrouwen te Antwerpen.

1945-1969: Neemt in 1945 van August van Cauwelaert de functie van redactiesecretaris over bij het literair tijdschrift Dietsche Warande en Belfort.

1948: Behaalt zijn doctoraal met een dissertatie over De psychologische figuur van Karel van de Woestijne als dichter.

Westerlinck’s kritisch, essayistisch en wetenschappelijk werk houdt nauw verband met zijn studiën aan de Universiteit.

  • Uit zijn licentiaatsverhandeling vloeit Het Lied van Tantalus. Bijdrage tot de studie van een menschelijkheidstype in de litteraire kunstschepping op grond van een onderzoek over het werk van A. Demedts (1943) en Prosper van Langendonck. Diagnose van een ongeneeslijke ziel (1946).
  • Uit zijn doctoraal: De Psychologische Figuur van Karel van de Woestijne als Dichter. Een litterair-psychologische studie (1952), bekroond zowel met de Prijs der Scriptores Catholici als met de De Joris Eeckhoutprijs 1952-1953.

1950-1954: Docent aan de Katholieke Universiteit Leuven.

1954 tot 1978: Hoogleraar Nederlands en letterkunde aan de Katholieke Universiteit Leuven, waar hij het vak Nederlandse literatuur en Europese vergelijkende literatuur doceert.

1970-1984: Hoofdredacteur van Dietsche Warande en Belfort.

1974: Hij wordt gezien als een vooraanstaand wetenschapper in zijn vakgebied, reden waarom – op grond van zijn “analytisch literatuuronderzoek en de betekenis hiervan voor de vernieuwing van de Nederlandse literatuurwetenschap” – hem in 1974 het eredoctoraat wordt verleend van de Katholieke Universiteit Nijmegen

1978: Emeritaat.

Westerlinck publiceerde een groot aantal kritieken, essays en studies (waarvan enkele onder zijn eigen naam). In hun bibliografie die per 1978 werd afgesloten vermelden Van Assche en Baeyens, tussen 1933 en 1977, niet minder dan 686 kritische en essayistische bijdragen aan tijdschriften.

Hij was actief lid van de Gezelle-Thijmvereniging (1947-1952), bestuurslid van de Boekengilde De Clauwaert (vanaf 1948) en werd werkend lid van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde. Hij was ook Vlaams voorzitter van de Conferentie der Nederlandse Letteren.

30 april 1984: Overleden te Kasterlee,

 

BEKRONINGEN

  • 1942: Prijs voor Letterkunde van de Provincie Antwerpen voor werk in handschrift 1942 voor Prosper van Langendonck. Diagnose van een ongeneeslijke ziel.
  • 1947: Premie voor Letterkunde van de Provincie Antwerpen voor monografie 1947 voor Het schoone geheim van de poëzie (1946)
  • 1953: Prijs der Scriptores Catholici (1953) voor De psychologische figuur van Karel van de Woestijne. (1952)
  • 1954: De JorisEeckhoutprijs 1952-1953 voor zijn essay over De psychologische figuur van Karel van de Woestijne. (1952)
  • 1960: Vijfjaarlijkse staatsprijs voor kritiek en essay (1956-1960) voor De Wereldbeschouwing van August Vermeylen (1958)
  • 1960: Prijs der Vlaamse Provincies 1960 voor het essay De Wereldbeschouwing van August Vermeylen (1958)
  • 1965: Em. Bernheimprijs 1965 voor het volledige oeuvre.
  • 1974: Eredoctoraat verleend door de Katholieke Universiteit Nijmegen op grond van zijn “analytisch literatuuronderzoek en de betekenis hiervan voor de vernieuwing van de Nederlandse literatuurwetenschap”.
  • 1981: Oeuvreprijs van de Vlaamse Gemeenschap.

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • J.J. Aerts, Verwondering en rekenschap, opstellen over de Nederlandse literatuur, Leuven University Press, 1978. Deze publicatie bevat een bibliografie op pp. 256-360.

 

BIBLIOGRAFIE

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • POËZIECENTRUM vzw- Gent
  • Hilda van Assche en Richard Baeyens, Bibliografie van Albert Westerlinck. In: J.J. Aerts, Verwondering en rekenschap. Opstellen over Nederlandse letterkunde. Universitaire Pers, Leuven, 1978, pp.257-360.

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
 1938 Bovenzinnelijk verdriet. Verzen van Albert Westerlinck. (poëzie)

Bevat de cycli: Liederen van de zoete dood; Ziel der seizoenen; Bovenzinnelijk verdriet; Klein geheimschrift.
Kortrijk: Uitgeverij “Steenlandt”. -59p. + [V]p

Afmetingen: 20 x 15
Colofon:   ‘Bovenzinnelijk verdriet’ een verzenbundel van Albert Westerlinck, kwam in januari 1938 van de persen der drukkerij ‘Steenlandt’ , in een genummerde oplage van 250 exemplaren.
1939 Met zachte stem (poëzie) Mechelen, De bladen voor de poëzie. -17p.

Reeks: de bladen voor de poëzie. Jrg.3, nr.7 [eerste serie]
Afmetingen: 21.50 x 13.90
1942 Luister naar die stem. Studiën en critieken.

Inhoud:
Een woord vooraf
De poëzie van P.G. Buckinx
De poëzie van René Verbeeck
Paul de Vree of de dualiteit van het moreele en aesthetische leven
De poëzie van Jan Vercammen
Het cynisme bij W. Elsschot
Nederlandsche letterkunde van volksch standpunt gezien.
Brugge: ‘De Kinkhoren’, z.j. [1942], 273 + [III] p.

Afmetingen: 17.50 x 10.80
1943 Aardsch en hemelsch. (poëzie) Brussel: Uitgeverij Steenlandt. -15 + [I] p.

Reeks: Bladen voor de Poëzie. Jrg.7, nr.6 [eerste serie]
Afmetingen: 25.20 x 14.80
1944 Het lied van Tantalus. Bijdrage tot de studie van een menselijkheidstype in de litteraire kunstschepping op grond van een onderzoek over het werk van A. Demedts.

Inhoud:
Deel I:  Wezen en zin der Schwermut-stemming. 1). Schwermut en stemming. 2). Schwermut en minderwaardigheidsgevoel.
Deel II: Schwermut als zielsgesteldheid in het werk van André Demedts. 1). De Tantalus-existentie. 2). Het proces der psychologische zelfverblinding. 3). Afreken met het verleden. 4). Mensch en masker in de lyriek.
Brugge: De Kinkhoren. Z.j.[1944] –XX+248+[IV] pp.

Afmetingen: 18 x 11.20
1946 Prosper van Langendonck. Diagnose van een ongeneeslijke ziel. (studie) Brugge: De Kinkhoren / Brussel Desclée de Brouwer & Cie. –XXIV + 193 + [III] pp.

Afmetingen: 18.50 x 12.70 (gebonden – harde halflinnen kaft met stofomslag)
1946 Het schoone geheim der poëzie beluisterd niet ontluisterd. (essay)

1950: 2de herziene druk, ibidem. -281 + [VII]p.

Antwerpen-Brussel-Gent-Leuven: Uitgeversmij. N.V. Standaard-Boekhandel. -372 + [IV] pp.

Afmetingen: 20.80 x 13.80 (gebonden met stofomslag)
1952 De psychologische figuur van Karel van de Woestyne als dichter. Een litterair-psychologische studie. (essay)

Bevat: ‘analytische motieven-studie’ van de bundels Het vader-huis; De boom-gaard der vogelen en der vruchten, De gulden schaduw.
Antwerpen-Amsterdam: Uitgeversmij. N.V. Standaard-Boekhandel. – IV + 331 + [I] p.

Afmetingen: 23.30 x 15.20 (gebonden – linnen kaft met stofomslag)
1952 Kanunnik Prof. Dr. P Sobry, twintig jaar hoogleraar te Leuven. Causerie gehouden door Dr. José Aerts bij de viering van Prof. Dr. P Sobry door de faculteitskring van de studenten-Germanisten te Leuven, op 21 februari 1952, naar aanleiding van zijn 20-jarig professoraat. Leuven: De persen Arta z.j. [1952] -33 + [I] p.

Afmetingen: 19.60 x 13.40
1955 August van Cauwelaert. Gedichten. Een keur uit het volledige dichtwerk samengesteld en van een nawoord voorzien door Albert Westerlinck.

Nawoord gedateerd: Leuven, oktober 1955, p.89.
Brussel-Amsterdam: Elsevier. Z.j. [1955] -89 + [VII] p.

Afmetingen: 21.60 x 15.30
Colophon: “Gedichten” door August van Cauwelaert werd in opdracht van uitgeverij Elsevier gezet uit de ‘Bembo Monotype’ corps 13 en gedrukt op de eigen persen in het najaar 1955. De oplage bedraagt 450 exemplaren genummerd van 1 tot en met 450.
1956 Stijlgeheimen van Karel van de Woestijne. Een stijlkundig onderzoek. (essay)

Onder de naam JOSÉ AERTS
Leuven: Leuvense Universitaire uitgaven. -141 + [III] p.

Afmetingen: 23.70 x 16.40 (ingenaaid – zachte kaft)
1957 De innerlijke Timmermans. (essay)  westerlinck-9 Antwerpen: Standaard Boekhandel. -84 + [IV] p.

Reeks: Verhandelingen van de Katholieke Vlaamse Hogeschooluitbreiding. – Antwerpen, jaargang LI.; vol. 452
Afmetingen: 18.70 x 11.50 (ingenaaid)
1958 Albrecht Rodenbach 1856-1880. (monografie)

Inhoud:
Een inwendige biografie, pp. 5-21
Bibliografie, pp.22-23
Bloemlezing, pp. 24-39
Brussel A. Manteau. -40 + [VIII] p.

Reeks: Monografieën over Vlaamse letterkunde. nr 6
Afmetingen: 22.40 x 13.70
Uitgegeven voor het Ministerie van Openbaar Onderwijs

z j [1958]

De wereldbeschouwing van August Vermeylen. Antwerpen: Uitgeverij C. de Vries-Brouwers PVBA, z.j. [1958] -154 + [II] p.

Afmetingen: 22.60 x 13.50
1960 Wandelen al peinzend: verzamelde opstellen. Eerste reeks.

Inhoud:
PROBLEMEN
De katolieke roman in deze tijd pp 9-54.
Meditatie van een kultuurflamingant pp 55-74.
De letterkunde in het schoolhumanisme pp 76-94.
FIGUREN
De Dichtoefeningen van Guido Gezelle pp 97-107.
De betekenis van Maria Elizabeth Belpaire pp 108-120.
Het wereldbeeld van Stijn Streuvels pp 121-127.
Een zuil voor Jules Persyn pp 128-136.
De dichter August van Cauwelaert pp 137-158.
Felix Timmermans pp 159-173.
Een visie op Paul van Ostaijen pp 174-237.
Mijmerend over Gerard Walschap pp 238-282.
1965: 2de ongewijzigde druk bij Hasselt: Heideland in de reeks Heideland paperback. – Hasselt; vol. 1[HP1]
 Westerlinck 8 Leuven: Davidsfonds. -283 + [I] p.

Reeks: Keurreeks / Davidsfonds. – Leuven; vol. 78 – 1960-2
Afmetingen: 19 x 12.20
1962 Prosper van Langendonck, Gedichten.

Verzameld en ingeleid door Albert Westerlinck.
Van Langendonck 2 Hasselt: Uitgeverij Heideland. -77 + [III] p.

Reeks: Poëtisch Erfdeel der Nederlanden vol 3
Afmetingen: 18 x 10.50 (pocket)
1962 Poëtisch panorama: bloemlezing uit de dichtkunst van de Zuidelijke Nederlanden, 1830-1890

Samengesteld en ingeleid door Albert Westerlinck.
Inhoud: Ter inleiding (pp 5-24); Bloemlezing (pp25-238); Verklaring van woorden (pp 239-240); Register (pp 241-246).
 westerlinck-10 Leuven: Davidsfonds. -247 + [I] p.

Reeks: Keurreeks / Davidsfonds. – Leuven; vol. 86 1962-2
Afmetingen: 19.50 x 13 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
1964 Alleen en van geen mens gestoord. Verzamelde opstellen. Tweede reeks.

Inhoud:
PROBLEMEN
De krisis van de persoonlijkheidwaarde (pp.11-80).  De letteren in onze tijd (pp. 81-98). Over de universaliteit van de poëzie (pp. 99-110) Iets over kristendom en letterkunde (pp. 111-120).
FIGUREN
Weer een uur met Streuvels (pp. 121-136); De laatste Herman Teirlinck ? (pp 137-158); Een visie op Verschaeve (pp. 159-178); Over Willem Elsschot, de schrijver en Alfons de Ridder, mijn vriend (pp. 179-202); Gerard Walschap (pp. 203-216); André Demedts (pp. 217-230); Charles de Coster en het Vlaamse wezen (pp. 231-246); Federico Garcia Lorca (pp 247-266); Ernst Robert Curtius (pp. 267-288).
Westerlinck 4 Leuven: Davidsfonds. -288p.

Reeks: Keurreeks van het Davidsfonds nr 94 1964-2
Afmetingen: 19 x 12.50  voor de versie gebonden – harde linnen kaft met stofomslag.
Afmetingen: 19.50 x 13 voor de versie ingenaaid – zachte kaft.   ingenaaide versie

1965 Wandelen al peinzend.

Tweede ongewijzigde druk van 1960.
Hasselt: Uitgeverij Heideland, z.j. [1965] -271 + [I] p.

Reeks: Heideland paperback. – Hasselt; vol. 1
Afmetingen: 20 x 12.20 (gebonden – linnen kaft met stofomslag)
1969 Gesprekken met Gerard Walschap. Eerste deel. Van Waldo tot Houtekiet. (interviews)

1972: herdruk bij Hasselt: Uitgeverij Heideland-Orbis nv 223 + [I] p. 20 x 13 cm
Hasselt: Uitgeverij Heideland-Orbis nv z.J. [1969] -223 + [I]p

Afmetingen: 20 x 13
Elektronisch beschikbaar via Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
1970 Gesprekken met Walschap. Tweede deel: Van Soo Moereman tot Het Avondmaal (interviews)

1973: 2de druk. Hasselt: Uitgeverij Heideland-Orbis nv -3325 + [III] p. 20 x 13 cm.
Hasselt: Uitgeverij Heideland-Orbis, z;j. [1970] -325 + [III] p

Afmetingen: 20 x 13.
Elektronisch beschikbaar via Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren
1970 Homilie Z.p. / n. j. [1970] – 14 + [I] p.

Afmetingen: 14.50 x 10
Colophon: Dit plaketje werd in opdracht van Ludo en Leentje Simons-Vandemeulebroucke gedrukt op de persen van ‘De Windroos’ te Beernem in november 1970. Het is bestemd om als privé-druk verspreid te worden en zal bijgevolg niet in de handel verkrijgbaar zijn.

1972 Mens en grens. Over het mensbeeld in de moderne Europese literatuur.

Dit is van de Verzamelde opstellen van de auteur het derde deel na ‘Wandelen al peinzend’ (1960) en ‘Alleen en van geen mens gestoord’ (1964)
Bevat: Ter inleiding p. 5
Facetten van het naturalisme pp. 7-82.
Het vitalisme als cultuurprobleem. Pp. 83-191
Het religieuze fenomeen in de moderne letterkunde pp. 192-256.
Westerlinck 2 Brugge: Uitgeverij Orion/ Desclée de Brouwer, z.j. [1972] -257 + [III] p.

Afmetingen: 21 x 13 (paperback)
Colofon: Gedrukt op de persen van Scheerders van Kerchove te Sint-Niklaas-Waas in opdracht van Uitgeverij Orion/ Desclée de Brouwer, Brugge.
1973 Musica humana. Verzamelde opstellen. Vierde reeks.

Bevat: INLEIDING
PROBLEMEN
Tema’s van het lichaam in de moderne literatuur. pp. 11-41
De mens en ‘zijn’ geschiedenis pp 42-63
Over de ‘experimentele’ poëzie. pp 64 -77
FIGUREN
Anton van Duinkerken pp 81-186
Stijn Streuvels: zijn kunst, zijn wereld pp. 187-196
Poëtische mytologie van Aafjes pp 197-239
Walschap en het verborgen leven. pp 240-263
 Westerlinck 5 Leuven: Davidsfonds. -263 + [I] p.

Reeks: Keurreeks van het Davidsfonds nr 123 1973-2
Afmetingen: 20.70 x 12.70 (paperback & gebonden in harde linnen kaft met stofomslag)
1977 De innerlijke wereld van Guido Gezelle. (literatuurstudie) Westerlinck 7 Brugge: Uitgeverij Orion / Nijmegen: Uitgeverij B Gottmer, z.j. [1977]   -498 + [VI] p.

Reeks: Orions literair atelier
Afmetingen: 23 x 14 (paperback)
1978 Verwondering en rekenschap : opstellen over Nederlandse letterkunde

Onder de naam JOSÉ J. AERTS
Gebundeld en aangeboden ter gelegenheid van zijn emeritaat.
Leuven : Universitaire Pers Leuven. -385p.

Reeks : Symbolae Facultatis Litterarum et Philosophiae Lovanensis. Series A / vol.7
Afmetingen : 24 x 16 (gebonden – harde blauw linnen kaft)
1979 Karel van de Woestijne, 1878-1929 : tentoonstelling, door het Archief en Museum voor het Vlaamse Cultuurleven te Antwerpen, georganiseerd naar aanleiding van de vijftigste verjaardag van het overlijden van Karel van de Woestijne, in de Koninklijke Bibliotheek Albert I, van 16 juni tot 22 augustus 1979 : catalogus / door Marc Somers ; met een inleiding door Albert Westerlinck ; en chronologisch raamwerk door M. Rutten. Brussel : Koninklijke Bibliotheek Albert I. -178p.
1980 De taalkunst van Guido Gezelle. (literatuurstudie) Westerlinck 3 Brugge: Orbis en Orion. -255p.

Reeks: Orions literair atelier
Afmetingen : 21 x 13 (Bestaat in gebonden en ingenaaide versie.)
Gedrukt op de persen van Drukkerij Sanderus te Oudenaarde in opdracht van uitgeverij Orion Desclée De Brouwer.
1981 De oude taaltovenaar Guido Gezelle. (literatuurstudie)

Er bestaat ook een paperbackversie – afmetingen: 21 x 13 – zachte kaft:

 Westerlinck 11 Beveren: Orion / Nijmegen: B. Gottmer -162p.

Reeks: Orions literair atelier
Afmetingen: 23 x 14 (gebonden – harde kaft met stofomslag)
Gedrukt op de  persen van Drukkerij Sanderus te Oudenaarde in opdracht van N.V. Orbis en Orion, uitgevers, Beveren.
1982 De eerste rijpe jaren van Karel van de Woestijne, beschouwingen rond zijn brieven aan Louis Ontrop (1896-1909). Beveren: Orbis. -146p.

Reeks: Orions literair atelier
Afmetingen: 21 x 13.50 (ingenaaid)
1983 Wie was Hendrik Conscience?

2011: heruitgegeven door De gilde van Baas Ganzendonck te Schilde.
Met een voorwoord van Ludo Simons.
Westerlinck 6
 Leuven: Acco. -81p.

 

MEDEWERKING AAN PERIODIEKEN

 U vindt hier enkel het creatieve werk.

Zijn kritische en essayistische bijdragen aan periodieken (zo’n 680 items) kunt u vinden in Hilda van Assche en Richard Baeyens, Bibliografie van Albert Westerlinck. In: J.J. Aerts, Verwondering en rekenschap. Opstellen over Nederlandse letterkunde. Universitaire Pers, Leuven, 1978, pp.257-360. , waaraan dit lemma zeer schatplichtig is.

1933

  • Avondgebed in mei. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXIII, 1933, 10, p.641, 4 verzen x 3 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.37)
  • Terugkeer. In: De Tijdstroom, IV, 1933-1934, 1, p.1, 4 verzen x 3 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.46)

1934

  • Vaarwel. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXIV, 1934, 2, p.89, 4 verzen x 3 strofen.
  • Kerstlied. Ibidem, 3, p.338, verzen x 4 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.29)
  • Zeer stil lied. In: De Tijdstroom, IV, 1933-1934, 9, p.399, 7 verzen + 4 verzen + 9 verzen.
  • Vaarwel. In: De Tijdstroom, V, 1934, 1, p.29, 16 verzen

1935

  • Lente. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXV, 1935, 2, p.202, 4 verzen x 3 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.38 onder de titel Bovenzinnelijk verdriet)
  • Cupio dissolvi… Ibidem, 12, p. 837, 4 v. x 3 str.

1936

  • Lied voor moeder. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXVI, 1936, 3, p.213, 4 verzen x 4 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.44)
  • Kleine Guido en ik. In: Elckerlyc, II, 1936, 52 = 26 december, pp.13-15
  • December. In: Roeping, XV, 936-1937, 3, p. 153, 4 verzen x 4 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.19 onder de titel November)
  • Brabantsche lente. In: Volk, II, 1936-1937, 1, p. 8, 6v. x 3 str.
  • Kerstlied der zwervers. Ibidem, 3, p.71, 4 verzen x 4 strofen.

1937

  • Verzen. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXVII, 1937, 3, pp.191-194.
  1. Beata mors, pp. 191-192, 4 verzen x 3 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.13
  2. O sidderende nacht… pp. 193-194, 4 verzen x 7 strofen. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.9-10
  • Lof der goddelijke liefde, ibidem 5, p.374, 4v x 4 str.
  • Dood in het herfstwoud, Ibidem, 10, p. 664, 4v. x 4 str.
  • Franske, In: Elckerlyc, III, 1937,2 = 9 januari, p.14
  • Lof der goddelijke liefde, Ibidem, 22 = 9 mei, p.17
  • Dood in het herfstwoud, Ibidem, 46 = 13 november, p.17
  • Kerstavond zonder ’t Kind. In: Hooger Leven, XI, 1937, 52 = 25 december, p.1635, 4 v. x 7 str.
  • Kerstlied der naamloozen, Ibidem, 52 = 25 december, p.1635, 10v.
  • Dood in het herfstwoud, In: Nieuw Vlaanderen, III, 1937, 47 = 20 november, p.4
  • Avondlijk gesprek, In: Roeping, XV, 1936-1937, 11, pp. 658-659, 4 v. x 8 str. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.35-36.
  • Gebed tot de Moeder met het Kind. In: Universitas, V, 1937-1938, 4, p. 61, 4 v. x 6 str. (opgenomen in Met zachte stem (1939)
  • In viam pacis. In: Volk, II, 1936-1937, 5, p. 155, 4 v x 4 str.
  • Vita nuova. Ibidem, 6, p.187, 4 v. x 6 str. (opgenomen in Aardsch en Hemelsch (1943), pp.9-10)
  • Verloren paradijs. Ibidem, 9, p.301, 4v. x 8 str.
  • Bovenzinnelijk verdriet. Ibidem, 9, p.304, 4 x 5 str.
  • Gebed tot Maria bij het Kind. In: Volk, III, 1937-1938, 3, p.33, 4 v. x 6 str. (opgenomen in Met zachte stem (1939), p. 13)
  • In memoriam. In: Vormen, II, 1937-1938, 2, p.47, 4v. x 3 str. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.11 onder de titel: in piam memoriam)
  • O Moederaarde. In: Vormen, II, 2, p.48, 4v. x 4 str. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.14)
  • Ballade van den naamlooze. Naar het Duitsch van M.L. Weissmann. In: Vormen, II, 2, p.49, 9v. (Opgenomen in: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.16)

1938

  • Zonnelied. In: Brabantia Nostra, III, 1937-1938, 12, p.357, 4 v. x 6 str.
  • Gebed voor den dichter. In: Brabantia Nostra, III, 12, p.358, 4 v. x 5 str.
  • Bij een Homerus-beeld. In: Brabantia Nostra, III, 12, p.359, 4 v. x 4 str. (opgenomen in Met zachte stem (1939), p. 3)
  • Gebed tot Maria bij het Kind. In: Brabantia Nostra, IV, 1938-1939, 3, p.73 4 v. x 6 str. (opgenomen in Met zachte stem (1939), p. 13)
  • Kerstavond zonder Jezuskind.In: Brabantia Nostra, IV, 1938-1939, 3, p.74 4 v. x 7 str.
  • De herders. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXVIII, 1938, 4, pp.319 (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) alwaar onder de titel: Zwervers bij Maria)
  • Lentelied. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXVIII, 1938, 7-8, pp.517 (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) p.24)
  • Dichter en natuur. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXVIII, 1938, 9, 603 4 v. x 3 str.
  • De tweede jeugd. In: Dietsche Warande en Belfort, XXXVIII, 1938, 11, p. 772, 4 v. x 4 str.
  • Bij Rilke’s beeltenis.In: Elckerlyc, IV, 1938, 14 = 2 april, p.19
  • Bij een Homerusbeeld. In: Elckerlyc, IV, 1938, 41 = 8 oktober, p.19
  • Bij Rilke’s beeltenis.In: Nieuw Vlaanderen, IV, 1938, 10 = 5 maart, p.4 (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) p.55)
  • Gebed voor den dichter.In: Nieuw Vlaanderen, IV, 1938, 44 = 29 oktober, p.4
  • Een leven van gebed en offer. Ibidem, 47 = 19 november, p.18 + p. 23
  • Twee Maria-liederen. In: Roeping, XVI, 1937-1938, 11, pp.730-731 (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) p.31)
  1. Verwachting, p.730 4v. + 4 v.
  2. Bij Simeon, p.731
  • Konsekratie. In: Volk, III, 1937-1938, 7-8, p.244, 4 v. x 3 str. (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) p.50)
  • Bezoek aan Elizabeth. In: Volk, III, 1937-1938, 7-8, p.244, 4 v. x 3 str. (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) p.25)
  • Aandachtig lied. In: Volk, III, 1937-1938, 7-8, p.245, 4 v. x 7 str. (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) p.47-48)
  • Avondlijk gesprek. In: Volk, III, 1937-1938, 7-8, p.246, 4 v. x 8 str. (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938) p.35-36)
  • Bij een Homeros-beeld. In: Vormen, III, 1938-1939, 5, p.155, 4v. + 4 v. (opgenomen in Met zachte stem (1939), p. 3)

1939

  • Drie harten. In: Elckerlyc, V, 1939, 25 = 24 juni, p.21 (Uit: Met zachte stem (1939), p. 5)
  • Het avondmaal. In: Nieuw Vlaanderen, V, 1939, 13 = 1 april, p. 4, 4v. x 4 str. (Uit: Benedicta Tu (niet in boekvorm gepubliceerd)).
  • Vox Caelestis. Ibidem, 27 = 8 juli, p.4 (Uit: Met zachte stem (1939), p. 17)

1940

  • Het Spaansche Hoofd. In: Nieuw Vlaanderen, VI, 1940, 12 = 23 maart, p.12 + p.14.
  • Gnôti seauton. Ibidem, 18 = 4 mei, p.4, 4v. x 7 str. (opgenomen in Aardsch en Hemelsch (1943), p.4 onder de titel: Sicut parvuli.
    • Het gedicht verscheen ook in het Laatste Nieuws, 1941, nummer van 22 april, n.a.v. L. Vanhaelst verslag van een gesprek: Een uurtje met . Westerlinck. De dichter van ‘Met zachte stem’.
  • Mijn doode kameraad. Ibidem, 27 = 30 november, p.4, 4v.x 8str.
  • Apostelbeelden. Vrij bewerkt naar Paul Claudel. In: Volk, V, 1940-1941, 1, pp.40-43.
  1. Sint Judas, p.40, 17v. + 4v.
  2. Sint Simon, p.41, 18v.
  3. Sint Matheus, p.42, 22v.
  4. Sint Jan, Apostel, p.43, 10v. +4v. +4v. + 14v.

1941

  • Kerstmis zonder ’t Kind. In: Nieuw Vlaanderen, VII, 1941, 50 = 27 december, p.4, 4v. x 7 str. (opgenomen in Aardsch en Hemelsch (1943), p.3

1942

  • Verrijzenis. In: Klaverendrie, VI, 1942-1943, 2, p.478, 4v. x 6 str. (opgenomen in Aardsch en Hemelsch (1943), p.11
  • Aardsch en hemelsch. Ibidem, 2, p.479, 4v.x8str. (opgenomen in Aardsch en Hemelsch (1943), p.14
  • Avondlied. Ibidem, 2, p.480, 4v. x 6 str. (opgenomen in Aardsch en Hemelsch (1943), p.15
  • Het avondmaal. In: Nieuw Vlaanderen, VIII, 1942, 13 = 4 april, p.16 (opgenomen in Aardsch en Hemelsch (1943), p.15,
  • Gesprek op Allerzielen. Ibidem, 40 = 31 oktober, p.4 (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.28)
  • Gebed tot Maria bij het Kind. Ibidem, 48 = 26 december, p.4 (Uit: Met zachte stem (1939), p.13)
  • Kerstmis zonder ’t Kind. In: Winterhulp, 1942, 12, p.4, 4v. x 7 str. (opgenomen on: Aardsch en hemelsch (1943) p.3)
  • Avondlied. In: Nieuw Vlaanderen, IX, 1943, 3 = 23 januari, p.4
  • Sicut Parvuli,  Ibidem, 42 =20 november, p.4 (Uit: Aardsch en hemelsch (1943) p.4)
  • Gebed der armen om vrede. Ibidem, 47 = 25 december, p.19
Opgenomen in Komaan. Verschijnt om de drie maand voor de leerlingen en oudleerlingen van het Klein Seminarie te Hoogstraten, XI, 1950, 1-2, pp.3-5.

1944

  • Verrijzenis. In: Nieuw Vlaanderen, X, 1944, 14 = 8 april, p.4 (Uit: Aardsch en hemelsch (1943) p.11)
  • Avondgebed in mei. Ibidem, 18 = 28 mei, p.4 (Uit: Bovenzinnelijk verdriet (1938), p.37)

1945

  • Avondgebed in mei. In: Verzet om de waarheid, 1945, nummer van 3 mei, p.1

1946

  • Angstig bidden. In: Dietsche Warande en Belfort, [XLVI], 193845, 2, p.73 4 v. x 5 str.
  • Solitudo. In: Roeping, XXIII, 1946, 10, p.487 (Uit: Aardsch en hemelsch (1943) p.8)
    Verrijzenis. Ibidem, 11, p.568 (Uit: Aardsch en hemelsch (1943) p.11)

1947

  • Nieuwjaarsgroet. In: Klaverdrie, X, 1946-1947, 3-4, p.819, 12v.