home | Inloggen
Aantal schrijvers: 594 | Aantal boeken:

19.538

 

 

Arras, Jozef

Maakt deel uit van:

Jozef Arras

Lier 26 maart 1890 – Lier 20 februari 1919
Beloftevol jong verteltalent, jammerlijk door Wereldoorlog I afgeknakt
 

BIOGRAFIE

26 maart 1890: Geboren te Lier als Josephus Joannes Maria Arras om 5.30 uur, als eerste kind van Henricus Arras en Maria Catharina Rosalia De Preter.

Jozef Arras was de oudste van 8 kinderen.

Volgde de humaniora aan het St. Gummaruscollege en studeerde geschiedenis aan de Universiteit van Leuven.

30 mei 1906: Zijn eerste literaire erkenning was het opstel ‘Wat de bank mij vertelde . Humoreske”.

  • Het werd 1977 opnieuw gepubliceerd in ‘Ontmoeten. Driemaandelijks tijdschrift‘ uitgegeven door het St. Gummaruscollege, de oudervereniging en de K.O.S.B. nr 46, lentenummer, maart 1977 pp.28-30

1907: De novelle ‘Het oude Tooverboek en het schuldige Begijntje’ verschijnt in De Nieuwe Gids, jg. XXIII, nr 3 dec. 1907.

1909: Het Lierse tijdschrift Lyrana publiceert een aantal van zijn novellen

  • “Van ’t Begijntje dat Godwraak luiden moest “(Lyrana 1909, nr 1)
  • Lyrana publiceert 2 “Gekke versjes” ‘Kyrie is in den nacht” en “Tinke-Tonke-Teirelink’ (Lyrana 1909, nr 3)
  • Van Kasper en de zeven begijntjes’ (Lyrana 1909, nr 7 op de achterkaft wordt de nakende publicatie van Gekke sprookjes aangekondigd.)

1909: Nog als student te Leuven verschijnt Bij Victor Delille verschijnt in de reeks Duimpjesuitgaven de verzamelbuindel ‘Gekke sprookjes’. (8 korte verhalen)

1909-1910: Lid van de Opstelraad van het tijdschrift “Ons Leven” onder hoofdredacteur Ernest Claes. (bron: ‘t Land van Ryen, jg VI, 1956)

In zijn boek Leuven, O dagen, schone dagen, 1958 vertelt Ernest Claes op p 21 volgende anekdote:

“Toen ik later aan Jef Arras, de beste prozaschrijver-student van die jaren, een bijdrage vroeg voor “Ons Leven”, gaf hij mij een opstel: “Een koers bij Professor Scharpé’ . Het was doodgewoon een les over “Gunlaug Schlangenzunge’, een van de Edda-liederen die hij haast stenografisch had opgetekend, met alle af- en uitwijkingen die ermee gepaard gingen. Op aanraden van Professor De Cock is dat unieke document niet in het studententijdschrift verschenen.”

Arras schijnt zelf ooit een consilium abeundi te hebben gekregen, maar dat werd na tussenkomst van de Lierse geestelijkheid weer ingetrokken.

1910-1911: Jozef Arras wordt hoofdredacteur van “Ons Leven” als opvolger van Ernest Claes.

1911: Promoveerde te Leuven in de wijsbegeerte en letteren (specialiteit geschiedenis) op een dissertatie over de heiligen ‘Cyrillus en Methodius de apostels der Slaven’ .  Het manuscript is verloren gegaan.

Na zijn promotie ging hij onmiddellijk aan de slag als leerkracht geschiedenis aan het Atheneum te Gent waar hij Dr. J.O. De Gruyter, R. Declercq en Dr. J. Goossenaerts als collega’s had.

1912: Arras woonde te Gent aan de Ottogracht nr 11.

1914 – 1918: Nam deel aan de eerste wereldoorlog en maakte de slag van Halen (12 augustus 1914) mee.

  • Lichamelijk zwak, kwam hij in het militair hospitaal terecht en werd bij het verder doordringen van de Duitsers naar Oostende geëvacueerd. Uiteindelijk arriveerde Arras in Engeland, waar hij als ontslagen militair bij een gastvrije dame, weduwe van een beroemd chirurg mocht inwonen.
  • Hij schreef er o a voor de “Stem uit België” dat in Engeland verscheen.

Excursie: De slag van Halen wordt soms ook “Slag der Zilveren Helmen” genoemd. Dat gaat terug op het gelijknamige gedicht van August Cuppens, die  in 1914 pastoor van Loksbergen was. Deze naam, die ontleend is aan de hoofdbescherming van de Duitse kurassiers die na de slag her en der opgeraapt kon worden, verwijst natuurlijk naar een vroeger conflict waarbij men zich dapper te weer stelde tegen een buitenlandse invaller, de Guldensporenslag.

20 februari 1919: Kort na zijn terugkeer naar Lier overleed hij in zijn woning Kerkstraat 4, om 18 uur aan de gevolgen van een longontsteking wellicht opgelopen in de oorlog. Hij was 28.

  • Ingevolge een schrijven vanwege de heer minister van Landsverdediging in datum 1/9/1925, wordt de overlijdensakte aangevuld door de vermelding ‘Stierf voor België.’

Jozef Arras ligt begraven op de begraafplaats Kloosterheide te Lier.

arras-11             arras-11a

Over zijn werk

  • Zijn literair werk beperkt zich tot 5 begijnhofsprookjes en drie Lierse volkssprookjes. Ook zijn er van zijn hand een 30 tal gedichten bekend, waarvan een klein aantal tijdens zijn leven in tijdschriften als Lyrana en Liers Vooruit gepubliceerd werden. .
  • Zijn interessantste werk stamt uit zijn studententijd en behoort tot de betere Vlaamse anekdotische vertelkunst. Zijn sprookjes getuigen van een heldere plastische stijl. Met hem is zeer zeker een groot Vlaams verteltalent verloren gegaan.

 

Meer over Jozef Arras

  • Oscar Van der Hallen, Jozef Arras (1890-1919), een vergeten Liers Letterkundige. In: ‘T Land van Ryen ; Driemaandelijks Cultureel Liers Tijdschrift. jg.VI, afl. 3 (Jozef Arras nummer)1956 pp. 97-103
  • Ernest Van der Hallen, in: Ons Volk Ontwaakt Geïllustreerd Weekblad 2 juli 1922 hoofdartikel gewijd aan Jozef Arras.

 

SMAAKMAKER

 

Tinke-Tonke-Teirelink

Uit: Vlaamsche Arbeid jg IV p. 160 / Lyrana jg 1909 nr 3 p.43.

 

En Tinke-Tonke-Teirelink
Ging met zijn stoksken uit,
en Tinke-Tonke-Teirelink
die tikte aan eene ruit.
 
Daarbinnen menschen sliepen
en hoorden ‘d ouden man
ze kwamen even piepen
en vluchtten binnen dan
 
Maar Tinke-Tonke-Teirelink
stil aan de deure stiet;
en Tinke-Tonke-Teirelink
opeens naar binnen schiet.
 
Hij sloeg ze met zijn stoksken,
dat woog zoo zwaar als lood
en ’s anderendags ging ‘t kloksken
al over hunnen dood.
 
En Tinke-Tonke-Teirelink
ging met zijn stoksken heen
en Tinke-Tonke-Teirelink,
die monkelde naar ’t scheen.

 

Zomermorgen

De morgendzonne kleurt in lichten gloed het Oosten,
En verwt in teeren schijn het veldgewas;
Een blauwe nevel stijgt uit ’t effen water op
Dat klaar te rusten ligt, en glad als spiegelglas.
In dichtbegroeide bosch is “t al getjilp en fluiten;
De vogel zingt en juicht bij de aankomst van den dag
Zijn zoete melodij verkondigt blij alom
Dat reeds de nacht verdween, bij ’t dageraads gelach.
De mensch nu ook ontwaakt, in ’t heerlijk zonnedagen,
En looft zijn Schepper groot, die ’t heelal miek en wrocht,
En uit den niet ons trok, waarin wij allen lagen,
Als Satan’s slaven in den zwarten hellekrocht.

 

GERAADPLEEGDE  BRONNEN

Website

Referentie

  • Literatuurrepertorium 1936
  • Stadsarchief Lier
  • Oscar Van der Hallen, Jozef Arras (1890-1919), een vergeten Liers Letterkundige. In: ‘T Land van Ryen ; Driemaandelijks Cultureel Liers Tijdschrift. jg.VI, afl. 3 (Jozef Arras nummer) 1956 pp. 97-103

 

BIBLIOGRAFIE

Woordje vooraf

De bibliografie bestaat uit verschillende afdelingen.

A. Literair werk

  • Gebundelde afzonderlijke uitgaven
  • Novellen en korte verhalen afzonderlijk gepubliceerd in tijdschriften
  • Gedichten

B. Wetenschappelijk en kritisch werk

  • Over letterkunde
  • Over kunst
  • Historisch werk

C. Boekbesprekingen

De bibliografie steunt in grote mate op het werk geleverd door J. Arras jr. gepubliceerd in “t Land van Ryen 1956.

De gegevens van deze bibliografie werden onder meer nagekeken bij

  • Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience – Antwerpen
  • Koninklijke Bibliotheek van België -Brussel / Bibliothèque Royale de Belgique – Bruxelles.
  • Piet Devos: Van reuzen tot dwergen. Bibliografie – Vlaamse schrijvers in de 20ste eeuw – Eerste drukken. Kortrijk, eigen beheer 2007
  • J. Arras Jr., Proeve van bibliografie van en over Jozef Arras (1890-1919). In: ’t Land van Ryen; Driemaandelijks Liers Cultureel  Tijdschrift. jg. VI, afl. 3 (Jozef Arras nummer) 1956 pp. 104-114.
Chronologisch overzicht
A.  Literaire werk
 
In boekvorm gebundeld
 
Jaar Titel Fotogalerij Uitgeverij 1ste druk
1909 Gekke sprookjes. (8 korte verhalen)

Bevat: Begijnhofsprookjes
    • Het oude Tooverboek en het schuldige Begijntje.
    • Van Kasper en de zeven Begijntjes.
    • Van ’t Pastorken dat Sinte Begga wou schilderen.
    • Van ‘tBegijntje dat Godswraak luiden moest.
    • Van den simpelen Biddelaar.
Liersche Volkssprookjes
    • Van Keesje den Schaapherder.
    • De Witte Vrouwkens van Lier.
    • Van den dommen Peter.
Maldeghem: Victor De Lille. -77p.

Reeks: Nr 74 der Duimpjesuitgave.
Afmetingen: 21.50 x 17.25 (ingenaaid)
1918 Vluchtelingen. Gevolgd door het Liefdevers. Twee novellen. Le Havre: Vlaamsche Boekhandel.

Reeks: Vlaamsche Boekenschat nr 5
1924 Gekke Vertelsels. (7 korte verhalen)

Tweede vermeerderde uitgave. Verlucht door Felix Timmermans.
Met foto van auteur.
Bevat: Vluchtelingen (pp 7-37);  Het geval Marus Pruik (pp 38-46); De droom van Toontje Faes, beiaardier (pp 47-53); Van Keesje den Schaapherder (pp 54-61); De Witte Vrouwkens van Lier (pp 62-69); Van den dommen Peter (pp 70-79); Het liefdevers (pp 80-94).
Antwerpen: N. V. “Leeslust”. -94p.

Afmetingen: 20.75 x 16.50 (ingenaaid)
Druk: V. Van Dieren & Co, Antwerpen.
Nota:  Van Keesje den Schaapherder; De Witte Vrouwkens van Lier ; Van den dommen Peter, verschenen eerder in Gekke Sprookjes (1909) onder de hoofding “Liersche Volkssprookjes “
1924 Begijnen Sprookjes. (6 korte verhalen)

Tweede vermeerderde uitgave. Verlucht door Felix Timmermans.
Met foto van auteur.
Bevat: Begijnhofsprookjes
• Het oude Tooverboek en het schuldige Begijntje.
• Van Kasper en de zeven Begijntjes.
• Van ’t Pastorken dat Sinte Begga wou schilderen.
• Van ‘t Begijntje dat Godswraak luiden moest.
• Van den simpelen Biddelaar.
• De zonde van Barbeltje Pandeleers
Antwerpen: N. V. “Leeslust” -96p.

Afmetingen: 20.75 x 16.75 (ingebonden – licht kartonnen kaft als omslag)

 

Novellen en korte verhalen afzonderlijk gepubliceerd in tijdschriften

Van twee novellen is de tekst elektronisch beschikbaar in DBNL. Zie nr 3 en 14 van deze lijst.

1. Van Kasper en de zeven Begijntjes.

In : Lyrana, jg. 1909, nr 6 pp. 89-97.
Gebundeld in: Gekke Sprookjes pp. 23-32; Begijnen Sprookjes pp. 23.-36
Manuscript bewaard: datering 1907

2. Het oude Tooverboek en het schuldige Begijntje.

In: De Nieuwe Gids. jg. XXIIIn, nr 3, Dec. 1907
In: Vlaamsche Nieuws, jg 1 als feuilleton: nr 340, 21 dec. 1915, p. 3 ; nr 342, 23 dec. 1905 p.4 ; nr 343, 24 dec. 1905 p.4 ; nr 344, 25 dec. 1905 p.4 ; nr 345/6, 26/27 dec. 1905 p.4 ;
Gebundeld: Gekke Sprookjes pp. 9-22 & Begijnen Sprookjes pp. 3-22

3. Van ’t Pastorken dat Sinte Begga wou schilderen.

In: Dietsche Warande en Belfort j;. 1908, 2. p. 57-66
Gebundeld: Gekke Sprookjes pp. 33-46 & Begijnen Sprookjes pp 37-57
In DBNL: Jozef Arras, ‘Van ’t pastoorken dat Ste Begga wou schilderen’

4. Van ‘t Begijntje dat Godswraak luiden moest.

In: Lyrana jg 1909, nr 1 pp. 13-16
Gebundeld: Gekke Sprookjes pp. 47-61 & Begijnen Sprookjes pp 58-64

5. Het geval van Marus Pruik

In: Lyrana jg 1909, nr 12 pp. 201-205. Het stuk draagt de opdracht “Voor Is. Opsomer, kustschilder, hartelijk”. Datering: Half-Oogst, 1909.
In: Ons Leven, jg. XXII nr 1, 10 nov.1909 pp. 8-10.
Verschenen onder pseudoniem Jef Hendrickx en met als opschrift “Het geval van Marus Kalot”: in de tekst werd overal de naam van de hoofdpersoon in die zin veranderd.
Gebundeld: Gekke Vertelsels pp. 38-46

6. De ware historie van Juffer Lambelijn en den Groenen Duivel

In: Lyrana 1909, nr 16 pp. 269-273. Gedateerd 22 sept. 1909
In: Ons Leven, jg. XXII nr 4, 4 dec .1909 pp. 54-56
Verschenen onder pseudoniem Jef Hendrickx

7. De droom van Toontje Faes, beiaardier

In: Lyrana 1910, nr 9 p. 235-239. Gedateerd: 26 aug. 1910.
In: Het Vlaamsche Land jg 1 nr 257, 30 Oct.1941 p.3 (fragmenten)
In: Ons volk ontwaakt 9 juli 1932 nr 28 jg VIII pp. 328-329.
Gebundeld: Gekke Vertelsels pp. 47-53

8. Studentenleven

In: Ons Leven, jg XXIII, nr 4, 7dec. 1910. pp. 55-56. Onder ps. Gust

9. Tortelduifjes

In: Ons Leven, jg XXIII, nr 6, 17 jan. 1911. pp. 88-89. Onder ps. Gust

10. Karnaval

In: Ons Leven, jg XXIII, nr 15, 30 mei 1911. pp. 216-217. Onder ps. Gust

11. Labers-leven

In: Ons Leven, jg XXIV, nr 1 7 nov. 1911. pp. 4-6. Onder ps. Gust.

12. Gust op reis

In: Ons Leven, jg XXIV nr 2, 23 nov 1911. Pp. 22-23. Onder ps. Gust.

13. Jenaërsymphonie

Van deze novelle bestaan 2 volledige handschriften – bewaard in het Liers stadsarchief- waarvan één gedateerd is 26 jan.- 8 Febr. 1912. Deze novelle werd onder de kenspreuk “Aze ick kan” ingestuurd voor een novellenprijskamp uitgeschreven door de Amsterdammer.
Ze werd postuum gepubliceerd in 1956 in het Arrasnummer van het Liers cultureel tijdschrift ‘’t Land van Ryen’ jg VI, nr 3 pp. 115-126.

13. Naar huis

In: De lelie. Maandelijks Katholiek Damestijdschrift voor Noord en Zuid Nederland; jg. IV, 1912-13, pp. 376-379
Deze novelle is het eerste hoofdstuk van een onafgewerkt romannetje ‘De kleinstad’, waarvan slechts een onvolledig manuscript bewaard is, gedateerd Juni 1912.

14. De zonde van Barbeltje Pandeleers

In: Dietsche Warande en Belfort jg. 13,1 pp. 448-461.
Handschriften: één volledig in het bezit van de stadsbibliotheek te Lier: één onvolledig. De uitgave in D.W. en B. draagt het jaartal 1912.
In DBNL: Jozef Arras, ‘De zonde van Barbeltje Pandeleers’

15. Het Liefdevers

In: Ons volk ontwaakt 2 juli 1922 nr 27 jg VIII pp.315-317.
Op het manuscript van deze novelle, in het bezit van de stadsbibliotheek te Lier leest men: Bekroond in den letterkundigen prijskamp van Carolus – Juli 1914.
Gebundeld in: Vluchtelingen pp. 22-31 & Gekke Vertelsels (1924) pp 80-94.

16. Proeve tot oplossing van het maatschappelijk vraagstuk

Onuitgegeven. Dit is het tweede van de humoristische verhalen bestemd voor ‘Uit het dagboek van een dweeper’.

17. Bertha, Karel en ik

Onuitgegeven. In zijn oorlogsdagboek 1914-1919 schrijft hij op 19 juli 1915: “Namiddag begonnen een novelle te herschrijven onder de titel “Bertha, Karel en ik”, vroeger “Jeanne, Karl en ik”. Op 21 juli leest men dat de novelle afgewerkt is. Zowel van de eerste als van de tweede versie is slechts een onvolledig handschrift bewaard.
In 1963 publiceerde ’t Land van Ryen deze humoristische griezelnovelle onder de oorspronkelijke titel “Jeanne, Karl en ik” in haar tijdschrift (jg. XIII, 1963, afl. 3-4, pp.99-105). Er werd een overdruk van gemaakt. Afmetingen: 20 x 15 (geniet)
 

18. Vluchtelingen. Oktober 1914.

In: R. Lyr, Onze helden gestorven voor het vaderland, dl. I Brussel, 1922 pp 331-335.
Eén volledig en twee fragmentarische handschriften bewaard. Het stuk werd op 20 Okt. 1914 begonnen met als titel ‘Nieuw Leven’ en geëindigd op 24 Okt. 1917 (cf. Oorlogsdagboek)

19. Soldatenleven

Onuitgegeven. Begonnen op 1 Jan. 1916 en voltooid op 17 Nov. 1917 (cf. Oorlogsdagboek), was het stuk oorspronkelijk getiteld ’29n Juli 1914′; Als dusdanig was het het eerste verhaal van een bundel in ontwerp ’36e Linie II/4′. Schetsen uit het soldatenleven. Misschien zou hierin eveneens worden opgenomen een andere, volledig verloren novelle uit het soldatenleven, begonnen op 26 juli 1915 (cf. Oorlogsdagboek)

 

GEDICHTEN

‘k Ben in het kleed’ … (12 v.)
In: Lier Vooruit, jg. III, nrs 3 7 juli 1907
Als in mijn dagen… (16v.)
In’t zwart gekleed… (12v.)
In: Lier Vooruit, jg. III, nrs 3 7 juli 1907
In: ‘’t Land van Ryen’ jg VI, nr 3 pp.127 1953
Een blanke leliebloem… (2 x 4v. 2 x 3v.)
Zeg heb ge wel eens… (12v.)
In: ‘’t Land van Ryen’ jg VI, nr 3 pp.128 1953
En ‘k heb ik van avond… (12v.)
Kyrie is in den nacht’… (2 x 7v.)
In: Lyrana, jg. 1909, nrs 3 p. 43
‘k ben in mijn dagen… (13v.)
O ‘k wilde ‘k was een Stoikus… (10v.)
O, Jezus, brandfornijs… (12v.)
In: ‘’t Land van Ryen’ jg VI, nr 3 pp.129 1953
‘k Heb wreed voor U gezondigd, Heer…. (15v.)
En Tinke-Tonke-Teirelink… (18v.)
In: Vlaamsche Arbeid, jg. IV, 1908/1909 p. 160
In: Lyrana 1909, nr 3 p.43
O, kon ik altijd, altijd droomen’… (2x4v. 2x3v.)
In: Lyrana 1909, nr 14 pp.246-247
Kom, lieve, de zon lokt tot minnen ons aan… (12v.)
Het lacht een lief prinsesken… (16v.)
Daar bingelt de beiaard… (12v.)
In: Lyrana 1909, nr 11 p. 189
Mijn lief is teer… (12v.)
In: ‘’t Land van Ryen’ jg VI, nr 3 pp.130 1953
‘k wil zonder schroom… (12v.)
In: ‘’t Land van Ryen’ jg VI, nr 3 pp.131 1953
Ik wou dat ik een zwane was… (3x4v.)
In: Lyrana 1909, nr 14 p. 247
Ik heb vannacht… (10v.)
‘k wil nu niet langer meer… (10v.)
‘k heb diep haar in het oog gestaard… (12v.)
Hoe zoet, O Heer… (10 v.)
Driekoningenliedje. (2 x 8v.)
In: Ons volk ontwaakt 2 juli 1922 nr 27 jg VIII pp.314
De lente is nu in ’t land… (12v.)
Hoog heb ik in mijn hooge hart… 12v.)
Zomermorgen. (12v.)
Verlangen. (2 x 6v.)
Sterrendans. (2 x 4v. 2x3v.)
Sneeuw. (2x4v. 2x3v.)

 

B. WETENSCHAPPELIJK EN KRITISCH WERK

Over letterkunde

Notas over de moraal van Lucretius

In: Vlaamsche Arbeid, jg IV, 1908-1909, pp 358-360 – datering: 7 augustus 1908

Constant Eeckels

In: Ons Leven, jg. XXI, nr 3, 13 nov. 1908 p. 35-36 – verschenen onder pseudoniem J(ef) H(endrickx)

Dante Alighieri

Onuitgegeven tekst van een voordracht. Handschrift bewaard en gedateerd 27 sept. 1909

Kijkjes in Chaucer’s “Vertellingen van Canterbury”

In: De Stem uit België jg. IV nr 19, 25 jan. 1918, pp. 6-7, 5 april 1918 p 6.
In Arras’ Oorlogsdagboek 1914-1919 leest men op 11 Jan. 1918: “Brieven ontvangen van…Flor Prims, die me vraagt een Nederlandsche vertaling van Chaucer’s Caterbury Tales te leveren voor De Stem uit België […] Namiddag begonnen aan een inleiding voor mijne vertaling van Chaucer”
Slechts twee bijdragen kwamen tot stand: één over Chaucers leven en werk en én over de Proloog der Canterbury Tales. Beiden zijn slechts gedeeltelijk in handschrift bewaard.

 

Over kunst

Eenige bemerkingen over Beeldende kunst

In: De Student, jg XXVII, 1907, p. 85 ondertekend J.A.

Isidoor Opsomer

In: Ons Leven jg. XXII, nr 6, 28 dec. 1909 pp. 82-85 – verschenen onder pseudoniem Jef Hendrickx

Kunstkroniek I. Lentesalon, Brussel. Salon der Wereldtentoonstelling, Gent.

 
In: Dietsche Warande en Belfort jg. 1913, 2 pp, 80-90 – Verschenen onder pseudoniem Joe.
De overdrukken dragen echter de naam van de schrijver.
Manuscript en voorbereidende nota’s bewaard.
 

Kunstkroniek II. Salon der Waterverfschildering, Pastel, Gravure, Beeldhouwkunst enz. Antwerpen.

In: Dietsche Warande en Belfort jg. 1914, 1 pp, 270-279 – Verschenen onder pseudoniem Joe.
De overdrukken dragen echter de naam van de schrijver.
Manuscript (gedateerd 30 Oct. 1913) en voorbereidende nota’s zijn bewaard.

Kunstkroniek III. XXIIe Salon van den Kunstkring “Pour l’Art”.

In: Dietsche Warande en Belfort jg. 1914, 2 pp, 82-90 – Verschenen onder pseudoniem Joe.
De overdrukken dragen de naam van de schrijver.

 

Historisch werk

 

Charte de Jean I pour la ville d’Anvers (21 fev. 1291)

Onuitgegeven. Handschrift bewaard en gedateerd 3 Aug. 1910

Charte de Jean I pour la ville de Louvain (14 jan. 1284)

Onuitgegeven. Manuscript onvolledig.

Rapport sur les travaux de la conference (d’histoire) pendant l’année 1909-1910. II : Section d’histoire moderne.

In: Annuaire de l’Université catholique de Louvain, jg. LXXV, 1911, p. 275-282.

De pauzin Johanna.

Onuitgegeven tekst van een voordracht gegeven voor het genootschap “Taal en Kennis” te Leuven (cf. Annuaire de l’Université catholique de Louvain, jg. LXXVI, 1912, p. 355.
Handschrift bewaard.

(Cyrillus en Methodius, d Apostels der Slaven).

Studie voor het bekomen van de graad van doctor in de Wijsbegeerte en Letteren, afd. Geschiedenis. De exacte titel is niet gekend, het manuscript is verloren gegaan.

De Leeuw van Vlaanderen. Zijne legende en haar oorsprong.

In: Dietsche Warande en Belfort. Jaargang 1911, 2, p.348-352; 1912, 1, pp. 486-489.
Alleen de tweede bijdrage is in handschrift bewaard.
Beschikbaar in electronische versie bij DBNL:
Jozef Arras, ‘De Leeuw van Vlaanderen Zijne legende en haar oorsprong’
Jozef Arras, ‘De Leeuw van Vlaanderen Zijne legende en haar oorsprong’

L’Armoirie du “Lion de Flandre”. Sa légende et son origine.

In: Mélanges Charles Moeller, dl I. – Université catholique de Louvain. Recueil de travaux publiés par les members des conferences d’histoire et de philology, dl 40 Leuven 1914, pp.451-455 (5).

 

BOEKBESPREKINGEN

 

A.HANS, Uit het Kinderleven; id. De Kindervriend; id. Op Land en Zee; M. PETERSEN, Prinses Ilse (vertaling van Elisa Wattez).

In: De Student, jg. XXVIII, 1908, p.130-131. – ondertekend: J.A.

G. LECHARTIER, Le vaisseau de plomb.

In: Ons Leven jg XXII, nr 1 10 Nov. 1909 p. 12. – onder ps. J.H.

F. VERSCHOREN, Dompelaars.

In: Ons Leven jg XXII, nr 4 4 dec. 1909 p. 59. – onder ps. Jef Hendrickx.

F. VAN DE WATTYNE, Werwaarts ?

In: Ons Leven jg XXII, nr 10 23 feb. 1910 p. 155. – onder ps. J. Hendrickx.

E. VAN DIEREN, Het Vlaamsch incident op het Congres te Mechelen.

In: Ons Leven jg XXII, nr 12 10 maart 1910 p. 170. – onder ps. J. H.

I. OORDA (= C. VERSCHAEVE), De dichter Rodenbach.

In: Ons Leven jg XXII, nr 12 10 maart 1910 p. 170. – onder ps. J. H.

F. VAN EEDEN, ’t Paleis van Circe.

In: Ons Leven jg XXIV, nr 2 23 nv. 1911 pp. 41-42. – onder ps. J. H.