home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Van Goeree, Irina

Maakt deel uit van:

Van Goeree Irina

Antwerpen, 27 juli 1924 – Wilrijk, 15 april 2020

Irina van Goeree  is schrijfster van romans.

Haar werk is uitgesproken psychologisch van aard en zoekt tegelijk aansluiting met het
experiment en de klassieke verhaaltraditie. Nog kenmerkend zijn de door een realiteit geïnspireerde thematiek, autobiografische elementen, reiservaringen en de bevraging van het schrijfproces zelf.

 Was actief betrokken bij het literaire leven.

Lid van de Raad van Beheer van de VVL (1973-1985); lid van de Conferentie van de Nederlandse Letteren (sinds 1978-1983); lid later voorzitter van de Adviescommissie letteren van de Vlaamse Gemeenschap (sinds 1979 tot …); voorzitter van de Scriptores Christiani (1980-1982) en lid van de Nederlandse Taalunie (sinds 1983 – ….).

BIOGRAFIE

27 juli 1924: Geboren als Maria-Frieda De Keuster te Antwerpen, als oudste van zes kinderen in een burgerlijk gezin.

Irina van Goeree doceerde psychologie aan het Hoger Instituut voor Verpleegkunde Sint-Berlindis te Antwerpen.

Aanvankelijk schreef ze sprookjes en verhalen.

1964: Debuteert met  ‘Icara zonder vleugels’, de eerste in een reeks van elf romans.

  • Susan, ontredderd door de dood van haar man, verlaat haar vertrouwd milieu, en beleeft in Spanje een kortstondige relatie met een reeds getrouwde Amerikaanse jurist. Toch zal ze zich niet definitief aan hem binden.

Sinds dit debuut is ze met regelmaat verder gegaan op de prozaweg. Vaak is het hoofdpersonage een jonge intellectuele vrouw, die er moeilijk (of niet) in slaagt een innerlijk evenwicht tot stand te brengen.

1967: In Stilte, men liegt gaat het echter om een mannelijke hoofdpersoon, de agronoom-chemicus Frank Vinetti, die zich uit een warnet van leugens binnen menselijke relaties te bevrijden. De meisjes en de vrouw die hij achtereenvolgens lief heft gehad hebben de puzzel enkel verward. De oorlogsjaren hebben hem het zwijgen opgelegd en hem sceptisch gemaakt en weigerachtig om zich te engageren. Waarom ?

1971: Ook in Een antwoord gillen staan menselijke relaties centraal. De ik-figuur Eva leeft in onvrede met zichzelf hoewel ze ogenschijnlijk alles heeft om gelukkig te zijn: een intelligente man, twee knappe kinderen en een benijdenswaardige status in de welvaartsmaatschappij. Toch drijft een tekort aan genegenheid en warmte haar naar jaloersheid en wanhoop uiteindelijk naar zelfmoord.

1973-1985: Lid van de Raad van Beheer van de Vereniging van Vlaamse Letterkundigen (VVL).

1973:De kooi’ is een futuristisch verhaal, misschien een poging om te ontsnappen aan de technologische grendels, die echte menselijkheid negeren. Dat ervaart althans Birgit, een gespleten persoonlijkheid, uit hoofde van haar dagtaak als psychologe in een betonnen ‘kooi’.

1977: Overlijden van haar echtgenoot Herman Huyghe.

1978: ‘Languit rillen in de zon’ Een ‘reisverslag’ over Zweden, met twee raamvertellingen over de liefde, die beiden een verschillend verloop kennen.

1978 – 1983: Wordt lid van de Conferentie van de Nederlandse Letteren.

Haar drie volgende romans – Andreas en het vuur (1978), De Roos van Agapia  (1982) en Morgen zingt de Timalia  (1986) – vormen  de kern van Irina van Goerees schrijverschap.  Niet alleen om het sterke autobiografische karakter, maar ook omdat zowel structuur als thematiek rijper en meer uitgepuurd zijn uitgewerkt.

1978: Andreas en het vuur De schrijfster is zelf de ik-figuur. Ze poogt zich in te leven in het jongetje Manfred, wiens moeder Manuela verongelukt is. Het stelt de auteur in staat om de problematiek van een naar èchte liefde hunkerende vrouw afstandelijk en toch van nabij te behandelen.

1979: Hertrouwt met Fernand Debaets, docent aan de universiteit van Antwerpen en rechter in het Arbeidshof.

1979: Lid later voorzitter van de Adviescommissie letteren van de Vlaamse Gemeenschap.

1980-1982: Voorzitter van de vereniging Scriptores Christiani.

1982: De Roos van Agapia heeft als thema de nog relatief jonge vrouw, die na de plotselinge dood van haar man zichzelf moet terugvinden doorheen de crisis van het tomeloze verdriet.

  • Deze beide romans verschenen kort na hun verschijnen in Franse vertaling (van de hand van Jeanne Buytaert) bij ‘Renaissance du Livre’. (‘Andreas et le feu’, 1982 en ‘La rose d’Agapia ’, 1984)

1986: In Morgen zingt de Timalia beschrijft de auteur op nauwelijks verhulde wijze over haar eigen ontwikkeling van meisje tot vrouw, op zoek naar zelfstandigheid en bevrijding, die haar tot schrijfster hebben gemaakt.

“Je weet nooit wie je mag vertrouwen, of waar het gevaar opeens dreigt. Schrijven geeft me daarom een gevoel van bevrijding, is een poging om aan de bezetting te ontsnappen, om clandestien mezelf te blijven. “ (p. 61)

1998: De fragiele man

  • Meerdere mannen passeren de revue in deze roman. Sommigen zijn al gestorven of zullen sterven in de loop van het verhaal; er zijn er jonge bij en ook rijpere; maar bijna allemaal hebben ze één ding gemeen: hun kwetsbaarheid, hun manipuleerbaarheid. Er lopen 2 vrouwenfiguren door het boek: een weduwe en haar dochter.
  • De weduwe denkt met vertedering terug aan haar schuchtere, lieve overleden echtgenoot die zij – vreest zij tenminste – te weinig ondersteuning heeft geboden. De dochter is een vrijgevochten moderne vrouw die de in haar leven toelaat als het haar uitkomt. Beiden ‘fragiliseren’ de mannen die in het verhaal voorkomen.

2003: In haar laatste roman Bis voert de auteur nogmaals twee vrouwelijke personages op, moeder en dochter, die beiden op zoek zijn naar ware liefde en geluk. Het menselijk onvermogen om die droom te realiseren is de rode draad doorheen het verhaal. Dagboeknotities vermengen zich met verhalende passages, flash-backs verhogen de betrokkenheid van de lezer.

15 april 2020: overlijden te Wilrijk,

BEKRONINGEN

1980:  Prijs van de provincie Antwerpen voor het niet-beschouwend proza.

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

  • auteur v (vereniging van Vlaamse letterkundigen)

 

SMAAKMAKER

HET MEISJE

Ik ben het meisje: wie niet aanneemt dat bij mij alles mogelijk is, komt beter niet. Hij of zij is dan in het verkeerde gebouw beland, is bij eenvoudige vergissing naar de verkeerde stad gereisd, misschien wel naar het verkeerde land en zo kom je zelf wel op woorden als continent, planeet, galaxie. Is liefde mogelijk vraag je me. Neen voor de een: je kan leven zonder liefde – liefde is de grootste vergissing van onze beschaving: we moeten alle theorieën herzien in het licht van deze verklaring. Ja voor de andere: je hunkert naar liefde, liefde is het enige antwoord op alles. Bedoel je twee worstelende lichamen, die zich in elkaar uitputten of de reddende zuigfles voor een gele of een zwarte baby met bolle ogen van de honger ? Of is hij blank ? De kooi voorspelt je dat de baby ooit ook een van de onzen zal zijn – een groot hoofd dat huilt terwijl platte borstkas vruchteloos bijpompt – het niet zal halen. Je vraagt me wanneer ? Hoeveel tijd rest er nog vooraleer het zover is ? De ordinatoren zeggen nog honderddertien jaar wachten. Dank u. Tot uw dienst. Altijd welkom en nog een goede morgen.
Als je wil kan je rustig naar mij blijven kijken als ik, op mijn hoge rolkruk gezeten, de toetsen manipuleer, de telefoon beantwoord, doorsein of met de diensten verbind die alles met zekerheid oplossen: zij verwijzen naar de diensten voor herwaardering, de spiraalkliniek, de illusiekamers en ik noem lang niet alles.
Eerst hoef je gewoon maar de test langs de ordinatoren te ondergaan, je steekkaart, je ponskaart, je nummer nog en dan kan het via de telefoon. Zo kom je dan weer bij mij terecht.
Ik schud het blonde haar dat tot op mijn rug hangt, gelukkig omdat ik weer in de glazen kooi ben.

Uit: De kooi, 1973

 

HET VRIENDJE

…Gordon Dry Gin, de letters zijn groen. Londen. Zij is acht jaar geworden.
Gordon Dry Gin, de letters staan op de zijkant van de autobus. Zij rijdt langzaam door en de halte wacht geduldig op de volgende bus, die Georges moet brengen.
Zij wonen aan de busstop, en op die leeftijd vind je dat een privilege, geniet je ervan als aan je eigen deur de mensen zo maar uit de bus stromen.
Zij heeft altijd naar vriendschap verlangd. Moeder had het druk en was zo dikwijls in gedachten. Vader kwam zelden thuis en Kathleen was net te klein voor haar om er iets aan toe te vertrouwen, maar nu is Georges haar vriendje.
Het hindert niet dat ze het niet breed hebben.
Zachte gommen vegen de herinnering weg aan de straf op school. zij had ze niet verdiend, ze heeft ze verbeten geschreven maar nu is het over. Is men tegen haar ? Her woord ‘Jewess’ blijft nagonzen, een dikke vlieg, droog maar levend. Haar ogen steken en haar vel spant. Zij zou willen huilen. Zij trekken aan mijn lang zwart haar dat op mijn heupen hangt en stampen met hun zware schoenen. Ze trapt in kauwgom die blijft kleven bij elke stap maar zij durft niet stilstaan. Georges lacht en neemt haart bij de arm. “Kom”, zegt hij, “de anderen roepen iets.” Hij heft zijn schouders op want hij kan het dragen omdat hij veertien is, en sterk.
“Jullie moeten haar niet plagen.”
Het is voorbij, men doet het nooit meer, het is helemaal over. De zon is warm. De banken waarop ze spelen zijn helemaal warm. De tassen die ze dragen wegen zwaar en ze laten ze over de grond slepen. Waarom moeten kinderen altijd boodschappen doen ?
Georges neemt haar tas vast en zij sjouwen samen. “Weet je waarom de anderen lachten en je plaagden ? Ze begrijpen je niet, dat is alles, iets anders is er niet.” En meteen weet ze dat hij haar wel begrijpt, zij vertrouwt hem.

Uit: Stilte, men liegt, 1967.

BIBLIOGRAFIE

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel – Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klik op de foto

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1964 Icara zonder vleugels. (roman)

Omslagontwerp: Boudewijn Delaere
 
Hasselt: Uitgeverij Heideland. -192p.

Afmetingen: 21.50 x 12.75 (gebonden met stofomslag)
1967 Stilte men liegt. (roman) Van Goeree 3 Antwerpen-Utrecht: Standaard Uitgeverij. -144p.

Reeks: Literatuur vandaag.
Afmetingen: 20.75 x 13 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Druk: Smits Wommelgem
1970 Een antwoord gillen. (roman)

Omslagontwerp: Dorus van der Linden
1971: 2de druk bij Davidsfonds, Leuven.
Van Goeree 4 Antwerpen-Utrecht: Standaard Uitgeverij. -154p.

Reeks: Standaard literatuur vandaag.
Afmetingen: 21 x 13
1972 Dauwdropje en het ding. (jeugdliteratuur) In: Dertien in een dozijn. Sprookjes en vertellingen. Samengesteld door Lia Timmermans en Leen van Marcke.  Standaard Uitgeverij, Antwerpen / Utrecht. pp 47-54.

Omslag en illustraties: Marita Baeyens.

1973 De kooi. (roman)

Foto auteur: Paul Lambert
Antwerpen: Standaard Uitgeverij / Amsterdam: Van Kampen. -117p.

Afmetingen: 20 x 12.50 (garenloos gebrocheerd – zachte kaft)
Drukkerij Smits Wommelgem.
1976 Languit rillen in de zon. (roman)

Foto auteur: r. van Cauwelaert
 
Van Goeree 5a Standaard uitgave

Davidsfonds uitgave
Antwerpen: Standaard Uitgeverij.  / Amsterdam: P.N. van Kampen & Zoon. -177p.

Reeks: Gemini literaire paperback. – Antwerpen; vol. 49 (Glp49)
Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)

Leuven: Davidsfonds

1976-2 Romanreeks nr 601
Afmetingen: 20.75 x 12.75 (paperback)
1977 Grenzen aan mijn tuin. (verhaal) 1977 Vrouwen Uit de bundel: Vrouwen in Vlaanderen schrijven nu. pp.313-324.

Uitgever: D.A.P. Reinaert Uitgaven – Zele
Afmetingen: 21 x 13.50 (gebonden – harde geïllustreerde kaft)
1978 Andreas en het vuur. (roman)

Omslag: R(obert) Nix
1982:  Vertaald in het Frans als ‘Andreas et le feu’ door Jeanne Buytaert – La Renaissance du Livre.
1987: 3de  druk bij Hadewych, Schoten.
1993:  Vertaald in het Hongaars als ‘Andreas és a tüz’ door Ildiko Asztalos – Kolosvar:Kiado.
 Van Goeree 8 Antwerpen/Amsterdam: Standaard Uitgeverij. -148p.

Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
1979 Ik dans de wereld rond. Een beeldverhaal van de dansgroep Imago Tijl onder leiding van Alicia Borghten.

Co-auteurs: J. Halsberghe; T. Van Baelen.
Tielt: Lannoo.
1980 ‘Dolly’ voor de vrienden. (verhaal) – Mis. (kortverhaal) In: Drinken tot we zinken. Dronkemansverhalen. pp 44-53 & 56-60

Uitgever; Antwerpen/Amsterdam: Standaard Uitgeverij. -188p.
Samengesteld en voorwoord door Fernand Auwera

1982 De roos van Agapia (roman)

Omslagontwerp: Mark Verstockt.
1984 : Vertaald in het Frans als ‘La rose d’Agapia French’ door Jeanne Buytaert. Ill.: . La Renaissance du Livre.
1987: 3de  druk bij Hadewych, Schoten.
1992: vertaald in het Roemeens als ‘Trandafirul de la Agapia’ door Lucia Cosmin – Cluj, Gloria.
1993 : Vertaald in het Duits als ‘Die Rose von Agapia ‘ door Andreas Nilges. 1. Aufl. Aachen: Alano-Verlag
Antwerpen: Standaard Uitgeverij / Bussum: P.N. Van Kampen & Zoon. -152p.

Reeks: Standaard literair (Ruitjesreeks)
Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
1986 Morgen zingt de Timalia. (roman)

Omslagontwerp: Loek Lafeber.
Typografie omslag: Peter Koch.
 van-goeree-7 Schoten: (h) Hadewijch. -135p.

Afmetingen: 21 x 13 (paperback)
1991 Duizend heuvels over. (roman)

Omslag: Studio Combo.
1993:  Vertaald  in het Servo-kroatisch als ‘Preko hiljadu bregova’ door Scepanovic, ivana – Novi Sad – Prometej.
Van Goeree 5 Antwerpen/Baarn: Hadewijch. -120p.

Afmetingen: 21 x 13 (paperback)
1998 De fragiele man. (roman)

Vormgeving: Smets & Ruppol.
Omslagillustratie: Dorus Brekelmans.
Van Goeree 2 Leuven: Davidsfonds /Clauwaert (Blijde-Inkomstraat 79-82, 3000 Leuven). -150p.

Afmetingen: 21.50 x 14 (Gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Gedrukt en gebonden bij Drukkerij Lannoo, Tielt
2003 Bis. (roman)

Omslagontwerp en –foto: Aanzet.
 Van Goeree 6 Leuven: Davidsfonds.-152p.

Reeks: Davidsfonds literair.
Afmetingen: 21.20 x 14 (gebonden – harde similederen kaft  met stofomslag)