home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Lamrabet, Rachida

Maakt deel uit van:

Rachida Lamrabet

Sidiboujedain, 1970

Rachida Lamrabet  is een Vlaamse schrijfster van Marokkaanse origine.

Lamrabet was tot begin 2017 naast auteur ook juriste voor het Centrum voor Gelijkheid van Kansen.

 

BIOGRAFIE

1970: Geboren in Sidiboujedain in het Noorden van Marokko, in Midar – dat ligt in het Rifgebergte – een zeer arme streek van waaruit veel mensen naar Europa gemigreerd zijn.

  • 1972: Zij was nog geen drie toen zij hier toekwam.
  • Groeide op in een wijk in Borgerhout (Antwerpen)
  • Afgestudeerd als juriste.
  • Voor haar stages koos ze niet de gemakkelijkste balie. Voor de balie van Brussel is tweetaligheid een vereiste. Bovendien  blijft de balie een mannenbastion, alhoewel er vandaag ook heel veel vrouwen zijn die dit beroep uitoefenen. Als stagiaire met een allochtone achtergrond baarde zij wel opzien.
  • Was tot 2017 juriste voor het Interfederaal Gelijkekansencentrum UNIA

2001: Gaat aan de slag als juriste bij het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, nu bekend onder de benaming Unia.

2006: Wint de Kif Kif literatuurprijs “Kleur de kunst!” met het verhaal Mercedes 207.

  • Het werd opgenomen in Kif Kif. Nieuwe stemmen uit vlaanderen, een bundel verhalen van Nederlandse, Vlaamse, autochtone en allochtone jonge schrijvers waaronder ook Malika Chaara. Het verhaal lijkt wel een voorstudie van ‘Vrouwland’. Ook hier volgen we Marokkaanse jongens tijdens hun tocht van Marokko naar Europa, Antwerpen in dit geval.
  • Lambaret: “Nadat ik de prijs van Kif Kif gewonnen heb, mocht ik een masterclass volgen bij Stefan Hertmans – dat was trouwens een onderdeel van de prijs. Maar dat was niet direct een cursus. Het was een groepje van mensen met andere roots die allemaal met schrijven bezig waren. Dat was zowel educatief als gezellig. Op een heel vriendschappelijke manier werden daar toch wel nuttige ervaringen uitgewisseld. Meer was het niet, maar het was goed omdat je onder gelijkgezinden kon praten over iets dat ons aller passie was, namelijk schrijven. Dat was natuurlijk allemaal heel zinvol, maar toch: dat schrijven zit in mij.”

2007: Debuteert als romanschrijfster  met Vrouwland en en werd meteen bekroond met de -intussen opgedoekte – Vlaamse Debuutprijs.

  • ‘Vrouwland ‘ is de naam die twee Marokkaanse jongens, Abdelkader en Mounir, aan Europa geven. Zij houden niet van zelfzekere vrouwen, maar Mara, die in Antwerpen woont, wil vrij zijn. Zij heeft met haar traditionele leefwereld gebroken en is politica geworden. Ze stelt tot haar ontgoocheling vast dat de partij die haar gevraagd heeft, haar als politica misbruikt. Dan komt er een brief van Younes, een jongen die ze als schoolmeisje tijdens een zomervakantie in Marokko haar ja-woord had gegeven, maar dat niet had gehouden. Ze besluit om terug naar haar geboortedorp te gaan. Het wordt een zoektocht naar haar eigen identiteit, naar haar plaats in de wereld.
  • Vrouwland won in 2008 de Debuutprijs van Boek.be m.m.v. de Provincie Antwerpen.

2008: Publicatie van ‘Een kind van God’ een verhalenbundel over Marokkaanse migranten die hun weg zoeken in de westerse samenleving.

2009: In opdracht van het Arsenaal schreef ze haar eerste theatertekst. ‘Belga’ gaat over de eerste generatie gastarbeiders die vol verwachtingen in België arriveerden eind jaren 60’. Over een vader, zijn zoon en een vrouw. Over de geheime liefde en een complexe vader-zoon-relatie. Over de dromen van gastarbeiders, hun bijdragen tot onze maatschappij en over hun eenzaamheid, zoveel jaren later.

  • Het stuk wordt vertolkt door Lotte Heijtenis (De Smaak van de Keysertjes), Mourade Zeguendi (Les Barons, Union Suspecte) en Mostafa Benkerroum (Hel van Tanger) in een regie van Michael De Cock. Rachida Lamrabet zag het stuk voor de eerste maal volledig op de try-outvoorstelling
  • Rachida Lamrabet maakt ook deel uit van de schrijverskaravaan, een literaire ontmoeting tussen Marokkaanse en Vlaamse schrijvers.

2011: In De man die niet begraven wilde worden wilde worden ontrafelt ze wat traditie en overlevering betekenen voor een mens die in spreidstand tussen twee werelden staat.

  • Moncif vertelt zijn verhaal vanuit een ongemakkelijke positie. Hij heeft zich verstopt onder een tafel in het mortuarium, en terwijl hij wacht tot de bewaker het gebouw verlaat, verklaart hij hoe hij daar terecht is gekomen. Zijn vrouw heeft hem verlaten omdat hij afstand genomen heeft van de moslimcultuur. Als vervolgens zijn broer omkomt in een auto-ongeval, raakt hij diep vertwijfeld. Zijn westerse schoonzus wil zijn broer laten cremeren, tegen de moslimtraditie in, tot ontsteltenis van zijn ouders. Omdat hij meent dat hij een verkeerde weg heeft gekozen en iets goed te maken heeft, neemt hij zich voor die nacht het lichaam van zijn broer uit het mortuarium te ontvreemden en het passend te begraven.

2012: Schrijft op vraag van Laika een speelse theatertekst over kinderen en ouders van verschillende culturen die elkaar ontmoeten in en rond de school. Zetels van goud speelt in de klas voor het einde van de schooltijd. Het is een verhaal over vriendschap, dromen en een wereld van verschil.

  • Ali en Aline zijn beste vrienden. Aline heeft een papa en een immense berg speelgoed. Ali heeft een mama en een vliegend tapijt. Het liefst zouden de twee altijd bij elkaar zijn.
    Om te spelen, te fantaseren en plannen te maken voor de toekomst. Een toekomst met een mama én een papa. In één huis. Voor hen is het eenvoudig: Alines papa en Ali’s mama moeten met elkaar trouwen. Zo snel mogelijk. Maar zijn ze wel verliefd op elkaar? En spreken ze nu wel of niet dezelfde taal?

2014: De handen van Fatma (toneel)

  • Vijf jaar na ‘Belga’, naar een tekst van Rachida Lamrabet over de eerste generatie Marokkaanse migranten, vroeg ’t Arsenaal aan Rachida Lamrabet en Fikry El Azzouzi om een tekst te schrijven vanuit het standpunt van de vrouw. Beide auteurs gingen onafhankelijk van elkaar aan de slag. Ondanks hun heel eigen schriftuur sloten hun teksten inhoudelijk wonderwel op elkaar aan: gevoelens van heimwee, strijdbaarheid en verloren dromen vormen de onderstroom in beide verhalen
  • Drie hoofdmonologen geven de gevoelens, verwachtingen weer van Fatma op drie tijdstippen in haar leven, als jong meisje in Marokko, als jonge vrouw in België, als oude vrouw in België
  • De tekst is gebaseerd op de novelle ‘De handen van Fatma‘ van El Azzouzi, op de nieuwe theatermonoloog ‘Handen van papier‘ van Rachida Lamrabet en op een monoloog van Michael De Cock uit 2006.

2017: In het kader van een theaterproject van de KVS in samenwerking met het Goethe-Institut te Washington, brengt ze de kortfilm Deburkanisation (klik hier voor de film) uit in het kader van het trans-Atlantisch theaterproject Plurality of Privacy Project in Five-Minute Plays (P3M5) waarin ze het boerkaverbod in vraag stelt.

  • De vrouw in de film Deburkination  kiest voor de boerka. Zij heeft daar haar eigen redenen voor, die ze in de film uitlegt. Moet deze vrouw bevrijd worden? Waarvan dan wel? Van haar religie, haar omgang met haar eigen lichaam, haar man? Zullen wij, westerse columnisten, even in haar plaats beslissen dat haar man eigenlijk haar vijand is, ook als ze dat zelf niet zo ervaart? Niet kan ervaren, de sukkel, onderdrukt als ze is? Mag ze bestaan, de vrouw die zelfstandig voor de boerka kiest?

Dat leidt tot scherpe polemieken

Uiteindelijk wordt Lamrabet door het het Interfederaal Gelijkekansencentrum UNIA ontslagen. Wat op zijn beurt dan weer een nieuwe polemiek in gang zet.

In een column in De Morgen geeft de schrijfster haar eigen visie. De tekst hiervan vindt u na de bibliografie.

2017: In een lang en gevarieerd essay, met als titel Zwijg allochtoon !, zet Lamrabet haar standpunt nogmaals helder uiteen. Ze doet dat genuanceerd, met kennis van zaken. Lamrabet is juriste en schrijfster, twee kwaliteiten die – gekoppeld aan haar eigen recente ervaringen – haar tot de geschikte persoon maken om te schrijven en te spreken over het onderwerp ‘individuele rechten van de mens en de maatschappelijk toepassing ervan in een cultureel gemengde samenleving’.

2018: Met haar derde roman ‘Vertel het iemand‘ snijdt Lamrabet een thema aan dat -in deze tijden van herdenking van het einde van WO I – tussen de plooien en zelfs in de vergetelheid van de tijd schijnt weg te glijden: het aandeel van de Marokkaanse goumiers en tirailleurs die door de Fransen werden geronseld om in West-Europa te gaan vechten in een oorlog die de hunne niet was.

  • Lamrabet maakt er een verhaal van met vele betekenislagen, telkens met veel inleving gebracht. In een mooie bespreking in DeWereldMorgen.be, besluit Charles Ducal: Vertel het iemand speelt zich af honderd jaar geleden. Er is veel veranderd sindsdien, maar of de witte superioriteitswaan van de koloniale wereld, die het boek doordesemt, is verdwenen dan wel zich in een ander kleed is gaan hullen, is een terechte vraag. Voor wie die vraag durft te stellen is deze roman ook een zeer actueel boek.

2019: Dihya, een theatermonoloog geschreven voor jongen mensen vanaf 14 jaar gaat in oktober in première in Hetpaleis te Antwerpen.

Een meisje voert een dagelijkse strijd tegen grenzen, macht en traditie. Haar moeder kijkt met lede ogen toe. Geleidelijk aan identificeert de dochter zich met Dihya, de jonge Berberse koningin die in de 7de eeuw een opstand leidde. Het meisje groeit uit tot een symbool voor een hele rebellerende generatie. Wanneer ze plots verdwijnt, onderneemt haar moeder actie. Schipperend tussen wat moet en wat hoort, neemt ze de strijd van haar dochter over.

Elke dag schrijft mijn dochter.
Een jaar geleden koos ze haar schuilnaam:
Dihya – Amazigh-koningin, rebellenleidster.
De hele wereld leest haar woorden.
Woorden over grenzen.
Over revolutie en de straat, de staat.
Over vrouw zijn.
Verzet, Vrijheid!
Ik kijk naar haar.
Lees mee over haar schouder.
Kijk terug naar wie ik was.
Maar vooral naar wie ik ben geworden.

Rachida Lamrabet over schrijven en culturen

  • ‘Het Marokkaanse is een belangrijk deel van wie ik ben… Dat is mijn realiteit en die blijkt uit wat ik schrijf. Dat is wat mij bezighoudt. Ik zie ook geen enkele reden om in mijn volgende boek Jan of Frederik als hoofdpersonage te nemen. Dat schijnt nodig te zijn als ik wil dat men mij serieus neemt als schrijfster. Maar Mara en Younes en Mohammed maken voor mij onlosmakelijk deel uit van deze cultuur. Daar sta ik op. Ik hoor niet bij Marokko, ik hoor hier en mijn geschiedenis en achtergrond zijn een deel van deze samenleving.’ (Bron: De Standaard)

Vlaamse schrijfster

In al haar boeken ontmoeten we nieuwe Belgen die worstelen met zichzelf, hun achtergrond, integratie. Daarnaast toont ze ook erg overtuigend dat de problemen van de multiculturele samenleving naast culturele vooral ook sociaal-economische achtergronden hebben. De strijd tussen allochtonen en Belgen is vaak ook een strijd tussen de lagere arbeidersklasse en de burgerij. En laat dat nu precies ook het thema zijn dat schrijvers als Streuvels, Buysse en Walschap destijds behandelden. In die zin is Lamrabet een erg Vlaamse schrijfster, ze past in elk geval naadloos in een lange traditie van sociale romans. (Uit: De Morgen 13 juni 2012 Karel Van den Broeck)

BEKRONINGEN

  • 2006: Kif Kif literatuurprijs “Kleur de kunst!” met het verhaal Mercedes 207
  • 2008:Debuutprijs van Boek.be m.m.v. de Provincie Antwerpen voor Vrouwland.
  • 2009: BNG Nieuwe Literatuurprijs voor de verhalenbundel Een kind van God.
  • 2012: Genomineerd voor de Vijfjaarlijkse Prijs voor podiumteksten van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde (KANTL) met ‘Belga‘ (2010)
    • De prijs ging naar Tom Lanoye met ‘Atropa. De wraak van de vrede’ (2008)
  • 2019: Cultuurprijs (2019-2020) van de KU Leuven. De prijs wil een vernieuwende auteur bekronen die zich verdienstelijk heeft gemaakt op het vlak van vorming of onderzoek in de kunsten. Deze editie (2019-2020) staat in het teken van de literatuur.

 

 GERAADPLEEGDE BRONNEN

Websites

 

BIBLIOGRAFIE

De bibliografische gegevens werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
  • Koninklijke Bibliotheek van België – Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles

Chronologisch overzicht

Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
2006 Mercedes 207 (Mitien oe sebh’a). (verhaal)

2008: opgenomen in de verhalenbundel ‘Een kind van God’.
Meulenhoff-Manteau.

In: Kif Kif. Nieuwe stemmen uit Vlaanderen. pp. 127-152.
Boekverzorging: Dooreman & Houbrechts.
Zetwerk: Griffo, Gent.
2007 Vrouwland. (roman)

Boekverzorging: Dooreman en Houbrechts
Zetwerk: Karakter Gent
Lamrabet 3
2010: Vertaald in het Duits als ‘Frauenlanddoor Heike Baryga. Uitgever: Luchterhand Verlag, München (Sammlung Luchterhand; 62175).
Lamrabet 2 Antwerpen: Manteau. /Amsterdam: Meulenhoff.  -237p.

Afmetingen: 20 x 13.50 (gebonden met stofomslag)
2008 Een kind van God. (verhalen)

Boekverzorging: Herman Houbrechts.
Foto auteur: © Koen Broos
Bevat: NV De Vlaeminck (pp.9-24); Meneer Dubois (pp.25-52); Rachid (pp. 53-72); Bunicâatjes, een kortfilm (pp. 73-100); Van de liefde en de haat (pp. 101-120); De wandeling (pp. 121-138); Aachira Airlines (pp.139-172); een kind van God (pp. 173-188); Jihab (pp.189-212); Ammetis, de slaper (pp. 213-226); Mercedes 207 (mitien oe sebh’a) (pp. 227-250); De fotografe (pp. 251-264); Verklarende woordenlijst (pp.265-268).
2012: Vertaald in het Duits als ‘Über die Liebe und den Hass’ door Heike Baryga. Uitgever: Luchterhand Verlag, München (BTB; 74411).
Lamrabet 1 Antwerpen: Manteau. / Amsterdam: Meulenhoff.  -268p.

Afmetingen: 20.20 x 13.70 (gebonden – harde linnen kaft met stofomslag)
Zetwerk: Karakters, Gent.
2009 De slaper en andere verhalen. (verhalenbundel)

Eerdere titel: Een kind van God (2008)
Eerdere titel: Een kind van God. Tekstadvies en bewerking verhalen ‘Rachid’, ‘Bunicâatjes, een kortfilm’ en ‘Ammenitis, de slaper’: Wablieft.
Omslagontwerp: Hanna Maes.
Foto omslag: Stockphoto.
Foto achterplat: Koen Broos.
Vormgeving binnenwerk: Annemie van den Eede.
Bevat: Rachid (pp 7-46); Kortfilm (pp 47-104); De slaper (pp 105-127)
Antwerpen : Uitgeverij Manteau.   /  Standaard Uitgeverij.  -127p.

Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
Reeks: Wablieft.
D
ruk: Ter Roye NV Oostkamp.

2009 Job. (kortverhaal voor Stories for Life)

In het kader van Music for life
 2009 Stories for live In de bundel Stories for live  pp 83-96.

Uitgave van Boek.be. -107p.
Afmetingen: 20 x 12,50 (paperback)
Vormgeving omslag en binnenwerk: Tom Hautekiet en Tom Stuykens.
Fotografie: Koen Broos.
Papier: Maxi Offset 100 gr.
Cover: Invercote Creato Mat 240 gr
2009 Belga. (theater)

Samen met Michael De Cock.
Niet in boekvorm gepubliceerd
2009 Het meisje en de kat. (radioboek voor kinderen)

Ook beschikbaar in het Frans en Berbers.
Brussel: DeBuren.

Radioboeken voor kinderen / Het meisje en de kat (NL)
2009 Kikker. (Radioboek #89) Brussel: DeBuren.

Radioboeken: Paul Mennes & Rachida Lamrabet
2011 De man die niet begraven wilde worden. (roman)

Boekbezorging: Herman Houbrechts
Foto auteur: Koen Broos.
Zetwerk: Karakters, Gent
Lamrabet 4 Antwerpen: De Bezige Bij. -230p.

Afmetingen: 20 x 13.25 (gebonden – harde kartonnen kaft met stofomslag)
2012 Zetels van goud. (theatertekst)

TEKST: Rachida Lamrabet
Wordt gespeeld in de klas voor kinderen én hun ouders.
Klein verhaal over grote vrienden
Laika i.s.m. Rataplan en KunstZ
Voor iedereen vanaf 6 jaar

REGIE : Jo Roets
SPEL : Deniz Polatoğlu en Alain Rinckhout
VORMGEVING :Saskia Louwaard KOSTUUMS:  Inge Büscher

DRAMATURGIE: Caroline Fransens
2014 De handen van Fatma. (theatertekst)

Tekst:  Fikry El Azzouzi, Rachida Lamrabet, Birsen Taspinar en Michael De Cock.

Spelers: Ikram Aoulad, Evelien Van Hamme, Maryam Hassouni
Regie: Michael De Cock.
Productie : ’t Arsenaal Mechelen, Moussem Nomadisch Kunstencentrum en SinCollectief
2017 Zwijg, allochtoon ! (essay)

Omslagontwerp: Compagnie Paul Verrept.
Foto auteur: © Theresa Lipp en Michael Zahnschirm.
Vormgeving: EPO.
Druk: drukkerij EPO
Lamrabet 5 Berchem: uitgeverij EPO. -175p.

Afmetingen: 20 x 12.50 (paperback)
2018 Vertel het iemand. (roman)

Boekverzorging: Jirka De Preter.
Omslagbeeld: Harry Gruyaert/Magnum Photo’s.
Foto auteur: Koen Broos

Antwerpen: Uitgeverij Polis. -255p.

Afmetingen: 21.50 x 14 (paperback)

2019 Dihya (theatermonoloog)

uit de programmabrochure september 2019

Première op 24 oktober 2019 in hetpaleis, Antwerpen.

Tekst: Rachida Lamrabet; Regie: Simon De Vos; actrice: Dahlia Pessemiers-Benamar. Dramaturg: Chokri Ben Chikha; Muziek: Osama Abdulrasol; Scenografie & Kostuum: Rachid Laachir

Productie: hetpaleis and Action Zoo Humain

 

SPREKEN DOET PIJN MAAR ZWIJGEN IS STERVEN

Column van Rachida Lamrabet in de krant De Morgen dd 17 juni 2017

Een week geleden was ik te gast in het Oostenrijkse Graz op een theaterfestival waar schrijvers en toneelmakers van over heel Europa verzamelden om te spreken over het Plurality of Privacy project, een artistiek project rond privacy waar ook ik, op vraag van de KVS, had deelgenomen met de film Project Deburkanisation. Ik gaf er een lezing over de zeer ernstige gevolgen wanneer iemand met mijn achtergrond de vrijheid neemt kunst te maken  over een onderwerp dat een groot taboe is in onze contreien, en er zelfs vrij en vrank over spreekt in een Vlaams weekblad.

Schrijvers van binnen de Europese Unie konden niet geloven dat wat er met mij gebeurde, echt nog mogelijk was ‘bij ons’. Ze waren ontzet. “We expect this to happen elsewhere, not here in Europe”.

De reactie van de schrijvers die van buiten de Europese Unie kwamen, was een totaal andere. Een schrijfster uit Moldavië zat de hele tijd geamuseerd te kijken hoe de Duitse schrijver bijna van zijn stoel rolde van verontwaardiging. “Why are you so surprised ?, zei ze, “Your so called freedoms are just a façade, we can see that from Moldavia”.

Ik moest denken aan wat de Brits-Nigeriaanse acteur en theatermaker Femi Elufowoju, het self-beautification-syndrome noemt. Een verschijnsel waarbij sommige Westerlingen ervan uitgaan dat zij de norm aller normen zijn. De enigen die erin waren geslaagd hun vlag op de hoge, eenzame top van de berg genaamd civilisatie te plaatsen en voor deze uitzonderlijke prestatie zichzelf zonder blikken of blozen het label ‘superieur’ toekennen.

De schrijfster richtte zich daarna tot mij: “If you had another name, you could go on making your art, nobody would be offended”.

Over dit laatste had ik sinds mijn ontslag ook lang nagedacht en gesproken met mensen. Sommigen twijfelden er niet aan dat de artistieke vrijheid en de vrije meningsuiting selectief gold al naargelang je afkomst en je naam. Met het aantal ‘niet-Vlaamse’ mannen en vrouwen dat al het zwijgen werd opgelegd, kon je al een klein maar geanimeerd feestje bouwen.

Anderen vonden dat de vrije meningsuiting vandaag algemeen onder druk stond, los van afkomst. Wat ook wel juist was, het zijn barre tijden voor de vrije meningsuiting. Hoewel de vrijheid nog nooit zo groot is geweest om helemaal los te gaan over moslims en de zogenaamde anderen. Racistische opvattingen worden genormaliseerd en kunnen vrij geventileerd worden, omdat het juk van de zogenaamde politieke correctheid eindelijk is afgeworpen. Velen willen nu gewoon eindelijk de waarheid zeggen over ‘hen’.

Ik heb proefondervindelijk ondervonden dat iets zeggen niet zonder risico is wanneer je niet ‘van de bodem bent’, ook al maakte ik duidelijk dat ik als schrijfster sprak en niet als medewerkster van een instelling.

Mij werd duidelijk dat vrije meningsuiting en artistieke vrijheid instrumenten zijn die ingezet kunnen worden om onze samenleving in een bepaalde vorm te kneden. De kunst is controle uit te oefenen op wie wat zegt, want het doel is om die verbeelde superieure levenswijze en de inferieure andere net zo echt te doen lijken als Sinterklaas en Zwarte Piet in de verbeelding van een vierjarige. Dat polariserende discours moet veel ruimte krijgen, liefst van al mee ondersteund door stemmen uit minderheden die dit eenzijdig verhaal bevestigen en helpen consolideren. Zij die domineren (voornamelijk witte mannen) hebben nu eenmaal nuttige idioten nodig om hun comfortabele positie te behouden.

Vlaanderen is nog niet bereid de zaken vanuit het perspectief van de anderen te bekijken, want dat zou betekenen dat ze de eigen plek, in het midden van de wereld, zouden moeten afstaan aan de anderen of dat ze minstens wat plaats moeten maken.

Vlaanderen heeft nu vooral de handen vol met het veilig stellen van hun privilegies. Dat lukt aardig, want zij die domineren hebben nu eenmaal de macht om te intimideren en met geweld tussen te komen.

James Baldwin (Afro-Amerikaanse schrijver, red.) beschrijft dit inzicht tijdens een interview in 1986 in Amherst, Massachusetts: “Het is op dat ogenblik dat ik mij bewust werd van wat het is dat de witte wereld verenigt. Het is de doctrine van de witte oppermacht die in staat is eenieder te intimideren die zich als getuige opwerpt voor de stemlozen.”

Het geweld van diegenen die domineren, ligt ook in het feit dat zij bij machte zijn een eenzijdige interpretatie op te leggen aan de dingen. Of het nu de kleding of de rituelen van de ander zijn of, in mijn geval, een artistiek project.

Mijn personage werd niet erkend als personage en mijn film kreeg het statuut van een propagandafilm die de wet van God boven die van het burgerlijk recht wilde laten primeren. Dat is intellectueel oneerlijk en dus te kwader trouw. Mijn kunstproject werd niet gezien als een poging om een debat te voeren over hoe mensen invulling kunnen geven aan concepten als privacy en vrijheid van geweten. Dat was nochtans de opdracht waarvoor al die schrijvers, internationaal gerekruteerd zich verzameld hadden.

Mijn kunstwerk werd niet gezien als een denkoefening over waarom wij steigeren wanneer iemand ons zou verplichten om onze mails en sms’en publiek te maken, maar gechoqueerd zijn wanneer sommige vrouwen er bewust voor kiezen om hun lichaam en gezicht af te schermen van diezelfde buitenwereld in een ultieme drang naar privacy. Hoever mag een liberale rechtsstaat ingrijpen in de autonomie van de vrouw ? Welke argumenten heeft de staat om deze inmenging, beslist achter gesloten deuren en onder witte mannen, te rechtvaardigen ? Is hun verontwaardiging over een vrouw die zich volledig sluiert argument genoeg? Is het streven naar die verbeeldde superieure samenleving argument genoeg ?

En wat hebben minderheden te zeggen ? Veel, maar zij die domineren, willen er niets van horen. Een debat onder gelijkgezinden in gesloten ruimtes in het parlement, in het onderwijs, in de bedrijfswereld en in de media is geen debat en van vrijheid van meningsuiting is geen sprake.

Zolang minderheden geen toegang hebben tot die gesloten ruimtes zullen er pogingen komen toch in dat debat in te breken, door bijvoorbeeld een artistiek project waar een vrouwelijk personage een antwoord geeft op de eenvoudig maar nooit gestelde vraag: “En u mevrouw, hoe staat u tegenover dit alles ?”.

Rachida Lamrabet.