home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Verbruggen, Paul

Maakt deel uit van:

Paul VERBRUGGEN

Boom, 10 september 1891 – Deurne, 17 juni 1966

Volgens Marnix Gijsen de meest mozartiaanse van onze dichters

 

BIOGRAFIE

10 september 1891: Geboorte in het steenbakkersdorp Boom in de Rupelstreek. Paul Antoon Verbruggen was de derde in een gezin van 4 zonen. Vader was een liberale en antipaaps gezinde leraar aan de staatsmiddelbare school aldaar.

  • Had grote belangstelling voor de natuur, las werk van Frederik van Eeden en van Guido Gezelle.
  • Speelde zijn leven lang cello, vaak met zijn vrienden amateur-musici.

1903: Het gezin verhuist naar het Antwerpse Borgerhout. Paul volgt de Grieks-Latijnse afdeling aan het Koninklijk Atheneum te Antwerpen tot in het vierde jaar.

1907: Sluit zich aan bij de ‘Vlaamsche Bond’ van het Atheneum, een kring waar werken werden besproken van de Tachtigers, de Van Nu en Straksers, de Duitse en de Engelse klassiekers en de grote Russische auteurs. In deze kring – waar later ook Paul van Ostaijen deel zal van uitmaken – werd de basis gelegd voor zijn latere literair-humanitaire engagement.

Na zijn schooljaren gaat hij aan de slag als handelsbediende. In zijn vrije tijd bereidt hij zich voor op het ingangsexamen tot de universiteit.

1910: Slaagt in het ingangsexamen aan de Gentse Universiteit en gaat Germaanse filologie studeren.

1911: Moet zijn studie afbreken. Overwerk om de studiekosten te betalen halen hem fysiek onderuit.

1911: Wordt klerk bij het Antwerpse stadsbestuur en komt zo terecht in het intellectuele milieu van de Antwerpse Stadsbibliotheek, waar toen een dynamische Emmanuel de Bom de leiding van had.

Hij maakt er vrienden voor het leven zoals Eugène de Bock, die later oprichter en directeur zou worden van Uitgeverij De Sikkel.

1910-1911: Zijn eerste literaire verzen vinden hun weg naar het Antwerpse studententijdschrift De Goedendag. Hier vindt ook zijn debuut als recensent plaats: hij bespreekt er – zeer streng overigens – het eerste nummer van De Boomgaard , het literaire tijdschrift van een groep jongeren rond André de Ridder.

Kort daarop stuurt hij spontaan het gedicht  Als eene roos… naar Albert Verwey, redacteur van het Nederlandse blad De Beweging. Het gedicht werd gepubliceerd in De Beweging. Jaargang 7 (1911)

Datzelfde gedicht zal eveneens het openingsgedicht worden van zijn debuutbundel Verzen (1919)

WERELDOORLOG I EN DE NASLEEP

1914: Is werkzaam bij een stedelijk vertaalbureau, waar hij ambtelijke stukken uit het Duits naar het Engels vertaalt.

Hij leert Van Ostaijen kennen, met wie hij tot aan diens dood bevriend blijft.

1915: Huwt met Maria Dierickx, een Antwerpse kleuteronderwijzeres. Na enkele jaren is het gezin met drie kinderen uitgebreid en moet er meer financiële zekerheid gezocht worden.

Heel wat van zijn vrienden verzeilden vanuit hun vlaamsgezindheid in het ‘activistische avontuur’. Hij kende en respecteerde hun overtuiging maar sloot er zich niet bij aan.

AANVANKELIJK IMPRESSIONISTISCHE VERZEN…

Na WO I wordt hij opgenomen in de kring van het expressionistische tijdschrift Ruimte.

1919: Debuteert met een bundel Verzen.

  • De pers onthaalt Verzen vrij positief. Uitgever De Bock had de tekenaar Jos Leonard voor de illustraties aangetrokken, waardoor het geheel aan artistieke waarde won.

1921: Gedichten van hem verschijnen voor het eerst in het expressionistische tijdschrift Ruimte.

  • Terwijl zijn vrienden in Ruimte hard om aandacht schreeuwen en zich politiek engageren, publiceert hij er ‘Drie gedichten’ die eerder berusting uitstralen, al is niet alle strijdbaarheid verdwenen.

Eind 1921: Overplaatsing naar de Stedelijke Openbare Uitleenbibliotheek.

Januari 1922: Spontaan ontslag uit deze functie.

Hij bood daarop zijn diensten aan in het zgn. ‘Hygiënisch Gesticht Van den Broeck’ in Antwerpen. Onder invloed van deze kleurrijke natuurarts Alwijn van Son zou hij een levendige interesse voor het katholieke geloof opvatten.

6 september 1922: Verlaat Van Son en vindt werk als bediende in het Antwerpse boekenantiquariaat van E. Sele.

1924: Vestigt zich als zelfstandig boekhandelaar.

Maart 1924: Bij zijn eigen uitgeverijtje De Spar verschijnt zijn tweede verzenbundel De Voorhof. De tien gedichten die de De voorhof (1924) vormden, ademen – meer nog dan zijn bundel Verzen (1919) – impressionisme, echter meer naar de geest en het gemoed dan naar de vorm.

  • In feite komt de bundel tot stand na een persoonlijke geloofscrisis. Meer en meer manifesteert zich Verbruggens gevoeligheid open voor de schepping en de kosmos, waarin hij Gods hand onderkent. De natuur staat voor hem symbool voor Gods schepping.

DE JAREN DERTIG ZIJN BIJZONDER PRODUCTIEF

1932: De derde bundel verschijnt onder de bescheiden titel Gedichten. Hij trekt de aandacht van heel wat bekende literaire tijdgenoten.

Zoek
de zonkant,
kind
 
Vul
uw ogen
met het licht
dat klaar en koel
in ’t vroege voorjaar
schuw nog om de parklaan
draalt
 
En groei
als uit uw eigen,
Zon

 

Marnix Gijsen schreef over dit gedicht: “Er is in dit gedicht een gotische eenvoud, een wondere eenheid van gevoel en klank; het is even zuiver en krachtig als sommige der mooiste nagelaten fragmenten van Gezelle”. ( Uit: Kroniek der Poëzie in: Verzameld Werk Vol. 6, pp.81-83)

1932: In datzelfde jaar verschijnt – alweer bij De Sikkel – de Franse vertaling van De Voorhof als Le Portique. De Bock maakte er een bibliofiele uitgave van met tekeningen en lay-out van Jos Leonard.

1933: De drie bundels worden in één band heruitgegeven met als titel Levenswijding.

1934: Eén van Verbruggens gedichten ‘Ik weet het Huis’  wordt opgenomen in het gerenommeerde tijdschrift Forum. (Forum 3 (1934), nr 3, p.260).

Tweemaal zal hij een bescheiden dichtbundeltje publiceren in de poëziereeks De Bladen voor de Poëzie van zijn goede vriend René Verbeeck: De winter laat niet los (1937) en Als een goed hovenier (1941).

Het was geen lentelied
wat ik zoeven heb vernomen.
Het licht is er niet
en om de hoge bomen
hangt dik getast de mist.
De merel hurkt in ’t hout
en tript en tinkt, maar mist
de blijdschap van een lied.
De winter hangt weer grijs en koud
boven het schraal gazon
en had zijn alle wegen.
Het was geen lentelied
dat wij te horen kregen,
en toch bleef er iets – wat weet men niet –
toch bleef iets achter van de zon.
Zo hangt een nevel rondom ons
een nevel tussen U en mij:
De winter laat niet los
toch voel ik u nabij.
 
Uit: De winter laat niet los
 

“Het is een gedicht als een goed schilderij, waarvan men zegt dat de verf niet meer te zien is, dat men niet meer aan de verf denkt bij de beschouwing van het werk”. (Marnix Gijsen, Kroniek der poëzie in Verzameld Werk vol. 6 pp. 401-403)

 

LEVENSBESCHOUWELIJKE DIEPGANG NAAR HET EINDE TOE

1937:  Een buitenbeentje in zijn werk, maar aanduiding voor de verdieping in een katholieke levensvisie, is de vertaling van Het leven van de Gelukzalige Anna van St. Bartholomeus.

  • Het is een vertaling uit het Spaans van de autobiografie van de gezellin van de H. Teresia. Anna was in 1917 zalig verklaard.
  • De vertaling gebeurde in opdracht van het klooster van de Karmel aan de Rosier te Antwerpen, die relikwieën van de Zalige Anna in haar bezit had. Volgens het geloof zou Antwerpen dank zij haar gebeden aan de vernietiging zijn ontsnapt tijdens de rellen in de Spaanse bezettingstijd.

1938: Terug naar de poëzie. Met de bundel Aspecten zullen impressionisme en het individuele gevoelsleven, veelal in de vorm van amper melancholische jeugdherinneringen, afwisselen met de uitdrukking van een steeds toenemende, nederige, blijde godsdienstzin. Dat was reeds zichtbaar in De winter laat niet los (1937), nu in Aspecten (1938), en straks meer nog in Als een goed hovenier (1941) en Heer en knecht (1955). Verbruggen zal geleidelijk terugkeren tot een klassieke versbouw, die strookt met de serene sfeer van stille feesten:

Ik zal van alles weinig nemen
als een bescheiden gast,
maar in mezelf ’t geroes vernemen
van blijdschap die nog wast. (Feest, Aspecten)
 

1942-1949: Door zelfstudie breidde hij zijn talenkennis uit tot het Nieuwgrieks, Latijn, Frans, Duits, Engels, Spaans en de Scandinavische talen. Heel wat vertaalwerk is in handschrift onuitgegeven in de nalatenschap teruggevonden.

Zijn onafgebroken omgang met het werk van Andersen resulteerde in twee sprookjesboeken: Vier sprookjes: Het vuurslag. Groote Klaas en kleine Klaas . De prinses op de erwt . Duimeliesje.(1942) en Keur van sprookjes (1949). Beide boeken werden geïllustreerd door Elisabeth Ivanovsky.

1955: Verschijnt zijn laatste bundel Heer en knecht.

  • Heer en knecht is een bundel eenvoudige parlando poëzie, ascetisch geschreven, wat wereldvreemd met een theocentrische levensbeschouwing.

Zijn gedicht Zoek de zonkant kind, werd op muziek gezet door Michiel Decroos in een versie voor middenstem en klavierbegeleiding.

17 juni 1966: Overlijden te Deurne.

Nawoord:

  • Reeds Marnix Gijsen heeft herhaaldelijk in zijn besprekingen gewezen op de “onrechtvaardige vergetelheid” waarin het werk van Paul Verbruggen terechtkwam.
  • In 2005 breekt Marc Somers in zijn bijdrage in Zacht Lawijd over ‘De kleine garnaal Paul Verbruggen’ een lans om hem tot een volwaardige ‘naam’ te maken in de literatuurgeschiedenis van Noord en Zuid.
  • Wij sluiten ons daar graag bij aan.

 

MEER OVER PAUL VERBRUGGEN

  • E. de Bock, `In memoriam P.V.’, in Dietsche Warande & Belfort, 111, 6 (1966);
  • M. Gijsen, in Verzameld werk, 5 en 6 (1977).

 

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

 

SMAAKMAKER

HEER EN KNECHT

 

Heer, in de schaduw van Uw huis
heb ik mijn stoel gezet, en mij
een hut van rozenhout gebouwd
Onthoud mijn naam en dat ik blij
 
hier al mijn dagen zou verslijten.
Uw huis ligt schoon gebakerd daar,
omhoog in ’t licht; mijn hut
vol bloemehout ligt lager, waar
 
het koel ’s namiddags is en goed
om naar Uw zon te kijken; want
een hart dat van de zomer houdt
wenst zich soms schutting in de brand
 
en mint het licht om ’t schaduwspel
de schaduw om de zon; Gij woont
daar hoog: Gij vindt in ’t licht behagen;
ik woon omlaag in ’t rozehout
en heb U ziend,Heer, niets te vragen.

 

TERUGBLIK

Voor Willy E. Prins
 
Soms hoor ik meisjes lachen in de buurt.
 
Er knarsen oude hengsels in de straat,
en even, als een droom, flitst blank ommuurd,
een tuin vol wit en schuimend rood voorbij.
Het was zo zeldzaam in mijn dorp. Haast niets
dan bleke kindren leefden daar en alles scheen
zo ver, zo los, zo gans uiteengerukt
vol kuilen, bulten en gezwel, met midden in
de marteling van dode bomen, krochtjes links
en rechts, en soms wat bloemgeflonker,
dat vol van diepe, schone hartstocht ging.
Maar de rivier hield alles schoon en rein.
Er kwamen ’s avonds donkre mannen staan,
begoocheld door wat laat geschemer van geluk.
Ik zelf was jong, ik zelf was toen zeer jong …
 
Soms hoor ik meisjes schaatrend lachen in de straat.

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience –Antwerpen.
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1919 Verzen. (poëzie)

Illustraties: Jos Léonard
1933: Tweede druk in Levenswijding
Antwerpen: “De Sikkel”. / Amsterdam: Em. Querido.  -35p.

Colofon: Van dezen bundel werden getrokken vijfhonderd exemplaren op “Fancy paper”
Dit is nr…..
Afmetingen: 20.40 x 17.50 ( ingenaaid – kartonnen kaft)
1924 De voorhof. (poëzie)

Illustraties: Jos Léonard
1933: Tweede druk in Levenswijding
Brasschaet : Spar -37p.

Genummerd in een oplage van 270 exemplaren
1932 Gedichten (poëzie)

1933: Tweede druk in Levenswijding
Antwerpen: “De Sikkel”. -30p.

Genummerd op 100 ex.
1932 Le Portique. (poëzie – bibliofiele uitgave)

Oorspronkelijke titel:De voorhof
Vertaling: Jane Molloy
Illustraties en lay-out: Jos Léonard
Antwerpen: “De Sikkel”. -23p.

Gedrukt op de persen van H. Wellens en W. Godenne te Brussel.
1933 Levenswijding. (poëzie – heruitgave van de drie bundels in één band)

Eerste druk ‘gedichten’ 1932; eerste druk ‘de voorhof’ 1924; eerste druk ‘verzen’ 1919
Deeltitels: verzen; de voorhof; gedichten
1955: heruitgave
Antwerpen:  “De Sikkel”. -55p.

Afmetingen: 32.30 x 14.20 (ingenaaid)
Colofon: Van dit boek werden 12 exemplaren gedrukt op Pannekoek, genummerd van I tot XII en 380 op Featherweight, genummerd van 13 tot 392.
Nr. …
1937 De winter laat niet los. (poëzie)

Bevat: Opdracht; Het was geen lentelied; Hoe stond ik driest; Ik heb gevoeld; Mij was geen spel gering; Mystiek; Je gaat beheerst; Ik heb de hele winter niet geweten.
Prijs van de Provincie Antwerpen, 1963
Mechelen: Eenhoorn. -10p.

Reeks: De Bladen voor de Poëzie. Jrg.1, nr.6 [eerste serie]
Afmetingen: 23.40 x 14.90 (losbladig)
Gedrukt op de persen van Henri Kamp te Mechelen.
1937 Het leven van de gelukzalige Anna van Sint Bartholomeus. (heiligenleven)

Oorspronkelijke titel: Anna de sancto Bartholomeo
Vertaling: Paul Verbruggen
Averbode: De Goede Pers. -203p.
1938 Aspekten. (poëzie)

Verbruggen Paul 3 Antwerpen: “De Sikkel”.   -25p.

Afmetingen: 21.10 x 15.80 (ingenaaid – zachte kaft met flappen)
Colofon: Van dit boek werden 200 exemplaren gedrukt op Allura Superfine van Spalding en Hodge, genummerd van 1 tot 200, en vier exemplaren op Keizerlik Japans, genummerd van A tot D.
Dit is nummer …
1941 Als een goed hovenier. (poëzie) Mechelen: De Bladen voor de Poëzie. -15p.

Reeks: De bladen voor de poëzie. – Jrg.5, nr.3 [eerste serie]
1942 Vier sprookjes: Het vuurslag . Groote Klaas en kleine Klaas . De prinses op de erwt . Duimeliesje. (sprookjes)

Oorspronkelijke auteur: Hans Christian Andersen
Vertaling: Paul Verbruggen.
Illustraties: Elisabeth Ivanovsky.
Antwerpen: De Sikkel. -62p.
1943 De klokkengieter Christoph Mahr. (sprookje)

Oorspronkelijke auteur: Kurt Kluge
Vertaling: Paul Verbruggen
Omslagteekening door Luc de Jaegher
Oude-God : Die Poorte. -245p.

Reeks: Die Poorte -1943-vol. 3
1949 Keur van sprookjes.

Oorspronkelijke auteur: Hans Christian Andersen
Vertaling: Paul Verbruggen.
Illustraties: Elisabeth Ivanovsky.
Antwerpen: De Sikkel. -120p.
1955 Heer en knecht. (poëzie) Antwerpen: “De Sikkel”. -55p.

Afmetingen: 21,80 x 14,80 (ingenaaid)
Colofon: Van deze bundel werden 400 exemplaren gedrukt, genummerd van 1 tot 400. Dit is nr …
1964 Zoek de zonkant. (bloemlezing)

Met gedichten uit de bundels: Verzen; De voorhof; Gedichten; De winter laat niet los; Aspekten; Als een goed hovenier; Heer en knecht
Verzameld en ingeleid door Pieter G. Buckinx
Hasselt: Uitgeverij Heideland. -77p.

Reeks: Poëtisch erfdeel der Nederlanden. – Hasselt; vol. 64
Afmetingen: 18 x 10.50 (pocket)
POSTUUM
1987 Krokus in de zon. Gedichten van Paul Verbruggen. (bloemlezing)

Redactie Piet Thomas.
Technische realisatie: Jan Vancanneyt
Thomas Piet 43 Kortrijk: Katholieke Universiteit Leuven Campus Kortrijk. –[20]p.

Afmetingen: 21 x 14.60 (geniet)
2008 Er is iets om de dingen heen. (poëzie)

De gedichten zijn afkomstig uit de bundels ‘Verzen (1924); Gedichten (1932); Levenswijding (1933); De winter laat niet los (1937); Aspekten (1938); Als een goed hovenier (1941) en Heer en knecht (1955). Het gedicht ‘Ik ben een blad onder de bladeren…’  gedateerd 1920 wordt hier voor het eerst gepubliceerd.
Amsterdam: Van Gennep. -47p.

Reeks; De Sandwich-reeks. – Amsterdam; vol. 18
Redactie: Gerrit Komrij.
Afmetingen: 18 x 11.90 (Harde kaft)
Colofon: De Sandwich reeks wordt in opdracht van Uitgeverij Van Gennep gezet uit de Dolly en gedrukt door Drukkerij Giethoorn Ten Brink te Meppel. Het bindwerk wordt verricht door Boekbinderij Callenbach te Nijkerk. De vormgeving is in handen van Steven van der Gaauw