home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Van Bruggen, Nic

Maakt deel uit van:

Nic van Bruggen

Merksem, 17 maart 1938 -Antwerpen, 14 juli 1991

Eig. Nikolaas Jan Karel van Bruggen

Dichter, publicist, kunstcriticus, sportjournalist, reclametekstschrijver en beeldend kunstenaar.

Was redacteur van het Antwerpse avant-garde tijdschrift Frontaal (1957-1959). Richtte met Patrick Conrad het collectief Pink Poets op.

Als grafisch kunstenaar gebruikte hij de naam Nicolaas.

 

BIOGRAFIE

17 maart 1938: Geboren te Merksem als Nikolaas Jan Karel van Bruggen.

1957: Mede-oprichter en redacteur van het tijdschrift ‘Frontaal’ (1957-1959).

  • Het tijdschrift is een typisch product van de neo- of post-experimentele generatie die zich in Antwerpen manifesteerde in de experimentele lijn van ‘Tijd en Mens’ en ‘Gard-sivik’.
  • Het concept voor het periodiek was ontstaan na afloop van een interscolair welsprekendheidstornooi in de herfst van 1956.
  • De oprichters Dirk Decleir, Jef Cornelis, Wim (Wannes) van de Velde en Nic van Bruggen, en medewerkers als Paul Snoek, Ben Klein, Alex van Gelder, Blanca Boeye en Jan Christiaens, wilden zich profileren als de 3de experimentele generatie (na ‘Tijd en Mens’ en ‘Gard-sivik’)

Uit: Willem M. Roggeman, ‘Nic van Bruggen’ In: Beroepsgeheim 3 (1980)

Je bent mede-oprichter en redacteur van het tijdschrift ‘Frontaal’ geweest. Kun je daar even kort de historiek van schetsen? Je bent ook de enige uit de redactiegroep, die is blijven schrijven.

– Ja, van degenen die het opgericht hebben. Er is nog wel Cel Overberghe, die nog altijd schildert en free jazz speelt. Hij behoorde tot de grafische redactie, net als Wannes Van de Velde, die toen nog Wim van de Velde heette, en die nog altijd tekent en schildert, alhoewel hij daar veel minder mee naar buiten komt.

Maar anderzijds hebben aan ‘Frontaal’, buiten de eerste twee nummers, die louter tot de redactie behoorden, toch dichters meegewerkt als Werner Spillemaeckers, die nog altijd schrijft, en dan vanaf het vierde nummer heeft ‘Frontaal’ zich breed opengezet. Snoek heeft er ook nog in gepubliceerd, Adriaan de Roover, Jan Christiaens, Korban…

‘Frontaal’ heeft 7 nummers gekend, gespreid over een goeie twee jaar van 1957 tot 1959. Het is in feite mijn legerdienst geweest die het voortbestaan in hoofdzaak dwars heeft gezeten. De naam Frontaal heeft wel wat verwarring gezaaid, men achtte ons in de frontlijn, dat was niet zo. Op die naam zijn we toevallig gekomen, nadat vele naamvoorstellen onbruikbaar bleken, heb ik gewoon de Woordenlijst van de Nederlandse Taal, je weet wel, het ‘Groene Boekje’, opengeslagen en daar stond het, staat het nog steeds: Frontaal. Ons standpunt lag tussen het experimentele en het klassieke, zoals ik dat in een vorige vraag over mijn poëzie uitlegde. Wel schonken wij veel aandacht aan het esthetische, vooral dan voor het uiterlijk van ons blad dat typografisch zeer verzorgd en vooruitstrevend was, Bob Buytaert signeerde daarvoor. Niet voor niets heeft Karel Jonckheere Frontaal ooit eens ‘het mooiste uitgegeven tijdschrift uit onze letteren’ genoemd.

1962: Debuteerde als dichter met de bundel Een kogel, waarin hij verschillende kunstvormen in zijn poëzie betrekt: jazzgedichten, poëzie bij plastische kunst enz.

1966: Het spraakmakende en baanbrekende essay Pijn en puin verdwenen, jonge Vlaamse estetische poëzie. Bloemlezing samengesteld door Werner Cranshoff (Marnix Pocket nr 37, Manteau), brengt 8 van zijn gedichten: Uitvlucht voor morgen (uit: Frontaal nr 4), Henry Moore, Schaatsenrijdster manzu en De wapens van de winter (alle drie uit: Een kogel), Parfois elle parle français en Blanchflower (beiden uit: Jardin des modes), Gedicht in Barmouth en Regen (beiden uit: De nieuwe Stem, nr 12).

1966-1967: In de VECU – een privé-club opgericht in 1961 die het artistieke leven in Antwerpen een boost wilde geven – verwekt de fototentoonstelling Matrakken Sabbat door Nic van Bruggen op poten gezet samen met de Antwerpse provoleider Koen Calliauw over het vaak ruwe optreden van de politie, opschudding. De politie doet wat van haar verwacht werd, ze valt de VECU binnen en sluit de tentoonstelling. Daarop publiceert in 1968 Van Bruggen het pamflet Matrakken-sabbat.

Eind 1968: Bij notaris Jean de Vroe wordt de oprichtingsakte van VZW VECU opgemaakt. Stichtende leden waren Jef Denkes, Louis Gevaert en Nic van Bruggen.

1968-1970:  Redacteur en mede-oprichter, later zelfs hoofdredacteur van het blad PARTNER

  • Het blad werd uitgegeven door NV Edipa, Florent Geversstraat, 31 Edegem en was een soort Vlaamse Playboy, lang voordat de echte Amerikaanse Playboy met een Nederlandstalige editie uitpakte. Partner was mooi uitgegeven blad en vele bekende namen hebben hun medewerking verleend: Piet Teigeler, Raymond Stuyck, Wim Lagrillière, Marcel Wauters, Patrick Conrad, Hugo Raes, Frans de Bruyn, Paul Van Herck , Willem M. Roggeman, Herwig Leus, Marnix Gijsen (!), Weverbergh en Louis-Paul Boon die in Partner voor het eerst zijn Fenomenale Feminateek in afleveringen publiceerde.

Nic van Bruggen, die toen nog in zijn pre-Pink Poetperiode zat, was er bij  vanaf het tweede nummer waarvoor hij het merkwaardige kortverhaal Het teken aan de wand schreef. In het vierde nummer schreef Nic opnieuw vier korte verhalen, in nr. 5 een lange stadsreportage over Praag met foto’s van Guy Vaes, hij schreef de Kunstrubriek en een lange reportage over roulettespelen!. In nr. 6 een reportage over het draaien van de film Princess van Herman Wuyts met foto’s van Gerald Dauphin, naast de kortverhalen Barbara en de paarden, Enez Sizun, Muriels droom  en De lettervreter, in nr. 10 een lekker stuk over de pornografische etsen van Flip van der Burgt, in nr. 11 een verrukkelijke reportage over het Crazy Horse Saloon in Parijs (met foto’s van Dauphin).

Het 15de nummer zou het laatste zijn. In een poging om Nederland voor Partner te winnen werd Jan Cremer aangezocht een originele  novelle te schrijven: vroeg hij te veel voor Sad Story about a Beautiful Girl of zag de eventuele geldschieters het niet meer zitten? Vandaag zijn de 15 nummers van Partner een collector’s item.Voor minder dan 500 euro niet meer te krijgen.

Bron: Informatie aangeleverd door John Rypens

22 november 1972: Richtte samen met Patrick Conrad het ‘Pink Poets’ genootschap (1972-1982) op. Vanzelfsprekend werd de VECU het clublokaal van het exclusieve en dandyeske dichtersgenootschap.

Het werd een culturele biotoop waarin Nic van Bruggen (en ook vele anderen) zichzelf terugvonden:

  • Onder de naam Antwerpse Lithografische Bibliotheek gaf Van Bruggen een aantal literaire kunstmappen uit met de medewerking van kunstenaars als Pol Mara (Nic Van Bruggen, Les Alentours d’Y, 1976), Guy Van den Branden (H.F. Jespers Porphyrogenetoi en Wilfried Adams Lettre de cachet, 1982) en Jan Vanriet (Nic Van Bruggen Litanie 1977-1981 en Odalisken, een suiite, 1981)
  • In mei 1979 liet Nic van Bruggen een privé-uitgave Spiersteen verschijnen met gedichten van hemzelf en foto’s van Jetty Roels.
  • In hetzelfde jaar richtte hij, samen met vormgever Herbert Binneweg, de uitgeverij &Vondel op, waarbij de “&” staat voor de typografische meerwaarde van het beoogde object.

Bron:  Ludo Simons, Het boek in Vlaanderen sinds 1800, een cultuurgeschiedenis, Lannoo, Tielt p.548

1973: Bij Pink Editions & Productions verschijnt ‘Tussen Huis & Jaargetij‘  in een oplage van 200 losbladige exemplaren, met een woord vooraf door Paul Snoek p.p., zw/w foto’s van Gerard Dauphin en facsimiles van handgeschreven gedichten.

Over de ontstaansgeschiedenis van deze bundel schrijft Henry-Floris Jespers in zijn blog: ‘Mededelingen van het Centrum voor Documentatie & Reëvaluatie: VECU revisited (VII): Nic van Bruggen & Jetty Roels – Le blog de …

Het solo-ballet Tussen Huis & Jaargetij van Jetty Roels werd op 18, 19, 20 en 27 oktober 1973 opgevoerd, telkens te 21 uur.
Ziehier de anonieme tekst (van de hand van Nic van Bruggen) die ter attentie van de leden van de VECU verstuurd werd:
Dit dansprogramma bestaat uit twee delen. In het eerste deel danst Jetty Roels op originele Indische muziek die zij tijdens een lang verblijf in Madras bij een der befaamdste dansguru’s aldaar aanleerde. Hoewel deze dansen voornamelijk bestaan uit een voor ons vreemde gebarentaal en mimiek, kunnen wij er toch ruimschoots van genieten omdat ook speelsheid, bewegingsvirtuoziteit en bevalligheid er essentiële elementen van zijn.
Na de pauze danst Jetty Roels “Tussen Huis & Jaargetij” een solo-ballet in een choreografie van haarzelf, gemaakt bij een cyclus van 11 gedichten van Nic van Bruggen en muziek van Gustav Mahler. De gedichten werden op klankband voorgedragen door Julien Schoenaerts. De sterk expressieve, geladen choreografie vertolkt niet op anekdotische, maar wel op een gespannen en alerte wijze de sfeer van de gedichten, waarbij de dimensies van de traditionele dansvorm tot hun verste grenzen van intensiteit verlegd worden.
De gedichten behoren tot het recentste werk van Nic van Bruggen in wiens oeuvre zij stylistisch een nieuwe periode inluiden. In de inleiding tot de bibliofiele uitgave van deze cyclus die dit najaar nog zal verschijnen, noteerde Paul Snoek: “Het zijn gedichten zoals elk dichter er zou willen hebben geschreven. Gedichten zoals men er weinig ontmoet in een letterkunde en maakt in een loopbaan.”

Ook de plaquette ‘Spiersteen’ (1979) is hiervan een uitvloeisel.

In en periode van 30 jaar verschenen zowat 12 dichtbundels. Yves T’sjoen (in Revolver 2002/115) beschrijft de opmerkelijke verschuivingen in zijn oeuvre.

In aanvang ziet zijn poëzie er ‘essentialistisch’ uit.

  • Dit is de periode dat Van Bruggen redacteur was van het precieus uitgegeven tijdschrift ‘Frontaal’. Hij schreef kunstkritieken in ‘De Nieuwe Gazet’ en in zijn poëzie refereerde hij uitdrukkelijk aan de beeldende kunst, de jazz. Hij wilde zijn theoretische inzichten formuleren in kort aangebonden poëtische vormen.
  • Tijdens deze periode wordt voortgeborduurd op de poëticale premissen van de neo-experimentele dichters van de zgn. Vijfenvijftigers: de mannen van Gard Sivic (Gust Gils, Paul Snoek, Hugues Pernath).
  • Naast de literaire invloed was er de picturale invloed van monoichrome doeken van experimentele zeroïsten als Lucio Fontana, Yves Klein en bij ons Jef Verheyen (Pour une peinture non-plastique).
  • Er was ook het impact van de nieuwe muziek. Van Bruggens ‘overwegend metapoëtische, woordkunstige gedichten in Een kogel’ deinden op het pulserende ritme van de jazz. (Y. T’sjoen, Revolver)

Een tweede faze beschrijft Yves T’sjoen als ‘esthetisch maniëristisch’.

  • Tussen huis en jaargetij” en “De Combourg sonnetten” hebben een heel andere toon: retorischer, orakelend, plechtstatiger. Van Bruggen creëert zich een wellustig, decadentisch universum; een kitscherige wereld waarin de vrouw figureert als ‘femme fatale’ en verpersoonlijking van langoureuze sensualiteit. Van Bruggen had zich bekeerd tot de esthetica van de fin-de-siècle literatuur.

De laatste fase staat in het teken van de ‘emotionele belijdenislyriek’

  • Sinds ‘Ademloos seizoen’ en ‘Place des Vosges’ (1981) manifesteert zich gaande weg een andere dichter. Er treedt versobering op. Het duidelijkst in de laatste bundel ‘Leeftijd’
Ik ben een maker van punten en
Komma’s. Mijn woorden staan daartussen.
Ik stamel poëzie naar het einde van
Mijn zinnen, wanneer ik smachtend zing
Aan de waanzin van dit bestaan.
 
Ik rijg prachtig dit alles vol zin aan
Mekaar, nagelaten als een slangenvel
Voor de gelukkige vinders van zeldzaam
Wrakhout. Of een handgranaat.
 
Ik denk ,ook wel eens dat het anders is,
Maar dat hoef ik niet te schrijven.
Mijn potlood wordt te zacht dan.
En er is al genoeg verdriet op aarde.
 

Schrijven en schilderen, pen en penseel hoorden voor Van Bruggen onlosmakelijk samen.

  • Zijn schildersnaam was Nikolaas. Zijn picturaal werk omschreef hij als “schrift-schilderijen en gestuele signalen”.
  • Er waren bij de Pink Poets wel meer dubbeltalenten (Szukalsky, Snoek, Pernath e a )
  • Van Bruggen had nauwe contacten met Pol Mara, Jef Verheyen en Jan Van Riet. Hij had ook ruime belangstelling voor de Fluxus beweging.

Bekend van hem zijn de Mail Art artifacten, enveloppen die hij meegaf aan vrienden op reis in het buitenland, die met postzegel en ongeschreven werden geretourneerd en waarop Van Bruggen vervolgens kleurrijke grafische ontwerpen aanbracht.

14 juli 1991: Overleden te Antwerpen

 

BEKRONINGEN

  • 1961: de prijs van de provincie Antwerpen voor
  • 1973: de poëzieprijs van Knokke-Heist voor het gedicht ‘Ademloos seizoen
  • 1974: de Blanca Gijselenprijs voor ‘Met de kleur van grijs’
  • 1975: de Nico Verhoevenprijs voor Facsimilé van een dagboek.
  • 1977: de tweejaarlijkse Poëzieprijs van De Vlaamse Gids voor Tussen feestend volk.
  • 1981: de prijs van de stad Brussel voor Place des Vosges

 

OVER NIC VAN BRUGGEN

  • Kritisch lexicon; Oosthoek; WP-lexicon;
  • P. de Vree, ‘De avant-garde’, in: De Tafelronde 7 (1962) 4, p. 122-158;
  • W.M. Roggeman, ‘Nic van Bruggen’, in: Beroepsgeheim 3. Gesprekken met schrijvers (1980), p. 81-96;
  • M. Onkhow, ‘Herinneringen aan Nic van Bruggen’, in: Vlaanderen morgen (1991) 5, p. 36-40;
  • H. Schiltz, ‘Afscheid van Nic’, in: Vlaanderen morgen (1991) 5, p. 42-46.
  • Revolver 115 Focus op Nic Van Bruggen Antwerpen, Revolver. 2002.
  • De Vlaamse gids, 62e jg., nr.6, nov-dec 1978: Nic Van Bruggen

GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

Referenties

  • Yves T’Sjoen, Deze spiegel van bestoft verdriet en tederheid. In: Revolver 115 Focus op Nic Van Bruggen, Antwerpen, Revolver. 2002 Het revolvernummer bevat ook een achttal nagelaten gedichten van Nic van Bruggen.
  • Roger M.J. de Neef, Kanttekeningen bij de Mail Art en schrift-schilderijen van Nic van Bruggen. . In: Revolver 115 Focus op Nic Van Bruggen, Antwerpen, Revolver. 2002
  • Manu van der Aa, Pink Poets, Toots Thielemans en topless gogogirls. Een kleine gechiedenis van provéclub VECU, in: Zuurvrij, Berichten uit het Letterenhuis nummer 42 juni 2022 pp 6-15.

SMAAKMAKER

Voorschrift

Uit: Kogel (1962)

Meisjes lopen
drijfzand te zijn
in de how do you do
van nooit verjaarde tuinen
 
in de gespierde plooien van hun kleed
leven de lijven als retorten
 
het lianenlintenmeisje
raakt mij als een wichelroede
als een windroos
 
zo was ik een fetisjmens
die in de weemoedsnippers
van haar ogen sliep
in een avondlijke trein
marihuana leerde grazen
een etmaal blinde vreugde
als van een ouderling
om een dagbladverhaal
 
in een pagode beschaduwd
en toegeplooid van zee en zon
papaver en van schelpen
 
1
waar
in het witte schuim van de morgen
de besneeuwde berg der vogels mij beschuldigt
als stuifmeel de bloemenrover
de dauwdruppel
de kreeft
de rugveer van een kindziek schommelpaard
nooit verder dan op armlengte
om de lippen ligt
 
2
waar
het lederen motief van de zon
haar dolgeworden hoogtepunt
hortend in zijn veelheid
op elk boegbeeld splijt
de branding in mij netelt
de witte nevel in mijn lichaam waakt
en jij het eenzame en niet wetende kind
hebt de breedte van mijn hand gemeten
voelbaar het starende spel van de zee
 
3
waar
het gangreen van de avond
(d.i. het bloed van de zon
die nu leeft als een wijnvlek in de wolken)
de aarde besproet
met kreten uit elke tuin
ik zal kweken met de hoogtezon van nepal
paprika en eiwitte lavendel
met de strooien raad
van onder de huid de vlindertor
een warme avondbloem
die wit zal zijn en vreugde heten
 
4
waar
postuum in de schaduw van een dag
zij dit fantoom of talisman
of glazen buik
of stengel van het minzame
alles wacht het klapwieken van een eerste daghaas
met gevleugelde handen
als een tovenaar
jij de zachte bijl weer op zal graven
en dit heilige teken
het akkoord van je mond
een handvol hete zand
in mijn blanke keel zal werpen

 

BIBLIOGRAFIE

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Universiteitsbibliotheek – Katholieke Universiteit Leuven
  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • POËZIECENTRUM vzw – Gent

Om de foto’s in de fotogalerij te vergroten klikt u op de foto.

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1962 Een kogel. (poëzie)

Bevat de cycli: Etmaal; Voorschrift; Beeldschrijven; Een kogel; Jazz; Gedichten van de zomer en de winter.
Manuscript werd in 1961 bekroond met provinciale prijs van Antwerpen.
Sint Niklaas: Paradox Press.-[49p.]

Reeks: Uitgave nr. 12
Afmetingen: 21.50 x 13.30 (ingenaaid)
Colofon: ‘Een kogel’ door Nic van Bruggen werd uitgegeven door Paradox-Press, postbus 22, Sint-Niklaas – 1962.
Er werden 200 exemplaren gedrukt op fennia papier. 50 exemplaren genummerd van 1 tot 50 en voorzien van de handtekening van de auteur

 

1963 Jardins des modes. (poëzie)

Bevat de cycli: Rameau in maart (pp 7-22); Een luxueuse zomer in Ajaccio (pp 23-34); Jardin des modes (pp 35-42); Yards (pp 43-53).
Brussel/Den Haag: A. Manteau n.v. -55p.

Afmetingen: 20.50 x 13 (ingenaaid – zachte kaft met flappen)
Druk N.V. Drukkerij Erasmus Gent/Ledeberg

 

1967 Rameau in maart. (poëzie)

Omslag en typografie: Jan Verhaert.
Bevat de cycli: Een kogel; Etmaal; Beeldschrijven; Jazz; Gedichten van de winter en de zomer; Rameau in maart; Een luxueuse zomer in Ajaccio; Le jardin des modes; Yards; Nieuwe gedichten; Dierenriem.
Brugge/Antwerpen: De Galge. -143p.

Reeks: Galgeboekjes nr18
Afmetingen: 17.50 x 8.75 (gelijmd)
Printed in Belgium by Ign. Wils pvba St. Amands (A.)
1967 Matrakkensabbat. (pamflet)

Omslag en typografie: Jan Verhaert
Talrijke zw/w foto’s
Brugge/Antwerpen: De Galge. -168p.

Reeks: Galgeboekje nr 15
Afmetingen: 18 x 9 (pocketboek)
1968 Antwerpen, de wereld der Sinjoren. (proza)

Zeldzaam fotoboek over Antwerpen.
ZW-foto’s van Martien Coppens zonder truukjes, recht voor de raap.
Teksten zijn van Nic Van Bruggen
Lay-out tekst, band en stofomslag; Rob Buytaert
Antwerpen: Esco. -182 + 3 losse bijlagen.

Afmetingen: 34.50 x 25.50 (gebonden –stofomslag)
Colofon: De foto’s werden tussen 1965 en 1967 genomen door fotograaf Martien Coppens, die zorgde voor de lay-out van het plaatwerk. De bindteksten en uitvoerige legendes werden geschreven door Nic Van Bruggen. De lay-out voor het tekstgedeelte, de band en het stofomslag werd verzorgd door Rob Buytaert.
De clichés werden vervaardigd door de Photogravure De Schutter N.V. te Antwerpen. De uitgeverij Esco te Antwerpen realiseerde deze uitgave, op initiatief van Photogravure De Schutter n.v.
Los afzonderlijke franse, engelse en duitse tekst
1968 De januari-revolte. (essay) Brugge: De Galge.
1969 Muriels droom. (verhalen)

Omslagfoto: Gerald Dauphin
Foto achterzijde: Filip Tas.
1978:  Herdrukt als ‘Buitenspel wuift de grensrechter’ bij Uitgeverij Beckers te Antwerpen in de reeks ‘Vlaamse auteurs’.
Antwerpen/Amsterdam: Internationale Drukk. en Uitgeverij Keesing. -136p.

Afmetingen: 17.50 x 11.75(pocket)
1970 Een kreet van hoog allooi. Gevolgd door Zangen uit de Nederlanden. (poëzie)

Bevat de cycli: Een kreet van hoog allooi; Zangen uit de Nederlanden; Epigrammen, In mijn huis geschreven; Lascivia animi.
Omslag voor: Schilderij Pol Mara
Omslag achter foto Gerald Dauphin
Typografie: Jan Verhaert

 

Brugge: De Galge. -63p.

Reeks: Galgeboekjes nr 44
Afmetingen: 20 x 12.50 (ingenaaid)

 

1971 Lament voor Christine Keeler. (gedichten)  1971 Het voortplantingsoffensief Uit de bundel: Het voortplantingsoffensief. Erotiese spielereien. pp 189-196

Uitgeverij: Antwerpen Uitgeverij Walter Soethoudt. -200pp.
Afmetingen: 19 x 12.50 (paperback).
Verantwoordelijke uitgever – druk en typografie: Walter Soethoudt.
1972 Een benauwde levenslijn. (poëzie)

Omslag en typografie: Patrick Conrad
Omslagfoto: Gerald Dauphin

 

Van Bruggen 2 Amsterdam: Paris Manteau. -46p.

Reeks: Manteau-poëzie.
Afmetingen: 20.50 x 12.50 (gebrocheerd – licht kartonnen kaft met flappen)
1973 Tussen huis en jaargetij. (poëzie – bibliofiele uitgave)

Met een woord vooraf door Paul Snoek p.p.
zw/w foto’s van Gerard Dauphin en facsimiles van handgeschreven gedichten.
Antwerpen: Pink Editions & Productions. –losbladig.

In een oplage van 200 exemplaren.
1974 Ademloos seizoen. Gedichten 1972-1974. (poëzie)

Bevat de cycli: Het boek der droefheden; Het boek der dagen; Het boek der prenten.
Omslagfoto voor: Gerald Dauphin
Omslagontwerp: Nic van Bruggen
De cyclus ‘Tussen huis en jaargetij’ verscheen eerder in een bibliofiele uitgave bij Pink Editions & Productions. Het titelgedicht ‘Ademloos seizoen’ werd bekroond met de poëzieprijs van Knokke-Heist (1973) en eerder gepubliceerd in het Nieuw Vlaams Tijdschrift. De gedichten ‘Taferelen rond een solarium’ en ‘Oude tunnel’ en de cyclus ‘Lang leve de koning !’ werden geschreven in opdracht van het maandblad Avenue. De haiku cyclus ‘ Een huid van bamboe’ verscheen eerder in het tijdschrift Revolver. Een eerste zeer onvolledige versie van deze bundel werd onder de titel ‘Met de kleur van grijs’ bekroond met de 2 jaarlijkse Blanka Gijselen prijs.
’s Gravenhage: Nijgh & Van Ditmar. -93p.

Reeks: Nijgh & Van Ditmars paperbacks nr 164

Antwerpen: W. Soethoudt

Reeks: Kijkgatpaperbacks nr 11
Afmetingen:19 x 12.50 (ingenaaid)
Colofon: ‘Ademloos Seizoen’ werd in opdracht van uitgeverij Walter Soethoudt in Times gezet door Drukkerij Antiqua. De druk, door de uitgever zelf verzorgd, werd beëindigd op 6 december 1974.

 

1975 Uit het dagboek van een Pink Poet. (proza)

Woord vooraf door Henri-Floris Jespers
Antwerpen: Uitgeverij Walter Soethoudt (Peenstraat 15). -74p.

Afmetingen: 19 x 12.50 (gebonden – simili lederen kaft)
Colofon: In het najaar van 1975 werden van dit boek gedrukt: 18 door de auteur gesigneerde exemplaren, gemerkt van I tot XVIII, voor de Pink Poets en de uitgever; 500 door de auteur gesigneerde exemplaren, genummerd van 19 tot 518.
Druk: Walter Soethoudt
1976 Les Alentours d’Y. Met een lithografie van Pol Mara. (literaire kunstmap)

Losbladig in map. 90 ex.

Antwerpen: Antwerpse Lithografische Bibliotheek en de vzw Vecu.

Map met 2 lithografieën, de ene met een gedicht in handschrift van en door Nic van Bruggen pp, de andere een pastische evocatie daarbij door Pol Mara. 90 ex. waarvan 15 romeins genummerd.

1977 Jan Van Riet. (tentoonstellingscatalogus)

09.06.1977 – 09.07.1977 .
Antwerpen: Lens Fine Art. -34p.
1977 Tussen feestend volk. (poëzie)

Bevat de cycli: Tussen feestend volk, een gedicht; Les alentours d’Y; Litanie.
Jan Vanriet tekende het portret van Nic van Bruggen. Deze tekening werd gebruikt voor het omslag.
Omslagontwerp: Herbert Binneweg.
Antwerpen:Uitgeverij Lotus (Leopoldstraat, 43). -55p.

Afmetingen: 21 x 13.30 (ingenaaid)
Druk Brepols Turnhout
1977 100 gedichten. Een selectie uit vorige bundels, aangevuld met nooit eerder in boekvorm gepubliceerde gedichten. (poëzie – bloemlezing)

Met een inleiding van Henri-Floris Jespers.
Bevat de cycli: Een kogel; Jazzgedichten; Jardin des modes; Tottenham hotspurs; Rameau in maart; Een kreet van hoog allooi; Zangen uit de Nederlanden; Een benauwde levenslijn; Lament for Christine Keeler; Ademloos seizoen; In opdracht.
Antwerpen: W. Soethoudt. -160p.

Reeks: Kijkgatpaperbacks nr 48
Afmetingen: 19 x 12.50 (ingenaaid)

 

1978 Buitenspel wuift de grensrechter. (verhalen)

Inleiding door Henri-Floris Jespers met als titel: De plot: een contrapunt van het leven
Met 12 documentaire zw.-w foto’s.

Heruitgave van ‘Muriels droom (1969) met toevoeging van  zes nieuwe verhalen: Buitenspel wuift de grensrechter; Echt gebeurd: diplomatie; Echt gebeurd: sport; Helemaal anders; Echt gebeurd: Indië; Echt gebeurd: Amsterdam.

Kalmthout: Uitgeverij Beckers N.V. (Brasschaatsteenweg 200 -2180 Kalmthout-Antwerpen). -222p. Ill.

Reeks:Vlaamse auteurs.
Afmetingen: 17.50 x 11 (gebonden – kunstlederen band met goudopdruk –  met leeslint)
Verantwoordelijke uitgever R. Peeters Tanghoflaan 5 Kontich
1979 Spiersteen. (poëzie)

Samen met Jetty Roels vervaardigde hij een ‘foto-poëzie-plaquette’, dansfoto’s met gedichten.
Met een voorwoord van Serge Lifar
De teksten werden gekalligrafeerd door Herbert Binneweg die ook de vormgeving verzorgde.
 

 

Borgerhout: Roels. –ongepagineerd. [19p.]

Afmetingen: 21 x 24.40 (ingenaaid –stijve kaft met flappen)
Colofon: ‘Spiersteen’ werd in augustus 1978 geschreven door Nic van Bruggen p.p. te Quartier la Tour’in in Saint Thomé-en-Ardèche bij foto’s die Jetty Roels in het voorjaar 1977 te Gent van zichzelf maakte met een Leica 3G (objectief Elmar f:5cm., film Ilford HP5).
Het voorwoord schreef Serge Lifar in april 1979 te Parijs. De teksten werden gekalligrafeerd door Herbert Binneweg die ook de vormgeving verzorgde.
‘Spiersteen’ werd in mei 1979 in Antwerpen gedrukt op de persen van drukkerij Roels n.v. op extra-fijn tekenpapier van 135 gr.
De totale oplage van ‘Spiersteen’ bedraagt 412 exemplaren door de auteurs gesigneerd en genummerd van 1 tot 400 en van I tot XII (voorbehouden aan de auteurs en hun medewerkers).
1980 Vier vrouwen: vier gedichten van Nic Van Bruggen en vier etsen van Jan Burssens Aalst: Hooft. -10 bladen.

Reeks: Hoofts bibliofiele serie nr 21
1980 Lang leve de Koning: een portrettengalerij van Hunne Doorluchtige Hoogheden de Coburgs van België. (poëzie)

“Lang leve de koning” werd op initiatief van uitgever Walter Soethoudt heruitgegeven als plaquette ter gelegenheid van het 150-jarige bestaan van België.
De grafische vormgeving van de uitgave werd verzorgd door Herbert Binneweg.
Antwerpen: W. Soethoudt. -42p.

Afmetingen: 20 x 13 (Vollinnnen band, binnenbekleding in linnen, tricoloor leeslint)
Colofon: “Lang leve de koning !” is een gedichtencyclus die door Nic van Bruggen p.p. geschreven werd bij aquarellen van Jan Vanriet en in 1973 voor het eerst gepubliceerd werd in het tijdschrift Avenue; nadien werd hij ook opgenomen in de bundel “Ademloos seizoen”. De inleiding werd, behoudens enkele kleine wijzigingen, geschreven in opdracht van de Photogravure De Schutter (Antwerpen) als omslagtekst voor haar 1980 kalender.
Deze plaquette“Lang leve de koning” werd in oktober 1980 uitgegeven door uitgeverij Walter Soethoudt (Antwerpen) in een beperkte oplage van 500 door de dichter gesigneerde exemplaren
1981 Odalisken. Een suite. (poëzie – literaire kunstmap)

Kolofon:
Odalisken, een suite met 15 akwarellen van Jan Vanriet & notities van Nic van Bruggen, werd uitgegeven op initiatief van Gustave Breugelmans, voorzitter van de VZW VECU. De vormgeving is van de hand van Herbert Binneweg. De reprodukties naar originelen werden vervaardigd door fotogravure Steurs en gedrukt door drukkerij Krol & Courtin op Lana 160 g. De teksten werden gezet in Palatino 16 punt door fotogravure De Schutter. Het geheel werd gebonden en voorzien van goudstempel door de handboekbinderij ACG, Dorp nr. 2, Koningin Fabiola, te Deurne.
Antwerpen: Vecu. -35p.

Gebonden in linnen met de etsen in een extra portefeuille, samen in linnen foedraal.
Kolofon (vervolg)Deze uitgave is vergezeld van een aparte portefeuille bevattende drie van 1 tot 100 genummerde, gesigneerde en met aquatint verhoogde koperetsen van Jan Vanriet, gedrukt op de persen van Roger Van Akelijen. Vijftien exemplaren van I tot en met XV zijn voorbehouden aan de uitgever, de auteurs, en hun medewerkers.
1981 Place des Vosges. Een sonnettencyclus. (poëzie)

Bevat de cycli: Place des Vosges; De beweging van schrijven; Schetsboek; Spiersteen; Vier vrouwen; Litanie II.
Omslagontwerp en typografie: Rikkes Voss

 

Antwerpen: A. Manteau. / Amsterdam: Elsevier. -70p.

Afmetingen: 20 x 12 (ingenaaid – stijve kaft met flappen)
1982 Het wiel is Rond. De bal is Rond. 5 sportverhalen.

Vormgeving: Herbert Binneweg.
Van Bruggen 17 Antwerpen: &Vondel -22p.

Afmetingen: 21 x 13 (ingenaaid – zachte kaft met flappen)
Colofon: Het wiel is rond. De bal is rond. door Nic van Bruggen p.p. werd in opdracht van &Vondel vzw. gezet in Garamond door Grafikon te Brugge en werd in maart 1982 te Antwerpen gedrukt op de persen van Roels n.v. De vormgeving werd verzorgd door Herbert Binneweg. De totale oplage bedraagt 500 ex. door de auteur gesigneerd en genummerd van 1 tot 500.
1984 Litanie: een gedicht. (poëzie)

Met drie vignet-illustraties van Jan Vanriet.
Bevat de cycli: Litanie 1; Litanie 2; Litanie 3.
Omslagontwerp: Rikkes Voss.
 
‘Litanie’ van Nic van Bruggen werd in opdracht van uitgeverij A. Manteau nv te Antwerpen gezet in Trump Mediaeval 11/12 en gedrukt bij Smits te Wommelgem. Boekbinderij De Bruyn & Gouffeau te Schoten zorgde voor de afwerking.1977: Bibliofiele uitgave van deel I, Litanie 1 uitgegeven door de Antwerpse Lithografische Bibliotheek en de vzw Vecu te Antwerpen.
2009: Heruitgave van de drie delen onder de titel Litanie uitgegeven door het PoëzieCetrum te Gent. Samen met een lang gedicht met dezelfde titel van Marc Pairon.

 

Antwerpen: A. Manteau. -46p.

Afmetingen: 21.50 x 13.40 (ingenaaid – stijve kaft met flappen)
Colofon: : ‘Litanie’ van Nic van Bruggen (B, 1938-1991) is één gedicht dat nochtans in drie delen is opgesplitst.
Het eerste deel verscheen in ‘Feestend volk’ (Lotus, 1977), het tweede in ‘Place des Vosges’ (Manteau 1981) het derde verscheen in de bundel ‘Litanie’ (Manteau 1984) waar de drie delen werden in samengebracht..
Het onderscheid tussen de drie delen werd aangehouden omdat de periodes van hun respectievelijk ontstaan zich over bijna driekwart decennium uitstrekken en er dan ook een – zij het licht – verschil in toonaard aanwijsbaar is.
De eenheid van het gedicht wordt evenwel gemaakt door de doorlopende nummering van strofen en verzen.
 
1986 “Pijl” (literaire kunstmap met handgeschreven gedicht en twee kleuretsen van Linda Vinck)

Portfolio met 2 kleuretsen van Linda Vinck en het gedicht in handschrift van Nic van Bruggen. Het geheel werd opgedragen aan Jef Verheyen die de basisidee “Pijl” aanbracht.
Het gedicht “Pijl” werd later opgenomen in de bundel “Leeftijd” (Manteau, 1987)
Antwerpen: Eigen beheer.

Groot folio in drie losse bladen in kartonnen farde op 35 exemplaren.
De oplage bleef beperkt tot 35 gesigneerde exemplaren, genummerd 1 tot 25 en I tot X. De romeins genummerde exemplaren werden voorbehouden aan de auteurs en medewerkers. De etsen werden gedrukt en het gedicht geschreven op Velin Arches 200 gr. De omslagfarde werd ontworpen en uitgevoerd door Herbert Binnenweg.
1987 Leeftijd. (poëzie)

Bevat de cycli: Leeftijd; Mijn meesterwerken; Odalisken; Losse gedichten.
Antwerpen: A. Manteau. -48p.

Afmetingen: 21 x 12.80 (ingenaaid – stijve kaft met flappen)
Colofon: ‘Leeftijd’ van Nic van Bruggen werd in opdracht van uitgeverij A. Manteau nv te Antwerpen gezet in Garamond 11 en gedrukt bij Geuze te Dordrecht. Boekbinderij De Bruyn & Gouffeau te Schoten zorgde voor de afwerking.
1988 Hannovers ontwaken. (roman)

Omslagtypografie: Rikkes Voss
Omslagillustratie: Three kisses in a set (1970) van Pol Mara
Antwerpen: A. Manteau. -160p.

Reeks: Grote Marnix Pockets nr 347.
Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
1989 Vijf Vlaamse ballades. (poëzie)

Vijf handgeschreven gedichten van Nic van Bruggen en een portret van de auteur door Linda Vinck.
Sint-Niklaas: Deus ex Machina vzw.  -8 bladen.

Afmetingen: 29.80 x 21 ( 8 losse bladen in map)
Colofon: “Vijf Vlaamse balladen” bevat vijf handgeschreven gedichten van Nic van Bruggen en een portret van de auteur door Linda Vinck die tevens het vignet op het omslag ontwierp.
Deze plaquette werd gepubliceerd door Deus ex Machina vzw op 100 exemplaren getekend en genummerd door de auteur. Dit is nr …
POSTUME UITGAVEN
2002 Nostalgia revisited. Vijftien theatrale gedichten. (poëzie)

In net handschrift voor publicatie klaargemaakt maar wegens overlijden nooit als bundel gepubliceerd.
Acht van deze gedichten bevinden zich in Revolver nr 125 (2002).

Ed. Yves T’sjoen.
2009 Litanie. Twee gedichten. (poëzie)

Heruitgave van 1984 samen met een lang gedicht getiteld ‘Litanie’ van Marc Pairon.
Voorwoord door Lukas De Vos: ‘Mijn Tweede Huid. Haar Lichaam als Landtong’.

 
De verzen I tot en met XI van litanie van Marc Pairon (B, 1959) verschenen eerder in de bundel ‘Ontbijt op bed’ (Stichting Catteau, 2009) Het gedicht ‘Liekens en gedichtjes II – voor Goedele’uit de publicatie ‘TOP 50 intiemste liefdesverzen’ (Stichting Catteau, 2009) is door het script van Litanie ingegeven.

 

Gent: Poëziecentrum vzw. -84p.

Afmetingen: 21 x 13.40 (gebonden – harde kaft)
Colofon: ‘Litanie’ van Nic van Bruggen (B, 1938-1991) is één gedicht dat nochtans in drie delen is opgesplitst.
Het eerste deel verscheen in ‘Feestend volk’ (Lotus, 1977), het tweede in ‘Place des Vosges’ (Manteau 1981) het derde verscheen in de bundel ‘Litanie’ (Manteau 1984) waar de drie delen werden in samengebracht..
Het onderscheid tussen de drie delen werd aangehouden omdat de periodes van hun respectievelijk ontstaan zich over bijna driekwart decennium uitstrekken en er dan ook een – zij het licht – verschil in toonaard aanwijsbaar is.
De eenheid van het gedicht wordt evenwel gemaakt door de doorlopende nummering van strofen en verzen.
2019 Dag en dauw voorbij. Gebundelde gedichten van Nic van Bruggen (1962-1974)

Bezorgd door Els van Damme, Yves T’Sjoen.
Coverafbeelding: Nic Van Bruggen (© erven Van Bruggen)
Vormgeving: W∞lf
Inhoud:

Antwerpen: Uitgeverij Woolf. -320p.

Afmetingen: 22 x 16.40 (paperback)
Reeks: Experimentele literatuur in Vlaanderen nr 10